Karel van de Woestijne  

From The Art and Popular Culture Encyclopedia

Jump to: navigation, search

"Brugge. Het Minnewater. Foto: Burton-Oblut. koel door klopt de witte zang van een kloosterklok. Een klein tenger meisje brokkelt voorzichtig brood voor twee witte zwanen, die buigen hunne halzen en heffen hunnen bek, en blauwige schaduwen hebben. En gij komt nader, en het meisje met sluwerig-mager gezichtje en groote bange oogen, onder de vracht van 't zwaar-kroezend haar, staart u aan, en de pijnlijk-lange armen zakken langs de strak-witte schort. Gij gaat verder. In een winkeltje van klein koperwerk hamert men tampend, klank als van een gebarsten klokje. Dan is er een lange steenen bank onder schoone boomen. De beiaard zingt als met kristallen bellen, treuriglijk-traag, een wals van Strauss. Gij gaat, en in u bezinkt, traag-zwijgend, de pijnlijke schromende rust van deze ziek-slapende stad... En treedt ge, eerbiedig, éen dier strenge huizen binnen: geleid in de pronk-kamer, zal u weêr overmachtigen."--De Vlaamsche Primitieven

Related e

Wikipedia
Wiktionary
Shop


Featured:

Karel van de Woestijne (1878 - 1929) was a Belgian writer and brother of the painter Gustave van de Woestijne. His work echoes the important movements of his time and betrays influences of de Tachtigers, the first wave of Van-Nu-en-Strakser, the Jeune Belgique and most importantly of French Symbolists (Baudelaire, Henri de Régnier and Jules Laforgue).

He went to highschool at the Koninklijk Athenaeum (E:Royal Athenaeum) at the Ottogracht in Ghent. He also studied Germanic philology at the University of Ghent, where he came into contact with French symbolism. He lived at Sint-Martens-Latem from April 1900 up to January 1904, and from April 1905 up to November 1906. Here he wrote Laetemsche brieven over de lente, for his friend Adolf Herckenrath (1901). In 1907 he moved to Brussels, and in 1915 he moved to Pamel, where he wrote De leemen torens together with Herman Teirlinck.

From 1906 he was correspondent of the Nieuwe Rotterdamsche Courant in Brussels. Between 1920 and 1929 he taught history of Dutch literature at the University of Ghent. He was editor of successively the illustrated magazines of Van Nu en Straks (second range, 1896-1901) and Vlaanderen (1903-1907). Of the illustrated magazine Vlaanderen he became secretary of the redaction in 1906. From 1925 until his death in 1929, he lived in Zwijnaarde, nearby Ghent.

Bibliography

  • Laethemse brieven over de lente (1901)
  • Het Vaderhuis (1903)
  • De boomgaard der vogelen en der vruchten (1905)
  • Janus met het dubbele voorhoofd (1908)
  • De gulden schaduw (1910)
  • Afwijkingen (1910)
  • Kunst en geest in Vlaanderen (1911)
  • Interludiën I (1912)
  • Interludiën II (1914)
  • Goddelijke verbeeldingen (1918)
  • De bestendige aanwezigheid (1918)
  • De modderen man (1920)
  • Substrata (1924)
  • Zon in de rug (1924)
  • Beginselen der chemie (1925)
  • God aan zee (1926)
  • Het menschelijk brood (1923)
  • Christophorus (1926)
  • Het zatte hart (1926)
  • Epibasis (1927-1929)
  • De leemen torens (1928)
  • De schroeflijn (1928)
  • Het bergmeer (1928)
  • De nieuwe Esopet (1932)
  • Over schrijvers en boeken (1933)
  • Proza (omvattend : De boer die sterft, Christophorus, De heilige van het getal) (1933)
  • Verzameld werk (1928-1933)
  • Een bundeltje lyrische gedichten (1936 en 1950)
  • Romeo of De minnaar der liefde (1941)
  • Proza (omvattend : De boer die sterft, Goddelijke verbeeldingen I) (1942)
  • Nagelaten gedichten (1943)
  • Verhalen (1944)
  • Verzameld werk (8 delen, 1948-1950)
  • Verzamelde gedichten (1953)
  • Keur uit het werk van Karel Van de Woestijne (1953)
  • Journalistiek. Brieven aan de Nieuwe Rotterdamsche Courant
  • Verzamelde gedichten (1978)
  • Brieven aan Lode Outrop (1985)

See also




Unless indicated otherwise, the text in this article is either based on Wikipedia article "Karel van de Woestijne" or another language Wikipedia page thereof used under the terms of the GNU Free Documentation License; or on research by Jahsonic and friends. See Art and Popular Culture's copyright notice.

Personal tools