User:Jahsonic/Sandbox archive 77  

From The Art and Popular Culture Encyclopedia

< User:Jahsonic(Difference between revisions)
Jump to: navigation, search
Revision as of 20:38, 21 March 2024
Jahsonic (Talk | contribs)

← Previous diff
Current revision
Jahsonic (Talk | contribs)

Line 305: Line 305:
Daar geef ik dan punten op. Daar geef ik dan punten op.
- 
- 
- 
- 
- 
<hr> <hr>

Current revision

Related e

Wikipedia
Wiktionary
Shop


Featured:

<< previous next >>

1981. In mijn trieste geboortestad Sint-Niklaas zie ik in klasverband Julien Schoenaerts in een stuk van Samuel Beckett. Ik dacht altijd ‘Wachten op Godot’ maar zeker was ik nooit. Het beginbeeld ken ik nog wel. Julien zit op een troon en is in het wit gekleed. Geen nauw aansluitende kleding. Heel het toneel is zwart. Alleen die witte vlek met dat fel-grijs haar.

Afgelopen woensdag. Op De Meir hangt een affiche met de woorden ‘Alsof gij altijd den enige zijt die afziet’. Ik stop en kijk. Men speelt ‘Waiting for Godot' en twee dagen later koop ik het allerlaatste kaartje want ik wil weten of het om dat schooltoneelstuk gaat.

Zaterdagavond in de Bourla. Twee mannen met een ongezonde relatie van wederzijdse afhankelijkheid en verlatingsangst zitten vast in een goddeloos niemandsland waarin alles zich eeuwig herhaalt en iedereen zich eindeloos verveelt, verwoede pogingen de tijd te doden ten spijt. De ene man heeft een te kleine schoen, de ander een prostaatprobleem.

Maar het stuk uit mijn jeugd in dat trieste Sint-Niklaas is dit niet, want dat ongemakkelijke prostaatplassen zou me heus wel bijgebleven zijn.

Weggegooid:

Was het pijnlijke en ongemakkelijke plasritueel gewoon een voorbeeld van naargeestig modernisme of had Beckett een prostaatprobleem?

Er is een zin waar de woorden athambia, apathie en afasie samen in voorkomen. Slechts heel weinig teksten voldoen aan dit criterium. Alleen ataraxia ontbreekt.

Heeft de boetvaardige dief de betekenis meegenomen eens hij van het kruis genomen was?

Vragen, vragen, zovele vragen. Ik kan u Groundhog Day aanraden.

Koen De Sutter, Tom Dewispelaere, Nico Sturm, Tom Van Dyck spelen er in mee. Altijd maar die herhalingen, die onzekerheid, is dit dan absurdisme?


Dit heeft me wel getroffen: "'Mijn vriend en ik zagen allebei hoe we eigenlijk alleen maar allebei kapotgingen', vertelt Lideweij Bosmans. Ze verliet haar zieke vriend."

Maar ook een filmpje op TikTok van Zizek op een kanaal dat I prefer not do;

Ik moet ook denken aan hoe wij in China Jay en Amy leerden kennen op een boot en hoe hij altijd zei: 'same difference.'

Pramila Patten publiceerde een rapport over 7/10.

Ik zag een maanbol ipv een wereldbol.

Krukje der poëten (2014) is een mooi houten kussentje in Den Botaniek.

Ik ging met school naar het Historium, waar Clara Cleymans duidelijk te oud is voor haar rol, maar kom, het had allemaal wel iets sympathieks.

Daarna ging ik nog naar de Zwarte Panter met werk van Michel Buylen en Kamagurka. De kleinste werkjes van Kamagurka kwamen toch nog op 4500 eur.

Jan van de Beek schrijft: 'Met de roze migratiebril van Hein de Haas is het makkelijk problemen wegwuiven. Nederland kent een actieve immigratielobby met hardliners als Lucassen en Spijkerboer. Het betoog van Hein de Haas is i.h.a. gematigder, maar qua strekking niet veel anders.'


RIP David Bordwell (1947-2024)

David Bordwell (1947-2024) was een Amerikaans filmtheoreticus, historicus en onder andere auteur van Film Art (1979) een handboek waarmee onderwijzers van filmwetenschappen hun leerlingen leren wat film is.

Bordwell wordt geassocieerd met een methodologische benadering die bekend staat als formalisme. Het is een benaming die hij zelf niet gezocht heeft maar die hij heeft gekregen vanwege zijn verzet tegen de hermeunetische en interpretatieve benaderingen die in de mode waren vanaf de late jaren zestig tot het einde van de twintigste eeuw in magazines als Cahier du cinéma in Frankrijk en Screen in het Verenigd Koninkrijk.

Bordwell noemt die aanpak lacherig S.L.A.B-theorie, een acroniem voor Saussure, Lacan, Althusser en Barthes, namen die door zijn grootste rivaal Slavoj Žižek hoog in het vaandel worden gedragen. Niet toevallig lag Žižek met Bordwell meer dan eens in de clinch.

In dit kader is Bordwells Making Meaning (1989) een heerlijk boek omdat het haarfijn alle bouwstenen van de SLAB-interpretaties blootlegt. Hij toont zich daarmee mooi de archeoloog van de hineininterpretierungen van het continentale obscurantisme, ontcijferaar van wensgedachten die proberen ergens een betekenis, interpretatie of verklaring 'in' te vinden die er niet is. Ontmaskeraar van bedrijvers van inlegkunde in plaats van uitlegkundedie niet deductief, noch inductief, maar abductief is.

En hoezeer ik ook van de continentale filosofie hou, moet ik toch bekennen dat ik ze eerder als een fictie dan als een theorie lees. Werkelijke filosofie vind je eerder in de Angelsaksische analytische school.

In 1996 schreef Bordwell een stuk in Post-Theory over conventies in cinema dat zogezegd zwaar door Žižek op de korrel werd genomen maar ook niet echt. Trouw aan de continentale traditie werd meer geïnsinueerd dan geëxpliciteerd. In 2007 schreef Bordwell daar een mooi postscript bij dat naar een van mijn favoriete politieke boeken verwees: A Darwinian Left (1999), nog te weinig op links gelezen.

Ik moet nu onvermijdelijk denken aan de orchideeën van Rorty. Rorty voelde zich als jongen schuldig omdat hij zich wel bewust was dat zijn interesse voor orchideeën de wereld niet zou verbeteren, wat hij graag wilde. Maar later besefte hij dat je tegelijkertijd de wereld kan willen verbeteren en tevens een nergens toe dienende interesse in de schoonheid van orchideeën kan koesteren.

Nu is het eigenaardige dat Bordwell zeker geen orchidee is. Hij is nuttig maar oninteressant. De orchidee in kwestie is Žižek met al zijn intrigerende citaten gebaseerd om de nonsenstheorieën die Bordwell SLAB noemt.

In die zin representeert het onderscheid tussen Bordwell en Žižek het onderscheid tussen analytische filosofie en continentale.

De analytische, daar kan je iets mee, maar wil je je met de filosofie amuseren, wil je erbij wegdromen, dan kies je voor de continentale. Voor het dromen lees ik Deleuze die zinnen schreef als 'vliegende anussen, versnellende vagina's, er is geen castratie.'

Het is jammer voor Bordwell maar je zou hem evengoed -- in weerwil van zijn scherpe analyses en terechte kritiek op SLAB -- Boredwell kunnen noemen, met een 'e' teveel tussen de 'r' en de 'd'. Binnen vijftig jaar weet niemand nog wie hij was, maar tegen dan zal Žižek niet vergeten zijn. Mocht je daaraan twijfelen, kijk dan even naar The Pervert's Guide to Cinema (2006)

Toegegeven, alleen al de openingspassage staat vol patente nonsens:

'Ons probleem is niet: Worden onze verlangens bevredigd of niet? Het probleem is: Hoe weten we wat we verlangen? Er is niets spontaans, niets natuurlijks aan menselijke verlangens. Onze verlangens zijn kunstmatig. We moeten leren verlangen. Cinema is de ultieme perverse kunst. Het geeft je niet wat je verlangt, het vertelt je hoe je moet verlangen.'

Toch verkies ik elke dag Žižek boven de bloedeloze filmanalyses van Bordwell.

Desalniettemin, rust zacht David.

Ik vergat het woord onttovenaar te gebruiken. Ok démystificateur had gekund.



Op woe 27 maart 14 uur bij Raf Lemmens voor tand 16. En mijn voeten moet ik misschien ook nog eens laten doen. En ook de osteopaat moet ik langs. Eric. Doktersafspraken.

Nathalie noemt mij vertroetelend schetenkop omdat ik zoveel scheten laat. Ik denk even dat ze een woord heeft bedacht dat Google nog niet kent maar het komt al voor in Het vuur, de vertaling van Barbusses roman Le Feu.

De docu over Depardieu was walgelijk. Hoeveel scheten liet die niet?

Veel David Bordwell gelezen, wat zijn boek Making Meaning zo degelijk maakt is hoe haarfijn alle bouwstenen van de Cahiers-hineininterpretierung blootlegt. Hij toont zich daar mooi de archeoloog van het continentale obscurantisme.

"... Searle doelt, wat ik me nauwelijks kan voorstellen. Searle? Die heeft ooit beweerd dat Foucault Derrida's werkwijze als 'obscurantisme terroriste' bestempelde, maar dat lijkt me onwaarschijnlijk of uit het verband gerukt. O ja? Dat kunt ..."

--Hoe een manisch-depressieve tiener in de zomer van 1969 de Rote Armee Fraktion bedacht (2016) Frank Witzel



Een zwart meisje vraagt me 'But are you a racist?' en ik antwoord nee. Maar Fara zegt dat woke mensen net zouden zeggen dat ze dat wel zijn. Omdat iedereen racist is en niemand kleurenblind.

Dat zegt Fara tegen mij op het moment dat we langs het Carillon du Mont des Arts op weg zijn naar Histoire de ne pas rire. Le Surréalisme en Belgique. We lopen bergop.

Emma-Lee Amponsah citeert met goedkeurend oog Abolish the family van Sophie Lewis om de moeder van Sanda Dia's verzoek tot het allemaal te laten rusten, te negeren. Het doet me denken aan het interview dat ik ooit zag met Chinese mensen die getuigden dat ze hun eigen moeder hadden aangegeven omdat ze contrarevolutionair zou geweest zijn. Die man heette Zhang Hongbing. Zijn moeder werd geëxecuteerd. Het doet me op zijn beurt denken aan het boek En toen moest ik mijn broer doodbijten (2007). In een revolutie moet men alle banden afzweren die de revolutie in de weg staan en de hechtste zijn familiebanden, bloed. De revolutie verslindt haar eigen kinderen.

Assita Kanko diende Amponsah van antwoord maar heeft het alleen over de woke didactuur. Een zekere Tijs Synaeve fungeerde als nuttige idioot.

Ik lees dat België hulpgoederen gaat droppen boven Gaza. In de caption staat "halalmaaltijden", het beeld: een vorige dropping door een Amerikaanse C-130. Het is uiteraard niet voldoende om gewoon "maaltijden" te zeggen, dat die maaltijden "halal" zijn, moet daar echt bij verteld worden. Dat is essentieel.


RIP Paolo Taviani (1931 – 2024)

Gisteravond keek ik op Canvas naar Padre Padrone (1977). Deze trage en surreële Italiaanse kunstfilm is typerend voor het door de overheid gesubsidieerde cinematografische modernisme van de jaren 70, met zijn nadruk op vervreemding, smerigheid en eenzaamheid.

Hoewel niet zonder verdienste is de film een onaangename kijkervaring. Enkele van de hoogtepunten zijn pratende schapen, aanzwellende muziek, tekst op het scherm, jongens die dieren molesteren en vreemde geluidseffecten.

Voor een vergelijkbaar maar leuker portret van de Italiaanse landelijke achterlijkheid, kijk je naar Christ Stopped at Eboli (1979).

De woorden hierboven schreef ik in 2006.

Eergisteren stierf Paolo Taviani.

Dus vanochtend keek ik opnieuw naar die film. In fast forward toen ik na een veel te korte nacht waarin ik over jihadisme geschreven had, onrustig wakker werd. Padre padrone is een naargeestige film over kindermisbruik en iedereen die hem zag zal zich de oorvijgscène herinneren.

De film begint met een zesjarige jongetje dat door zijn tirannieke vader van school gehaald wordt die hem naar de bergen brengt waar hij moederziel alleen schapen moet hoeden. Hij krijgt de hele tijd straf van zijn vader, een echte sadist. Soms doet de vader alsof hij gaat slaan, heft plots zijn hand op maar in plaats van te slaan neemt hij zijn pet af en krabt zich aan het kale hoofd. De jongen krimpt dan altijd in angst weg.

Als hij eindelijk weet te vluchten komt hij na enkele jaren terug en hij ontmoet zijn vader in de hoofdstraat van hun dorp. Vader nadert zonder iets te zeggen, komt vlak voor zijn zoon staan en -- nog steeds zwijgend -- heft hij plots zijn hand. De zoon rukt zijn hoofd opzij, zelfs als volwassen man denkt hij dat hij man nog slaag gaat krijgen. De vader neemt zijn pet af, krabt zijn hoofd en geeft zijn zoon een smalende glimlach. Hij loopt verder zonder iets tegen zijn zoon te zeggen.

Dit soort nare cinema trof je niet in de Verenigde Staten aan. Het grote verschil tussen Europese en Amerikaanse naoorlogse cinema zijn de subsidies. Europese cinema werd gesubsidieerd door de overheid. Een committee van wijzen besliste wie waarover een film mocht maken. Resultaat: zware thema's, ernst en artistiek verantwoorde gewichtigheid. Amerikaanse films werden gemaakt om geld te verdienen. Ze waren luchtig, leuk en vederlicht; als je films als Eraserhead (1977) van David Lynch niet meetelde toch.

Rust zacht Paolo.


Histoire de ne pas rire. Le Surréalisme en Belgique met Fara gaan zien. Is hoofdzakelijk een Magritte tentoonstelling. Wij mochten maar om vier uur binnen maar glipten er even over tweeën al in. Op de affiche staat een giraffe in een glas. Het werk heet Het kristallen bad (1946) en het is van Magritte. Een minder werk. Ik moest heel hard lachen met The Ellipsis (1948) van Magritte en ook voor The Enigma of Desire, My Mother, My Mother, My Mother, de enige Dali stond ik vol bewondering. Blij dat ik wat Max Ernst in het echt mocht zien. Het werk van Armand Simon deed mij dan weer aan Hans Bellmer denken.

Wat vond ik Mariën weer ergerlijk. Even ergerlijk als Broodthaers.

Ik laat mij met Fara fotograferen voor De verkrachting. Wij wilden eerste een selfie maar een kandidaatfotograaf bood zich aan.

Als ik deze woorden schrijf denk ik aan een sticker die ik zag in de Lange Kievitstraat, zo'n stickertje waar verkeerspalen in de stad mee vol plakken. Daar stond op een zwarte tekening op een witte achtergrond van een soort Sint Joris met vleugels die een soort van draak met een speer doorspiest. Misschien is het George niet maar vanwege zijn vleugels Lucifer, de gevallen engel. Boven staat "Fils de pute", onder "Porko Gang", telkens in hoofdletters. "Fils de pute" wil hoerenjong zeggen. Als je dat dan googelt vind je een zwarte man met baard die zijn lippen stift en heel populair blijkt te zijn.

Het was dezelfde middag dat ik met Lectr, de hond van N. aan de Starbucks aan het station aan het wachten was. In de Pelikaanstraat 2A zitten Eden Diamonds en Saria & Co Diamonds en het gebouw is nog 19de-eeuws lijkt het. Het is een anachronisme tussen al die wannabe-wolkenkrabbers van de Keyserlei.

In hetzelfde weekend stuurt Dominique mij De marteldood van Erasmus van een onbekende meester in het Mayer museum. De darmen van de onfortuinlijke heilige worden met een katrol uit zijn buik gehesen.


Ik sliep slecht nadat ik de tekst hieronder op fb had gezet. Niet alleen dat voetballen met dat Servische hoofd, maar ook de defenestraties van gays in IS. Ik zag er dus twee vallen, of was het dezelfde vanuit twee verschillende camerastandpunten?, net tot aan de val zelf.

Ook het feit dat ik niet kon weerstaan aan de drang om er iets over te plaatsen, irriteerde me, met vrienden Han en Dominique die er zeker niet naar zullen kijken. Had ik meer de lof over de kwaliteit van de documentaire moeten bezingen, het feit dat er geen enkel boek zoveel informatie uit zoveel verschillende bronnen gaf? Zoveel geïnterviewden uit zoveel landen? Dat de islamisten de onthoofding weer helemaal op de kaart gezet hadden?

Dus ik werd vroeg wakker en ik dacht na over de Tavianis, de laatste broer stierf en er zit een oorvijgscène in Padre Padrone die mij blijkbaar altijd bijblijven zal. Ik keek naar de film op YouTube.



Ik haalde dit zinnetje:

Je moet mij eens uitleggen hoe je zonder haat of slechte gevoelens met het hoofd van een medemens kan voetballen. En leg mij dan ook meteen uit welke god er zich toe zou lenen het in zijn naam te doen.

uit de tekst hieronder die ik in de nacht van 2 op 3 maart op fb publiceerde:

Ik zie in de krant een aankondiging voor het programma ‘Jihad Jane’, ga online, zoek het vergeefs maar vind iets anders: ‘Djihad sur l'Europe’, een driedelige documentaire over het Europese jihadisme die Arte vorig jaar uitbracht en nu op de VRT uitgezonden wordt.

De afleveringen staan blijkbaar al een tijdje online maar de kranten en de sociale media zwegen erover.

Dat zal achteraf gezien raar blijken want ik begin te kijken en in de eerste aflevering is het al raak. Bij minuut vijfentwintig zie je hoe Bosnische moslimstrijders in 1993 met het afgehakte hoofd van een Servische soldaat voetballen.

U leest het goed. Een partijtje voetballen met een afgehakt hoofd, werktuigelijk denk ik aan de vreselijke gebeurtenissen in Srebrenica van drie jaar later.

Is de video echt? Ja hij is echt. Hij werd niet clandestien opgenomen maar maakte integendeel deel uit van de fijn uitgekiende en bijzonder wrede propagandaoorlog die de jihadisten sinds de Afghaanse oorlog voerden.

De ondertitels zijn bijna even gruwelijk als de video zelf:

‘De mujahideen speelden voetbal met de legerbroeders. Het was een spel vol liefde en vriendschap in de naam van Allah, zonder haat of slechte gevoelens.’

Ik had nog nooit van die voetbalwedstrijd gehoord en ook in de literatuur zijn de verwijzingen ernaar uiterst zeldzaam.

Djihad sur l'Europe’ is even sterk als ‘The power of nightmares’ (2004) van de altijd inzichtelijke Adam Curtis.

Een ander fragment waar ik veel uit heb geleerd, is een televisie-interview met een aantal extremistische imams in een Brits entertainmentprogramma. Omar Bakri was een van hen, hij werd voorgesteld als iemand die de aanslagen op de Amerikaanse ambassades in Nairobi en Dar es Salaam toejuichte en iemand die Osama Bin Laden bewonderde. Abu Hamza zat er ook bij en die mocht zeggen dat hij geen ene moer om de Engelse wetten gaf, de enige wet die hij gehoorzaamde was uiteraard de islamitische wet.

Het programma had ook een gematigde moslim uitgenodigd. De host vraagt aan die gematigde moslim wat hij van de meningen van de extremisten vindt. Die antwoordt: ‘de moslims die jullie altijd kiezen op deze programma's zijn altijd van de 'fanatieke vleugel (lunatic fringe) van de moslimhervormers. Met hun dwaze, lukrake en pathetische uitspraken doen ze het imago van de islam meer kwaad dan de vijanden van de islam.’

Je zou haast denken dat het de Westerse sensatiezucht zélf is die voor de verspreiding van deze radicale ideeën gezorgd heeft. Maar hij heeft gelijk, in die tijd -- we spreken de jaren ’90 -- vonden we de extreme variant van de islam een rare ideologie maar we beschouwden ze niet als een bedreiging voor onze samenleving.

Tot 9/11 kwam.

Toen werd alles anders. Maar daarvoor? In de periode ervoor mocht ook onze plaatselijke extremist Fouad Belkacem tijdens een persconferentie in haast vlekkeloos Frans op nationale televisie zeggen dat hij geen enkel legitimiteit zag in onze democratie, ons systeem en onze waarden. Dat het Atomium een afgod was die tot niets zou dienen eens België een islamitisch land zou zijn. Niet toevallig siert Fouad de cover van deze Franse documentaire.

Zoals ik zei, niemand heeft het over deze documentaire gehad, niet in de kranten, niet op sociale media. In november 2020 had Johan Leman het over Hugo Micheron, de mede-auteur van de docu, naar aanleiding van de moord óp en onthoofding voor de schoolpoorten ván de Franse leerkracht Samuel Paty.

Toen werd Leman beschuldigd van Vlaams Belang-praat. Als je iemand daar niet van kan verdenken, is het Leman wel. Zou het omwille van dit soort beschuldigingen zijn dat niemand over deze docu spreekt? Of heeft de huidige oorlog in het Midden-Oosten ermee te maken?


Wij gaan een paar dagen naar Frankrijk: Forêt de Saint-Gobain, Berck, Amiens, Abbeville, Ault,


RIP Brian Stableford (1948 – 2024)

Dat ik een zwak voor sciencefiction heb weten mijn collega doodgravers maar al te goed. Dat Brian Stableford niet een van de zovele doden is, en dat zijn plotse aanwezigheid hier in Dodenstad mijn aandacht opeiste, is voor hen geen verrassing.

Stableford was een Brits academicus, criticus en sciencefictionauteur met meer dan zeventig romans op zijn naam. Voor mij is hij vooral de man die heel wat teksten van steampunk-icoon Albert Robida en andere 19de-eeuwse Franse schrijvers binnen het speculatieve idioom vertaalde. Robida schreef een belangrijk hoofdstuk in de geschiedenis van de toekomst, Stablefords vertalingen hielden dat hoofdstuk in leven.

Rust zacht Brian.


RIP Benoît van Innis (1960 - 2024)

Als doodgraver heb ik zo mijn kleine pleziertjes.

Soms neem ik eigenhandig de bijtel ter hand en kap een opschrift in een grafsteen.

Ik deed dat met die van de Belgische illustrator Benoît van Innis die niet minder dan 35 bijdragen mocht leveren aan The New Yorker. Niet minder dan 35. Maar ook niet meer.

Dat hij nooit is doorgebroken als echte 'artiest' is hem altijd dwars blijven zitten. Geen nood, hier wordt hij in eer hersteld. Hij krijgt een mooier plekje dan veel 'echte' artiesten: op dat heuveltje, net een beetje hoger, lommerrijk omgeven door treurberken, waar ook Paul Ibou ligt.

Op zijn steen kap ik:

'Ik struikel wankel door de harde vaste eeuwigheid.' van Federico García Lorca. Benoit hield daarvan.

Ik moet aan Roland Topor denken als ik Benoit zie.

Er is een promofilmpje voor een coronatentoonstelling die Benoit hield in Mechelen met tekeningen die hij dagelijks maakte in die surreële periode.

Op de achtergrond leest Ann Meskens mooie woorden uit Mijn laatste snik (1982) van Luis Buñuel.

Ann leest mooi voor. Ook de tekst doet mij aan Topor denken, aan Mémoires d'un vieux con (1975).

Iedereen hield van Benoit.

Rust zacht Benoit.



De grap die ik in LPQ vaak maak gaat zo:

-'Moet ik dat brood snijden voor u?'

-'Zo min mogelijk, dank u.'

-'Helemaal niet dus?'

-'Inderdaad'.

Vandaag ben ik weer de oude. Ik grijp terug naar successen in het onderwijs. Uit noodzaak. Ik heb zo'n oefening gegeven waarbij ik veertig woorden in het langste en moeilijkste Knack artikel dat ik kan vinden onderlijn. Ik verzin daar dan veertig synoniemen of beschrijvingen voor en de leerlingen moeten die dan bij elkaar passen. Ik gebruikte een boekbespreking van Marnix Verplancke over vrouwelijke middeleeuwse schrijvers of zoiets. Een tekst waar wulps, masturbatie en orgasme in komt. Bij mij wordt dat geil, zelfbevrediging en hoogtepunt.

De tekst was getiteld "Meer dan koken en borduren" en de aanleiding was een boek van Janina Ramirez.

Toen ik DM en DS gelezen had, ging ik de stad in weer maar eens op zoek naar een verloren sjaal. Mijn vorige verlies was die groen kasjmier. Nu was het een beige linnen met een rode streep. Kwijt.

Wat las ik in de krant? Een stuk over necropolitiek, hoe elke gesneuvelde Israëlische soldaat in aanmerking komt voor zaadextractie. En hoe er t-shirten zouden bestaan gedragen door Israëlische soldaten die een zwangere Palestijnse vrouw toon die neergeschoten wordt. Onderschrift: "one shot, two down". Een andere journalist in DM, Geert Zagers, heeft het over het vele kotsen in hedendaagse cinema, onlangs nog de protagonist van The Zone of Interest die plots een nazitraphal onderkotst. En daarvoor Triangle of Sadness, die ik nog steeds niet zag. Hij heeft het ook over de website emetophobia warnings, waarschijnlijk haalde hij daar al zijn inspiratie. Ene Lieven D'Hooghe schreef een heel slim stuk over Nathan Vandergunst. Voorts gebruikt Anton Jäger in zijn prima stuk over BDW het woord weifelmoedig. Voorts lees ik over het collectief Art Not Genocide Alliance (ANGA) dat Israel wil beletten deel te nemen aan de Venice Biennale van dit jaar die opent op 20 april. We zullen zien. Het doet denken aan de Indonesische inzending in Kassel van 2022.

Trouwens, in de bib gisteren, toen ik Verboden beelden uitleende schreef een journalist over de vermeende oorzakelijke relatie tussen cannabisgebruik en schizofrenie. Bullshit natuurlijk, wel is het zo dat mensen die gevoelig zijn psychoses te krijgen, afgeraden wordt cannabis te gebruiken.

Ondertussen ben ik bij Alta Via.

Ook bij Alta Via ging ik langs want ik was kwijt waar die mooie bomen in Wales staan. De eigenaar vertelde mij dat die op het einde van de wandeling Offa's Dyke stonden. Solitaire bomen.

Bij Isan Thai, waar het qua sfeer steeds mistroostiger wordt, spreek ik voor het eerst met die zwarte man die kapper blijkt te zijn. Hij heet Labi (c. 1985). Naast hem zit Pieter wiens haar hij net knipte. Komt een jonge vrouw binnen, de dochter van Pascale Masselis, juwelenontwerper. Zij smeden ook goud. Ik geef haar mijn kaartje met mijn logo op. Ik ga daar eens langsgaan.

Voorts liep ik nog voorbij een aantal jongeren die zich luidop afvroegen: 'Moeten we Natalia nu cancelen?' To cancel or not to cancel. De aanleiding: het programma Back to reality.


Het was vanochtend een moeizame dag. Ik had een aanval van een soort paranoia. Grote onrust. Des middags ging het veel beter en ik gaf een toples in de beroepsklas die ik heb. Daar kwamen drie jongens bij zitten om te observeren. Een snuffelstage, ene heb ik op een bepaald moment buitengezet maar hij kwam vijf minuten later rappend terug de klas binnen. Dat was wel grappig, wij konden er allemaal mee lachen en ik vertelde achteraf tegen die Marokkaanse jongen en zijn zwarte vriend dat het Vlaams Belang het Nederlands graag ziet als een zangtaal en dat het net de Marokkaanse rappers zijn die die taal als zangtaal terug in ere hebben hersteld.

Ik vertelde hen dat ik van De Jeugd van tegenwoordig hield en vooral van hun nummer "deze neger komt zo hard" en dat dat in print altijd "deze donkere jongen komt zo hard" wordt.

In een andere klas begin ik weer dat hoofdstuk over theater maar ik vind het maar niets. Hoe leidt ik dat in denk ik dan, hoe sluit het aan bij mijn oebroe theorie? Bestond theater voor taal of kwam taal eerst? Eerst het woord of eerst uitbeelden hoe men vocht tegen een beer?


Bad bad Belgium


Van Dominique kreeg ik Het mysterie van de verdwenen ridderromans (2024).


Ik mocht drie uur lesgeven aan de vijfdes en zesdes en ik doe dan altijd hetzelfde.

De titel van de les is The alphabet. Ik geef die al op zijn minst sinds 2019

Waar dat woord vandaan komt? Alfa. Beta.

Het alfabet is een manier om klanken in beelden om te zetten. Je kan dat ook op een andere manier doen. Ideografisch. Zoals hiëroglyfen of het Chinees. Dan moet je vierduizend karakters kennen om een krant te lezen.

Als er Zuid-Amerikanen in de klas zitten vertel ik over die hun verwondering toen ze erachter kwamen dat hun kolonisatoren konden schrijven. Een bericht op papier konden zetten, dat transporteren en dat honderd kilometer door iemand anders laten lezen.

Maar daar gaat het niet over. Het gaat erover dat letters klanken nabootsen. En dat in de Engelse taal twee klanken bestaan die niet in het Nederlands bestaan; op dat moment staat ook het alfabet op het bord geschreven en de leerlingen staren zich blind op dat alfabet; ze kunnen niet meer in klanken denken.

Ik laat ze van dat alfabet ook de explosieven selecteren en de fricatieven, juist, frictie is wrijving. En dan van elks, de p, de b, de stemloze en de stemhebbende variant. S en z. Ze voelen daarbij aan hun stembanden ter hoogte van hun adamsappel. Wat is er nodig om klank te maken? Lippen? Mond? Tanden? Tong? Over tong gesproken, de Spanjaarden noemen de taal una lengua, dat betekent zowel tong als taal. En de Engelsen spreken over de mother tongue, de moedertaal.

Nee een conditie sine qua non voor klank is lucht. Als ik een mes pak en ik doorboor een van je longen dan kan je geen enkel geluid meer maken. Je wil schreeuwen maar je kan niet meer. Je hebt er geen lucht voor.

De Engelse r, is net zoals de Chinese r of de Hollandse r ook een letter die niet in het Vlaams bestaat. Wij gebruiken de tongpunt ‘r’.

De kjoe? Dat is geen letter. De x? Dat is geen letter.

Nee, het is de ‘th’ van there en the en de ‘th’ van thank you en teeth. Een van die twee klanken bestaat dus wel in het Spaans maar niet in het Nederlands, de ‘th’ van cerveza.

Ik laat hen dan echt hun tong tussen hun tanden steken en een voor een ‘there’ zeggen en klassikaal dat rare stemhebbende geluid maken met hun tong tussen de tanden. En ook het stemloze gesis van een slang met de tong tussen de tanden. Die van thank you, ja.

Dan laat ik hen hun naam spellen.

Hi, my name is Jan-Willem Geerinck, let me spell that for you, JAN…, I would like to order some fish and chips please, thank you.

Waarom fish and chips? Omdat de Antwerpenaren de I niet kunnen uitspreken, ze maken van vis vies en van vies viiieees.

Daar geef ik dan punten op.


Ik had zo'n vormingdag over hoe je kan lesgeven. De initiatiefnemers baseerden zich op Teach Like a Champion.

Op het einde moest ik nog een woordje placeren, een check out noemden zij het en ik moest denken aan toen ik na zes maand China terug wilde pinnen om geld af te halen en mij echt mijn code niet meer kon herinneren. Tot ik op een dag toevallig langs een bankautomaat liep en die pincode zomaar in mijn hoofd gesprongen kwam. Daarmee wilde ik zeggen dat zelfs als je lang niet meer lesgegeven hebt, de technieken die je jezelf aanleerde je vanzelf weer te binnen zullen schieten.


Ik las Bergelon, het verhaal is zoals Mr. Monde. Man is het allemaal beu, trekt weg op avontuur, maar keert uiteindelijk terug naar de saaiheid van zijn bestaan. Anders dan bij De man die de treinen voorbij zag gaan loopt het allemaal goed af.

Ik vind er een van enige verwijzingen naar cocaïne in het werk van Simenon.

'Hij was toen een klein jongetje dat last van kiespijn had. Ze hadden hem een tabletje gegeven waar een uiterst kleine dosis cocaïne ingezeten had. [...] deze herinnering [was] de gelukkigste van zijn leven geweest.'

Tijdens zijn buitenechtelijke relatie is de seks niet naar zijn zin:

'Toch bedreef zij de liefde niet op een manier die hij kon waarderen. Ze deed het te onstuimig, te gecompliceerd, te gekunsteld.', en verder, 'eigenaardig als je zag wat voor schunnigheden zo'n ogenschijnlijk keurig vrouwtje als Edna, die toch al een grote zoon had, uit kon halen als je met haar alleen was. Het benam Bergelon soms bijna alle lust. En dan voorzag ze haar handelingen ook nog van het nodige, gepeperde commentaar!'

Hij speculeert dat zijn vrouw het helemaal niet erg zal vinden dat hij haar en de kinderen heeft verlaten, hij zal hen immers geld opsturen, en, zegt hij, zij zal zich zelfs 'wat beter in haar element voelen met wat tegenspoed.'

In Antwerpen gaat hij alleen eten en hij voert elk gebaar met een overdreven ernst uit, hoewel hij weet dat 'wat hij deed noch met het verleden, noch met de toekomst iets te maken had.'

Er valt de term 'verschuiving in de tijd', maar ik weet niet meer waar.

Op dezelfde pagina's waar ik deze notities neem, schrijf ik dat ik me vannacht naast haar heb afgerukt, de datum was 17/2/24. Ik schrijf ook, 'dat doelloze zwerven, ik heb dat als kind ook gehad, net als Bergelon,' en ik word blijkbaar paranoia dat zij mij niet minnen wil, nog meer omdat ik wat stros tot mij genomen heb en omdat zij heel blij is dat een vriendin op het punt staat na jaren en jaren onthouding het nog eens te doen. Het, ja. Het, zonder kwalificatie wil zeggen seks.

Op pagina 153 wordt er weer eens gedronken, veel gedronken, zonder dat het de geest vertroebelt. Onze held blijft helder.

Er wordt gewag gemaakt van baklappen, dat zijn biefstukken.



RIP Alexei Navalny (1976-2024)

Alexei Navalny verscheen op mijn radar in 2021, ik denk toen bekend raakte dat hij via zijn onderbroek met zenuwgas vergiftigd werd.

Hij stief een paar dagen geleden in een van de strafkampen van Putin. Die had hem opgesloten omdat hij een politieke concurrent van hem was en dus een dissident.

De Sovjetunie heeft wel wat ervaring met dissidenten en er is ook een tijd geweest dat politieke dissidenten gek werden verklaard alvorens voorgoed opgesloten te worden.

Er bestond in die tijd zelfs een 'Handboek Psychiatrie voor Dissidenten' (1974) waarvan de eerste zin luidde:

'Het is algemeen bekend dat in de Sovjet-Unie tegenwoordig grote aantallen andersdenkenden ontoerekeningsvatbaar worden verklaard.'

In de Sovjetunie konden mensen lange tijd zonder enig proces -- of na een schijnproces -- opgesloten worden 'without the right to correspondence', 'zonder het recht op briefwisseling'. Dat was een eufemisme voor een terdoodveroordeling, misschien onmiddellijk, misschien uitgesteld, na een werkstraf die de laatste levenssappen in arbeid omzetten. Hier in het westen hebben we dat niet meer gekend sinds het ancien régime en hun lettres de cachet, brieven van de koning die iemand zonder pardon achter de tralies konden doen verdwijnen. In Rusland kan het vandaag nog altijd.

Er is een Oostblok-mop over zo'n politiek dissident die ik hoorde van Slavoj Žižek en die gaat zo:

Een man wordt opgesloten in een strafkamp in Siberië en omdat hij weet dat zijn brieven door de gevangenisdirectie zullen gecensureerd worden, spreekt hij met zijn vrienden de volgende code af: alles wat ik in blauwe inkt schrijf is eerlijk en waar; alles wat in rode inkt wordt geschreven is vals en alleen bedoeld om de waarheid langs de censuur te krijgen. Er gaat een maand voorbij en de vrienden van de man ontvangen een brief geschreven in blauwe inkt: 'Alles is geweldig hier. Winkels liggen vol met lekker eten. Bioscopen vertonen goede films uit het Westen. De appartementen zijn groot en luxueus. Het enige wat je niet kunt kopen is rode inkt.'

Mocht Navalny ooit aan de macht gekomen zijn, durf ik te betwijfelen of dat het lot van de Russen ten goede zou gekomen zijn. In 2009 vergelijkt Navalny op zijn blog moslims met kakkerlakken en zegt hij dat je best altijd een vuurwapen bij de hand hebt om je ertegen te verdedigen. Bovendien schrijft hij dat gays best hun gay pride kunnen vieren in een afgesloten stadion.

Desalniettemin moet ik Navalny weldegelijk om zijn idealisme en moed prijzen: dat hij na zijn vergiftiging terugkeerde naar Rusland was tegelijkertijd een heldendaad en een vergissing die hem smartelijk zijn leven kostte.

Dus rust zacht Alexei.


Vandaag gesprek met mijn directeur over mijn functioneren op mijn nieuwe school en over dat akkefietje in De Studio. Ik: 'ik vind het vernederend een doktersbriefje te moeten afgeven, ik (denkend) 'wilt ge liever een burnouter, ik ben nog nooit ziek geweest, ik ben geen faker. Ik, niet gezegd, ik haat computers om les te geven ik wil niet digitaal lesgeven. Ik vind het heel moeilijk beoordeeld te worden. Ik ben arrogant, ik weet het, mijn gezondheid is mij heel dierbaar. Ik heb problemen met tanden, polsen, prostaat, schouder, ik heb wel een operatie aan mijn sinussen verijdeld door nog snel even een dokter op te zoeken. Mijn directeur bleek mij welgezind, ze was ook een leerkracht zoals ik er een was. Ik bestoef mezelf nog even over hoe ik lesgeef, hoe ik leerlingen wil binnensleuren in mijn systeem, hoe ik verhalen vertel over hoe mijn overgrootvaders taal uitvonden, wiskunde uitvonden, wat het eerste woord was. Ik die geen datums bij kan houden, die dysdatum heeft.


In het Muhka loop ik Jim Shaw tegen het lijf tijdens diens opening van The Ties That Bind en ik vertel hem over mijn pitch bij 20th century Fox over mijn oorlogsfilm waarin een gebodybuild homobataljon Donbass bevrijdt. Gayropa is de titel.


Vandaag naar Jim Shaw en daarna naar mijn moeder.

Jim Shaw kan tekenen. Ik had niet zoveel verwacht van de mix tussen hoge en lage cultuur. Het eerst wat is zag was een heel fijn met potlood getekend kuikentje. Potloodtekeningen net zoals Dennis Tyfus die tegenwoordig maakt. Ik vergiste me. Ook de titels van de werken spraken tot de verbeelding. Bijvoorbeeld "Nebuchadnezzar in Abu Gharib" en een "Man Machine", een mengeling van twee mannen en het mechanisme van een vuurwapen. En dan "The Whore of Babylon", een wezen met de romp en het hoofd van een hamburger waar poten en armen uit tevoorschijn komen.

Dan de haren van Trump, fel overdreven. Een obsessie met haar in het algemeen. En een werk van een prijk die uitmondt in twee mensen met een wollen trui. Het een gaat naadloos in het ander over.

Die ladder van Hugo Duchateau in de lift an het Muhka zoek ik voor het eerst op.

Toen ik daar zo naast haar zat (ik was een paar weken niet geweest omdat ze weerom gezegd had dat ik verdikt was) en me verveelde, vertelde ik haar dat ik op het spoor gekomen was van een rechtszaak waar haar adoptieouders Jozef Smet en Madeleine Van De Leur in verwikkeld waren. Ik googelde opnieuw op Smet, Vandeleur en Wegvoeringstraat en ik vond de akte uit het staatsblad waar haar adoptie wordt bekrachtigd.

Blijkt mijn moeder een adoptiekind van de buurvrouw te zijn. Over de vader is niets bekend maar iedereen gaat ervan uit dat het een jood is. Hoewel het dus ook een nazi zou kunnen zijn.

Freud moet je lezen als fictie. Net zoals je Deleuze en Guattari moet lezen als prose poetry.


Wij boekten voor Valentijn twee nachten in Hotel St. Pol (van Robin Schluter) in Knokke Zoute, dat degelijk hotelletje met het excellente ontbijt.

De eerste avond wandelden wij naar de zee en wij kwamen in de tuin terecht van wat de duurste appartementen van Knokke moeten zijn, die die op het terrein van het vroegere Knokke Zoute zwembad stonden. Misschien vier a zes miljoen euro. Een schitterend uitzicht op de tuin en op de zee. Vlakbij Surfers Paradise. Wij aten gewoon in McDonald's .

De dag erop, al die kitsch-galerijen aan de Zoute kant met bijvoorbeeld die supermottige auto's van Antoine Dufilho. De enige goede kunst is die van Berko. En dan Le Dragon de Knokke ontdekt, dat Barbapapa huis. Wij keken naar de aflevering 'Hormonen' van F.C. De Kampioenen met de onvolprezen Pico en ik moest bij de romantische scene een traan verpinken. Mijn lief was verwonderd. Toch niet bij De Kampioenen? vroeg ze. Tja, ik ben nu eenmaal zeer gevoelig voor tranentrekkers. Wij kregen wat onenigheid omwille van gemiste kansen tot minnekozen.


Van 'zeeroversmagazijn' tot Gayropa.

In De Morgen word ik getroffen door het woord ‘zeeroversmagazijn’. Het British Museum in Londen zou een zeeroversmagazijn zijn. Het woord vindt zijn oorsprong bij W. F. Hermans in zijn stuk ‘Monoloog van een anglofoob” dat in ‘Het sadistisch universum’ (1964) verzameld is.

Thuis haal ik die magistrale verzameling esseejs van Hermans uit de kast.

Inderdaad, er staat:

‘Het Brits Museum is, dat merk je zodra je binnenkomt, geen museum, maar een zeeroversmagazijn. Honderden sarcofagen, stenen van Rosette, parthenons, mummies, boedda's, oorlogstooien uit Polynesië en wat er nog meer mag zijn, de graaierige Britten hebben het er niet neergezet omdat ze het mooi vonden, maar om het kwijt te wezen, omdat ze al die dingen nu eenmaal konden gappen of kopen voor een prikje en dat is het enige waar ze nooit te lui voor zijn geweest.’

Het is een geestig, beenhard en haatdragend stuk zoals alleen Hermans dat kon schrijven.

Zo worden de Britten ingeleid als ‘krijtwitte wezens, die, niet zelden door rood haar gedekt, een half-ondergelopen gebergte in de Noordzee bewonen, waar zij de naam Groot-Brittannië aan hebben gegeven.’ Even verder valt mijn oog op ‘Hitler, deze steuntrekker in uniform (copyright: Plumyène en Lasierra)’. Haha, Hitler als steuntrekker in uniform. Zelf noem ik hem altijd mislukte kunstenaar met als grootste kunstwerk WOII.

Maar het zijn ook de namen Plumyène en Lasierra die mijn aandacht trekken. Jean Plumyène en Raymond Lasierra schreven samen onder andere ‘Les fascismes français 1923-63’ (1963), ‘Le Complexe de gauche’ (1967), ‘Le dernier des mérovingiens’ (1969), ‘Le sottisier de l'Europe’ (1970) en ‘Ces drôles de voisins’ (1979).

Toen Lasierra in 2018 overleed, besteedde niemand daar aandacht aan. Dat krijg je als je maar oud genoeg wordt.

Toch zal ik me in de toekomst in hun werken moeten verdiepen, dat lijkt me onvermijdelijk. Bijvoorbeeld die ‘sottisier’, een verzameling dommigheden geciteerd uit werken van beroemde schrijvers, ik wil die. Vervrouwelijking Europa

Trouwens, via ‘Les fascismes français 1923-63’ van Plumyène en Lasierra kwam ik ooit Bertrand de Jouvenel (1903 – 1987) op het spoor, een van de eersten om het over de ‘vervrouwelijking van Europa’ te hebben. In 1938, dus nog voor WOII, stelt de Jouvenel vrouwen gelijk aan hedonisme en hedonisme aan decadentie. Europa, schreef hij, was zacht en vrouwelijk geworden van genotzucht, en was ‘als een vrouw geworden die net was ontsnapt aan een beangstigend ongeluk. Ze had licht, warmte en muziek nodig.’ Volgens de Jouvenel bedierf een sfeer van gemakzucht alles en waren mensen steeds minder bereid om pijnlijke taken op zich te nemen. Kortom, hij geloofde dat de vervrouwelijking van Europa haar ondergang was. In dezelfde geest beweerde Drieu La Rochelle (1893-1945) dat opgeleide vrouwen zijn mannelijkheid ondermijnden. Hij karakteriseerde politieke bewegingen waar hij een hekel aan had als vrouwelijk en die hij bewonderde als mannelijk - voor hem was het fascisme de meest mannelijke van allemaal. Het doet me denken aan het te weinig gelezen meesterwerkje 'Het droge en het vochtige' (2008) van Jonathan Littell, een corpusanalyse van het proza van Léon Degrelle in 'La campagne de Russie, 1941-1945 or Front de l'Est, 1941-1945' (1949) waarin een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen het droge (de fascisten) en het vochtige (de bolsjewieken), maar ik dwaal af.

De vervrouwelijking van Europa is een vermeende culturele verandering van de volgende strekking: Terwijl de wereld steeds mannelijker en autoritairder wordt (Erdogan, Xi Jinping, Trump (tot voor kort), Poetin, Bolsonaro (tot voor kort), Orbán), wordt Europa aangespoord om 1) toegeeflijker, zachter en toleranter te zijn (lees bijvoorbeeld ‘Is het Westen de weg kwijt?’ van Kishore Mahbubani' of de werken van Pankaj Mishra); 2) om vooral ook het morele kompas van de wereld te blijven; 3) om de vluchtelingen uit alle windstreken op te vangen als een gulle Maria lactans; 4) en tenslotte om de veilige haven voor de LGBT-gemeenschap te zijn.

Politici als Navalny-moordenaar Putin en journalisten als de verachtelijke Tucker Carlson lachen met wat zij Gayropa noemen. Zelf hoop ik dat een Europees leger gebodybuilde gays flink zijn spieren laat rollen om Europa’s vrouwen en kinderen te beschermen. Want, zoals ik altijd zeg, the future of Europe is gay.

Gayropa? Een geuzennaam.



See also





Unless indicated otherwise, the text in this article is either based on Wikipedia article "Jahsonic/Sandbox archive 77" or another language Wikipedia page thereof used under the terms of the GNU Free Documentation License; or on research by Jahsonic and friends. See Art and Popular Culture's copyright notice.

Personal tools