De Gids  

From The Art and Popular Culture Encyclopedia

(Redirected from De Gids (literatuur))
Jump to: navigation, search

"Toen Baudelaire, jong en nog onbekend, zich aan Théophile Gautier kwam voorstellen, was de eerste vraag die de erkende meester tot de nieuwkomer richtte: ‘Lisez-vous des dictionnaires?’ En toen de jonge man die vraag bevestigend beantwoord had, was het ijs gebroken en had hij geen verdere aanbeveling nodig. De dichter José-Maria de Heredia verklaarde ronduit dat hij meer geboeid werd door de lectuur van Jean Nicot's Trésor de la langue francaise dan door die van Les trois mousquetaires. En zo zijn er meer schrijvers voor wie het een lust is, te bladeren in woordenboeken en de woorden te volgen in hun verschillende betekenissen en verbindingen, bekende en onbekende, als waren het levende wezens waarvan de lotgevallen hen mateloos boeien." -De Gids, 71[1], see Lisez-vous des dictionnaires ?

Related e

Wikipedia
Wiktionary
Shop


Featured:

De Gids (meaning The Guide in English) is the oldest Dutch literary periodical still published today. It was founded in 1837 by Everhardus Johannes Potgieter and Christianus Robidé van der Aa. Long regarded as the most prestigious literary periodical in the Netherlands, it was considered outdated by the Tachtigers of the 1880s, who founded De Nieuwe Gids (meaning The New Guide in English) in opposition to the periodical. Today De Gids is published by De Groene Amsterdammer.

Old volumes of De Gids are published in the Digital Library for Dutch Literature.

Contents

Nederlands

De Gids is een algemeen cultureel en literair tijdschrift, opgericht in 1837 door Potgieter en Robidé van der Aa, achtereenvolgens verschenen bij de Amsterdamse uitgevers Beijerinck (1837-40), Van Kampen (1840-1949 en 1953-1962, tussentijds bij De Haan in Utrecht) en Meulenhoff (1962-2005); de huidige uitgever is Balans.

Ontstaan

Aanvankelijk bestond de inhoud van De Gids deels uit boekbesprekingen en deels uit "mengelwerk", zoals gebruikelijk in die tijd, maar het tijdschrift kreeg na een tiental jaren een meer algemeen cultureel, liberaal politiek karakter. In 1863 trad Busken Huet tot de redactie toe en verschoof het accent weer naar de literatuur. De Gids werd steeds meer een tijdschrift van hem en Potgieter samen, wat op weerstand stuitte van de overige redactieleden die zich door de nieuweling Huet "als schooljongens" behandeld voelden. Een negatieve bespreking van Huet werd opgeblazen tot een rel en deze zag zich in 1865 genoodzaakt zijn ontslag in te dienen, gevolgd door Potgieter, die zijn zijde koos.

Geleid door bankiers, hoogleraren en advocaten die naast hun eigenlijke bezigheden de literatuur als bijzaak bedreven, zakte De Gids vervolgens weg tot een niveau van verregaande onbeduidendheid. In de jaren tachtig van de 19de eeuw leek De Gids ingedommeld in een lange winterslaap, maar werd daaruit opgeschrikt door het elan van een groep jonge schrijvers en dichters, door de literatuurgeschiedenis later "De Tachtigers" gedoopt, die zich afzetten tegen de half-literaire elite die de koers van het blad bepaalde, en die in 1885 een eigen tijdschrift oprichtten: De Nieuwe Gids.

Twintigste eeuw

Niet dat De Gids nu met zijn tijd meeging. Maar de door een der Tachtigers, Albert Verwey voorspelde ondergang van het tijdschrift bleef uit. Weliswaar stelde men zich slechts langzaam open voor nieuwe ontwikkelingen en bleef de redactie in hoofdzaak conservatief, evengoed kregen in later jaren auteurs als Nescio (die in 1911 met De uitvreter in De Gids debuteerde), Roland Holst, Aart van der Leeuw en Marsman gelegenheid er hun werk te publiceren.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog slaagde redacteur E.J. Dijksterhuis erin De Gids buiten De Kultuurkamer te houden, wat echter betekende dat onderwerpen van economische en politieke aard kwamen te vervallen evenals enige tijd later het letterkundige gedeelte; eind 1944 moest de publicatie van De Gids door de omstandigheden van oorlog en bezetting gestaakt worden.

Na de Tweede Wereldoorlog

Na 1965, toen de voltallige redactie (behalve Ed. Hoornik, die een centrale rol bleef vervullen) aftrad om plaats te maken voor een nieuwe generatie (Han Lammers, Harry Mulisch e.a.), werd de redactionele lijn er hoe langer hoe meer een waarin politieke en sociale items de boventoon voerden; literatuur verdween tijdelijk naar de achtergrond. Een bekend artikel uit deze tijd verscheen in het themanummer 'onbehagen' uit november 1967: Joke Smits essay "Het onbehagen van de vrouw", dat wel is beschouwd als het startschot van de Tweede feministische golf.

Het karakter van De Gids is gedurende zijn gehele geschiedenis onderhevig geweest aan een golfbeweging: begin jaren tachtig kreeg de literatuur weer volop aandacht. Een belangrijk themanummer uit die tijd is de drievoudige aflevering Het pak van Sjaalman (De Gids, jrg. 147 nr. 8/9/10, november 1984), met uitwerkingen van de 147 verhandelingen uit het pak, dat aan het personage Sjaalman in Multatuli's Max Havelaar toevertrouwd was. De redactie besluit in het voorwoord tot dit nummer: "…dat De Gids sinds Potgieters dagen eigenlijk altijd al een Pak van Sjaalman is geweest: een magazijn van letterkundig werk."

De eenentwintigste eeuw

Een soortgelijk driedubbeldik themanummer volgde in 2007 (jrg. 170 nr. 7/8/9, juli). Dit keer werden de titels van de honderdzeven essays van de Franse filosoof Montaigne benut om nieuwe artikelen aan op te hangen. Andere recente themanummers behandelden Indische schrijfsters, Seks, De bom, Turkije, W.F. Hermans, J. Slauerhoff, in het kader van de Boekenweek De lof der zotheid, en het Verlichtingsdenken.

Literatuur

  • Aerts, Remieg, Piet Calis, Wiel Kusters e.a.: De Gids sinds 1837. De geschiedenis van een algemeen-cultureel en literair tijdschrift. Schrijversprentenboek 27 (Den Haag, 1987)
  • Bakker, Siem: Literaire tijdschriften. Van 1885 tot heden (Amsterdam, 1985)




Unless indicated otherwise, the text in this article is either based on Wikipedia article "De Gids" or another language Wikipedia page thereof used under the terms of the GNU Free Documentation License; or on research by Jahsonic and friends. See Art and Popular Culture's copyright notice.

Personal tools