Ik heb altijd gelijk  

From The Art and Popular Culture Encyclopedia

Jump to: navigation, search

"Ik heb geen pretenties. Ik ben in de wereld gezet; ik houd mij staande. Dat is alles."--Ik heb altijd gelijk (1951) by Willem Frederik Hermans

Related e

Wikipedia
Wiktionary
Shop


Featured:

Ik heb altijd gelijk is een Nederlandse roman van Willem Frederik Hermans, uitgebracht in 1951. De roman is geschreven in de periode na de politionele acties van Nederland in Indonesië, tussen 1947-1949 en gaat over een gedesillusioneerde soldaat, Lodewijk, die uit Indonesië terugkeert. Terug in Nederland ziet hij zijn idealen langzaam uiteenvallen en keert hij uiteindelijk terug naar de burgerlijkheid van het bestaan. Hermans werd erg beïnvloed door de Tweede Wereldoorlog. Het versterkte zijn gevoel dat de wereld een grote chaos was. De zelfmoord van zijn zuster aan het begin van de oorlog komt dan ook terug in deze roman.

Contents

Het verhaal

Samen met andere dienstplichtigen wordt soldaat Lodewijk Stegman gerepatrieerd uit Indonesië waar hij betrokken is geweest bij de politionele acties tegen de voormalige Nederlandse kolonie. Op de boot ontmoet hij Gertie, een verpleegster. Ze is niet mooi, maar wel willig en neemt Lodewijk op in haar huis als deze weigert terug te keren naar zijn ouders. Nu hij een thuisbasis heeft gevonden gaat Lodewijk op zoek naar een zinvolle besteding van zijn leven. Hij is teleurgesteld dat hij terug moest komen naar Nederland en wil in Nederland de zaken anders gaan aanpakken. De generatie die de samenleving van voor de Tweede Wereldoorlog wil terugbrengen moet weg. Hij wordt steeds onredelijker, zelfs tegen mensen die hem steunen, zoals Gertie. Zelf vindt Lodewijk dat zijn ouders schuldig zijn aan het feit dat hij zich niet kan aanpassen. Hij heeft zich altijd achtergesteld gevoeld bij zijn oudere zusje, die ook nog een zelfmoord pleegde nadat Nederland in mei 1940 door Duitsland werd veroverd. Om zijn woede te kanaliseren probeert Lodewijk de politiek in te gaan. Samen met zijn dienstkameraad Nico Kervezee richt hij een politieke partij op. Maar de politieke ambities van Lodewijk lopen al snel op de rotsen en hij moet gaan werken voor de kost. Maar het vinden van een baan vereist diploma’s en die zijn opgeborgen door zijn ouders in het ouderlijk huis. Lodewijk keert noodgedwongen terug naar zijn ouders en begint de kasten te doorzoeken. De krantenknipsels die hij vindt, leiden echter naar een dramatische ontknoping.

Achtergrond

Het boek werd geschreven in 1951, vlak na de politionele acties in Indonesië en niet zo lang na de bezetting van Nederland door Duitsland in de Tweede Wereldoorlog en weerspiegelt de weerzin die Hermans had gekregen tegen de Nederlandse maatschappij die werd beheerst door katholieken en niets had geleerd van de Tweede Wereldoorlog. Hermans ging ook gebukt door een gebeurtenis die plaatsgevonden had aan het einde van de vijfdaagse strijd die Nederland leverde tegen de binnenvallende Duitse troepen in mei 1940. Zijn twee jaar oudere zusje Corry pleegde toen met haar veel oudere minnaar en neef zelfmoord. Corry was door Hermans vader altijd als voorbeeld gesteld. Omdat Hermans niet aan dit ideaalbeeld van zijn vader kon voldoen en als waardeloos werd beschouwd, haatte hij zijn zusje. Na haar zelfmoord kreeg hij hierdoor weer een schuldgevoel. De hoofdpersoon uit ‘’Ik heb altijd gelijk’’, Lodewijk, heeft ook een zusje dat zelfmoord heeft gepleegd in de oorlog. Zelf is hij gedesillusioneerd over zijn rol bij de politionele acties in Indonesië. De Nederlandse regering die na de Tweede Wereldoorlog zijn kolonie zag wegvallen, probeerde via twee militaire acties in 1947 en 1949 het Nederlandse gezag te herstellen. Hiervoor werden Nederlandse dienstplichtigen naar Indonesië gestuurd. Lodewijk is teleurgesteld, hij heeft niets bereikt in Indonesië en als hij terugkeert heeft in Nederland een regering van katholieken en socialisten de macht in handen. Voor Lodewijk is de maat vol. Al zijn idealen is hij kwijt, hij had in Indonesië iets willen bereiken, maar hij heeft niets, zelfs geen huis. Het burgerlijke Nederland staat hem tegen en hij haat de katholieken. Hij heeft wel veel geld, al is dat volgens hem op een smerige wijze verkregen, en geeft het uit als water. Hij probeert zelfs Gertie te renoveren en koopt een nieuwe bril voor haar. Zijn vertrouwen in de burgerlijke inwoners van Nederland is hij kwijt, het zijn schapen die blind achter de herder aan lopen. En die herder (de autoriteiten) doet verder ook niets.

Verklaring van de titel

De titel van de roman is ontleend aan een uitspraak van Lodewijk: “Ik wist altijd alles. Ik heb altijd gelijk. Maar als je gelijk hebt, heb je niets. Ik heb veel te lang geleefd! Alleen wie dood is, heeft eindelijk ongelijk. Als je altijd zou blijven leven, komt er altijd weer een ogenblik dat je gelijk hebt. Dat is verdomd vervelend.”

Rechtszaak

In de roman beledigt de hoofdpersoon, Lodewijk, de katholieken. Na het verschijnen van de roman werd de schrijver in 1952 aangeklaagd van wegen deze opmerkingen. Volgens de aanklacht zou Hermans het rooms-katholieke volksdeel van Nederland beledigd hebben. De rechter sprak de schrijver echter vrij omdat een auteur niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de mening van zijn personages.




Unless indicated otherwise, the text in this article is either based on Wikipedia article "Ik heb altijd gelijk" or another language Wikipedia page thereof used under the terms of the GNU Free Documentation License; or on research by Jahsonic and friends. See Art and Popular Culture's copyright notice.

Personal tools