Tachtigers  

From The Art and Popular Culture Encyclopedia

Jump to: navigation, search

Related e

Wikipedia
Wiktionary
Shop


Featured:

De Tachtigers (Eng: The Movement of 1880) , was a Dutch literary movement from ca. 1880 tot ca. 1894 which consisted of a group of writers joined by Marcellus Emants who was somewhat older than themselves. Emants had written a symbolical poem called "Lilith" in 1879 that had been stigmatised as audacious and meaningless; encouraged by the admiration of his juniors, Emants published in 1881 a treatise in the form of a novel in which the first open attack was made on the old school. The movement is considererd a prolongation of, as well as a reaction to Romanticism.

Some names:

Contents

Dutch profile

De Beweging van Tachtig, of de Tachtigers, vormde(n) een Nederlandse literaire beweging van ca. 1880 tot ca. 1894. De Tachtigers zijn in Nederland vooral van belang vanwege de vernieuwing in de poëzie (dichtkunst). De beweging moet worden beschouwd als een late voortzetting van en tevens als een sterke reactie op de Romantiek.

Kenmerken en principes

Het accent ligt minder op religieuze overgave dan op het 'aanbidden' van de schoonheid, maar voor het overige hebben de Tachtigers een aantal kenmerken met de romantici gemeen: individualisme, opstandigheid, natuurliefde.

Onderscheidend is dat het 'nuttigheidsprincipe' wordt losgelaten: de kunst heeft bij uitstek een esthetische functie. Daarnaast streven de Tachtigers ernaar in hun dichtwerk het gebruik van clichés achterwege te laten ten gunste van oorspronkelijkheid in beeldspraak en zeggingskracht.

De bekendste Tachtigers zijn: Willem Kloos, Jacques Perk, Hélène Swarth, Albert Verwey, Frederik van Eeden, Lodewijk van Deyssel en Herman Gorter.

Spreekbuis van de beweging wordt het tijdschrift De Nieuwe Gids (met in de redactie o.a. Willem Kloos, Frederik van Eeden, Albert Verwey, Willem Paap, Frank van der Goes).

Hoofdprincipes

De principes van de Beweging van Tachtig kunnen als volgt worden samengevat:

  1. estheticisme: verheerlijking van de schoonheid;
  2. l'art pour l'art: kunst om de kunst; de kunst dient geen ander doel dan kunst te zijn: "All art is quite useless" (Oscar Wilde);
  3. individualisme: kunst als de "allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie" (Willem Kloos);
  4. eenheid van vorm en inhoud: dit in tegenstelling tot het vroeger gebruikte principe dat elke uitdrukking een 'gewone' en een 'artistiek verantwoorde' vorm kon hebben;
  5. de waarneembare werkelijkheid is uitgangspunt: leidend tot realisme, naturalisme en sensitivisme (het streven om zoals Gorter het zegt "dat wat je zintuiglijk doorleefde met uitschakeling van den geest onmiddellijk te verklanken" in lyrische poëzie).

Voorbeelden

Bekende voorbeelden van het werk van de Tachtigers zijn:

  • De sonnetten van Jacques Perk en Willem Kloos;
  • De Mei van Herman Gorter;
  • De kleine Johannes van Frederik van Eeden.

Om het estheticisme te demonstreren een citaat uit Deine Theos, een sonnet uit de Mathilde-cyclus van Jacques Perk (1879):

Schoonheid, o gij, wier naam geheiligd zij,
Uw wil geschiede; kóme uw heerschappij;
Naast u aanbidde de aarde geen andren god!

Van Willem Kloos is wellicht de volgende dichtregel het beroemdst geworden:

Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten

Albert Verwey schreef het bekende Christus-sonnet:

O Man van Smarte met de doornenkroon,
O bleek bebloed gelaat, dat in den nacht
Gloeit als een grote, bleke vlam, - wat macht
Van eindloos lijden maakt uw beeld zo schoon.

In de sonnetten van Verwey komt "een dualisme" tot uitdrukking van "tachtiger individualisme en maatschappelijk voelen" (Jos Gielen 1939), bijv. waar hij op de ene plaats schrijft:

Ik ben een Dichter en der Schoonheid zoon

terwijl hij in een later vers schrijft:

Zoo ben ik dan de dienaar van mijn tijd geworden,
ik die mijn eigen dienaar was

Frederik van Eeden is onsterfelijk geworden door zijn De kleine Johannes. Zijn oeuvre is wellicht in bepaalde opzichten het minst typisch voor de Beweging van Tachtig.

Lodewijk van Deyssel (1864 - 1952) (pseudoniem voor Karel Joan Lodewijk Alberdingk Thijm) schreef (vlammende) kritieken, twee romans en een boek over het leven van zijn vader Jozef Alberdingk Thijm.

Herman Gorter (1864 - 1927) publiceerde in 1889 de Mei, een gedicht in boekvorm bestaande uit drie 'zangen'. De Mei wordt aangeduid als "het ongeëvenaarde hoogtepunt in de poëzie van ‘80" (Garmt Stuiveling) en als "een schatkamer van schoonheid, onuitputtelijk als de Natuur" (Willem Kloos).

De eerste zin is erg bekend geworden:

Een nieuwe lente en een nieuw geluid:
Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit,
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht
In een oud stadje, langs de watergracht -

Gorter zal zich al snel van het sensitivisme afwenden. Hij stort zich op Spinoza (vertaalt diens Ethica in 1895), om uiteindelijk marxist te worden. Hij blijft dan overigens wel gedichten schrijven, bijvoorbeeld Pan (1912). Bekend is zijn essay Kritiek op de litteraire beweging van 1880 in Holland, verschenen in De Nieuwe Tijd, jaargang 1898-1899.

Literatuur

  • Enno Endt, Het festijn van Tachtig. De vervulling van heel groote dingen scheen nabij, Amsterdam, 1990.
  • Jos J. Gielen, Belangrijke letterkundige werken (III), 2e druk, Purmerend 1939.
  • Henriette Roland Holst - Herman Gorter (1933), herdrukt Nijmegen 1975, bevattende: Biografische Aanteekeningen en De schoonheid van Herman Gorter’s poëzie.
  • Martien J.G. de Jong, Honderd jaar later. Essays over schrijvers en geschriften uit de Beweging van Tachtig, Baarn, 1985.
  • H.J.M.F. Lodewick (e.a.), Literatuur (II), 24e druk, 's-Hertogenbosch 1983.
  • Jan Oosterholt, De bril van Tachtig. Het beeld van de 19-eeuwse Nederlandse dichtkunst, Amsterdam, 2005.





Unless indicated otherwise, the text in this article is either based on Wikipedia article "Tachtigers" or another language Wikipedia page thereof used under the terms of the GNU Free Documentation License; or on research by Jahsonic and friends. See Art and Popular Culture's copyright notice.

Personal tools