User:Jahsonic/Sandbox archive 67  

From The Art and Popular Culture Encyclopedia

< User:Jahsonic(Difference between revisions)
Jump to: navigation, search
Revision as of 10:38, 20 May 2024
Jahsonic (Talk | contribs)

← Previous diff
Current revision
Jahsonic (Talk | contribs)

Line 29: Line 29:
Belastingen Belastingen
-Voor u denkt dat ik niks geef om een door belastingen gefinancierde welvaartstaat, dat ik niet geloof in sociale zekerheid en ik een voorstander ben van e[[en nachtwachtstaat]], graag even dit: In 2020 recenseerde ik ''[[De tirannie van de verdienste]]'' van [[Sandel]] die mij op het boek ''[[Makers and takers]]'' wees, ‘makers’ en ‘graaiers’ dus. In klassieke kringen worden investeerders en bankiers als de ‘makers’ voorgesteld en steuntrekkers als ‘graaiers’. De schrijfster van dat boek draait die logica om en zegt dat de financializering van de markten ervoor gezorgd heeft dat het net de ‘graaiers’ zijn die enorme winsten opstrijken zonder iets bij te dragen aan de reële economie. Met een beetje fantasie kan je bij de graaiers ook corporatocratieën zoals [[AB InBev]] en de GAFA-internetgiganten (Google, Apple, Facebook en Amazon) rekenen die bijna nergens belasting betalen. +Voor u denkt dat ik niks geef om een door belastingen gefinancierde welvaartstaat, dat ik niet geloof in sociale zekerheid en ik een voorstander ben van een [[nachtwachtstaat]], graag even dit: In 2020 recenseerde ik ''[[De tirannie van de verdienste]]'' van [[Sandel]] die mij op het boek ''[[Makers and takers]]'' wees, ‘makers’ en ‘graaiers’ dus. In klassieke kringen worden investeerders en bankiers als de ‘makers’ voorgesteld en steuntrekkers als ‘graaiers’. De schrijfster van dat boek draait die logica om en zegt dat de financializering van de markten ervoor gezorgd heeft dat het net de ‘graaiers’ zijn die enorme winsten opstrijken zonder iets bij te dragen aan de reële economie. Met een beetje fantasie kan je bij de graaiers ook corporatocratieën zoals [[AB InBev]] en de GAFA-internetgiganten (Google, Apple, Facebook en Amazon) rekenen die bijna nergens belasting betalen.
En even voor de goede orde. Ik vind dat iedereen netjes zijn belastingen dient te betalen. Mijn poetsvrouw betaalt verhoudingsgewijs meer belastingen dan Apple, dat er door allerlei technische handigheidjes in slaagt om sommige jaren maar 0,005% percent belasting op zijn winst in heel Europa te betalen. Dat keuren wij uiteraard af. En even voor de goede orde. Ik vind dat iedereen netjes zijn belastingen dient te betalen. Mijn poetsvrouw betaalt verhoudingsgewijs meer belastingen dan Apple, dat er door allerlei technische handigheidjes in slaagt om sommige jaren maar 0,005% percent belasting op zijn winst in heel Europa te betalen. Dat keuren wij uiteraard af.

Current revision

Related e

Wikipedia
Wiktionary
Shop


Featured:

<< previous next >>

Het staat er dus echt. Op pagina 17 al.

‘Op hun bankrekening staan zoveel nullen dat zelfs een geschoolde wiskundige naar adem hapt.’

Het gaat dan over het geld van Musk, Bezos en Gates, drie van de rijkste mannen op aarde.

Het kan dat u me nu een muggenzifter gaat noemen, maar dat geld staat helemaal niet op hun bankrekening. Dat geld hebben zij in aandelen van respectievelijk Tesla, Amazon en Microsoft. Mochten zij morgen besluiten die aandelen te verkopen, dan zou dat tot onmiddellijke én aanzienlijke koersdalingen leiden. Musk, Bezos en Gates zouden hun aandelen niet kunnen verzilveren.

Als Goossens dus spreekt over bedragen die op bankrekeningen staan, dan is dat, en ik zal het woord volksverlakkerij niet gebruiken, stemmingmakerij.

Nochtans staat op pagina 11 al een veel belangrijkere zin: ‘tussen 1990 en 2015 ontsnapten ruim een miljard mensen uit de diepste kelder van de armoede.’ Dat is 15% van de wereldbevolking die niet meer abject arm is op een periode van vijftien jaar tijd.

Daarmee is alles gezegd eigenlijk. Men zou dus kunnen stoppen met het lezen van het boek op pagina 17. Pagina 11 gaf het goede nieuws. Op pagina 17 stond de demagogie.

Toch lezen wij verder.

Als Goossens met cijfers komt, wordt het pijnlijk. Op diezelfde pagina 17 lees je een passage over negen Amerikaanse heren en een Fransman die samen 1.500 miljard euro bezitten. Dat men daar 11.000 gevechtsvliegtuigen en 2,6 miljoen Ferrari’s mee kan kopen. Dat zijn tamelijk nietszeggende getallen, want met gevechtsvliegtuigen en Ferrari’s ga je de armoede toch niet bestrijden? Dan komt het volgende getal, ook ontluisterend. Je kan er 6,6 miljoen sociale woningen mee bouwen. Zo weinig? Op een bevolking van 8 miljard mensen? Slechts een op de duizend zou een sociale woning kunnen krijgen? Als je dan toch met cijfers wil goochelen, zorg dan voor spectaculaire resultaten. Helaas zijn die er niet. Maar voor ik dat uitleg, een pauze. Een belangrijke pauze.

Belastingen

Voor u denkt dat ik niks geef om een door belastingen gefinancierde welvaartstaat, dat ik niet geloof in sociale zekerheid en ik een voorstander ben van een nachtwachtstaat, graag even dit: In 2020 recenseerde ik De tirannie van de verdienste van Sandel die mij op het boek Makers and takers wees, ‘makers’ en ‘graaiers’ dus. In klassieke kringen worden investeerders en bankiers als de ‘makers’ voorgesteld en steuntrekkers als ‘graaiers’. De schrijfster van dat boek draait die logica om en zegt dat de financializering van de markten ervoor gezorgd heeft dat het net de ‘graaiers’ zijn die enorme winsten opstrijken zonder iets bij te dragen aan de reële economie. Met een beetje fantasie kan je bij de graaiers ook corporatocratieën zoals AB InBev en de GAFA-internetgiganten (Google, Apple, Facebook en Amazon) rekenen die bijna nergens belasting betalen.

En even voor de goede orde. Ik vind dat iedereen netjes zijn belastingen dient te betalen. Mijn poetsvrouw betaalt verhoudingsgewijs meer belastingen dan Apple, dat er door allerlei technische handigheidjes in slaagt om sommige jaren maar 0,005% percent belasting op zijn winst in heel Europa te betalen. Dat keuren wij uiteraard af.

Hetzelfde voor voetballers. Die mogen van mij gerust vele malen meer verdienen dan mijn poetsvrouw, maar ze moeten dan ook meer belasting betalen, of op zijn minst verhoudingsgewijs even veel, ik hoop dat u het daarmee eens bent.

En Goossens wijst wel op de kwalijke bijwerkingen van de financializering maar dat verhaal verdrinkt in een heleboel feitjes van economische en sociale geschiedenis. Hij zegt wel dat het wenselijk is dat men de financiële markten kortwiekt maar hij gaat er niet dieper op in. Hij had dan kunnen uitleggen waar de voorstellen uit Piketty uit bestaan bijvoorbeeld, maar we blijven op onze honger.

Spektakel: alle rijkdom ter wereld verdeeld

En nu terug naar het verhaal dat ik onderbrak. Het feit dat al die vermogens afpakken van al die rijke – Goossens zegt nog net niet stinkerds– slechts een beperkt aantal sociale woningen oplevert is veelbetekenend. Want was het maar allemaal zo simpel. Laat mij dat illustreren door een pagina om te slaan. Op pagina 18 lees je hoe 3.1 miljard mensen niet eens 80 dollar bezitten. Die bezitten dus meer dan mij. Want ik bezit alleen maar schulden. Ik kocht in 2015 een appartement dat ik tot 2035 moet afbetalen. Op dit moment is mijn vermogen negatief. Ik moet de bank nog tienduizenden euro’s.

Laat mij het me een ander voorbeeld illustreren, dat uiteraard niet in het boek van Goossens voorkomt. Als je alle rijkdom ter wereld omzet in cash, en dan al die cash onder de wereldbevolking uitdeelt, hoeveel bezit iedereen dan, denkt u? Ik nodig u uit om die vraag eens te stellen in uw vriendenkring. Sommigen zullen zeggen honderdduizenden, anderen miljoenen. Ik vroeg het nog aan een collega en die had het zelfs over miljarden. Iedereen denkt dat iedereen ter wereld het aangenaam goed zal hebben. Als een heer zal kunnen leven. Maar dat is niet waar. Iedereen ter wereld zal vijftigduizend euro bezitten. Niet meer dan dat en ik baseer mij op een artikel uit de onverdachte bron MO van Irene van den Berg en Inge Beekmans.

En zij onder de armsten die ineens die vijftigduizend bezitten, zullen zij plots toegang tot onderwijs, ziekenzorg, cultureel vertier, sportfaciliteiten, kraamzorg en pensioen hebben? Helemaal niet. Want de regio waar zij wonen kent die voorzieningen helemaal niet.

De klimaatproblematiek

Mochten mensen daadwerkelijk allemaal die vijftigduizend euro in handen krijgen, stelt u zich eens voor hoe nefast het op korte termijn zou zijn voor het klimaat. Zou de verkoop van consumptiegoederen niet onmiddellijk enorm stijgen? Zullen de grondstoffenreserves er niet enorm onder lijden?

Het is haast wraakroepend dat dit boek de klimaatproblematiek niet mee in rekening wil brengen, want net daar zit het spanningsveld. Als China en India er in slagen dag na dag grote groepen uit de armoede te trekken, is dat nog steeds dankzij fossiele brandstoffen. Nu staat Europa op het punt dat privilege van hen weg te nemen. Iets waar ik persoonlijk achter sta maar ik weet heus ook wel dat er twee grote groepen aardbewoners bestaan: zij die zich zorgen maken om het eind van de maand en zij die zich zorgen maken over het eind van de wereld. Dat deed ooit clashen moet, spreekt voor zich.

De vergelijking Verenigde Staten - Europa

Ook ergerlijk is dat Goossens de Verenigde Staten en Europa constant door elkaar haalt. Men weet toch dat er haast geen herverdeling bestaat in de VS? In Europa bestaat er veel herverdeling. De Belgen bijvoorbeeld, geven 55 procent van hun loon af ter herverdeling. In zekere zin is België communistischer dan China. Alle onderwijs is hier nagenoeg gratis. Ziektezorg: nagenoeg gratis. Iedereen heeft pensioen. Als men werkt, heeft men rechtop werkloosheidsuitkering en als men nergens recht op heeft, dan heeft men nog altijd recht op het bestaansminimum. Daar wordt soms van geprofiteerd. Maar misschien is het dan wel goed om de woorden van Blackstone te gebruiken en te zeggen: ‘beter tien mensen die onterecht van uitkeringen genieten, dan een die een uitkering onterecht niet krijgt.

Ongelijkheidsmachine

De titel van het boek luidt ‘De ongelijkheidsmachine’, en een ‘machine’ veronderstelt een doelmatigheid. Uit het boek zou dus moeten blijken dat een aantal mensen er alle belang bij heeft om de wereldbevolking arm te houden want het is de enige manier dat zij rijk kunnen blijven, toch?

Maar dat is niet perse zo want de aardse rijkdom is een taart die steeds groter wordt. Je kan aanvoeren dat de aarde er wel onder lijdt, omdat die steeds meer wordt opgesoupeerd, maar het is zeker niet zo dat als de ene groep rijker wordt, de ander automatisch ook armer wordt.

Ik heb bij de kritische lezing niet de beschikking gehad over een pdf van dit boek, dus ik kan mij vergissen als ik zeg dat ik het woord ‘ongelijkheidsmachine’ (overigens niet gemunt door Goossens zelf) na de inleiding pas weer opduikt op pagina 533. Het illustreert hoe dogmatisch deze titel gekozen is en in welke beperkte mate de vlag de lading dekt.

Het is de zoveelste gemiste kans. De grote werken van de Europese welvaartstaat zijn af, wat rest is schroevendraaierwerk, zoals Ive Marx onlangs zo fijntjes opmerkte. Wereldwijd is de situatie anders. Daar heerst nog wel structurele ongelijkheid. Maar daar vermeldt Goossens niets van. Niks over de Henley Passport Index die illustreert hoe oneerlijk het is dat de plaats waar je geboren wordt, bepaalt waarheen je reizen kan. Dat je met een paspoort uit Sierra Leone of Somalië nergens naartoe kan en met een Duits paspoort of een uit Singapore haast overal: dat is pas ongelijkheid.

Hoeveel gelijkheid?

Leert men dan werkelijk niets uit dit boek? Toch wel, toch wel. Het is een degelijke algemene geschiedenis van de moderne tijd geworden. De kolonisatie, de Franse Revolutie, WOI, WOII worden mooi geduid met als kapstok het niet bereiken van gelijkheid. En waar anderen, bijvoorbeeld De slaapwandelaars (2012), WOI wijten aan een onnozele samenloop van omstandigheden, wijt Goossens het aan een te grote ongelijkheid.

Maar het boek is ook perfide in de zin dat het zich nergens uitspreekt over hoeveel gelijkheid eigenlijk wenselijk is. En welk soort gelijkheid? Economische? Sociale? Gelijkheid van kansen? Gelijkheid van uitkomst? Onbeantwoorde vragen.

Een teveel aan gelijkheid, zou dat ook kunnen? Een soort van gelijkheid als ‘alle dieren zijn aan elkaar gelijk, maar sommige dieren zijn gelijker dan anderen’. Dat soort gelijkheid? De jakobijnen worden wel besproken, maar dat hun excessief geweld wel eens zou kunnen voortspruiten uit hun buitensporig verlangen naar totale gelijkheid, wordt ontkend.

Goossens, de Claus van de journalistiek?

Is het boek goed geschreven, is het compliment van Lanoye op de kaft, dat Goossens de Claus van de journalistiek zou zijn, terecht? Wat de inhoud betreft alvast niet. En qua vorm? Ook niet. Een voorbeeld? Als ik lees dat een Hollandse koning bij het ontstaan van België, ‘het vlugger dan verwacht afbolde’, trek ik toch mijn wenkbrauwen op. ‘Afbolde’? Werkelijk? Ik geef dan de voorkeur aan bijvoorbeeld ‘opkraste’. In de inleiding lauwert Goossens zijn redactrice Anni Van Landeghem, ik had haar liever verder zien gaan.

TikTok

Gisteren. Ik kijk TikTok. Het is een onderschat medium. Ik zie een geëngageerde jongeman in een filmpje dat niet meer dan een minuut duurt, vijf boeken aanraden die onze manier van denken voorgoed zullen veranderen. Ik kijk en herken er drie en noem er hier twee: Michael Sandel over meritocratie. Een sterk boek. Wij bespraken het op Liberales. Jason Hickel, The Great Divide, ook erg sterk. Hickel is bovendien een van de meest succesvolle tegenstanders van de door Goossens verguisde Steven Pinker. Goossens verzuimt die man te vermelden. Rond diezelfde periode lees ik over het boek Poverty, by America in De Morgen dat de haakworm in het zuiden van de Verenigde Staten bezig is aan een wederopleving. Haakwormen zijn bloedzuigende parasieten die gedijen in hete plekken met slechte riolering. In sommige opzichten beginnen de VS op een ontwikkelingsland te vergelijken.

TikTok, de kranten, wat je er leest lijkt urgenter dan het boek van Goossens.

Besluit

Dit boek, zegt Goossens in de inleiding, is een aanval op Steven Pinker en zijn Belgische apologeten Maarten Boudry, Mark De Vos en Peter De Keyzer. Voor Pinker en de zijnen is niet de ongelijkheid het probleem, maar de armoede. En die wordt steeds kleiner. Goossens lijkt zich schijnbaar meer te bekommeren om ongelijkheid dan om de armoede. Hij zou nog liever hebben dat we gezamenlijk verpauperen dan dat een van ons met kop en schouders boven de ander uitsteekt.

Waarschijnlijk verdient Paul Goossens met zijn pensioen meer dan 90% van de wereldbevolking terwijl ze werken. Wij gunnen hem dat. Maar wat we Goossens wel kwalijk nemen, is dat hij niet de juiste vragen stelt. Wij begrijpen dan weinig van de vele positieve recensies die over dit boek verschenen zijn. Resten

Dat er veel scheelt met de logica van corporatocratische multinationals, daarvoor zou ik u de documentaire film The corporation (2003) willen aanraden..

Wat er eerder aan de hand is, is dit. En dan spreek ik voor Europa. Men voelt nog weinig solidariteit omdat onze maatschappij niet meer zo monoliet is als ze eens was. En er was na de tweede wereldoorlog ook sprake van een gezamenlijk trauma en lotsbestemming. Men had er tijdens de trente glorieuses geen bezwaar tegen de helft van zijn loon af te staan voor een welvaartstaat van wieg tot graf. Vandaag is dat trauma er niet meer. Bovendien zijn de grootsteden verdeeld in een seculier kinderloos en genotszoekend deel en een nieuwgelovig transcendent kroostrijk contigent. Dit zorgt voor een tweedeling. De ene groep wenst niet voor de andere te betalen.

Die nieuwe miljardairs, Musk, Bezos, Gates is het niet veelzeggend dat die zich niet in Europa bevinden waar de herverdeling van de rijkdom vergevorderd is maar eerder in de VS, waar die nagenoeg niet bestaat? Moet men de bluts met de buil niet nemen? Aanvaarden dat maatschappijen die minder herverdelen ook beter zijn in het creëren van een ondernemingsklimaat?

Uber is bijvoorbeeld onlangs in opspraak gekomen omdat het via ondoorzichtige algoritmen uitrekent wat het laagste loon is dat elke individuele Uberchauffeur aanvaardt.

Wij hebben hier in Europa, deze streek van weinig ongelijkheid, ook niet zoveel miljardairs. We gebruiken in Europa Google Streetview om ons te verplaatsen, Facebook, Instagram, Netflix om ons te verstrooien en binnenkort Amazon als we iets online willen bestellen. Geen van die nieuwe zakenmodellen werden hier uitgevonden. Maar Goossens moet toch beseffen, dat onze sociale zekerheid, die de beste ter wereld is, toch ergens van betaald dient te worden?

De Ongelijkheidsmachine (2023) Paul Goossens, een recensie door J.-W. Geerinck, published in Knack on 05-07-2023


Het zal wel afgunst zijn maar ik heb altijd een hekel gehad aan Hugo Claus. Nu ja, altijd, zo lang ik me kan herinneren, eind jaren zeventig begin jaren tachtig dus.

Ik herinner me nog precies hoeveel plezier het me verschafte dat De leeuw van Vlaanderen (1984), door Claus geregisseerd, een hopeloze mislukking bleek.

Het verdriet van België (1983) las ik uiteraard niet.

Vele jaren later, in 2021 was dat, moest ik eens glimlachen om een tekst van Claus, het korte verhaal "Een gezonde gangster" (1954). Ik zag daarin het bewijs dat ik niet per se bevooroordeeld was jegens de man die ik altijd zo’n kwal had gevonden.

Milan Kundera stierf.

Ook van hem las ik niets, afgezien van wat passages, maar in tegenstelling tot het geval Claus, voelde ik voor Kundera, de schrijver van De ondraaglijke lichtheid van het bestaan (1984), altijd veel sympathie.

De Gazet van Antwerpen van 7 maart 1989 berichtte dat Hugo Claus na een half uur kijken naar de verfilming van 'De ondraaglijke lichtheid van het bestaan', de zaal verliet.

'Het was nog erger dan het boek,' zei hij. 'Dat beantwoordde zo aan het patroon van wat men als serieuze fictie beschouwt: het mengen van geschiedenis met privéproblemen. Een keurig boek met keurige ideeën, maar als – zoals in de film – die ideeën wegvallen, dan blijkt hoe weinig verschil er is met een banale doktersroman.'

Ik vermoed dat ook Claus afgunstig was. Kunstenaars kennen maar twee emoties: afgunst en misprijzen.

Maar wat trok mij dan zo instinctief in Kundera aan?

Ik denk die 'lichtheid' van zijn titel en dat die lichtheid 'ondraaglijk' was. Mooi en intrigerend vond ik dat. Het is ook vooruitziend, haast profetisch, gebleken.

Enerzijds voorspelde Kundera ermee in 1984 al de einde-van-de-geschiedenis-these van Fukuyama. Anderzijds gaf hij zijn lezers een plaats in de relativistische traditie van 'niets is waar, alles is toegestaan', een dictum dat Nietzsche bij de Moordenaars haalde.

Met andere woorden, Kundera drukte de lezer met de neus op zijn postmoderne conditie.

De ondraaglijke lichtheid beschrijft de essentie van ons van troosteloos optimisme doordrongen bestaan in het goddeloze en later ook van het communisme bevrijde Westen. Hij wees ons op deze ondraaglijke lichtheid waar we nu nog steeds met de hulp van vertier, drugs en antidepressiva het beste van proberen te maken.

Claus kon zo’n titel niet bedenken.

Hij was ook niet in staat om filosofische passages te schrijven zoals deze prachtige gedachte; die ik zelf vertaalde omdat ik het origineel niet bij de hand heb:

'"Ik denk, dus ik ben" is de uitspraak van een intellectueel die kiespijn onderschat. Ik voel, dus ik ben is een waarheid die veel universeler geldig is en die toepasselijk is op alles wat leeft. Mijn ik verschilt niet wezenlijk van het jouwe in termen van zijn gedachtes. Veel mensen, weinig ideeën: we denken allemaal min of meer hetzelfde en we ruilen, lenen, stelen gedachten met en van elkaar. Maar als iemand op mijn voet stapt, voel alleen ik de pijn. De basis van het zelf is niet het denken, maar het lijden, dat het meest fundamentele van alle gevoelens is. Terwijl hij lijdt, kan zelfs een kat niet twijfelen aan zijn unieke en onveranderlijke zelf. In intens lijden verdwijnt de wereld en is ieder van ons alleen met zijn zelf. Lijden is de universiteit van het egocentrisme.'

Die mooie tandpijngedachte ontdek ik nu pas, bij Kundera’s overlijden.

Maar ook op andere momenten kwam ik Kundera op mijn strooptochten tegen.

Zo vond ik in het sublieme Contigentie, ironie en solidariteit (1989) van Rorty een verwijzing naar Kundera's De kunst van de roman (1986) naar de ‘agelasta’, zij die niet kunnen lachen, een term die je kan terugbrengen tot Rabelais, een van mijn literaire helden. Kundera verbindt de ‘agelasta’ met non-gedachten, gemeenplaatsen en kitsch.

Dan vraag ik me af welke romancier vandaag zo precies en zonder klefheid over nietigheid en betekenisloosheid en ondraaglijke lichtheid kan schrijven.

Rust zacht Milan.



Notities bij het schilderij St Elizabeth of Hungary's Great Act of Renunciation (1891) van Philip Hermogenes Calderon.

Elizabeth van Hongarije (1207 - 1231) was een Hongaarse prinses en een katholieke heilige.

Elisabeth trouwde op haar veertiende en werd weduwe op haar twintigste, haar man overleed tijdens een van de kruistochten.

Daarna trad ze in het klooster om zich aan de goede werken te wijden.

Maar dat ging allemaal niet zo gemakkelijk.

Het verzaken aan de wereld was moeilijker dan ze dacht, dus maakte ze een spirituele crisis door.

Tate, waar het schilderij hangt, beschrijft het zo:

'Elizabeth was verscheurd door de noodzaak om de wereld, en dus haar kinderen, af te zweren om haar verlangen om God te dienen te vervullen. Onder druk gezet door een dominante monnik, Conrad, wiens natuurlijke affecties [lees: lustgevoelens] waren uitgehongerd door het celibaat, zwoer Elizabeth uiteindelijk dat ze 'naakt en blootsvoets' haar 'naakte Heer' zou volgen. Het schilderij van van Calderon toont dit moment van zelfvernedering. Calderon ontleende zijn onderwerp aan een toneelstuk van Charles Kingsley, 'The Saint's Tragedy' (1848).'

Nu, als je dat toneelstuk erop naleest, krijg je een ander beeld, daar lijkt het wel alsof Elizabeth er zelf op gebrand was zich de kleren van het lijf te scheuren, want iemand zegt not 'stop, mevrouw, maar nee hoor, zij zegt:

Alle wereldse goederen en rijkdom, die ik eens liefhad,
zie ik nu als afval, en mijn geliefden,
De kinderen van mijn schoot, beschouw ik nu
Alsof ze van een ander waren. God is getuige.
Mijn trots is mezelf te verachten; mijn vreugde
Alle beledigingen, spot en laster van de mensheid;
Geen schepsel heb ik nu lief, maar God alleen.
Oh, om helder, helder, helder te zijn, van alles behalve Hem!
Voorwaar, hier ontdoe ik mij van alle aardse middelen...

[Scheurt de kleren van haar lijf].

Naakt en blootsvoets door de wereld om te volgen
Mijn naakte Heer te volgen - en voor mijn smerige rijkdom...

Heel veel christelijke (vooral de katholieke om precies te zijn) folklore bevat nogal wat sm-symboliek.

Een vrouw die zichzelf vernedert. Een dominante priester, heerlijk toch?


Door binnen Fetlife te zoeken op 'Serafini' stootte ik bij @Polly_Hymnia op "Le Centre du monde" (1848) van Jules-Adolphe Chauvet. Omdat ik de prent niet kende, dacht ik meteen ook dat ik de eerste was om de thematische verwantschap met 'L'Origine du monde' van Courbet op te merken. Maar omdat het werk ook afgebeeld staat in 'Seduced: Art & Sex from Antiquity to Now' (2007), denk ik dat anderen dezelfde gedachte moeten hebben gehad. Omdat ik dat boek 'Seduced' in mijn kast heb staan, kan ik het niet met zekerheid zeggen. De geschiedenis van de erotiek is ook de historiografie van de erotiek.


Marx, warenanalyse en de hoererij.

'Elle porte le regard à l'horizon' zegt Baudelaire in Le peintre de la vie moderne (1863) en ik denk dat hij dat zegde over een hoer.

Ik vind die flard Baudelaire als ik een digitaal exemplaar van het Passagenwerk (1927-1940) van Benjamin doorzoek op het woord 'hure', hoer dus.

Het zou zomaar kunnen gaan over de 'Olympia' (1863) van Manet (zie afbeelding) over wie een onwelwillende criticus ooit zei:

"De 'Olympia' van Manet is een andere belichaming van de opperste alledaagsheid. Het schilderij stelt een flink gehavende prostituee voor, het gemeenschappelijk bezit van de gewone mensen van de boulevards, een waarlijk democratische hoer."

Nu kan u zich afvragen waarom ik documenten aan het doorzoeken ben op het woord 'hoer'. Wel, de aanleiding is de filmdocumentaire Marx Reloaded (2011) [afbeelding in bijlage] waar Peter Sloterdijk laat uitschijnen dat Walter Benjamin de enige is geweest die het ware gelaat van het warenfetisjisme van Marx heeft doorgrond.

Hij zegt op minuut 27:

[De theorie van warenfetisjisme is] 'het belangrijkste onderdeel van de marxistische leer […] Marx behoort tot degenen die ontdekten dat dingen een eigen leven leiden […] Walter Benjamin ontdekte de structurele verwantschap tussen menselijk handelswaar en goederenhandelswaar […] hij maakte de categorie prostitutie universeel […] prostitutie is altijd aanwezig wanneer een mooi ding leven veinst en passanten probeert te verleiden met wat het te bieden heeft."

Het is niet de eerste keer dat ik interessante dingen over hoererij lees bij Sloterdijk, en vorige keer was dat ook in verband met Marx, als ik me niet vergis, ik geloof dat het in de Cynische rede (1983) was.

Ja, daar staat het. Op pagina 498 van Kritiek van de cynische rede van in een vertaling van Tinke Davids:

"Het is in zekere zin jammer dat Marx bij zijn beroemde warenanalyse niet is uitgegaan van de prostitutie en haar bijzondere vorm van ruilhandel. Een dergelijke aanpak zou theoretisch lang niet onvoordelig zijn gebleken. Als lid van de Olet partij [de Olet partij zegt: 'geld stinkt'] had hij elke mogelijkheid te baat moeten nemen om het geldcynisme aan te tonen. De vrouw als koopwaar zou hiervoor een doorslaggevend argument zijn geweest. Maar een boek dat van plan is de bijbel van de arbeidersbeweging te worden kan niet van wal steken met een theorie over prostitutie."

De hoererij als middelpunt van alles wat mis is met het kapitalisme, het lijkt me inderdaad een boeiende maar ook solide basis. Maar uiteraard deed Marx dat niet. Hij verkoos tarwe en ijzer, kostuum en lakens stof, zijde en schoensmeer.

Blijft nog de vraag waar Sloterdijk naar verwijst in Marx Reloaded?. Waar heeft Benjamin het over warenfetisjisme, de vrouw en de waarde van sex appeal?

Is het in Passagenwerk (1982)?

Ja, het is daar.

Daar staat het, en ik vertaal het naar het Nederlands want Passagenwerk bleef in zijn geheel onvertaald en ook dit deeltje heeft nog niet de geesten der afvallige Nederlandstalige marxisten kunnen binnensluipen:

"Onder de heerschappij van het warenfetisjisme is het sex appeal van de vrouw min of meer getint met de aantrekkingskracht van het goed. Het is geen toeval dat de relaties van de pooier met zijn vriendin, die hij als een "artikel" op de markt verkoopt, de seksuele fantasieën van de bourgeoisie zo hebben geprikkeld."

Die Sloterdijk. Wat een provocateur.



"Op de eerste foto zie je de oprichter, Karel Dillen, in een niet mis te verstane houding op het Sint-Pietersplein in Gent. Niet vóór WOII, niet tijdens, maar erná: rond 1950."

Het zijn de woorden van Brecht Decoene (1980).

Hij laat een foto zien waarop Karel Dillen in 1950 de hitlergroet brengt, en een waarop Tom Van Grieken bloemen op het graf van Karel Dillen gaat leggen. Hij was, zoals u misschien weet, de oprichter van het Vlaams Blok, de racistische oer-verschijning van het huidige Vlaams Belang.

Brecht vraagt zich af waarom mensen op Vlaams Belang stemmen eens ze weten dat hun oervader Dillen een Hitler-aanbiddende nazi was en hun huidige partijleider Van Grieken daar nooit afstand van zal nemen.

Zou het kunnen dat Vlaams Belangers tegen de democratie zijn en een dictatuur als politieke structuur verkiezen?

Dat moet toch ook een optie zijn Brecht?



Gisteren kocht ik de verzameling kortverhalen ‘We houden zo van Glenda’ (1985) van de op deze pagina’s al eerder geroemde Argentijnse schrijver Julio Cortázar (1914 – 1984).

Een paar uur later schenkt een beminnelijke boekhandelaar mij het kleine boekje ‘Julio Cortázar. Informatie’ (1987) van schrijfster Barber van de Pol (1944).

In dat kleine boekje vind ik deze wonderlijke passage:

Werkwoorden die beweging uitdrukken (verplaatsten, overbrengen, overschrijden, doorgaan) of het begin of einde van een proces (stollen, samenvallen, blijven) vallen op door hun frequentie. En zo is het met het woordgebruik in het algemeen: het is een en al ordening, perspectief, plan, oppervlakte, niveau, pool, punt, opening, eind, grens en (vlucht)lijn, of variaties daarop. Geometrische termen, voor en na.’

Mevrouw van de Pol beschrijft de technieken die Cortázar gebruikt om onopgemerkt van het domein van het werkelijke naar het domein van de fantasie te springen.

Terwijl ik nadenk over Cortázar, valt mijn oog op ‘De cultus van het boek’ (1981) van Borges dat hier naast mij staat. Ik las het ooit van voor naar achter maar dat is alweer even geleden. De vertaling is ook van de hand van Barber van de Pol. Het titel-essay over boekenaanbidding op pagina 129 begint met de bespiegeling dat de Griekse goden in het tapijt van de tijd rampspoed weefden opdat ze in de toekomst zouden kunnen dienen om te bezingen.

Rampspoed als amusement dus.

Dat klopt met de waarneming, want de eerste geschreven bronnen betreffen altijd oorlogen, periodes van vrede halen het perkament of de steen nooit.

En dan citeert Borges Mallarmé:

De wereld bestaat om in een boek te komen.’

In de middelste pagina's blijft noch het 'boek der natuur', noch de Joden die het licht laten wezen, noch de Christelijke verbale schepping, noch de kunst van het stillezen onbesproken.

En na zes pagina’s spreekt de katholieke schrijver Léon Bloy (1846 – 1917) de mooiste woorden van de dag:

‘Er is op aarde geen menselijk wezen dat in staat is te verklaren wie het is. Niemand weet waartoe hij op deze wereld is gekomen, waarmee zijn daden, zijn gevoelens, zijn ideeën overeenkomen, noch wat zijn werkelijke naam is in het register van het Licht... De geschiedenis is een onmetelijke liturgische tekst, waarde iota's en de tittels niet minder waard zijn dan verzen of hele hoofdstukken; maar het belang van het een en het ander is niet vast te stellen en diep verborgen.’

Borges sluit zijn stuk af met:

'Volgens Mallarmé bestaat de wereld ter wille van een boek; volgens Bloy zijn wij verzen of woorden of letters van een magisch boek, en is dat onophoudelijke boek het enige in de wereld dat bestaat: beter gezegd, het is de wereld.'

Niemand dan Julio Cortázar sprong ogenschijnlijk moeitelozer tussen 'de woorden' en 'de wereld' heen en weer en niemand heeft de meerduidige relatie tussen 'de woorden' en 'de wereld' ooit economischer en poëtischer beschreven dan Jorge Luis Borges.


Anton Jäger is de new kid on the block.

Op zijn FB-pagina heeft hij Soir bleu van Hopper als omslagbeelding. Het wekt meteen ergernis, want waarom zou je als marxist je je het werk van een kapitalist toe-eigenen? Het werk van Hopper is immers nog steeds in copyright, copyright is digitaal privébezit.




"Het wordt druk op de eenrichtingsweg naar rechts" (2022) by Filip Rogiers was criticized by Karin De Ruyter.


"Dit zijn de tien in mijn ogen belangrijkste en interessantste nog in leven zijnde intellectuelen uit Vlaanderen van het ogenblik: Griet Vandermassen, Johan Braeckman, Dirk Draulans, Maarten Boudry, Rika Ponnet, Hendrik Vos, Kris Peeters, Jonathan Holslag, Ivan Van de Cloot en Mark Elchardus." schreef Erik Vloeberghs van Statbel in februari 2023.

Hadden het net niet gehaald, nog steeds volgens hem: Luc Huyse, Johan Sanctorum, Rudi Laermans, Stijn Baert, Dyab Abou Jahjah, Mia Doornaert, Dave Sinardet of Tobias Leenaert.... (Ive Marx had er ook zeker in kunnen of zelfs moeten staan, besef ik nu, enkele dagen na publicatie.)

Laat ons eens beginnen met dat lijstje met de eigen middelen van Vloeberghs te herschikken:

Griet Vandermassen, Johan Braeckman, Dirk Draulans, Maarten Boudry, Johan Sanctorum, Ive Marx, Dyab Abou Jahjah, Jonathan Holslag, Mia Doornaert en Mark Elchardus.

En nu zonder input van Vloeberghs.

Anton Jäger moet erbij.

Draulans eruit.

Griet Vandermassen, Johan Braeckman, Anton Jäger, Maarten Boudry, Johan Sanctorum, Ive Marx, Dyab Abou Jahjah, Jonathan Holslag, Mia Doornaert en Mark Elchardus.

Omdat we wat ideologisch evenwicht willen, en het aantal intellectuelen op links sowieso kleiner is dan op rechts, graag de inclusie van Jan Dumolyn, de prof achter Het verhaal van Vlaanderen.

Wie gaat eruit?

Jammer, meneer Braeckman, maar ik moet u laten gaan.

Griet Vandermassen, Jan Dumolyn, Anton Jäger, Maarten Boudry, Johan Sanctorum, Ive Marx, Dyab Abou Jahjah, Jonathan Holslag, Mia Doornaert en Mark Elchardus.

Jonathan Holslag moet het team ook verlaten.

Hij moet plaats maken voor Rik Torfs.

Griet Vandermassen, Jan Dumolyn, Anton Jäger, Maarten Boudry, Johan Sanctorum, Ive Marx, Dyab Abou Jahjah, Rik Torfs, Mia Doornaert en Mark Elchardus.

En Rik Van Cauwelaert?

Als de doden mochten meedoen, dan koos ik voor Rossem.

En uit het buitenland Zizek en John Gray, maar wij hebben niemand van dat kaliber.


ik heb u de beste jaren van mijn leven gegeven!


Toen wij Diamanda in 1986 ontmoetten hadden wij het over het varken van Tristan Corbière, de kreeft van Gérard Nerval en het groen haar van Baudelaire.



“‘De blanken zijn superieur aan de negers, zoals de negers superieur zijn aan de apen, die op hun beurt superieur zijn aan de oesters’, schreef Voltaire in zijn Traité de métaphysique


Ons moeder vertelt mij dat ze zoveel last heeft van boeren.

Ik antwoord cynisch maar toch ook grappig gedoeld: 'zo zie je maar dat elke leeftijd zijn specifieke charme heeft.'


In Franse encyclopedieën blijven kunstenaars leven. Ze sterven niet. Dat wil zeggen, men gebruikt 'is' i.p.v. van 'was' in elk lemma van een bekend persoon, dood of levend.

Dus op de Franse Wikipedia 'is' Pascal Mercier (1944 – 2023) nog steeds

'... een Zwitsers schrijver bekend voor zijn Europese bestseller 'Nachttrein naar Lissabon' (2004). 'Nachttrein' vertelt het verhaal van een 57-jarige saaie Zwitserse classicus-prof die bij het vroege begin van de zoveelste-duizendste werkdag plots een meisje van zelfmoord redt, het fictieve boek 'Een goudsmid van woorden' in handen krijgt, daar totaal van in de ban geraakt, ineens zijn hele leven achterlaat, een nachttrein naar Lissabon neemt en alles te weten komt over dat fictieve boek en zijn schrijver...'

De burgemeester van Dodenstad heeft dat boek leren kennen toen hij een afspraak maakte by Uitgeverij Vrijdag om een boek van Joanie de Rijke van de ontmijningsdienst over te nemen.

Rudy liet mij toen het boek zien dat het goudhaantje van de uitgeverij was, Nachttrein.

Er is ook een film uit 2013. Die is niet goed.

Zo lees je in de roman: 'ze haalt een viltstift uit haar jaszak, [doet] twee stappen, [buigt] zich voorover naar Gregorius en [schrijft] een reeks getallen op zijn voorhoofd.'

In de film echter, staat die vrouw op de brug om zelfmoord te plegen en er wordt niet op voorhoofden geschreven.

Als je naar de film kijkt krijg je onmiddellijk heimwee naar Vanessa Paradis in de van-de-brug-spring-scène van La fille sur le pont (1999).

Nachttrein doet denken aan De wereld van Sofie (1991) en Schaduw van de wind (2001), boeken waarover de tegenstanders misprijzend beweren dat ze aan een kinderachtige behoefte voldoen; dat het diepzinnige kleuterliteratuur is, gemaakt om te behagen.

Men zal op de bres springen, en de Burgemeester van Dodenstad zal hen in hun sprong vergezellen, om het boek te verdedigen tegen dat soort elitaire breinpraatjes met de woorden:

'u bent gewoon jaloers, u wil ook zo meeslepend kunnen schrijven, maar u kan dat niet, een verhaal dat leest als een trein en tegelijkertijd zoveel filosofisch concepten op tafel legt … doe dat maar eens na. En die filosofische concepten, weet u, die kan u naar believen als kantklos helemaal ontrafelen, of gewoon als een mooi bolletje wol in het verhaal laten liggen, het zal de vaart van het verhaal niet schaden, dat maakt dit boek zo heerlijk.'

Een tegenstander zal op het laatste moment opperen, 'Alain de Botton, dat begrijp ik nog maar toch niet Mercier?'

Wij zullen hem door wat geroep en gekakel de mond snoeren, hoewel wij ook zot van de Botton zijn; maar vandaag zijn wij van oordeel, het is hier de begrafenis van Mercier, je moet niet met andere schrijvers afkomen, dat doen wij als het uur gekomen is op diens uitvaart wel.

Rust zacht Pascal. Of Peter, want je heette eigenlijk Peter.


Sancho: 'Dus dat de titel van het boek-in-het-boek naar Morgenrood van Nietzsche verwijst, who cares?.

Quixote: 'Inderdaad, who cares?'


Er was gisteren wel wat te doen rond de illegalenplaag uitspraak van Theo Francken. Zelf verwees ik dan maar naar de meeuwenuitspraak van Tobback, niet dat ik Francken zo graag heb, maar ik sta grosso modo wel achter zijn asielbeleid.

Ik denk dat ik ooit over de metaforen schreef die gebruikt worden ivm de asielcrisis, maar ik vind dat niet meer. Stroom en plaag zijn vaak gebruikte termen.

Ene Jessica De Boeck schreef een scriptie over het woordgebruik ik het verslaan van de vluchtelingencrisis: “Ze zijn een plaag, mijnheer.” Een vergelijkende, kritische discoursanalyse van Vlaamse krantenartikelen over vluchtelingen in 2000 en 2015". Het is frappant dat ze het woord 'plaag' erin niet analyseert. 'Stroom' wel.


Ik ontmoette bij mijn Thai een jonge vrouw van 28 die Farah heette en die bij Eat Dust had gewerkt. Ze had een hekel aan die zaak.



RIP Vicki Anderson (1939 – 2023)

Vicki Anderson was een Amerikaanse zangeres gekend voor haar samenwerking met James Brown. Ze was een deel van de 'funky people' waar James zich mee omringde.

In 1967 bracht ze een nummer uit op King Records, een van de labels van Brown als ik me niet vergis, en de lange titel luidde "If You Don't Give Me What I Want (I Gotta Get It Some Other Place)" (1967).

Drie jaar later dook de titel van dat werk in een ander lied op, namelijk "The Message From The Soul Sisters" (1970), een compositie die toch wel wat bekendheid verwierf op de 'rare groove' scene.

Ze was ooit getrouwd met Bobby Byrd en was de moeder van Carleen Anderson die men voornamelijk kent van "Apparently Nothing" (1991).


Wim Vandewiele komt erachter dat 50 procent van de Belgen toch nog katholiek is.


Ik heb de laatste maanden de fantasie van een vrouw staand voor het eerst seksueel te ontmoeten en met mijn vinger de onwaarschijnlijke natheid van haar kut te verkennen, de lippen, de hele omtrek van het gat, zonder nog maar de minste intentie te hebben de klit zelf te beroeren. Beeld: detail van stripteaseuse Dolly Bell in 'Europa di notte' (1959).

Schreef ik op Fetlife, met erop een foto van Dolly Bell die met een arm door twee stukken gordijn heen komt. Ik wiste het terug.


I write obituaries in Dutch and I invented a character, named Leonardo, who is the head gravedigger of what I call Dodenstad, Dutch for Necropolis.

Recently Carmen Sevilla died, she was three years younger than Gina Lollobrigida from Italy and had about the same role in the history of cinema.

But it came to pass that I saw -- for the first time -- the full version of the film Europe by Night (1959) in which Carmen Sevilla dances flamenco.

The film is a beautiful ode to show business.

Especially of note is the opening scene in which a camera pans over aan 'Mini-Europe' in which the Colosseum, the Eiffel Tower, the Acropolis, Big Ben are standing almost side by side.

The voice-over-text reads [check Europe by Night page]:


The authors ask us to forgive them their creative geography, their use of fantasy maps, and of course we oblige.




Ik zag lang niet alles van de Amerikaans regisseur Wes Anderson, 'The Royal Tenenbaums' (2001) bliezen me omver, 'The Grand Budapest Hotel' (2014) irriteerde me een beetje, 'The French Dispatch' (2021) amuseerde me een beetje maar deze 'Asteroid City' doet alles.

Omverblazen, amuseren, irriteren (slechts op het randje): het is de beste Anderson tot nu toe. Ga ernaartoe als film, maar weet dat je tegelijkertijd een roman leest, luistert naar een podcast, en kijkt naar een tentoonstelling.

Het is een wonderlijke film, een ode aan intelligentie, de kleur oranje, troosteloos optimisme, de weirde liefde, onbeschaamde zelfzucht en esthetische transcendentie.

Kortom, ga ernaartoe met uwe kinderen, spreek ervoor af met vrienden.

Spreek zeker ook twee weken later opnieuw met diezelfde mensen af om naar iets super verhalends en realistisch te gaan kijken, want wie graag een verhaal wil kunnen 'volgen' en 'begrijpen' en voor wie getuige wil zijn van het verloop van een aantal mógelijke menselijke relaties, die komt bedrogen uit.

Er is geen realisme want er wordt teveel met verhaalperspectief gespeeld, en er is geen logica, want wie zou nu expres zijn hand op een elektrisch vuur leggen als hij aan het flirten is, bijvoorbeeld?

‘Asteroid City’ is een surrealistisch parallel universum en als u het fijn vindt om even uit uw eigen universum te stappen en eens in dat van een ander te gaan zitten, dan is dit uw film.

Vraag van cinema alleen wat je niet aan een ander medium kan vragen, moet Anderson hebben gedacht. En laat me dat dan eens gaan maken. Dat is 'Asteroid City.' --(9/10, JWG)

Afbeelding: Scarlett Johansson in 'Asteroid City', op de achtergrond Monument Valley.



Ik ging naar Via Alta en ik kreeg Wales terug in mijn hoofd. Iemand in de zaak verzekerde mij dat je geen waypoints kan uploaden naar Google Maps maar wel naar Garmin.

‘Ne mobliez mie’ (Kasteel van Gaasbeek)

In het Kasteel van Gaasbeek kan je nog tot november naar ‘Ne mobliez mie’ gaan kijken, acht kortfilms die in acht kamers van het kasteel gespeeld worden, bijna als TikTok reels.

Buiten staat een koetspaviljoen, daarin een eerste film. We zien twee ridders en een paard. De eerste ridder is Marie Vinck, ze draagt geen helm en wordt onthoofd door een geharnaste en gehelmde ridder. Terwijl je hoort hoe Maries hoofd buiten beeld van haar lichaam gescheiden wordt, stort ook het paard neer. Een paar druppels bloed hangen op de lens. Het paard sterft. De ridder die net Marie Vinck onthoofdde, laat nu ook zijn gelaat zien. Het is weer Marie Vinck. Ze doet enkele stappen en valt ook dood neer.

Drie doden. Drie keer dezelfde ziel.

Binnen speelt Marie Maria, moeder van Jezus. Er is een Mariaverering. Marie kijkt als was ze een houten beeld. Haar vingers, overgoten met parelkettingen, lijken ook van hout.

Een voor een komen bedevaarders voor Maria staan maar de heilige wordt niet vereerd: ze wordt beschimpt, bespuwd, bevuild, vernederd, uitgedaagd en belaagd.

Iemand plakt een kauwgum op haar wang. Iemand spuit slagroom op Maria’s voor dat doel ontblote tepel en likt het goedje er vervolgens af. Een jong meisje laat Maria haar linkerborst zien. Door de tepel een ringetje dat ze op het punt staat te beroeren. Ze schreeuwt het uit. Chris van Camp tongzoent een man terwijl ze uitdagend de blik van Maria opzoekt. Maria, wezenloos, beantwoordt geen blikken.

Suppoost Sofie van Mieghem verwijdert achteraf alle sporen: de kauwgum, de slagroom. Ze staat ook klaar met haar zakdoek als Maria een dikke kledder spuug in haar gezicht krijgt.

Naast mij zit een zuchtende bezoekster van een jaar of zestig. Zij lijkt slecht voorbereid op deze blasfemische artistieke horror, op deze gruwelkunst voor geloofsafvalligen. Bij elke nieuwe belaging van Maria krijgt ze het moeilijker. Tot ze het niet meer kan houden en binnensmonds tegen haar man kijvend verderloopt, op naar het volgende gruwelvignet. Is dat die van de vrouw die zich met haren bedekt, en als een kwal terugkomt om de dromen van haar eigen kind te bezoeken? Of die van Prinses Diana die haar eigen auto-ongeluk naspeelt met naast zich een traumapop in plaats van een man van vlees en bloed? Diana die haar wang vleit in zijn houten hand? Of betreft het de onfortuinlijke ziel die tot huishoudelijk afvalschepsel getransformeerd werd, enkel de ogen nog menselijk?

Is het die zaal waar een man zijn dochter moet tegenhouden omdat het te griezelig zou zijn? De zaal waarin Marie zelfmoord pleegt door zich geharnast in het water te laten vallen, haar hond die jankend in het bootje achterblijft? Bij film acht is niets wat het lijkt en blijkt iedereen Marie Vinck. Zelfs de schoonmaakman.

‘Ne mobliez mie’ (2023) is een van de beste films die ik dit jaar zag. Hij loopt nog tot november.

Mocht het een bioscoopfilm zijn, het was kinderen niet toegelaten. Benieuwd of het de pagina's van Tertio en Kerknet zal halen.

Er valt wel wat te zeggen over deze eigenaardige Mariaverering.

PS "Ne mobliez mie" (2023) is an art horror film played at the Gaasbeek Castle until November.

De rest

Carmen de Vos The Enlightened Philosopher [From the series Famous in Flanders ], 2010

Stukken die mijn recensie van Paul Goossens's De ongelijkheidsmachine niet haalden.

Stukken die mijn recensie van Paul Goossens's De ongelijkheidsmachine niet haalden.

Dat er veel scheelt met de logica van corporatocratische multinationals, daarvoor zou ik u de documentaire film The Corporation (2003) willen aanraden..

...

Wat er eerder aan de hand is, is dit. En dan spreek ik voor Europa. Men voelt nog weinig solidariteit omdat onze maatschappij niet meer zo monoliet is als ze eens was. En er was na de tweede wereldoorlog ook sprake van een gezamenlijk trauma en lotsbestemming. Men had er tijdens de trente glorieuses geen bezwaar tegen de helft van zijn loon af te staan voor een welvaartstaat van wieg tot graf. Vandaag is dat trauma er niet meer. Bovendien zijn de grootsteden verdeeld in een seculier kinderloos en genotszoekend deel en een nieuwgelovig transcendent kroostrijk contigent. Dit zorgt voor een tweedeling. De ene groep wenst niet voor de andere te betalen.

...

Die nieuwe miljardairs, Musk, Bezos, Gates is het niet veelzeggend dat die zich niet in Europa bevinden waar de herverdeling van de rijkdom vergevorderd is maar eerder in de VS, waar die nagenoeg niet bestaat? Moet men de bluts met de buil niet nemen? Aanvaarden dat maatschappijen die minder herverdelen ook beter zijn in het creëren van een ondernemingsklimaat?

...

Uber is bijvoorbeeld onlangs in opspraak gekomen omdat het via ondoorzichtige algoritmen uitrekent wat het laagste loon is dat elke individuele Uberchauffeur aanvaardt.

...

Wij hebben hier in Europa, deze streek van weinig ongelijkheid, ook niet zoveel miljardairs. We gebruiken in Europa Google Streetview om ons te verplaatsen, Facebook, Instagram, Netflix om ons te verstrooien en binnenkort Amazon als we iets online willen bestellen. Geen van die nieuwe zakenmodellen werden hier uitgevonden. Maar Goossens moet toch beseffen, dat onze sociale zekerheid, die de beste ter wereld is, toch ergens van betaald dient te worden?


De rest

Vandermassen publiceerde "De politisering van biologie". Boudry verwees ernaar. VDM probeert biologie terug te claimen van de ideologen.

VDM vestigde de aandacht op:



Scheltiens klaagt dat Boudry zijn tekst "Hoe links het Vlaams Belang de wind uit de zeilen kan nemen" analyseert zonder dat hij Boudry ooit heeft ontmoet.

"So what dat Boudry jou nog nooit heeft ontmoet? Dat heeft toch niets met je tekst te maken? Die zou toch voor zich moeten spreken? Of is dat ook te formalistisch? Te weinig intentioneel? Ik heb er bij Eva van Hoorne op gereageerd, ik blijf vooral op mijn honger zitten als je het hebt over 'sense of belonging', 'belongingness', wat is het project, nu, zoals ook Ive Marx zo mooi zegt in zijn laatste column zegt, de graafmachines van de welvaartstaat, op stal staan en dat het nu nog enkel schroevendraaierwerk is? Wat is het nieuwe project? Definieer waaruit de 'sense of belonging' moet bestaan. De nieuwe samenhorigheid. Mag hij universalistisch zijn? Ik ben echt en oprecht benieuwd. Grote groet." Jan-Willem Geerinck

Eva Vanhoorne klaagt mee. Daar schreef ik.

"Toen ik het Scheltiens stuk las, vond ik het totaal nietszeggend. Ik scande het opnieuw en vond …. Niets. In die zin was de ‘snijtafel’analyse van Boudry erg scherp. Het zwakste element van Scheltiens is zijn notie ‘sense of belonging’. Als je die belongingness niet expliciteert hou je alleen gebakken lucht over. Dus links: definieer uw project en duid waar uw gevoel van samenhorigheid vandaan dient te komen in dit post-‘Trente Glorieuses’ tijdperk. VB heeft het … de nieuwe religieuzen hebben het, nu links nog. Als het een echt groen ✅ en liberaal project is, zal ik er veel sympathie voor hebben. Scheltiens, Willaert, Maly en wijlen Blommaert wegen helaas niet zwaar genoeg. En Ceulaer is dan weer teveel een janushoofd en bangerik."--JWG

Luc De Coster viel mij bij:

"Juist. Het mag geen sense of belonging zijn in een universele menselijkheid, want dan erkennen we de gemarginaliseerde slachtoffers van patriarchaat, kapitalisme en kolonialisme niet en het mag ook geen belonging zijn in een eigen traditie (als men Westers is) want dan zitten we op het hellend vlak van nationalisme en fascisme. Het is intellectuele armoede."




"... de tijdsfilosofie voor en na Kant kan met een beroemde – door de Franse situationisten gekoesterde – uitspraak van Schopenhauer geïllustreerd worden: Before Kant we were in time; now time is in us. [Vor Kant waren wir in der Zeit, ..."--Verhaal en verbeelding (2007) by Bart Keunen



Hallo Annick Ruyts, Steven Van Ammel ontdekte ik pas kort geleden toen ik mij verdiepte in Johan Velter. Of ontdekte ik Steven toen ik mij in Johan verdiepte? Ik ben het vergeten. Diana van den Broek, als ik ‘romannetjes’ zeg, dan zeg ik dat om twee redenen. Ten eerste, de Bruna edities (de favoriete) zijn toch best klein van formaat, ten tweede, ondanks de zwaarte van Simenons thema’s vind ik zijn boeken van een ongelofelijke licht- en luchtigheid. Je zegt dat velen goed zijn? Ze zijn allemaal goed, ik heb er geen enkele zonder genot gelezen. Ja misschien een, met lange tanden ben ik die begonnen, die ene die zich in Limburg afspeelt. Neeroeteren. Maar dan omdat die ongelofelijk lelijk is uitgegeven. Het bleek weer een meesterwerk, ik zou eraan toevoegen, uiteraard!. Jean Demey, in de eerste versie van uw commentaartje op het feit dat ik de psychologische romannetjes in Nederlandse vertalingen lees, gebruikte u het woord ‘klein’, u vond het blijkbaar toch een beetje klein van mij dat ik dat deed. U was allicht geïnspireerd door het bezwaartje van Diana over mijn gebruik van de term ‘romannetjes.’ Maar goed, u gaf uw commentaartje een update en nu vindt u alleen maar dat ik het Frans geweld aandoe door Simenon in vertaling te lezen, dat moet u mij toch eens uitleggen.

Boven ziet u een foto van mijn collectie, voor de duidelijkheid, ik streef in deze geen volledigheid na, ik ben geen verzamelaar. Ik wil gewoon die andere romannetjes lezen omdat alleen Simenon mij echt verstrooit. Maigret? Nee. Ik vind hem fundamenteel oninteressant.

Voor de liefhebber, in bijlage een bijna volledige lijst van alle titels van die door meneer Demey zo verguisde vertalingen. Mevrouw van den Broek, ziet u hoe klein ze zijn? Toch een verkleinwoordje waard niet? Voor de liefhebber, hier een lijst van wat ik las, minus die acht die ik nog niet las dus, ik had die er beter tussen gezet, maar daar is het nu te laat voor:

De rode ezel (1932), Het huis aan het kanaal (1933), De verloofde van meneer Hire (1933), De man uit Londen (1933), Negerwijk (1935), 45 graden in de schaduw (1936), De meisjes van Concarneau (1936), Voortvluchtig (1936), De moordenaar (1937), Het geval de Muis (1937), De drie misdaden van mijn vrienden (1938), De schipbreukelingen (1938), Eiland van de dorst (1938), Doodlopende weg (1938), De bananentoerist (1938), De man die de treinen voorbij zag gaan (1938), De zusters Lacroix (1938), De burgemeester van Veurne (1939), De schokgolf (1939), Dokter Malempin (1940), Onbekenden in het huis (1940), Donkere regen (1941), De zaak Louis Bert (1941), De vogelvrije (1941), De waarheid over Bébé Donge (1942), De weduwe Couderc (1942), Het rapport van de gendarme (1944), De verdwijning van meneer Monde (1945), Het huis aan de overkant (1945), De man van Oebangi, (1945), Drie kamers op Manhattan (1946), Brief aan mijn rechter (1947), Vlucht uit Oostende (1947), Uitgeput (1947), Het bloedspoor in de sneeuw (1948), Vier fatale dagen (1949), Een nieuweling in de stad (1950), De begrafenis van meneer Bouvet (1950), Groene luiken (1950), (1951), Leven met Anaïs (1951), Tante Jeanne (1951), Schele Marie (1952), De dood van Belle (1952), Antoine en Julie (1953), Stoplicht (1953), De ijzeren trap (1953), De horlogemaker van Everton (1954), De grote Bob (1954), Ongestrafte misdaad (1954), Het zwarte balletje (1955), De medeplichtigen (1956), In geval van nood (1956), De merel in de tuin (1956), De neger (1957), De zoon (1957), Striptease (1958), De premier (1958), Over de scheidslijn (1958), Zondag (1959), De oude dame (1959), De weduwnaar (1959), De teddybeer (1960), Betty (1961), De trein (1961), De anderen (1962), De deur (1962), Klokken van Bicêtre (1963), De blauwe kamer (1964), De man met het hondje (1964), De dood van Auguste (1966), De trein uit Venetië (1965), De kat (1967), De verhuizing (1967), De hand (1968), November (1969), De rijkaard (1970), De glazen kooi (1971), De verdwijning van Odile (1971), De schuldenlozen (1972).

Nog iets, een kleinheidJE. Voor velen is Het bloedspoor in de sneeuw (1948) hun favoriet, maar die vond ik dan net weer een tikkeltje ongeloofwaardig. Dat die man op het einde al die pijnen zou doorstaan uit liefde voor een meisje dat hij bij vrijheid nog als een stuk s***t behandelde, daar kon ik moeilijk in meegaan.



Filip Brusselmans misschien in bestuur KVS? Deze zijn alvast tegen: GAL, Josse De Pauw, Walter Hus, Stijn Coninx, Alain Platel, Jaouad Alloul, Kristien Hemmerechts, Charles Ducal, Roel Dieltiens, Jan Vromman, Hanne Michielsen, Luc Mishalle, Saddie Choua, Walter Zinzen, Warre Borgmans, Peter Vandenbempt, Sara De Bosschere, Noémie Schellens, Lucas Catherine, Dominique Willaert, Justine Maxelon, Dirk Tuypens, Mieke Verdin, Frank Vercruyssen, Katrien Reist, Kobe Baeyens, Ico Maly, Robrecht Vanderbeeken, Tijs Hostyn, Lieve Franssen, Jozef Wouters, Cédric Coomans


De paus ontving David van Reybrouck. Hij had het idee om 200 kunstenaars te ontbieden waaronder Bárbara Gil, Alejandra Gómez Macchia, Brenda Lozano, Leandro Erlich, Raúl Gabriel Pablo Reinoso, Javier Cercas, Cristina Morales, Vicente Amigo, Laurie Anderson, David Van Reybrouck, Paolo Cognetti, Ken Loach, André Rieu, Eric-Emmanuel Schmitt, Anish Kapoor, Amélie Nothomb, Paolo Giordano.

De paus had namelijk wat kunst aangekocht. Het deed mij denken aan die laatste Warmerdam film waarin het ruim van een ruimteschip plots wordt opengemaakt en al die kunst door het luchtledige verzwolgen wordt.


Gisteren bij Aesop Eidesis gaan kopen.

Daarna etalage Panoply:


En bij Leon:

Contents

See also





Unless indicated otherwise, the text in this article is either based on Wikipedia article "Jahsonic/Sandbox archive 67" or another language Wikipedia page thereof used under the terms of the GNU Free Documentation License; or on research by Jahsonic and friends. See Art and Popular Culture's copyright notice.

Personal tools