Eilandje (Antwerpen)  

From The Art and Popular Culture Encyclopedia

(Redirected from Eilandje)
Jump to: navigation, search

Related e

Wikipedia
Wiktionary
Shop


Featured:

Den Dam, Museum aan de Stroom

Het Eilandje ligt in Antwerpen-Noord en dankt zijn naam doordat het omsloten was door vlieten en sloten eertijds, en heden door de Schelde, dokken en de oude haven. Het Eilandje en de zeekanaalvlieten, Brouwersvliet, Timmervliet en Middelvliet, werden uitgebouwd door de grondspeculant en stedenbouwkundige Gilbert van Schoonbeke (1519-1556). Later werd het Eilandje nog eens onderstreept met de zuidelijk gelegen Bonapartedok en Willemdok. Iets later werd het Eilandje geheel omsloten als een "eilandje", door de omliggende dokken, Kattendijkdok, Asiadok, Kempischdok, Houtdok en Kattendijksluis.

In de Middeleeuwen was ten noorden van Antwerpen, voorbij de vestingwallen van het latere Brouwersvliet, één groot gebied van kleine vlieten, grachten, sloten en zompig moerasgebied. Er liepen verhoogde dijken en dammen (Dambruggestraat) naar de randdorpen Dambrugge, Dam, Borgerhout, Stuivenberg, Merksem (Ferdinandusdijk(straat) en Deurne. Al deze gehuchten en dorpen lagen buiten de vestingsmuren van Antwerpen. De huidige leien (Italiëlei, Frankrijklei, Britse Lei en Amerikalei waren vestingsmuren en omrand met verdedigingsgrachten. In de Spaanse Periode (16e eeuw) werden ze versterkt en uitgebreid met forten en vestingen rondom en verder dan de stad. Antwerpen kreeg een grote gordel van forten, n.l. die van Merksem, Lillo, Kallo, Mortsel, Borsbeek, Deurne, Het Kiel, Berchem, enz... Sommige zijn al gesloopt, maar te Merksem en Mortsel b.v. zijn de forten nog zo goed als bewaard gebleven.

Nog tot in de 7e eeuw liep de Schelde oostelijker door tot Merksem en Deurne, totdat begin 8e eeuw de Scheldebedding zich voorgoed verlegde tot de huidige ligging, zodat Merksem en Deurne kilometers van de stroom kwamen te liggen. De Schelde liep daarvoor waar nu ongeveer de Antwerpse R1 Ring loopt. De moerasgebieden ten noorden van Antwerpen waren nog de overblijfselen van de vroegere Scheldebedding. In feite heeft dit gebied tot heden, altijd met water te maken gehad. De Middeleeuwse zeilvrachtschepen zoals de Kraak en de Kogge moesten afmeren aan de houten Scheldekaden tussen de vlieten waarvan Antwerpen er veel had die in de stroom uitkwamen. Aangekomen vrachtschepen moesten soms wekenlang voor anker blijven liggen voor de rede en wachten totdat de andere schepen gelost of geladen waren. In de vlieten konden deze zeezeilschepen niet binnenkomen, daar ze gevaar liepen droog te vallen door het lage getij. Voor de kleinere zeilvrachtschepen was dat niet zo erg. Op oude schilderijen en oude archieffoto's ziet men de vrachtschepen op het droge liggen in de vlieten. Deze zeilschepen waren meestal platbodems. Met het droogvallen van de vlieten kwam er een enorme reukhinder van modder en afvalrommel die de omwonenden erin loosden. Sanitaire afval, slachtafval en andere rommel, lagen in de drooggevallen vlieten bij eb. Met de rechttrekking van de Scheldekaaien in de 19e eeuw, dempten men alle vlieten in de binnenstad. De Brouwersvliet was één van de laatste vlieten die werd gedempt in 1931 voor de geplandde Waaslandtunnel.

Gouden Eeuw

In de periode van 1490 tot 1585, ook wel de 'Gouden Eeuw' genoemd, bereikte Antwerpen een overheersende periode in de Nederlanden, als centrum van de wereldeconomie. Antwerpen en de voorhavens (Bergen op Zoom, Sluis en vooral de Walcherse havens Arnemuiden, Middelburg, Veere en Vlissingen) hadden een scheepsvaartverkeer dat vier keer dat van Londen overtrof. Het verkeer had zelfs twaalf maal de omvang van de Spaanse Armada die jaarlijks de Spaanse koloniën van Zuid-Amerika verliet om in Sevilla aan te lopen. Antwerpen kon door deze ontwikkeling met zijn middeleeuwse haventjes niet langer voldoen aan het toenemende scheepsverkeer. Wel was de havencapaciteit langsheen de Schelde reeds vergroot door de bouw van nieuwe steigers en kaden. Een zogenaamde Berderenwerf bestemd voor houttrafiek was gebouwd ter hoogte van de huidige Orteliuskaai, iets ten zuiden van de huidige Brouwersvliet, toen een stadsomwalling met vestingsgracht. Ten zuiden van de Sint-Jansvliet zorgden een Hooikaai en een tweede houtwerf, de Nieuwe Berderenwerf (1549), voor nieuwe mogelijkheden.

In 1555 was daar een klein hijstoestel geplaatst dat Rood Kraantje werd geheten. Toch kon dit alles niet voldoen aan de roep naar meer ankerplaatsen: schepen moesten soms 6 weken wachten om te worden geladen of gelost. Een krachtige ingreep was meer dan noodzakelijk. Plannen om een heus dok te graven buiten de stadsmuren werden om financiële redenen afgevoerd. Een gewiekste grondspeculant en stedenbouwkundige, bood echter een oplossing.

Gilbert van Schoonbeke

Deze Gilbert van Schoonbeke (1519-1556) stelde voor de toename van bevolking en scheepsverkeer op te vangen door een zompig gebied van 25 ha ten noorden van de stad binnen de muren te brengen. Ter plekke moest een woonwijk, de Nieuwstad, worden gebouwd en vier binnenhavens. Drie werden er uitgevoerd; voor de meest zuidelijke, de Brouwersvliet, werd de oude stadswal gebruikt, volgens de vroeger gebruikte methode van ombouw van vestingwater tot binnenhaven. Maar de andere twee, de Timmervliet en Middelvliet, waren de eerste aanlegplaatsen van de Antwerpse haven speciaal aangelegd om schepen te ontvangen. Dit woon- en havengebied staat nu bekend als het Eilandje. Vooral de Middelvliet was Antwerps trots: grote karvelen en galjoenen tot 200 ton en zelfs meer konden er moeiteloos binnenvaren. Dit alles werd in goede banen geleid door de kaaimeesters die ook aan de stadsvlieten toezicht hielden op het scheepvaartverkeer. Aan zijn oever werd omstreeks 1560 het indrukwekkende Oostershuis opgetrokken. Het diende als zetel van de Duitse Hanze, een koopliedenvereniging en stedenbond. Vooral Amsterdamse schepen, bevracht met graan van de Oostzeelanden, liepen er binnen. Hierdoor werd deze binnenhaven ook Graanvliet, Korenvliet of Oostersevliet geheten. De Spaanse soldenier Christoval de Andrade leverde in 1611 volgend ooggetuigenverslag: "Gans het deel dat men Nieuwstad heet is verdeeld door grote kanalen die heel handig zijn aangebracht in het midden der straten. Er zijn talrijke houten ophaalbruggen die men kan halen en neerlaten voor de bediening der kanalen." In tegenstelling met de oude binnenhaven waren deze van de Nieuwstad door sas- en sluisdeuren van de Schelde afgesloten. Voor het eerst werd Antwerpen een dokhaven en zou dat voortaan blijven.

Het tegenwoordige Eilandje

Het huidige Eilandje begon vroeger eigenlijk vanaf de Brouwersvliet, die samen met de Timmervliet en Middelvliet de eerste binnendokken vormden. Daartussen en aan de rand waren er nieuwe woonwijken gekomen, de Nieuwstad, waarvan de bewoners handel dreven en aan deze vlietdokken werkten. Nog ten noorden van de derde vliet, de Middelvliet - die het zeekanaalvliet was - waren nog woonwijken (dit waren nog werkmanshuisjes, keten en hutjes, voor de arbeidersgezinnen) maar verder waren er alleen maar beken, sloten, dijken, die verder liepen door de moerasgebieden, naar de dorpen Oosterweel, Oorderen, Wilmarsdonk, Merksem, Ekeren, Dam en Dambrugge, zuiderlijk. Met het graven van het Bonapartedok en Willemdok verdwenen, of eigenlijk, werden de vlieten verbreedt. De kadegrond waar het Oostershuis stond, liep evenwijdig vanaf de Schelde naar de leien, met daartussen gemalen, sashuisjes om het vlietwaterpijl te regelen.

Nu tegenwoordig begint het Eilandje ten noorden van deze oude dokken, met ten westen de Schelde, ten oosten eindigt het Eilandje aan de Entrepotkaai en ten noorden tot eigenlijk aan het Houtdok, het Kempischdok, Asiadok tot aan het Kattendijkdok en -sluis met de 9 droogdokken. Daartussen liggen verscheidene straten met hangaars, consessies en woonwijken. Enkele hogescholen zoals het Technicum-Londenstraat en het Technicum-Cadixstraat en de imposante douanekantoren (tussen de Kattendijkdok-Oostkaai, Napelsstraat, Cadixstraat en August Michielsstraat) liggen in deze woonwijken van het Eilandje. Ook het nieuwe en imposante rusthuis met serviceflats "De Gouden Anker", ligt aan de Binnenvaartstraat, bij het Kempischdok dat een jachthaven wordt.

Vroeger was het een bijna verloederde buurt, een bijna vergeten uithoek van Antwerpen. Maar nu is het enorm opgewaardeerd en hebben de stedelingen het pittoreske, gezelligheid en de waarden van het Eilandje, met zijn oude historische dokken leren kennen en waarderen. Het Eilandje werd terug herontdekt door de stedelingen en het stadsbestuur om, zoals met het voorbeeld van de oude havenbuurt in Liverpool en Plymouth in Groot-Brittannië, deze wijk te renoveren en optewaarderen tot een voorname en touristisch gerichtte havenwijk met jachthaven en accommodaties. Vroeger was het er ook gezellig met zijn uitgangsbuurt. Vele caféetjes en de dancings, de "Washington", "Big-Ben", "Savannah", "Doremi" en "Atlantic" waren dé uitgangsbuurten in het havenkwartier. Nu is de "Washington" en "Doremi" afgebroken voor moderne flatgebouwen, de "Savannah" werd een restaurant en is de "Big-Ben" niet meer zoals het geweest is, maar anderzijds zijn de caféetjes aan de Napoleonskaai nu wel druk bezocht, niet alleen door schippergezinnen maar door mensen van de binnenstad. Ook de schippersjeugd tegenwoordig, zijn bijna allen mobiel en gaan in de stad en omgeving uit. Vroeger waren ze beperkt tot het uitgaan naar deze voormalige dancings aan het Eilandje. Weliswaar gingen ze naar de uitgangsbuurt van de stad, maar kwamen ze terug afgezakt naar het Eilandje. Eigenlijk was het vroeger ook al gezellig met de vele lichters die in de dokken lagen. Alleen de nu afgebroken hangaars en de toenmalige Entrepot, lagen er soms somber bij, maar het uitgangsleven bruiste in alle hevigheid in deze havenbuurt.

Bij de heraanleg van het Eilandje rondom de dokken, zijn de straten versmald maar de voetpaden verbreed en heraangelegd. Zodoende profiteren de cafés en tavernes om in de zomer hun brede terrassen uit te stallen. Het oude Entrepot werd afgebroken en staan er nu grote witte buildings, flatgebouwen en zakenkantoren. Aan de Godefridus- en Sint-Aldegondiskaai worden de voetpaden ook weer heraangelegd en worden de parkings langs deze kaaien terug gerenoveerd. De oude voormalige pakhuizen worden omgebouwd tot grote moderne, maar zeer dure loften en appartementen. De woonhuizen die vroeger niet veel waard waren, zijn enorm in prijs gestegen. De afbraakgronden voor nieuwbouw in de straten zijn enorm duur geworden.

De vroegere havendrukte kwijnde weg door het drukker worden van de noorderlijk gelegen en modernere havendokken met zijn laad- en losinstallaties. De oude dokken konden de groter wordende schepen met meer laadcappaciteit niet meer aan en werden voortaan stille dokken voor opliggende schepen en lichters op ligdagen. Nu wordt er opnieuw leven ingeblazen door de touristische en horeca sectoren.




Unless indicated otherwise, the text in this article is either based on Wikipedia article "Eilandje (Antwerpen)" or another language Wikipedia page thereof used under the terms of the GNU Free Documentation License; or on research by Jahsonic and friends. See Art and Popular Culture's copyright notice.

Personal tools