Beschryving van Antwerpen, Mechelen, Lier en Turnhout  

From The Art and Popular Culture Encyclopedia

Jump to: navigation, search

"Antwerpen is ontrent seventhien mylen van de Zee ghelegen, na den loop van den watervloedt : maer te lande te nemen , ist wel vier mylen naerder. Heeſt bycants zuydoost waerts Mechelen, vier mylen van daer: Leuven, zuydoostwaerts ontrent acht mylen: Bruyssel, zuydwaerts, oock soo verre : Gent, zuydwestwaerts, namelyck tusschen den zuyden ende den westen, thien mylen: Brugge, westwaerts vyfthien: Calis, dry en dertich: Londen, (mede begrepen seven mylen ende een half, welck de breedde der Zee is tusschen van Calis tot Dovre) ontrent tsestich: Ceulen, neghen en twintich: Franckfort, tsestich seer groole. Eyndelyck willen wy Parys ende Rouaen oock setten gheschat ontrent tseventich mylen."--Beschryving van Antwerpen, Mechelen, Lier en Turnhout (1567) by Lodivico Guicciardini

Related e

Wikipedia
Wiktionary
Shop


Featured:

Beschryving van Antwerpen, Mechelen, Lier en Turnhout (1567) is a book by Lodovico Guicciardini translated by Kiliaen and printed according to the 1612 edition.

It is based on Descrittione di Lodovico Guicciardini patritio fiorentino di tutti i Paesi Bassi altrimenti detti Germania inferiore (1567).

Full text

1008 Beschryving der Stad Antwerpen DOOR E. Guicciardini tjerdrukt volgens de uitgave van 1612 13 SPX DER Reddrukkainer De Oluftak. Te Antwerpent , by 1. E. Rusheuvels , F 31 hock ran Kipdorp cu S. Jarolinstruct. అంశికం Тоо RIJKSUNIVERSITEIT LEIDEN 31. 0800 0510


BESCHRYVING VAN ANTWERPEN.



000022 Beschryving der stad Antwerpen, Mechelen , Lier en Turnhout, door Guicciardini, vertaeld door Kiliaen, op nieuw in druk gesteld de uitgave van 1612, na 0300 仓 FIT TTF f M

44 B door de Rederrykkamer de Olyftak tenJare 1854 teAntwerpen, by JE Rysheuvels, hoek van Kipdorp en StJacobsstract. זייןי " זיייי 46 46 16 ANTWERPIE NOBILISSIMI TOTIUS ORBIS TERRARUM EMPORII TYPUS ANNO M.D.XCVIII . 113 BESCHRYVING VAX ANTWERPEN MECHELEN , LIER EN TURNHOUT, DOOR 1. GUICCIARDINI , Edelman van Florentie , IN HET NEDERDUITSCH VERTAELD DOOR KILIA EN HERDRUKT VOLGENS DE UITGAVE VAN 1612 in naem der MAATSCH Rederykkamer DE OLYFTAK . NEDERL. LETTERK. LEIDEN. llo LITETA BABORE ET CONSTANTA ANTWERPEN BY J. E. RYSHEUVELS , DRUKKER EN UITGEVER , hoek van Kipdorp en S. Jacobsstraet . 1854 1 1 V®*0 %WOORD. > OOT over weinige jaren hielden de meeste geschied schryvers zich op met het afschilderen van oorlo 0-60 gen en van die gebeurtenissen welke zy in de kronyken aengeteekend vonden . Weinige uitzonderingen bestaen er nopens dit punt. Deze aenmerking is toepasselyk op het grootste getal onzer geschiedschryvers. llet was, als of zy alleen het uitwendige den lezer wilden mededeelen , zich weinig bekommerende met den stand der beschaving van verleden tyden. Zuer gemakkelyk is het te beseffen , dat de ze bandelwyze pene nalatigheid daerstelt die den lezer belet zich een juist gedacht der voorgaen< le tydvakken te vormen . De bistorie der volkeren bestaet niet alleen in de oorlo gen die zy gevoerd hebben , in de omwentelingen waerdoor zy hunne vryheid gewonnen en ontwikkeld hebben , zy be Staet ook in hetgene den mensch aenspoort tot het daerstel len van feiten die deze en andere dacdzaken voortbrengen . De betrekkingen van standen , de zeden en sebaikan , de wetten en regten , het staetsbestuer zoo in- als nilw'ndig ; in het alzimeen al wat op de zamenleving toepasselyk is , eruit voortvloeit, den geest en de behoefte eens volks doet kennen, ziet dergrondstellingen weike de schryver weten moet om de geschiedenis ccder naiie te ontwikkelen , ze in haren waren dag le beschouwen en lezelve in diea staet aen zyne > ! II VOORWOORD . lezers mede te deelen . Dit alleen is niet toereikend om een goed historisch tafereel van een lydvak af te malen . Betrek kingen van standen , zeden en gebruiken , wetten , reglen en staetsbestuer ondergaen gedurige veranderingen , bevin den zich steeds in vrede of bestryding , handhaven den voortgang der beschaving of verhinderen haren loop en bereiden de uitwendige voorvallen welke zy met hunnen geest bezielen . De kennis dezer grondbeginsels , de oorzaek van hunne opkomst, bloei of ondergang, de veranderingen die zy onder gaen , de oorzaken dier veranderingen , hun invloed op den geest des volks en wederzyds de invloed van dien geest op deze elementen ; dit zyn de bronnen waer het leven eens volks uit voortspruit en de verschillige tafereelen kenmerkt waerdoor het zich veropenbaert. Sints eenige jaren heeft men begrepen dat de geschiedenis in dien zin moel bewerkt, gestudeerd en beschreven worden . Men heeft de grondstoffen beginnen le verzamelen oin dit doel te bereiken. Reeds heeft men de overtuiging dat de historie van oorlogen en van gebeurtenissen door de krony. ken verhaeld , maer een klein gedeelte van het geheel uit maekt en dat de vergissingen nopens vele historische punten talryk zyn . Een groot getal oorkonden hebben reeds het licht gezien . Begeleid door deze kennissen heeft de historie schryver de geschiedenis als op nieuw bezield en verhaeld . Het is echter niet genoeg de oorkonden uit te geven . Sommige oude schryvers over de zeden , gebruiken wetten , regten , in het algemeen , over de beschaving der verledene VOORWOORD III tyden onzer natie handelende , bevinden zich in weinige bibliotheken en zouden in handen van iedereen moeten wezen . Wie onze historie kent , weet dat onze voorvaderen reeds eene hooge beschaving ontvangen hadden ; dat zy den koophandel, de nyverheid en geleerdheid zoo hoog waer deerden als hunne vryheid ; wie onze historie kent , weet dat wy niets aen vreemden invloed te danken hebben , dat ons staetsstelsel en landsbestuer die der andere volken overtrof fen , zoo als zy die nog heden uit hoofde van hunnen histori schen gang en het oude gewoonteregt overtreffen . Men kan met rede beweeren , dat er by ons, onder alle betrekkingen, niet veel nieuws bestaet , uitgezonderd de hedendaegsche uitvindingen , en dat alle de goede en doorgronde instellingen op onzen bodem geteeld en volwasschen zyn . Men begrypt dat de historische werken welke dusdanige waerheden daer stellen , de liefde tot het Vaderland in den boezem des volks doen ontgloeijen. Onder de weinige werken welke over geschiedenis han delen , bevindt zich het boek van den vermaerden Italianer GUICICARDINI. Wy zullen hierna eene levenschets van dezen doorluchtigen man den lezer mededeelen . Hy vertoefde zeer lang in onze landen en , getroffen door onze hooge bescha ving , wilde hy deze algemeen doen kennen . Hy verkoos vooral, gelyk hy zegt, de vermaerdste der steden van Neder land en tot voorbeeld aen alle andere strekkende . Het lafe . reel dat hy van onze moedersiad afschildert, is zeer schoon : het bevat de beschaving onzer voorvaderen in de zestiende eeuw , en deze beschaving was op weinige uitzonderingen die van alle de andere steden der Nederlanden . 9 A IV voORWOOND . Het stadsbestuer uit dankbaerheid vereerde den schryver met eene gouden keting en met den eertitel van burger Het letterkundig genootschap De Olyftah denkt eenen waren dienst aen de vrienden onzer geschiedenis te bewyzen met het gedeelte van het boek van Guicciardini betrekkelyk de provincie Antwerpen onder hare bescherming uit te ge ven . Moge dit beginsel navolgers vinden , en het werk van GUICCIARDINI weldra geheel en gansch door den druk op nieuw bekend gemaekt worden. Dit hopen wy weldra te zien gebeuren , niet alleen voor wat de oudere geschiedenis betreft , maer ook voor andere letterkundige voortbrengsels die thans byna onbekend zyn en nogtans een wezenlyk nut zouden stichten voor de ontwika keling van den volksgeest en de handhaving onzer nationale instellingen . In deze hoop worden wy nog gesterkt door de afschaling van den nadruk, waerdoor een boek zyne wacede zal behouden en niet meer alen zal tot beneden den papier prys. De nadruk mag een sloffelyk voorded geschonken heb ben aen drukkers en uitgevers , maer het is toch zeker , dat deze nyverheid eene toegelaten dievery is, welke de nationale schryvers ontmoedigd heeft en belet tot de hoogte te stygen waertoe zy door hun vernuft konden geraekt zyn . Om den lezer een denkbeeld te geven van den inhoud van het volledige werk des schryvers, laten wy hier de inleiding volgen , door GUICCIARDINI ZG've opgemaekt; deze zal ons vry laten verder uit te weiden over het doel en de verdien sten van onzen beroemden geschiedkundige LUDOVICUS GUICCIARDINUS tot den Leser. 100002000 mer hier ( seer beminde Leser) hoe ick eyn Sdelyck voldoe een stil - swyghende belofte ,, se nadie ick onlancks hebbe ghedaen door myne Commentarien alreede gedruckt, van de beschryvinghe van dese Nederlanden : een werck voorwaer van de selve soorte ende natuere ghelyck de Historie is : maer na myn oordeel in verschey den deelen , noch wyt-loopiger ende nuttelycker : om dat het begrypt meer materien ende in't beson der daer van breeder handelt , gevende volkomen kennisse van het landt ende de inwoonderen : alsoo dat ick my grootelycks verwondere dat alle Provin cien , alle Coninckrycken ende alle Staten , niet en behben yeder haer besondere beschryvinge , de welcke ghetuyghenisse soude gheven van den luyster ende het leven van haer ende de hare. In dese be schryvinghe sult ghy moghen sien sonder buyten uwen huyse te gaen in een kleyn begryp ende in wey nich tyts de gheleghentheydt, grootte, schoonheydt, macht ende edelheydt van dese soo uytnemende ende wonderbare landen : Ghy sult hier moghen verstaen ( V ) > de natuere ende gesteltenisse der locht ende des aertrycks: wathetvoort oft niet voort en brengt : Sult oock mede moghen weten, hoe veel landen, hoe veel hooftsteden ende andere steden : hoe veel dorpen, kasteelen , sterckten ende andere plaetsen van im portantie , met haer grentsen ende distantien daer inne besloten zyn : hoe vele rivieren, wat zee, wat loop ende wat ghetyde het selve bevochtighen : hoe veel bosschen ende foreesten aen alle zyden dat vercieren : Ghy sult daer in moghen leeren kennen den aert ende ghestalte der volcken, die daer inne woonen : Sult hier moghen sien wat ghetal van Heeren , ende van ontallycke doorluchtighe man nen in alle professien hier te lande geboren ende opghevoedt zyn : Sult kennisse moghen hebben van soo vele ghedenckweerdighe dinghen die daer ghe schiedt zyn, ende van soo vele uytnemende saecken die men daer vindt : duydelyck verstaen wat kons ten , wat trafycke ende koophandel , in dese voor seyde landen soo wel in het ghemeyn als in het besonder ghedreven werdt : ende eyndelyck sult moghen hebben goede onderrechtinghe van de manieren , ordonnantien, wetten , politie, van het gouvernement ende de regeringhe des Princen, der Heeren ende der Steden, met een bysonder discours van den tydt ende middelen , waer door soo veel landen ende staten , d'een met den anderen , ten > ( VII ) lesten wettelyck gheraeckt zyn, aen het seer door luchtich Huys van Oostenryck. Welcke alle mate rien zyn ( indien ick my niet en misgrype ) die behalven de genuechte ende vermaeckinghe, oock mede groote nutticheydt by brenghen moghen , ende ervarentheydt gheven van ontelbare exempe len, weerdich om gheaccommodeert te zyn tot alle voorvallende saecken , ja selfs in alle Landen ende Contreyen . Ende hoewel een ander moghelyek dit alles hadde lichtelycker ende met beter bevallic heydt konnen versamelen ende beschryven, dan ick hebbe konnen doen : soo zyn nochtans , na myn goetduncken de saecken in soodanighe ordere ende maniere vertelt , datse wel sullen konnen verstaen ende lichtelyck begrepen werden. Ten minsten en hebbe ick hier inne noch tyt , noch arbeyt , noch eenighe saecke ghespaert , niet alleen om wel te beleyden ende onderscheyden de materien van de welcke ghehandelt moeste zyn : maer dat meer is om te sien in persoon ende te soecken als ор den speur de voorvallende saecken : de selve commu nicerende in yeder plaetse met de gheleerde per soonen ende die de ervarentheydt hadden van yeder Provincie : Het welck ick ghedaen hebbe op dat dit Werck soude zyn netter , sekerder ende te beter gheapprobeert van een yeder aen sulcke saecken hem verstaende. Ick hebbe somtydts gheciteert op ( vii ) > bequame plaetsen, latynsche veersen ende woorden, sonder die anders in ghemeyne spraecke over te set ten om te schouwen interruptie oft brekinghe des propoosts, het welck zy hier door niet en verduyste ren , maer het selve gheven eenighe bevallicheydt ende authoriteyt. Belanghende de beschryvinghe ende stellinghe van de Landt-Caerten ,dewelckeghe maeckt zyn om te stellen (voorden ghenen die sulcks sal believen) elcke in haer plaetse in dit boeck, en is niet al te curieuselyck gelet om die al te trecken na het Noorden : om dat sulcks weynich profyts doet, ende soo veel daer niet aen gheleghen en is, als wel is om die te stellen in der manieren dat men mach, achtervolghende de ghestalte van yeder Provincie , de meeste grootte des landts begrypen : na het exempel van verscheyden uytnemende nieuweGeo graphen : besonderlyck van MERCATOR, POSTELLUS, MUNSTERUS, ende ORTELIUS in zyn Theatro der Werelt, van een yeghelyck soo seer gheacht ende ghepresen . Ende hier mede een eynde maeckende van den goedtwillighen Leser te vermanen , ick bidde hem van herten, dat hem, gelyck ick sonder affectie ofte passie dit werck rondelyck ende oprechtelyck ghe schreven hebbe, oock believe het selve in alle r'on dicheydt ende oprechticheydt te lesen . Ende alsoo bidde ick Godt dat hem believe zyne gaven in hem te vermeerderen. Tot Antwerpen in het jaer 1566 . Aen den Doorluchtighen Raedt van Antwerpen. men aldereerste meyninge , hoogvernaemde M Heeren , is alleenlyck geweest dese uwe heerlycke groote Stadt, ende Vaderlandt, te beschryven , om u te verclaren het seer goet herte dat ick der selver draghe : ende voorts heure schoonheyt, grootte ende heerlyckheyt ; daer en boven ’ tbewindt, regiment, policie ende groote macht der inwoonders , der wereldt te betuyghen : Maer naemaels denckende , indien ick midts dese oorsake my voorder uytstrecte ende verbreydde over andere omligghende ghebuersteden ende lan den , dat ick daer mede u lieden vriendtschap, ende den anderen groot profyt soude moghen doen : hebbe deshalven myn beraet eyndelyck genomen , hier by te voegen de beschryvinghe van gantsch Nederlandt , toebehoorende den Catholycken Ko ninck van Spangien , uwen Landtsheere, den welc ken dit werck toegeschreven wort. Ick wist wel, hoe my aengetegen zoude mogen worden , dat ick veel te swaren ende moeyelycken last op myne schouderen aenghenomen hadde : Want wat vonden , konsten ende materien eysschen meer wetenschaps , wysheyts ende verstants , dan de Landen , Staten , Ghemeynten , ende Menschen , met soo veelderley ( x ) > ghestaltenissen ende conditien die de nature ende het gantsch bewindt der dinghen begrypen , te beschryven ende ordentlyck te schicken ? Maer om de waerheydt te segghen , myn betrouwen stellen de op de hulpe van vrienden , ende besonderlyck van sommighe aerdige ende edele gheesten uyt dese uwe stadt gheboren , en heb ick my van soo weerdighen voorghenomen werck ende edelen exemple niet willen aftrecken . Want ten quaedt sten comende, soo ick dit eerlyck opset voorhoude, ende villicht my veel andere sullen volghen , om nae't selve wit te schieten ; sal ten langhen lesten eenich uytnemende verstandt voorts komen, welck den prys sal winnen , ende de volkomen beschry vinghe oprechtelyck treffen : alsoo dat overmidts dit myn beginsel , een seer schoon ende oorboor lyck werck ter wereldt komen sal , ende moghelyck sullen meer andere landen nae dit maecksel volgen . Daerom bid ick uwe Heerlyckheden ootmoedich lyck, te willen alle saken wel aengemerckt , desen mynen arbeydt in dancke nemen , al is hy rouw ende ongheschickt : verwachtende dat yemandt dien sal netter ende bequamer maecken. Hier mede my ootmoedichlyck bevelende tot uwer goeder gratien, bidde Godt om vermeerderinge der selver. Uyt Antwerpen , den 20 dagh Octobris , 1566. U doorluchtigher Heerlyckheydt ootmoedighe dienaer LODEWYCK GUICCIARDYN . RESOLUTIEN VAN WETHOUDEREN DER STADT ANTWERPEN. Beeren LOUIS GUICCIARDINI. Alsoo Mess' Lodvico Guichardini op heden datum deser es in collegio gecompareert , ende myne heeren de wethouderen ende de goede mannen van den maendagschen raedt heeft beschoncken met de descriptie ende beschryvinge van de Neder landen , by hem gemaekt, ende tot meerder lof ende vereeringe der selver landen, ende namentlyk de ser stadt van Antwerpen , uytgegeven , ende in alle spraeken ende talen doen translatteren hebbende , mede de beschryvinge van deser stadt en omlig gende plaetsen de selver weth gededuceert ; aen merkende heeren ende goede mannen voors. desen synen goede wille ende genegentheydt tot der selver stadt, ende in de regarde nemende op andere syne voorgaende diensten der stadt in meer deelen beweesen, soo ist dat de selve wethouderen ende goede mannen , in teeken van eene gratuiteyt ende danckbaerheydt, hem Mess" Lodvico Guichar dini hebben beschoncken ende beschencken, mits desen , met een gouden keten van twee honderd myne > ( XL ) guldens , ordonnerende den tresoriers ende rent meestere de selve hem van stads wegen te leveren . Aldus gedaen in collegio , Lunæ vj martii anno 1581. Presentib' omnib schabinis , exceptis Alos tano et Dalio. 2 14 April 1719 is geordonneert te doen vernieu wen den sark liggende voor de hooge choor in de cathedrale alhier , behelsende de memorie van wylen den seer edelen heere Ludovicus .... du Gui cardino , van wegens dese stad aldaer geleght in den jare 1589 , tot dankbaerheyd van de bovenge melde beschryvinge , alles ten costen deser stad aldus : op eenen blouwen sark met witte marmere letters : D. 0. M. Luduvico Guicardino Florentiæ nobilibus majoribus orto, inter quos patruum habuit Franciscum magni nominis historicum , cujus famam æmulatus universam Belgicam eleganti studio descripsit. Vivit annos 66. Obiit 11 Kal. aprilis 1589 . > BENE MERENTI S. P. Q. A. P. C. et A° 1719 renovavit . R. I. P. 1 BESCHRYVINGHE VAN ANTWERPE N. D E vernaemde ende vermaerde stadt van Antwerpen , eyscht in heur beschryvinghe een wyder verhael dan alle andere : Ten eersten, want van dese stadt alleen meer te segghen valt dan van een gansch landtschap : voorts oock , want Antwerpen aengaende policien, statuten ende regiment bycants dienen sal voor eenen generalen regel ende een exempel van gansch Nederlandt, midts dat d'andere steden in sulcke saecken niet seer en verschillen van Antwerpen : soo dat als de se volcomenlyck beschreven is, van gheenen noodt en sal wesen d'andere soo wydt in sonderheyt te beschryven . Want die de beschryvinghe van ' t regiment deser stadt heeft, sal niet alleenlyck de forme des bewindts van alle Nederlandtsche, maer ooc bycants van alle de voornaemste Hooghduytsche 1 6 BESCHRYVINGHE

> steden, ende van andere Noordtsche landen hebben . Want al ist dat sommighe van dien moghelyck vryer ende min belast zyn, hebben niet te min bycants al een regiment, als Borgemeesters met heuren Raedt, Capiteynen van quartieren, Overhoofden ende De kens van ambachten, ende ander Officieren , die by nae macht ende bewindt hebben als dese hier te lande. Beginnende dan de beschryvinge van Ant werpen , welcke Petrus APPIANUS de wel gheleerde Cosmographe ende sommige andere Schryvers wil len seggen te wesen deselve die PTOLOMEUS ATUACU TUM noemt ( * ) , soo seg ick dat den oorspronck van heuren teghenwoordighen naem sonder twyfel seer onseecker is, ghelyck oock van het meeste deel der steden van desen lande , hoe wel dies niet teghen staende veel Schryvers verscheydenlyck het begin sel geven . Sommighe schryven dat ten tyde van Julius Cesar, ter deser plaetsen op den kant van de Schelde een Borgt oft Slot gestaen heeft, daer in woonde eenen grooten Reuse genoemt Druon ( an dere segghen Antigon ) die tyrannelyck levende op dese passagie , dede betalen de halve weerde van alle de coopmanschap die hier passeerde : ende als hy eenich bedroch bevondt aen den Coopman , confiskeerde alle het goet, ende dede daerenboven, nae ' t inhout van zyne Wet, des Coopmans handt af houwen, ende in den vloedt worpen. Alsoo dat van Handt en Werpen, te weten van de afghesneden handt ende in het water gheworpen, de ghebueren ( * ) PETRUS APPIAN PTOLOM . lib . 2 et 9. tab . 3. Europæ. VAN ANTWERPEN. 7 begonst hebben de Borght Handtwerpen te heeten, gelyck nog op den dach van heden de stadt Handt werpen heel, ende in latyn Antverpia, de Fransoysen den naem verlichtende segghen Anvers, ende d'Ita lianen een letter in ' t eynde byvoeghende, Anversa : soo dat de schryvers van desen tyde willen dat de stadt ' t beginsel hebbe van dese Borgt , ende den naem van dese geschiedenisse. Tot bevestinghe van deze meyninghe, toonen zy met der daedt de forme ende overblyfsel van deze Borgt aen de Schelde ghelegen , ende der stad wapen een Borgt ende afgehouwen handen : Bewysen voorts by de Vier schare , daer de Borgt ontrent plach te comen , het overblyfsel van een oudt slot welck onlancks geleden te gronde afgheworpen is , om ander huy singhen ende wooninghen te maecken voor de Duytsche Cruysheeren, Ridders van onzer Vrouwen orden : op welck slot zy seggen dat dese Reuse ghe woont heeft : ende toonen eyndelyck oock sommi ghe wonderlycke ghebeenten met een spore, die op ' t Stadthuys bewaert worden, ende segghen dat van den Reuse is. Waerop de welgeleerde CORNELIUS GRAPHEUS dese lustighe veersen heeft gemaeckt : ende eerstelyck , IN COXAM. Tanta hæc horrifici fuerit si coxa Gigantis , Cætera quanta illi membra fuisse putes ? IN DENTEM. Faucibus immensis dens hic stetit , ore voraci Quivisset solidos ille vorare boves . 8 BESCHRYVINGHE IN BRACHIUM. Quam fuerit forti munitus robore sævus Ille vir , id cubiti pars monet ista sui . IN SCAPULAM. Ardua terribilis scapula hæc est (crede) tyranni : Quid reris quantum sustinuisset onus ? IN TIBIAM. Gestavit vastum vasta isthæc tibia corpus , Enceladum æquavit (non dubium) ille gradu . > Deghene die van deser meyninghen zyn , behelpen hen oock, met dat in de twee jaerlycksche proces sien oft omgangen van de Besnydenisse ende van onser Vrouwen , van oudts altydt een seer groot stockbeeldt gaet , nae de gelyckenisse des voorsey den Reusen , met sommighe daer nae comende, der welcker een handt schynt afghesneden te zyn . Daer en boven behelpen zy hen oock met deze latynsche veersen , die zy geschreven vinden op den ouden Privilegieboeck der stadt : maer Godt weet wanneer die gemaeckt zyn . > Postquam res Asia ceciderunt, mille trecentis Annis ante Iesum de sacra Virgine natum , Hic fuit Antigoni castrum insigne Gigantis , Quem Brabo devicit , de quo Brabantica tellus , Mænibus inceptum magnis, et turribus altis , Cui nomen tribuit manunum violenta potestas , Extra Clima jacens , juxta Scaldam , Pelagusque ; Fluctibus Oceani quatitur surgentibus ampli , Nunc villa insignis tolo notissima mundo , Cæsaris excelsis olim dotata trophæis , Ex pelago , et terra , et cælo confisa sereno In sterili terra locuples portus fluviorum , > VAN ANTWERPEN. 9 Per mare , per terras , quæ quæstum gentibus affert, Quo multi vivunt , multi ditantur abundè, Imperialis hera , sic est ANTWERPIA vera . Indien yemand dese vonden ende gedichten wilt wederleggen, die mach segghen , dat men geen op rechte geloofweerdige gedenckenissen hier af en vindt : ende dat waerschynlycker is, dat de Antwer penaers Hoogduytsch volck wesende, welcke (ghe lyck Meyer ende andere schryvers melden ( * ) , hier te lande overgecomen , ontrent het jaer ses hondert, met veel ander natien uyt dese groote Provincie hier nedergheslagen ende vast gebleven zyn , den oorspronck ende naem van Antwerpen gegeven hebben : van welcken naem midts de gelyckenisse van zyn beteeckeninghe de fabel van den Reuse ende de afhouwinghe van de handen, lichtelyck mocht voortghecomen zyn . Andere willen dat desen naem Antwerpen oorspronck heeft van d’eyghen plaetse, oft haven van de oude Craen, daer ghe meynlyck de schepen aen het landt quamen ende ontladen werden , welck in ouden tyden Werp , ende nu om soeteren clanck Werf geheeten wordt. Maer sommighe scherpsinnighe van deser stadt geboren , wederlegghende met goede redenen alle dese meyninghen, houden dat den naem Antwer pen ghecomen is van het Duytsch woordt An ende van Werpen t'samen soo veel te segghen als Aen worp, in het latyn Adjectum : want het is blyckelyck ende seker (soo zy segghen ) dat d'eerste Borgt ende ( * ) MEYERUS. ANNAL . FLANDR . lib . I. 10 BESCHRYVINGHE een deel der stadt ghestelt ende ghesticht is ор den aenwas den lande van den vloedt toegeworpen : gelyck in het jaer 1560, soo men het nieuw Stadt huys fondeerde onder de aerde dick yserwerc , ende houtwerck ghevonden werdt, tot een mercke lyck teecken, dat de watervloedt eertydts ghecomen is ter plaetsen daer nu ter tydt de marckt staet. Aengaende den Reuse, segghen sommighe dat dit niet anders en is gheweest dan een Heer uyt Rus sien, de welcke daer zynde ghecomen om te woo nen , heeft de Borgt van Antwerpen ghecocht, ghesticht, oft oock met geweldt ghecregen : ende want hy een groot ende lanck man was, gelyck meestendeels ' t volck van dien lande noch heden daechs is, maer eertydts noch grooter : overmidts dese grootte ende de ghelyckenisse des naems van Russie met Reuse, hebben de nacomelinghen ghe looft dat dit een Reuse is gheweest. Hier mede zy ghenoech gheschreven van den naem van Antwer pen ende van de fabel van den Reuse : Laet ons nu voort varen tot de waerachtighe beschryvinghe van de ghelegentheydt ende andere deelen der stadt. Antwerpen is tot ses en twintich graden ende twee en veertich minuten in de lengde, ende een en vyftich graden ende acht en twintich minuten in de breedde, onder het teecken van Virgo, lustichlyck gestelt in een groote effenheyt ter rechter zyden van de Schelde na het Westen , aldaer dese vloedt met eenen hoogmoedighen loop Noord - Oost (den windt tusschen den Oosten ende Noorden) streec VAN ANTWERPEN. 11 F kende, het Hertoghdom van Brabandt afscheydt van het Graefschap van Vlaenderen, daer seer grootte breedde ende diepte van water is, soo dat allerley seer groote schepen uyt der Zee stoutelyck tot de havene, kaye oft krane connen comen, jae soo vast daer by, dat men van de kaye aen de schepen can reycken met der hant : de welcke op de ghecassyde plaetse ontladen worden op ' t drooghe, ende in het wassen des vloedts can het schip selve lichtelyck tot daertoe dryven : welck soo grooten gherief is , ghelyck wel vervaerne schippers die bycants de gantsche wereldt deur ter Zee zyn gheweest, vas telyck segghen , als in eenighe andere havene ghe vonden mach worden. De breedde van dese vloedt is voor de stadt meer dan vyf hondert antwerpsche ellen groot , ende de diepte ontrent twee en twin tich : welcke breedde ende diepte eenen lustighen ende heerlycken schyn geven , besonder alst volle zeevloedt is , want dan wordt het water ghemeyn lyck twaelf voeten hoogher. Antwerpen is ontrent seventhien mylen van de Zee ghelegen, na den loop van den watervloedt : maer te lande te nemen , ist wel vier mylen naerder. Heeſt bycants zuydoost waerts Mechelen , vier mylen van daer : Leuven, zuydoostwaerts ontrent acht mylen : Bruyssel , zuydwaerts, oock soo verre : Gent, zuydwestwaerts, namelyck tusschen den zuyden ende den westen, thien mylen : Brugge, westwaerts vyfthien : Calis, dry en dertich : Londen, (mede begrepen seven my len ende een half, welck de breedde der Zee is tus 12 BESCHRYVINGHE >

schen van Calis tot Dovre) ontrent tsestich : Ceulen, neghen en twintich : Franckfort, tsestich seer groo le. Eyndelyck willen wy Parys ende Rouaen oock setten gheschat ontrent tseventich mylen . Onse reden dan voorts vervolgende , staen wy toe , dat t’Antwerpen dadelyck ghesien wordt de forme, ghestaltenisse ende overblyfsel van een oude Borgt, gheleghen ende noch ligghende op de watervloedt aen den Kraen : welcke forme rontom beset is met eenen seer ouden muer van ghehou wen steen , wel vast ende wonderlyck ghemetst: nu noch op den dagh van heden meestendeels gantsch ende heel over eynde staende, in de wydde van duysent ghemeyne schreden, rontom met zyn grach ten : waer af d'een den uytghanck heeft met den rechten hoeck aen de Krane , ende d'ander met den slincken aen de Vischmarct , ende comen al soo in de Schelde, omvangende onder ander de Borgkercke, de Vierschare en den Steen oft ' t ge meyn ghevanghenisse. Voorts staen wy oock toe als blyckelyck ende kennelyck , dat Antwerpen nae de Borgt vermeerdert ende omvanghen is gheweest met nieuwe stadtmueren, tot drie verscheyden rey . sen toe. Den eersten muer, soo ick bevinde, is gefondeert gheweest ter begeerten van die van Antwerpen, in ' tjaer 1201 , met Hertogh Hendricks des eersten ver willinghe, die den tytel voerde van Hertogbe van Lotryck, ende Marckgrave des Roomschen Rycks. Welcken muer, behalven de gheschriften die men 2 VAN ANTWERPEN. 13 noch vindt , merckelyck sienbaer is in veel plaet sen : besonder tusschen Sint Michiels ende ' t Stadt huys, daer de oude Sint Jans poorte met eenen arm van den muer noch gantsch ende heel is. Ende te dien tyde vinde ick dat die van Antwerpen zilveren ende gouden munte hebben gheslaghen. Den tweeden muer, grootelyck gewydt ende ver meerdert, die noch onlancks gestaen heeft, is ghe sticht gheweest, soo de Registerboecken ende on ghetwyfelde gedenckenissen inhouden , in ' t jaer 1314 , waer af noch op den dagh van beden sommighe torenen ende bycants alle de poorten , gelyck Sint Michiels, Sint Joris , ende Sint Jacobs overghebleven zyn voor de naecomelinghen tot een ghedachtenisse. In ' t jaer nae dese stichtinghe, en dedet schier anders niet dan reghenen : waer uyt seer dieren tydt volghde, soo dat een viertel korens goldt twaelf gulden : die nu ghemeynlyck maer twee gulden en gheldt : daer naer quam een grouwelyke pestilentie het gantsch landt door. Den derden ende teghenwoordighen muer is nieuwelyck begost gheweest by onze tyden, in 't jaer 1543 , soo de stadt op de Noordzyde een groot streke landts ghemeerdert is : desen heeft in de breedde Oostwaerts le rekenen tot de Roode poorte, Westwaerts tot de Schelde, acht hondert ende vyf tich : ende in de lengde, Zuydwaerts te rekenen van de Cisternpoorte, Noordwaerts tot aen de stadt muer , tweehondert vyftichschreden , Antwerpscher maten , bedraghende elcke schrede vyf Roomsche 2 14 BESCHRYVING HE 1 > > voeten : welcke wydde ende byvanck nu teghen woordichlyck de Nieuwstadt wordt gheheeten . Is oock in het ronde van alle zyden wat ghemeerdert, behalven Westwaerts, daer de waterstroom aen comt : soo dat de forme der stadt ghestelt is, ghe lyck een halve mane, oft om beter te segghen, gelyck eenen ghespannen boghe , nemende den oever des watervloedts voor de pese des ghespannen boochs. Dese muer naemaels gantschelyck voleyndt ende volbracht, is een seer schoon ende sterck werck , verciert met witten steen, hoogh opghemaeckt ende uytnementlyck dick , met langhe catten van vaste aerde by malcanderen opgevult, daer en boven gevesticht ende ghesterckt met seer hooghe ende breede dammen ende wallen. Heeft thien groote ende treffelycke bolwercken : ende seven treffelycke, heerlycke en costelycke poorten , van seer schoone steenen aerdichlyck ghemaeckt. De namen van dese poorten zyn , beghinnende van voor af, d'eerste Sint Michielspoorte, anderssins ghenoemt Croonenborg , staende Zuydwaerts, aen de Schelde : detweedevol ghende den wech Oostwaerts, is geheeten de Ba ghynen poorte : de derde Sint Joris poorte , maer eyghentlycker de Keyser poorte : want sy is alsoo ghenoemt gheweest van Keyser KAREL die haer den maechdom aller eerst heeft ghenomen , daer door passerende doen zy gantschelyck volmaeckt was, in 't jaer 1545: ghelyck boven aen de poorte in groote ghehouwen letteren staet : de vierde is Sint Jacobs poorte, anders gheheeten Kipdorp : de vyfste is de > VAN ANTWERPEN. 15 Roode poorte, oock de Berg poorte ghenoemt, want men daer door naer Berghen gaet en comt : de sesde staet op het uyterste der stadt , niet verre van den vloedt, Noordwaerts, gheheeten de Cistern poorte, overmits de byligghende leeghe ende waterach tighe plaetsen. Alle dese poorten hebben buiten fraeye brugghen van seer schoone ende groote steenen , met haer valbrugghen ende voorpoorten, daer zy mede besloten ende bewaert worden : de sevenste, sonder d'ander poortkens, staet ter zyden de rivier op de Kraen , waer af zy de naem heeft, ende is nu corts seer sterck ende lustich vermaeckt. De stadtmueren hebben rontom seer wydeendediepe grachten, vol van water, eensdeels comende uyt den grondt, door levende aderen, maer bezonderlyck uyt den vloedt : want men brengt in dese grachten soo veel waters als men begeert, met twee seer schoone ende bequame meulenen, d'een staende aen Sint Jans poorte, ende d'ander by de Nieuwstadt : met dewelcke men treckt ende doet comen soo veel waters als men wilt in de selve grachten der stadt. De overste werckmeester, aengever ende voorstel ler van dese stadtmuren, is geweest meester Donato Boni PELLIZUOLI van BERGAMO : welcke eenen groo ten schat hebben ghecost : want bedragen met de goten ende andere hare toebehoorten in de Nieuw stadt gemaeckt, tot nu toe gherekent, de somme van een milioen gouden croonen. De stadt, nae desen lesten muer, van buyten te meten, houdt in ' t ronde vier duysendt acht hon >

16 BESCHRYVINGHE dert ende twaelf passen , van de voorghenoemde mate , bedraghende ontrent vyf vierdeelen van een Nederlandtsche myle, makende by nae vier Italiaensche mylen : ende in 't midden doorgaende in de lengde duysent ses hondert voorseyde pas sen : in de breedde acht hondert ende vierenveer tich : ende comt alsoo tot de groote van Luyck oft Rouaen , immers daer ontrent. Maer in desen nieu wen druck myns boecx en mach ick niet achterla ten te segghen , dat met de overcomste van den Hertoge van Alve, als Gouverneur deser landen, in 't jaer 1567 , is merckelyck by de Konincklycke Majesteyt gheordineert gheweest, in dese stadt een casteel te maecken : deshalven nae veel verscheyden meyninghen ende aenmerckinghen van de ghele ghentheyt ende meer andere, de voorseyde Hertho ghe nae zynen sin bevestichde datmen ' t in Sint Michiels Abdye soude maecken , midts dat (soo hy seyde) Keyser Karel de vyfste dit van het jaer 1540 aldus geschickt hadde : Eyndelyck nae veel aen siens ende beraedts, wert besloten door den raedt van Marquies VITTELLI, van den grooten Prioor van Hongarien , ende van Pacieco den Fortificatiemees ter, datmen het maecken soude op de Zuydsyde, bycants buyten de stadt : anderssins hadde meer dan t’vyfste deel van de stadt bedorven gheworden, tot seer groote schade ende verdruckinge der selver : want het met de plaetse ende omloop soude gestreckt hebben tot Sint Andries kercke toe . Al dus dit maeckende sonder eenich huys af te breken, VAN ANTWERPEN. 17 in de plaetse ende forme die men siet, en soude de stadt daerby gheen schade lyden : ende het casteel soude moghen schoonder ende gherieffelycker ghe bouwt worden , gelyck het oock is geschiedt : soo dat nae het oordeel van veel mannen die kennisse ende verstandts genoech van de sake hebben , dit slot, overmidis de gheleghentheyt des watervloedts, ende de lusticheydt ende sterckte der plaetsen , een van de schoonste en de sterckste casteelen is , die men met ooghen mocht aensien. Maer doen de veran deringhen ende swaericheden der landen met soo groote ongheschicktheden over zyn ghecomen , ge lyck wel kennelyck is , soo werden bynae alle de stercke casteelen der Provincien te gronde afghe worpen : Maer dit casteel van Antwerpen werdt alleenlyck afgebroken op de zyde daer men lancks in de stadt comt , alle het ander met de huysingen is bewaert ende blyven staende tot muer, veste ende schutsel der selver stadt. Byv. [Maer is weder bewalt ende bemuert teghen de stadt, nae dat de Prins van Parma, Antwerpen door compositie verovert hadde , uyt den name des konincks. ] Soo dat de stadt aldus haer langher ende bree der uytstreckt Zuydwaerts, dan Noordwaerts aen de Nieuwstadt, ontrent een Italiaensche myle : welck deel van nieuws sterck is ghemaeckt, ende op de vesten zyn gheset vier of vyf ryen van Lindenboo men, die wonderlycke sterckte ende lusticheydt hy brenghen : alsoo dat Antwerpen in aller manieren > 18 BESCHRYVINGHE op den dach van heden in ' t ronde is een van de grootste steden van gantsch Nederlandt : maer son der twyfel een van d'aller stercste in heel Europa. Laet ons nu voortvaren met de beschryvinghe der stadt. Antwerpen heeft een schoone havene aen den waterstroom, genoemt de Werf, met een wyde plaetse oft kaye, ghemeynlyck genoemt de Kraen , midts een schoone konstighe ende gherieffelycke gereedtschap daer staende, met welcke de schepen lichtelyck geladen ende ontladen worden . Dese plaetse is ghecassyt ende wel verheven op den oever des waterstrooms, daer allerley schepen, soo groote als cleyne, gheladen ende ontladen worden , der welcker een groot ghetal altydt gaen ende comen over ende weder. Het is voorwaer seer lus tich ende wonderlyck op eenen ooghenblick tydts de groote wydde des grooten watervloedts ende de eeuwighe vloedt ende ebbe te aenschouwen : daer en boven talle stonden te sien gaen ende comen van alle zyden in het ronde schepen van alle natien ende landen , met allerley volck ende coopman schap : ende te aenschouwen soo veelderley sche pen, soo veel instrumenten, gereedtschappen ende manieren om die te stieren : want hier is altydt wat nieuws te sien. Byv. [Wy en konnen niet laten hier by te voeghen, ' t ghene dat SCRIBANius van de groote menighte der schepen schryft. Wy hebben, seyt hy, in de riviere tot verscheyden reysen twee duysent ende vyf hon 1 1 +

VAN ANTWERPEN. 19 dert schepen ghesien(*), als de leste ор ancker bleven ligghende, twee, oock drie weecken eer zy aen landt leyden oft ontlaedden : ende daer en was niet eenen dagh , op den welcken datter niet ten minsten vyf hondert aenquamen , of t’seyl ginghen met alder ley waren gheladen : ende wy hebben verstaen dat ter dickwils met een ghetyde vier hondert aenghe komen syn . De selve SCRIBANIUS voecht hier by van het ghetal der waghenen, hetwelck by nae onghe loovelyck schynt te zyn : datter niet eenen dagh en is gheweest of daer en zyn twee hondert voerwa ghenen met volck gheladen ghesien : behalven de Hoogduytsche, Oostersche, Lorreynsche, Fransche lastwaghenen , de welcke alle weken wel duysent waren , met packen gheladen : behalven de boeren waghens, alderley provande in de stadt brenghen de, de welcke alle weken over de thien duysent waren : behalven wel vyf hondert Cotsien , tot recreatie , oock tot overdadicheydt ende pracht gheeyghent. Het welck voorwaer t'samen een seer groot ghetal uytbrenght.] Antwerpen heeft acht principale boesemen, vlie ten of grachten comende uyt de Schelde, waerdoor allerley schepen , groote ende cleyne met goedt gheladen in de stadt gebracht worden. De grootste hiervan is lest ghemaeckt in de Nieuwstadt, met een wyde ende gerieffelycke havene aen het Oosters huys: welcke vliet soo groot ende wydt is, dat daer meer . ( * ) Orig . Antverp. cap. 8 . 20 BESCHRYVINGHE dan hondert groote schepen ghemackelyck connen havenen ende ligghen. Over dese grachten , vlieten ende andere wateren door de stadt loopende, staen vierentseventich brugghen soo groote als cleyne. Nu ten tegenwoordighen tyde heeft Antwerpen twee hondert ende twaelf straten , groote ende kleyne, meestendeels wydt, recht ende wel bekent, ghelyck zy oock bycants gantsch Nederlandt door zyn : de voornaemste zyn de Meyr , lange Nieuw strate, Kipdorp, Keyserstrate, Coeperstrate, Huy vetterstrate, Cammerstrate ende Hooghstrate. Beschryving van de Borse. De stadt van Antwerpen heeft twee en twintich plaetsen , soo grooteals kleyne: de meeste is der Hee ren plaetse of Stadthuys : ende de schoonste is der Cooplieden , genoemt de nieuwe Borse, met twee torens ende urwercken , soo schoon en bequaem tot versamelinghe der Cooplieden , dat moghelyck dies ghelyck nerghens en is : vry van wagenen , peerden ende alle ander beletsel : met seer schoone panden, rontdombesloten met vier groote poorten : op welcke panden staen met gelycke wydde seer groote overdeckte huysinghen , van alle zyden vol winckels , al t'samen geheeten de Schilderypandt, want daer besonderlyck allerleye schilderye ver kocht wordt. Dese Borse is gesticht gheweest in VAN ANTWERPEN. 21 het jaer 1531. Maer laet ons een weynich spreken , want het merckens ende verhalens weerdich is , van waer desen naem Borse komt, die by gheval soo bequamelyck deser plaetsen toegeschikt is. Te Brugghe is een opene plaetse seer wel gheleghen tot alle wycken der stadt : daer voor aen staet een out huys, van den edelen gheslachte der BORSEN ghenoemt, eertyds ghebouwt met zyne wapenen van gehouwen steen , boven de poorte , welck drie borsen zyn . Van dit huys , gheslacht ende wapen , heeft dese plaetse den naem ghecregen , ghelyck ghemeynlyck in diergelyckedingen geschiedt. Ende want de Cooplieden die te Brugghe woonden , dese plaetse oft borse verkosen ende ghebruyckten, ende noch hedendaeghs tot vertreck ende versamelinge om heuren coophandel te dryven , gebruycken, ende daer nae t’Antwerpen ende te Berghen ter marckt trocken , hebben om de ghelyckenisse ende ghe woonte der plaetsen van Brugghe , den naem ghegheven der plaetsen van Antwerpen ende Ber ghen , daer zy t’samen versamelden tot coophandel, de selve oock van gelycke Borse heetende. Welcken naem Borse t’Antwerpen soo aengenaem ende weer dich is gheweest, dat naemaels de Fransoysen , dien treckende tot eenen anderen sin , desen selven te Rouaen ende voorts tot Toulouse hebben gebracht, aldus noemende seker plaetsen , panden ende coop winckels, gheordineert nae de hierlandtsche maniere tot vertreck der cooplieden . Het selve hebben oock nu cortelinck d'Enghelschete Londen ghedaen, ende 3 22 BESCHRYVINGHE d'aenrichter oft stichter van de seer schoone huysin ghen aldaer is geweest M. Thomas GRASSAN, een tref felyck Borger der selver koninclycker stadt : welck werck voleynt zynde, is de Koninginne ELIZABETH sel ve te Londen gecomen, om te sien , ende ter plaetsen comende, heeft dat hoochelyck ghepresen : maer om niet te schynen ghemaeckt te zyn nae het voormaec sel van d’Antwerpsche Borse , heeft zy ' t geheeten de Konincklyke Wissel , merckelyck bevelende dat men 't niet anders noemen en soude : niet te min desen naem Borse heeft soo groote kracht ghehadt, dat heurbevel niet ghenoeghsaem en is gheweest om te beletten, dat het ghemeynlyck de Borse gheheeten worde. T’Antwerpen is oock een schoone plaetse d'Enghelsche Borse gheheeten , om dat de stadt ter belieften ende ten aensien van d’Enghelsche die heeft doen maken, met een schoon logie ende wan delinghe , in het jaer 1550. Beschryvinghe van onser Vrouwen kercke. T’Antwerpen zyn soo veel Kercken , Kloosters , Gasthuysen , als andere Goodshuysen tot twee en veer tich toe . De hooftkercke oft Domkercke, is onser Vrouwen kercke. Dit is een seer groote ende coste lycke kercke, heerlyck over al verciert, met eenen wonderlycken toorn van schoon gehouwen steenen, hooch wel vier hondert ende twintich antwerpsche VAN ANTWERPEN. 23 > > voeten , bedragende ontrent twee hondert florent sche ellen , welck een schoon aenschouwen ende uytsien gheeft : want boven van desen toorn en siet men niet alleenlyck de gantsche schoone stadt met de omligghende landouwe vol dorpen , huysingen ende hoven : maer oock wel claerlyck veel groote ende verre gheleghen steden , als Mechelen, Bruys sel , Leuven , Ghent, daer en boven een groote wydde van den waterstroom tot de zee toe met Zeelandt. In desen toorn zyn drie en dertich kloc ken , soo groote als kleyne, meestendeels luydende als instrumenten van musycke met groote conste ende lustighe t'samenstemminghe : de grootste clocke weeght onmatelyck swaer , ende heeft den naem KAREL , van Keyser KAREL den vyfsten , een seer uytnemende schoon stuck , maer en wort niet geluydt dan om ongewoonlycke ende treffelycke saecken . Dese kercke wordt bedient van vier en twintich Canonicken , ende veel ander Priesters , die tot een overhooft hebben eenen weerdighen ende eersamen Deken : in welcken staet nu ter tyt is M. ROGIER VAN Taxis. Byv. [Ende soo naemaels de Koninck met ver willinghe des Paus, inghestelt heeft in dese Neder landen verscheyden Bisschoppen , is d'eerste Bis schop van Antwerpen gheweest PHILIPPUS NIGRIUS : de tweede Franciscus SONNIUS, van het dorp Sonne in de Kempen : de derde LEVINUS TORRENTIUS van Ghent gheboren : de vierde GUILIELMUS VAN BERGHEN : den vyfsten ende lesten JOANNES MIREUS. > 24 BESCHRYVING HE Den dienst wordt seer heerlyc in dese kercke ghedaen : want het jaerlycks inkomen is seer groot , oock zyn de geestelycke persoonen vry van tol ende accyse aengaende spyse ende dranck. Noch heeft dese kercke veel andere dinghen tot heerlycke vercieringhe : besonderlyck ses Gilden oft broe derschappen van devotie ende goet exempel : D'eerste is de gilde der Besnydenissen , van vier en twintich treffelycke soo geestelycke als wereldt lycke mannen van binnen ende buyten der stadt , onder welcke zyn , d’Abt van Sint Michiel , ende d'Abt van Sint Bernaerdt , ende binnen mynen tyden hebbe ick daer onder ghesien den Marquis VAN HAVRE. Dese broederschap heeft in de selve kercke een seer groote ende schoone Capelle, heer lyck bedient , daer weerdichlyc wort bewaert de eigene Besnydenisse ons Heeren JESU CHRISTI in ' t jaer 1101 , in dese stadt gesonden van Hierusalem met groote eerweerdicheydt, door den hooghver maerden GODEVAERT VAN BUILLON , Hertoghe van Lotryck , ende Marckgrave des Heylichs Rycks , vercoren Koninck van Hierusalem : waer uyt ver scheydenlyck blyckt ; alsoo hier voor betoont is , ende hier nae claerlycker betoont sal worden ;; dat ter deser tydt ende langhe te voren de stadt van Antwerpen in grooter weerden ghehouden is geweest, midts dat een soo machtige Vorst, niet te min heur eygen Heere dit hooch gheacht heylichdom met sulcker eeren heeft overghesonden. Doen ter tydt is inghestelt gheweest den hooghtydighen 1 VAN ANTWERPEN. 25 >

2 omganck der Besnydenissen , alle jaer te houden ten eeuwighen tyde op den Drievuldicheyts dagh. Daer wordt oock eenen anderen heerlycken ende ouden omganck van onse Vrouwe gehouden in de Oogstmaendt , op den eersten Sondagh nae onser Vrouwen Hemelvaert dagh : in desen omganck gaet alle de gheestelyckheyt met het H. Sacrament , ende met verscheyden Heylighdommen : daer en boven de gantsche Wet met heur Officiers, alle d'Ambachten van der stadt met heur stocken , de Gilden met heur wapenen , ende vendelen , de Borgherye met groote pompe ende ghesedigheydt: met veel historien uyt den ouden en nieuwen Tes-, tamente , in schilderye ende dichte , daer by oock veel andere nieuwe lustighe ende ghenoechelycke cluchten. De tweede Gilde der kercken wordt ghenoemt van ' t Heylich Kruys, daer in zyn dertich gildebroeders , vyfthien geestelycke ende vyfthien wereldtlycke , inghestelt in 't jaer 1375 , met seer schoone ende borgherlycke ordinantien , waer af de twee wel heerlyck zyn : d’een dat elck gilde broeder verbonden is zynen medegesel , als zynen oprechten broeder , te waerschouwen al wat hy soude mogen hooren oft vernemen , aengaende d'eere, het leven , ' t goedt ende alle ' t ghene daer hem schade oft hinder af soude moghen comen. D'ander is : indien eenighe twist oft tweedracht opstonde tusschen ettelicke gildebroeders, soo zyn d'ander verbonden door cracht van beloftenisse de selve te vereenighen : ende soo verre als yemandt 26 BESCHRYVING HE dit gemaect bespreck der scheydmannen niet en wilt houden, die wordt uytgeschrabt ende uyt het gheselschap gedaen. De derde Gilde , inhoudende ontrent hondert soo borgheren van der stadt als vreemde , wordt ghemeynlyck gheheeten de Gilde van onser Vrouwen capelle, ghewydt ter eeren van de Maghet Maria, in de welcke, behalven vele mis sen ende andere schoone diensten , alle avondt onser Vrouwen lof, Salve Regina in schoone mu sycke ghesonghen ende met lustighe orghelen gespeelt wordt , op der voorseyden gildebroeders kost. De insetter ende stichter van dese Broeder schap is gheweest NICOLAES VAN RECHTERGHEM , der SCHETSEN oom van s'moeders weghen , een seer ryck ende treffelyck man : wiens graf met zynen naem in de selve capelle staet , aen den voet van den costelycken lattoenen candelaer , hem deser heyligher plaetsen ghegheven. De vierde Gilde is van ' t H. Sacrament, met een onseker ghetal van borghers ende vreemde , ghe schickte mannen, die in de voorseyde kercke oock besonderlyck onderhouden een uytnemende ende devote capelle , daer alle daghe misse ende lof wordt ghedaen met orghelen ende musycke. De vyf ste Gilde is van S. Antonis. De seste ende leste is van S. Rochus, in de welcke oock aendachtighe ende treffelycke mannen zyn, die heur capellen hebben, ter eeren van dese Santen ghewydt, met seer goede ordinantie van vriendtschap ende devotie. Noch heeft dese kercke, als buyten ’ t ghemeyn ghebruyck, van VAN ANTWERPEN. 27 > ses Gilden van wapen , ende drie andere van retho rycke, ende seven en twintich Ambachten van de stadt : alle welcke Gilden ende Ambachten heur capellen oft outaren hebben in deze kercke , daer zy alle heylighdagen misse doen lesen : maer doen op heurs patroons helighen dagh eene hooghe misse singhen in musycke. Daer en boven is hier behalven ' t ghemeyn , noch veel schoons incomens : waer met de kercke wel versien ende bedient wordt , alsoo voorseyt is . In ' t jaer 1533 gheraeckte ' t vuyr met groot ongheluck soo gheweldichlyck in dese kercke , dat in een corte wyle tydts alle d'outaren , in ghetale seven en vyftich , seer costelyck ende heerlyck, bycants heel afbranden : ' t heel dack ende houtwerck verbrande ; veel colommen werden bedorven : de schade die deur den geweldighen ende grouwelycken brandt geschiedde , was zeer groot : ende soo ' t yuyr alreedt in den toorn te veel plaetsen was ghemaeckt, is de Borgemeester M. LANCELOT VAN URSEL aenghecomen , door ' t groot gheloop ende getier , de welcke siende dese groote schade , ver voorderde hem voor alle d'andere, met grooten naeloop , sonder zy selven in dese sorghelyckheydt te sparen , ende stelde hem soo dapperlyck te wercke , met woorden , met beloften , ende merc kelycke daedt , roepende het volck by namen tot behulpelicken dienst , dat zy beweeght door de eerbiedinghe ende neersticheydt van dezen man , verscheyden gereetschappen in handen hebben ghegrepen , hen lyf waghende ende arbeydende } > 28 BESCHRYVINGHE > om ter zeerst ende ter meest : ende hebben aldus wonderbaerlyck desen schoonen ende heerlycken timmer behouden , besonderlyck fot lof ende eere van heur hooft den Borgemeester : de welcke dick wils hier ende daer gestooten ende gedreven, daer en boven zyn cleederen heel verbrandt, eyndelyck met seghe uyt soo sware sorghelyckheydt gheraeckt is. Van dit ongeval , als van een saecke die verha lens weerdich is, heeft devoorghemelde goede Poete CORNELIUS GRAPHEUS een stucxken gemaeckt in schoone latynsche versen , tot des voorgenoemden Borgemeesters prys ende eere. De coor deser schoo ner kercken is ghefondeert in ' t jaer 1124, nae dat ick vinde in sommige ghedenckenissen des geleer den Peeter Gielis, borgher ende Griffier der selver stadt ;: ter selver tydt is oock de kercke inghestelt ende ghewydt door BURCKARD Bisschop van Came ryck , ende Proost van Sint Michiel , met twaelf Canonicken , die naemaels vermeerdert zyn tot vier en twintich toe, alsoo voorseydt is. Aengaende de insettinghe ende wyinghe worden dese veer over een komende met de voorseyde gedenc kenisse , ghevonden : Undecies centum ductis , et sex quater, annis Virginis à partu conciliante reum, BURCHARDUS Præsul hæc atria , nec minus aram , Sacravit medium, quod tenet ecclesia . In dese kercke heeft Koninck Philips zyn eerste capittel ende raedt gehouden van het Ridderschap des Gulden Vlies , in het jaer 1551 , ende neghen sen , > VAN ANTWERPEN. 29 > thien Ridderen van verscheyden natien gemaeckt, de welke wy hiernae zullen noemen . Maer nu wy op de rede van dusdanighe Ridderschap zyn gecomen , heeftons goedt endebequaem ghedocht, eer datmen voorder vare , hier af , als van een seer heerlycke saecke, door den eyghenen Landtsheere selve binnen den selven lande , welck wy beschryven , inghe stelt ; te schryven ende in't cort te verhalen den oor spronck, ende voortganck tot nu toe : Besonderlyck want altyt Ridders ende Heeren van desen lande meestendeels daer toe vercoren zyn gheweest: waer uyt naemelyck veel Vorsten ende treffelycke Heeren sullen te voorschyn comen , desen graet weerdich wesende , om daer door elcke groote Provincie doorluchtich te maecken : welcke saecke voorwaer gheenssins en mach stilswyghende achterghelaten worden. Aldus seg ick dat Hertogh Philips PHILIPS van Borgondien, toeghenaemt de GOEDERTIEREN, om zyn goedtheydt : ten selven daghe van zyn houwelyck met Isabelle des Konincks van Portugaels dochter volbracht te Brugge , in't jaer 1429 : overmidts het goedt herte dat hy altydt tot de orden der Ridderschap hadde ghedraghen om die te verheffen ende vereeren ( alsoo hy met dusdanighe woorden selve spreeckt) ter naevolginghen van Gedeon , die door Goods bevel , met drie hondert vrome man nen, uytghelesen onder veel duysenden, is uytghe trocken gheweest ten stryde teghen eenen ontal lycken hoop Madianiten , om het volck van Israel te verlossen , heeft ter eeren Goods, der maeght Marie , 4 30 BESCHRYVINGHE 1 9 en des apostels Sint ANDRIES, die gehouden wordt als beschermer des Huys van Borgondien , ghesticht ende ingestelt een gheselschap van seer edele Rid ders , ontfanghende daer in Keysers, Koninghen, Hertogen, Marckgraven, Graven ende dierghelycke groote Heeren , soo wel ondersaten als vreemde , van edelen gheslachte , wel gheacht , ende sonder eenighe smette oft berispinge : dese hiet hy Rid ders van't Gulden Vlies , hen bestellende tot eenen eeuwighen Hooftman , den wettelycken Hertoge van Borgondien , ende Heere van dese Nederlanden . Hy en woude doen ter tydt ' t ghetal niet hoogher hebben dan van vyfentwintich , den Hooftman mede daer onder rekenende : maer heeft overmidts noodt lyck gheval des voorseyden gheselschaps , daer toe ghemaeckt vier treffelycke Officieren , te weten , Cancelier, Tresorier, Greffier ende Heraut, anders sins koninc der wapen ghenoemt. Welcke ordene hy rypelyck instelde met seer schoone ende merc kelycke conditien , weerdich sonder twyfel voor sulcken gheselschap : ghelyck dat blyckt uyt den Boeck der insettinghen van dese ordene. De eerste vieren twintich Ridders , behalven den voorseyden Hooftman ende insetter , zyn dese naevolghende gheweest, ten eersten : Wilhelm van Weenen, Heer van Sint Joris. Reynier Pot, Heer van Rochepot. Jan Heer van Rombais. Roelant van Uutkercke, Heer van Hemsrode. Antonis van Vergi, Heer van Champlite. > VAN ANTWERPEN. 31 David van Brimeu , Heer van Ligni . Hugo van Lanoy, Heer van Santes. Jan, Heer van Comene. Antonis van Thoulonion , Heer van Tranes; maer dese en heeft de Gulden Vliesketen niet ghehadt. Peeter van Lutsemborg, Heer van Sint Paul. Jan van Trimouille, Heer van Jonnelle. Gilbert van Lanoy, Heer van Willervall. Jan van Lutsemborg, Grave van Ligni . Jan van Villers, Heer van l’Isle Adam. Antonis, Heer van Croy ende van Renty. Florimond van Brimeu, Heer van Masincourt. Robert, Heer van Mamines. Jacob van Brimeu, Heer van Grigny. Boudewyo van Lanoy, ghenoemt Begue, Heer van Molem bais. Peeter van Bauffremont, Heer van Chargny. Philips, Heer van Ternant ende van la Motte. Jan van Croy, Heer van Tour op de Marne. Jan , Heer van Crequi : ende Jan van Nieucasteel, Heer van Montagu. Daer nae heeft de selve Hertoghe d'orden ende raedt der voorseyder Ridderschap wederom ghe houden te Ryssel , in't jaer 1431 , ende in stede van de twee overledene ghestelt : Fredrick Grave van Meurs : ende Symon van la Laing, Heer van Hantes. In't jaer 1432 heeft hy d'orden ghehouden te Brugghe : ende in de plaetse van twee gestorvene, vercoren : Andries van Thoulonion ; ende Jan van Melun , Heer van Antoing. 32 BESCHRYVINGHE In't jaer 1433 hiel hy d'orden te Digion , in Borgondien , ende voor de twee overledene ver koos hy : Jacob Heer van Creveceur : ende Jan de Vergi. In dese selve versamelinge des Raets vermeer derde hy ' ıghetal der Ridders tot eenendertich toe, zyns selfs persoone mede ghereeckent : de sesse daer by ghevoeghde zyn gheweest : Guide van Pontalier , Heer van Talmer. Boudewyn van Noyelle, Heer van Chasterelle. Jan Bastaerdt van Lutsemborg, Fleer van Haubourdin . Karel van Borgondien , Grave van Charolois , ontfing ' t gulden Vlies op de Voote oft Doopsel. Robert Grave van Vernemborg : ende Tibout Heer van Nieucasteel . In't jaer 1435 heeft hy d'orden ghehouden te Bruyssel, ende want niemandt van het gheselschap gestorven en was , soo en werden daer gheen andere nieuwe Ridders gekosen. In't jaer 1440 hiel hy d'orden te Sint Omer in Artoys , aldaer in stede der overledene Ridders vercoren werden : Karel Hertogh van Orleans. Jan Hertogh van Bretanien . Jan Hertogh van Alençon : ende Mathias de Foix , Grave van Cominge. Hier is te mercken , dat somtyts de Hooftman alle de plaetsen der dooder Ridders niet en vult in dese teghenwoordighe versamelinghe, maer doet sulcks naemaels in de naevolghende naeste ver VAN ANTWERPEN. 33 kiesinghe, oft houdt dit in zyns herten ghedachte, tot op een ander tydt . In't jaer 1445 heeft hy d'orden ghehouden te Ghent, daer in stede der dooden vercoren werden : Alfons Koninck van Arragon. Franck van Borsel, Grave van Oesterwant. Reynout Heer van Brederode. Ridborsel Heer van Laure. Jan Heer van Auchi : ende Adriaen Heer van Hunniere. In't jaer 1451 hiel hy d'orden te Bergen in Henegouwe , ende stelde daer in stede van de gestorvene : Jan Hertogh van Cleve. Jan van Gevarre, Grave van Arienne. Peeter van Cardone, Crave van Golissenne. Jan Heer van Lanoy. Jacob van Lalaing , Heer van Montigni : ende Jan van Nieucasteel, Heer van Montagu. In't jaer 1456 heeft hy d'orden ghehouden in den Haghe in Hollandt , daer hy in de plaetse der dooden heeft vercoren : Jan van Borgondien, Grave van Nevers. Antonis Bastaerdt van Borgondien. Adolf van Cleve, Heer van Ravesleyn : ende Jan van Cimbre , Regent van Cypres. In't jaer 1461 werdt d'orden van hem ghehou den te Sint Omer , daer in stede der overledene ghekosen zyn gheweest : Jan Koninck van Arragon. Adolf Hertogh van Gheldre . > 34 BESCHRYVINGHE Tibout Heer van Nieucasteel. Philips Pot , Heer van Rochenoulay. Lodewyck van Brugghe, Heer van Gruythuyse : ende Guide Heer van Roye. Hertogh PHILIPS DE GOEDERTIEREN, insteller der or denen des GuldenVlies , is ghestorven te Brugghe, in'tjaer 1467 in Junio : nae hem heeft Hertogh KAREL zyn sone in het navolghende jaer zyn eerste orden des Gulden Vlies ghehouden in de selve stadt van Brugghe, ende in stede der ghestorven , vercoren : Edouard Koninck van Enghelandt. Jacob van Bourbon, Grave van de Marcke : ende daer nae Koninck vau Napels. Lodewyck van Chalon, Heer van Chasteau . Jan van Damas, Heer van Clessy. Jacob van Lutsemborg, Heer van Rusborg. Philips van Savoyen , Grave van Blamet. Pbilips van Creveceur, Heer van Efkerde : ende Claude van Montagu, Heer van Couches. In het jaer 1473 heeft Hertogh KAREL d'orden ghehouden te Valencyn, ende in de plaetse der over leden, ghestelt : Ferdinand, Koninck van Castille. Ferdinand Koninck van Napels, ende van Sicilien . Jan Heer van Bievre. Philips van Croy , Grave van Chimay. Jan van Lutsemborg, Grave van Marle . Guido van Brimeu , Grave van Megen : ende Enghelbert Grave van Nassau . Dese Hertogh KAREL werdt in't jaer 1477 in de Loumaendt, naer den Roomschen styl , voor Nancy, in den veldtslagh van de Switsers verslaghen : ende

1 VAN ANTWERPEN. 38 MAXIMILIAEN Koninck der Romeynen, daer na MARIE Hertogh Karels eenighe dochter ende erfghenaem ghetrouwt hebbende, is Hooftman van d'orden des Gulden Vlies gheworden , ende heeft zyn eerste Capittel ghehouden te Brugghe in het jaer 1478 , ende in stede van twaelf overledene, vercosen : Peeter van Lutsemborg, Grave van S. Paul . Jacob van Savoye, Grave van Romont. Wilhelm Heer van Egmont. Wolfaert Heer van Borsele : ende Grave van Grandpré. Joos van Lalaing, Heer van Montigay. Jacob van Lutsemborg, Heer van Fiennes. Philips van Borgondien , lleer van Bevre . Bartholomeus Heer van Lithestaing. Voorts bleven d'ander plaetsen ledich. In't jaer 1481 heeft de voorseyde MaximILIAEN d'orden ghehouden t'Shertoghenbosch, daer hy om de voorseyde ledighe plaetsen te vullen, vercoren heeft. Jan , Banerheer van Ligne. Glaude, Heer van Thoulonion. Peeter, Heer van Bossu. Boudewyn, Heer van Molembais . Wilhelm van de Baulme, Heer van Arlant. Jan van Berghe, heer van Walaing . Marten , Heer van Polhain : ende Philips van Oostenryck , Grave van Charolois. In'tjaer 1491,als Philips van Oostenryck, Hertogh van Borgondien, MAXIMILIAENS sone , uyt mombaer dyen der Voogden was ghekomen, ende ' t bewindt zyner Staten selve in handen hadde, heeft als Hooft • 36 BESCHRYVINGHE man deser orden zynen eersten Raedt te Mechelen gehouden , ende in stede der dooder Ridders, vercoren : Frederick van Oostenryck Keyser. Hendrick Koninck van Enghelandt. Albrecht Hertogh van Sassen . Hendrick van Witen, Heer van Bersle . Peeter van Lanoy, Heer van Fresnoy . Arnout, Hertogh van Wirtembergh. Glaude van Nieucasteel, Heer van Cransey. Jan Grave van Egmont. Christoffel Marckgrave van Baden . Jan, Heer van Cruninghen. Karel van Croy, Prince van Chimay. Wilhelm van Croy, Heer van Cheure. Hugo van Melun , Ondergrave van Gent : ende Jacob van Lutsemborg, Heer van Fiennes. In't jaer 1501 in de Loumaendt heeft de voor seyde Philips de orden ghehouden te Bruyssel , ende daer in de plaetse der ghestorven , vercoren : Wolfgang Heer van Polhain. Itilfrit Grave van Sorle. Cornelis van Berghe , Heer van Sevenberghen . Philips Bastaerdt van Borgondien , Heer van Somerdyck . Michiel van Croy, Heer van Sampi . Jan van Lutsemborg, Heer van Ville , Karel van Oostenryck , Hertogh van Borgondien, Philips sone . > In't jaer 1505 heeft hy d'orden ghehouden te Middelborg in Zeelandt , op zyn reyse nae Span-. gnien , ende in stede der overleden , vercoren : Hendrick Koninck van Enghelandı. Pauwels Heer van Dyckestain . > VAN ANTWERPEN. 37 > Car, Banerheer van Lalaing. Wolfgang Grave van Furstenberghe. Don Jan Emanuel. Floris van Egmont, Grave van Bueren. Jacob Grave van Horne. Hendrick Grave van Nassau . Feri van Croy, Heer van Reuz : ende Philibert Heer van der Vere. In't jaer 1506 , als Koninck Philips ghestorven was , soo en is oock gheen Capittel ghehouden gheweest tot den jare 1516 , als KAREL zyn sone , naemaels de vyfste Keyser dies naems , na hem ghecomen in de Konincrycken van Spangien , van de nieuwe Wereldt , van Napels , van Sicilien , ende in de Heerschappyen van dese Nederlanden , ende het Hertoghdom ende Graefschap van Bor gondien : als Hooftman van de orden des Gulden Vlies , zyn eerste Capittel heeft ghehouden te Bruyssel , ende om meer ander Heeren deser weer dicheydt deelachtich te mogen maken , heeft het ghetal der Ridders van eenendertich vermeerdert tot eenenvyftich, ende in de stede der dooden, ende tot de nieuwe vermeerderinghe, vercoren : Fransoys eerste Koninck van Vrankryck, dies naems. Ferdinand Infant van Spangien . Frederick Palsgrave. Jan Marckgrave van Brandenborg. Guido van Baume, Grave van Monlieuel. Hubrecht Grave van Mansveldt. Laurens van Gornot, Grave van Pontuaulx . Philips van Croy, Grave van Porcien . Jacob van Gavre, Heer van Frezin . 38 BESCHRYVINGHE Antonis van Croy, Heer van Sampi. Antonis van Lalaing, Heer van Montigni . Karel van Lanoy, Heer van Sanzelle. Adolf van Borgondien, Heer van Bevre. Felix Grave van Werdemborg. Emanuel Koninck van Portugael . Lodewyck Koninck van Hongarien . Michiel Heer van Folkensteyn . Maximiliaen van Horne, Heer van Gaesbeke. Wilhelm Heer van Rubampiere. Jan Banerheer van Trazegnie . Jan Heer van Wassenaer . Jan Heer van Sevenberghe. Fransoys van Melun , Grave van Espinoy : ende Jan Grave van Egmont . D'andere plaetsen bleven ledich . In't jaer 1519 heeft zyne Majesteyt d'orden ghe houden te Barcelone : welck d'eerste reyse was dat die ghehouden is gheweest buyten dese Nederlan den ende Borgondien : daer hy tot vervullinghe der voorseyder vermeerderinghen, ende der overleden, vercoren heeft , Frederick van Toledo, Hertogb van Alve. Diego Lopes van Pacieco, Hertogh van Scalone . Don Diego Urtado van Mendoza, Hertogh van Infantasgue. Don Inigo Fernandez van Pellasco, Hertogh van Frias. Alvaro , Hertogh van Vegera . Don Antonio Manriquez, Hertogh van Najara.. Don Fernando, Hertogh van Cardona. Peeter Antonis, Hertogh van Saintmair. Don Frederick Henriquez, Grave van Modica . Don Alvaro, Grave van Tristemare. Adriaen van Croy, Heer van Beauraing. VAN ANTWERPEN. 39 Jacob van Lutsemborg, Grave van Gaure. Christiern Koninck van Denemarck. Sigismond Koninck van Polen. Philibert van Chalon, Prince van Orangien, In't jaer 1531 heeft hy d'orden ghehouden te Doornick in Vlaenderen, ende in stede der dooder Ridderen, vercoren : Jan Koninck van Portugael . Jacob Koninck van Schotlandt. Fernand van Arragon, Viceroy van Valence . Peeter Hertogh van Frias. Philips Herthogh van Beyeren . Joris Hertogh van Sassen . De Hertogh van Alburquerque. Andries Doria, Prince van Melphy. Philips Prince van Spangien . Reynout, Heer van Brederode. Don Ferdinand van Gonzaga. Nicolaes Marckgrave van Saluzo . Glaude van Baulme, Maerschalk van Borgondien . Antonis Marckgrave van Berghen . Jan Heer van Bossu . Karel Grave van Lalaing . Lodewyck van Vlaenderen, Heer van Prat . Joris Schenck . Philips van Lanoy, Heer van Molembais. Alfonse Davalos, Marckgrave van Guaste. Fransoys Grave van Miranda . Maximiliaen van Eghemont, Grave van Bueren : ende Renaet van Chalon , Prins van Orangie. In't jaer 1546 heeft hy d'orden ghehouden t’U trecht, ende in stededer overleden, vercoren : 40 BESCHRYVING HE Maximiliaen Koninck van Bemerlande. Inigo Lopes van Mendoza , Hertogh van Infantasgo. Fernand van Toledo, Hertogh van Alve. Cosme van Medicis, Hertogh van Florence. Albert Hertogh van Beyeren. Emanuel Philibert, Prince van Piedmont . Octavio Farnese , Hertogh van Camerio. Don Hendrick, Hertogh van Nagera . Frederick Grave van Fustemberg. Joachim de Rie. Philips van Lanoy, Prince van Sulmone. Pont van Lalaing, Heer van Bignicourt. L'Amoral van Egemont, Prince van Gavre. Jacob Grave van Ligne. Glaude van Vergi, Banerheer van Champlite . Philips van Lalaing, Grave van Hooghstraten . Maximiliaen van Borgondien , Marckgrave van der Vere. Jan de Ligne, Grave van Arenberg. Peeter Ernest, Grave van Mansveldt. Peeter van Werchin , Seneschalck van Henegouwe. Jan van Lanoy, Heer van Molembais : ende Don Pedro van Cardona, Grave van Frias. In't jaer 1556 , als Keyser KAREL zynen sone Ko ninck Philips alle zyne Koninckrycken ende Staten overghegheven hadde, heeft zyne Konincklycke Ma jesteyt d'eerste orden des Gulden Vlies t'Antwerpen ghehouden, ende in stede der aflyvighen , vercoren : Hendrick Hertogh van Bruynswyck. Ferdinand Eertshertoghe van Oostenryck. Philips van Croy, Herlogh van Arschot. Karel Prince van Spangien . Don Gonzalo Fernandez van Cardonne, Hertogh van Sessa ende van Terra Nova, Grave van Cabra . VAN ANTWERPEN . 41 De Hertogh van Medina van Rio secco , Admirael van Castilien . De Hertogh van Cardonne. Karel Banerheer van Barlemont. Philips van Slavele, Banerheer van Chaumont, ende Heer van Glayon . Karel van Brimeu, Grave van Meghen . Philips van Mommorency, Grave van Horne. Jan Marckgrave van Berghen. Wilhelm van Nassau , Prince van Orangien , Heer van Breda, etc. Jan van Mommorency, Heer van Courrieres. Jan Grave van Oost vrieslandt. Antonis Doria, Marckgrave van S. Steven . Francisco Fernand d'Avalos , Marckgrave van Pescare ende van Vaste. Sforce, Grave van Sint Flour. Vradislaus, Banerheer van Bernsteyn. In't jaer 1559 , soo zyne Majesteyt vertrecken soude nae Spangien , heeft d’orden te Ghent ghe houden , ende daer in stede der afghestorven dese naevolghende Ridders aenghenomen, te weten : Fransoys de tweede Koninck van Vranckryck dies naems. Guidebald Hertogh van Urbin . Philips van Mommorency, Heer van Assincourt . Wilhelm van Croy, Marcgrave van Renty. Floris van Mommorency, Heer van Montigny. Philips Grave van Ligny. Karel van Lanoy, Prince van Sulmone . Antonis van Lalaing, Grave van Hooghstraten. Marc Antonis Colonna . De Banerheer van Henhassen : ende De Heer van Turcoin . BESCHRYVINGHE > Aldus is tot nu toe drie en twintich mael in alles , Capittel ende Raedt van dese doorluchtighe ordene ghehouden gheweest , nae gheleghentheydt ende gerieffelyckheydt des Hooftmans, nu in d’een stadt, ende dan in d’ander, ghebruyckende de selve ceremonien , oude , langhe ende eerlycke cleedin ghen, ghelyck als de voorseyde Hertogh Philips ter dier tydt plach te ghebruycken. In welcke raedt ende vergaderinghe , drie dagen duerende , eerst ende voor al devotichlyck diensten ende uytvaer den voor de overleden Ridders worden gehouden , ende in de stede der selver andere loffelycke ende sulcker eeren weerdighe mannen aenghenomen , tot eenenvyftich toe, met oude ende eerweerdighe ceremonien, toedoende, afdoende oft verbeterende sommighe wetten , insettinghen ende onderspre kinghen, naer dat het te passe comt, ende den tydt uyteyscht. Byv. [ Na dese orden lest te Ghent ghehouden , ende des Konincx vertreck nae Spangien, en is die niet meer , nae ghewoonlyck ghebruyck met heer lycke vergaderinghe gheschiedt , maer met luttel volcks. Want de Koninck heeft nae zyn beliefte tot verscheyden reysen , het Gulden Vlies gheson den sommighen Heeren , soo dat in het jaer 1587 onder oude ende nieuwe Vliesheeren alleenlyck de se naevolghende in't leven zyn gheweest : te weten in Spangien , de Koninck Overhooft van d'orden , Prince Philips zyn sone , tegenwoordelyck Koninck van Spangien : de Hertogh van Medina Cidonia : > VAN ANTWERPEN. 43

de Hertogh van Medina Celi : de Hertogh van Medina van Rio secco : de Hertogh van Cardonna. In Duytslandt de Keyser RoDoLPHUS : de Eerts hertogh FERDINAND : de Eertshertogh KAREL , de Eertshertogh Ernest : de Hertogh van Beyeren. In Bemerlandt de Banerheer van Rosemberg, van't huys van Ursine . In Oostenryck de Banerbeer van Harach. In Savoyen de Hertogh. In Italien de Groote Hertogh van Toscana : de Hertogh van Parma ende Placentia : de Hertogh van Urbin : de Hertogh van Terra nova : de Hertogh van Savionette : de Prince van Sulmone : de Marquis van Guasto : de Prince van Gutero . In Nederlandt de Grave van Mansfelt : de Hertogh van Arschot : de Grave van Overende : de Grave van Arenberghe : de Grave van Barlaimont : de Grave van Egmont : de Marquis van Renty. In Borgondien de Marquis van Varam bon : de Grave van Chanite oft Champlite. ] Dierghelycke ordene van Ridderschap heeft Edouard de derde Koninck van Enghelandt dies naems , ter eeren van Sint Joris, als patroon ende beschermer des Koninckrycks , inghestelt ontrent het jaer 1350 : noemendedie d'ordene van den Cous sebandt . Des ghelyck heeft Koninck LODEWYCK van Vranckryck, d'elfste dies naems, niet teghenstaende de twaelf Paren oft Ghenooten des Koninckrycks, ter navolginghe van de voorseyde , inghestelt bin nen zyn Ryck de ordene van S. Michiels Ridders , ontrent het jaer 1470. Maer voor alle dese is de edele ordene der Ridderschap van de Annonciade, > 44 BESCHRYVING HE inghestelt gheweest door de oude Graven des doorluchtichsten huys van Savoyen , ghesproten uyt den vermaerden stam des huys van Sassen : alle welcke ordenen nu noch tegenwoordichlyck heerlyc ende doorluchtich zyn. Eyndelyck heeft onlancx gheleden CosmE DE MEDICIs Hertogh van Florencen ende van Sienne, zyn doorluchtige orden van Sint Steven opghericht, seer groot van ghetale, ende hooghelyck vermaert door den Edeldom ende weerdicheyt der Heeren. Laet ons nu voorts vervolghen de beschryvinghe van Antwerpen. In de stadt van Antwerpen is boven de voorseyde kercke van onser lieve Vrouwen, de schoone kercke van Sint Jacob met eenen hooghen ende treffelycken toorn, maer noch niet heel volmaeckt. Daer en boven de groote ende rycke Abdye van Sint Michiel Eerts engel , van der Premontstraten orden , daer ge woonlyck de Landtsheere herwaerts overcomende ghelogeert is . In welcke kercke voor den hooghen outaer begraven light ISABEAU VAN BOURBON, des les ten Karels Hertoghs van Borgondien huysvrouwe, ghestorven in het selve Klooster, in't jaer 1465 , ghelyck in't opschrift des heerlycken grafs gesien wordt. Dese Kercke is ghefondeert ende inghestelt gheweest tot dese orden , in het selve jaer als de voorseyde orden der Premonstraten , van NoTBERT den seer edelen Prelaet HERIBERTS des Paltsgraven sone in Picardyen , in't bisdom van Laon , plaetsen Premonstrate ghenoemt, ghesticht werdt, in't jaer 1124 , alsoo men in't langbe beschreven > ter VAN ANTWERPEN. 45 > > siet in de historie van NOTBERT met Latynsche veersen op den muer des voorseyden Kloosters van Sint Michiel . In dese Kercke siet men de be gravinge van WALTman den eersten Abt , de welcke het bewindt ghehadt hebbende vyfthien jaren lanck, is ghestorven in't jaer 1138 , welck wel over een comt met het ghene dat SIGEBERT de Historyschry ver verhaelt, hoe wel sommighe andere wat ver scheydenlyck daer af schryven : Aldus zyn dit Convent ende onser Vrouwen Kercke al op eenen tyt ghesticht. Welcke ordene naemaels over al seer verbreydt is gheweest, wel ryck ende machtich van goede. Oock zyn hier drie Kloosters van de bidden de orden met schoone kercken , te weten Minne broeders , daer een redelycke fraeye Librye is ; Carmeliten oft Vrouwenbroeders, ende Predickhee ren oft Jacopynen, oft veel eer de Broeders van de orden van Sint Dominicus, van den welcken haren reghel oorspronck heeft : der welcker kercke t'Ant werpen ghefondeert is in't jaer 1243 ; ende corts daerna werdt hier oock gesticht der Minnebroeders kercke die veertich jaren jongher is . Dese twee hey lighe mannen, DOMINICUS Spanjaert, ende FRANCISCUS Italiaen , hebben heur eerweerdighe en heylighe ordenen inghestelt , met sulcke godtvruchticheydt, dat zy terstont door de gantsche Kerstenheyt ver breydt zyn gheworden . Byv. [ Daer is oock gheweest de vierde biddende orden, het Augustynen Klooster, die de Kercke nu S.Andries genaemt besaten . Maer sints het opkomen 6 46 BESCHRYVINGHE van M. LUTHERUS, werden zy alle Lutheriaensghesint, ende werden verstoort ende verdreven , veel ghe doodt , verdroncken ende verbrandt , ende sint is de Kercke een Prochiekercke gheworden . Maer in't jaer 1585 is t’Antwerpen een vierde biddende orden ghekomen , door toedoen van den Hertoge van Parma , zynde als doen Gouverneur van de landen , te weten de Capucynen , een seer stranghe leven leydende : welcke orden ghefondeert is in't jaer 1525, by eenen Minnebroeder in Italien , met name Matheus Basci . Hier zyn oock ten tyde van den Hertogh van Alva comen woonen de Jesuiten, het huys van Aken genaemt gecocht hebbende , toebehoorende het gheslachte der Schetsen , die van Aken daer ghekomen waren, ende dat heerlyc ken gebout hadden : het welcke zy seer bequame lyck tot haren gherieve hebben doen accomoderen. Deser orden is ingestelt gheweest in het jaer 1540, door IgnatiuM LOYOLAM , een Navarroys. ] Hier is oock een Goodshuys tot onderhoudt der uytsinnigher menschen , met goede ordinantie. Ende tot onderstandt der armer menschen die heur kinderen niet en connen onderhouden soo't behoort, zyn hier twee andere Goodshuysen, d'een knechtkens, d'ander meyskens huys : hebbende meesters ende meesterssen , die den kinderen con sten ende ambachten leeren, eyndelyck wort den eenen ende den anderen deylinghe ghedaen met het uytgaen . Hier met willen wy nu ophouden aen gaende Goodshuysen , Kloosters ende Gasthuysen . > > VAN ANTWERPEN. 47 > Binnen Antwerpen zyn ten teghenwoordighen tyde meer dan 13,500 huysen, ende daer en boven noch plaetse bescheeden voor meer dan 1500 : soo dat indien de stadt in voorspoedt mocht voortvaren ghelyck zy veel jaren heeft ghedaen , de ledighe plaetse binnen corten tyde vervult soude werden , tot het ghetal van vyfthien duysendt huysen toe , sonder mede te rekenen de groote wydde aen het casteel , daer men tot eenen lust seer schoone hoven mocht maecken : in der voegen dat Antwer-. pen warachtichlyck onder de volste ende volck ryckste steden van Europe soude moghen gherekent worden. Ende hoe wel hier soo veel huysen ende wooningen staen , nochtans zyn die overmidts de groote menichte des volcks seer dier, meer dan in eenighe steden die ick wete, uytghenomen Lisbone ; soo dat de heel stadt door, een gemeyn huys heb bende vyf oft ses woonsteden oft cameren met zyn toebehoorten , by de twee hondert croonen s'jaers verhuert wordt : ende alle d'andere grooter ende cleynder gelden ter hueren , na gelycke van dien, vier hondert ende vyf hondert croonen , dickwils oock meer. Daer zyn in sonderheydt veel groote ende lustighe huysen : d’andere al en is het maeck sel , ende den timmer niet soo sterck ende ghedue rich als in Italien, zyn nochtans meestendeels seer schoon, lustich ende gherieffelyck , ende worden van daghe te daghe beter ghemaeckt : want de Borghers zyn nu , overmidts heuren ryckdom , hooghmoedigher ende eergieriger, dan eertydts : > 48 BESCHRYVINGHE A ende timmeren deshalven te beter : jae met de Wet is verboden geen huysen van hout te maken oft te vermaken : ende gheen mueren te metsen onder de dickte van eenen voet, na der stadt mate . Behalven de besondere borghers huysen , zyn hier veel ghe meyn huysen , seer schoon ende heerlyck, naeme lyck Tapissiers pandt, Vleesch huys, Wage, ende het hoffelyck huys den Engelschen verleent, ghenoemt, 'tHof van Liere ; want Heer Aert gheboren uyt den loffelycken stamme van Liere , heeft dit doen maken als een Coninclyck Paleys , ' t selve ordinerende tot een hof voor Keyser Karel, den vyfsten. Noch zyn hier costelycke Packhuysen, die de stadt eyghent lyck voor d'Enghelsche heeft doen maken : ende het nieuw huys daer de coopmanschap die te lande comt, ontladen wort . Maer boven alle dese, is het Oosterlinghuys het grootste ende heerlyckste. In't cort gheseght, hier en gebrack anders niet dan een Raedthuys oft Paleys voor de Heeren , tot een soo machtighe Ghemeynte dienende , ende len anderen deele ghelyckewel voegende : ende daer om heb ben daer nae een seer costelyck , wydt ende loffe lyck ghemaeckt : het welk al t'samen gerekent ontrent hondert duysent croonen ghecost heeft. 2

VAN ANTWERPEN. 49 Beschryvinghe van het Stadthuys. Dese gantsche stadt wort alleenlyck uytgedeylt in vyf Prochiekercken, te weten , onser Vrouwen , Sint Jacobs, Sint Joris, Sint Andries, ende Sint Wal borg , anderssins genoemt de Borgtkercke, welke d'oudtste van allen is, ende schynt gheweest te heb ben den Tempel van den Afgodt Mars, oft soo andere segghen , Priapus , ter tydt der Heydenen . Dese Priapus (soo men seght) is van d'eerste inwoonders deser plaetsen soo hoogh gheacht ende gheeert gheweest ( * ) , dat zy hem na het natuerlyck in steen uytghehouwen hebben, op de poorte van den inganck der Borgt : gelyck men noch op den dagh van heden aen dese poorte openbaerlyck siet by den Steen oft ' t ghemeyn Ghevanghenisse . Dese vyf Prochien zyn uytgedeylt in twaelf deelen oft wyc ken : maer ter wyle ick dit boeck schreef , werdt in de Nieuwstadt eenen anderen wyck ghemaeckt : ende comen soo in alles derthien wycken te zyn. Antwerpen is seer wel versien van lyfneeringhe: want behalven die de vreemdelingen van alle zyden bybrenghen , wordt van de besorghers der gant scher Provincien , te water ende te lande daghelycx soo veel bygebracht , dat hier niet alleenlyck over ( * ) Gorop. lib . 1. Aduatico. 50 BES CII RYVINGHE vloedt van allerley ghewoonlycke lyfneeringhe, maer oock seer groote overvloedt van allerhande onghewoonlycke ghevonden wordt. Hier zyn met menichte allerley soorten van Wynen : ten eersten uyt Duytslandt seer goeden Rhynschen wyn : daer na uyt Vranckryck, Spangien, Portugael , Canaryen ende andere Provincien , ja oock uit Italien seer costelycke wynen, ende den uytnemenden Malvasie uyt Candien . Aengaende costelycke eetware, om te bancketeren, buyten noodtsaeckelyckheydt, wort allerhande lusticheydt ende leckernye , die men mocht wenschen oft begheeren , uyt alle landen , hier ghevonden. Antwerpen is van oudts niet alleenlyck een Rycks stadt maer oock een hooftstadt van't Marckgraef schap des Heyligen Rycx : soo wy hier naer in de beschryvinghe des Marckgraefschaps sullen ver claren ; ende gheniet deshalven veel privilegien, ghelyck oock eensdeels veel andere steden ende vlecken des landts, die Keyserlycke ghenoemt wor den : noch en gheven daerom den Keyser geen tribuyt : want zy eensdeels met ghelt , eensdeels met verdienste, als Antwerpen, eensdeels ooc met ter tydt, hen gantschelick van dese dienstbaerheydt ende onderdanicheydt ontslaghen hebben. Oock heeft Antwerpen een weerdicheydt, bycants ghelyck Bruyssel, daer wy hier voor af ghesproken hebben , in Nederduytsch ghenoemt Borghgraef schap , in Walsch ende Italiaens Viscomté. Desen graedt ende tytel van Borggrave is in ouden tyden VAN ANTWERPEN. 51 ghegeven gheweest den Capiteyn van de Borgt van Antwerpen , met sekere versieninge van wooningen ende andere goeden binnen ende buyten , die hy namaels den eenen ende den anderen te Leen heeft ghegheven, waer door een Leenhof gesticht is, in welck nu ter tyt noch open Bancke alle veerthien daghen ghehouden wordt , door des Leenheeren Stadthouder, welck teghenwoordichlyck is ANTHONIS Gelie, een wel gheleert man in de Rechten. Des Borggraefs officie was, Capiteyn ende Hooftman te zyn van de wacht der Borgt ende der inwoonders, alsoo wel blyckt by merckelycke redenen, besonder want noch op den dagh van heden , als yemandt borgher ghemaeckt wordt, soo doet men hem in de Vierschare sweeren de selve woorden ende termen van ouden tyde, te weten , dat hy den Hertoghe van Brabant, als Marckgrave des Heylighen Rycks , ghetrouw sal wesen , belovende getrouwelyck te bewaren ende te beschermen de Borgt; waer by nu ter tydt de stadt verstaen wordt ; ende den byvanck van Antwerpen, in't gheselschap van den Borggrave ende van d'ander borghers. Welcken staet metter tydt gecomen is aen den Hertogh van Cleve , als Heer van Diest : ende eyndelyek aen den Prince van Orangien , by wisselinge gedaen door zyne voor saten van Nassau met den voorseyden Hertogh van Cleve. Het is voorwaer een seer treffelycke weer dicheydt , maer cleyn van profyte : want zy meer met den naem dan met de daet hedensdaeghs gheoeffent wordt. 52 BESCHRYVINGHE De stadt van Antwerpen is ooc een Hooftstadt van de vier quartieren van Brabandt : soo dat onder heur quartier, Berghen , Breda , Liere , Herentals, Steenberghen ende andere steden ende dorpen be grepen worden. Een deel van dit quartier appeleert in borgerlycke saken eer t’Antwerpen , dan in de Cancelrye van Brabandt : ende heeft daer en boven noch verscheyden andere bewinden onder heur. Dit quartier comt gelyck over een met d'andere , voor zyn deel , in alle beden ende schattingen die de Staten van Brabant den Landtsheere verwilli gen : ende ghemeynlyck bedraghen hen d’andere aen't gene dat Antwerpen met d'ander Staten ver willight ende besluyt. Maer laet ons nu cortelyck besien , door wat wech ende middel dese stadt besonderlick tot desen hooghen graedt gheraeckt is. Ten aller eersten is dese stadt merckelyck groot gheworden , alsoo ick bevinde, door marckten ende jaermarckten , heur van ouden tyden verleent van heur Landtsheeren , met groote privilegien ; ende bevesticht door der Pausen ende Keyseren macht ende genade. Maer Hertogh Jan de tweede van Brabant heeft door een verbolghentheydt eensdeels de vryheydt van Ant werpen genomen , ende der stadt van Mechelen ghegheven, in't jaer 1300. Niet te min Keyser Hen DRICK de sevenste van Lutsemborg, heeft die gant schelyck wederom ghegheven , in't jaer 1309. Maer Graef LODEWYCK van Vlaenderen, den welcken dese stadt als houwelyck goedt verbonden ende te pande VAN ANTWERPEN. verset was van den Hertoghe van Brabandt, heeft den Antwerpenaers die wederom op nieuw genomen , in't jaer 1358, ende den Mechelaers wederom ghe gheven : door welcke oorsake dese twee steden menichmael teghen malcanderen ten stryde zyn gecomen, ende besonderlyck in het jaer 1410. Maer om cort te maken : eyndelyck zyn met verdrach twee jaermarcten t’Antwerpen gebleven , ghelyck noch nu tegenwoordichlyck , ende de selve , alsoo ick gheseyt hebbe , sterckelyck gheprivilegieert. Dese privilegien zyn in substantie aldus ghestelt : Als dat een eyghelyck sal moghen comen ende blyven in de stadt, alle den tydt der vryheyt door : daer na met zyn coopmanschap ende goedt vryelyck wederom nae huys trecken , sonder dat men hem ter saken van schult eenich letsel sal mogen doen , oft yet op hem eysschen in de gantsche reyse over wech. D'eene wordt genoemt de Pincxtermarckt , mits dat zy veerthien daghen voor Pincxter begint. D'ander de Bamismarckt oft Remeeusmarckt : want zy beghint den tweeden Sondagh naer onser Vrou wen Hemelvaert, comende niet verre van S. Baefs oft S. Remeeus dagh . Elck van dese jaermarcten duert ses weken lanck , mede rekenende de veer thien dagen verlengs die door oude ghewoonte gebruyckt worden. Nae de vryheydt volght de be talinghe van wissel ende van depost der voorseyder marckten , te weten , d'een den thienden van d'Oogstmaendt, ende d'ander den thienden van de Slachtmaendt : indien dese betalinghen door den : 7 5.4 BES CII RYVINGIE Landtsheere, tot zyn eyghen, oft tot des Coopmans gherief , niet verlengt en worden , welck sint de leste oorloghen dikwils gheschiedt is : Ende de betalinghen van coopmanschap gheschieden een maendt daer nae. Diesghelycks worden nu ter tydt t'Antwerpen de betalinghen van de twee jaermarck ten ghedaen , die te Berghen op Zoom plegen te gheschieden, te weten van de Coudemarckt, ende van de Paeschmarckt : d’een begint den thienden dagh van Sporckelle, ende d'ander den thienden van Mey : hoe wel die namaels tot den twintichsten verloopen zyn , ghelyck d'andere hier voor : ende heur betalinghe van coopmanschap gheschiedt oock een maendt daer nae. Eer dat wy voorts varen , sullen wy niet achterlaten in't cort wat te segghen , van een merckelycke saecke , aengaende de Peert marckten , die oock tweemael s'jaers in dese stadt gehouden worden : sullen oock wat verclaren van de twee Leermarckten oft Huydmarckten die nae d'ander terstont volghen. D'eerste Peerdtmarckt wordt ghehouden in de Quatertemperen van Pincx ter, ende duert drie daghen : D'ander oock soo lange duerende , comt op den eersten Woensdach nae onser Vrouwen dagh in de Herfstmaent , tot welcke marckt allerhande peerden met seer groote menichte van alle canten des landts , ende oock van buyten , jae tot van Denemarck toe ghebrocht worden , welck voorwaer lustich is om aensien ende gerieffelyck om hem selven wel te versien : ende naer den Landtsheere, zyn de Heeren van der > > 9 VAN ANTWERPEN. 55 stadt d'eerste die hen met peerden stofferen , soo dat wel behoorlyck is. Nae dese twee Peerdtmarck ten , volghen terstondt de Leermarckten oft Huyd marckten , twee oft drie daghen duerende , daer men groote lederen ende huyden van allerley beesten, drooghe, vette ende ghesoutene , te coope vindt niet alleenlyck die binnens landts vallen , maer die t'alle canten van buyten ghebracht wor den , bedraghende een groote somme van pen ninghen. Ten tweeden is dese stadt merckelyck grooter , rycker ende vermaerder begost te worden, ontrent het jaer 1503 ende 4 , als de Portugaloisen corte lincx te vooren met wonderbaerlycke ende ver schromelycke schipvaerdt ende ghereedtschap Ca licut inghenomen hadden, ende midts des Konincx verwillinghe, de speceryen ende drogheryen begos ten uyt Indien in Portugael te brenghen ( welck een reyse is van sesthien duysendt mylen , ende wordt gemeynlyck binnen den tydt van ses maen den ghedaen ) ende voorts uyt Portugael ter marckt in dese stadt over te senden : welke voorseyde spe ceryen ende drogeryen eertydts gehaelt plegen te worden door de Roode Zee tot Baruti , ende in Alexandrien : voorts van de Venetianen te Venegien ghebracht, ende alsoo in Italien, Vranckryck , Duyts landt ende andere landen des Kerstenrycks overghe voert ende verbreydt. Maer soo de Portugaloisen de sen coophandel aengheveerdt, ende daer nae eenen Konincklycken Factoor bestelt hadden om hier vast 56 DESCHRYVINGHE 9 te blyven , heeft hy de Hoogduytsche allengskens tot dese coopmanschap betrocken , ende ten eersten de FOCKERS, de WELSERS, de Hoochstetters , ende een weynich voor alle dese NICOLAES RECHTERGEM , hiervoor verhaelt welck d'aller eerste is gheweest die met den Factoor van Portugael bespreck ende coop heeft ghemaeckt aengaende specerye , ende de selve aller eerst in Hooghduytslandt ghesonden : soo dat de Hooghduytsche noch niet wetende van de nieuwe reyse der Portugaloisen , door groote verwonderinge twyfelden oft dese speceryen valsch souden wesen : aenghesien zy ghewoon waren , uyt Duytslandt herwaerts over te senden sulcke speceryen als zy van Venegien te lande hadden ghecreghen. Ter selver tydt waren hier sommighe treffelyke huysghesinnen van Spanjaerden , naeme lyck van Diego D'ARO , Diego van SAMAN , FERNANDO van BERNUI, ende ANTONIO van Vaglio : soo dat alle de vreemde cooplieden te Brugghe woonachtich , behalven sommighe Spanjaerden die daer bleven , ontrent het jaer 1516, hier zyn comen woonen , d'een den anderen volghende, grootelyck tot schade van Brugghe , ende tot profyt van Antwerpen. D'eerste waren de GUALTEROTTEN, daer nae de Buon VISI, voorts de Spignoli , al t'samen huysen van seer grooten bedryve ende handel . Byv. [ De welcke oock zyn de Enghelsche Natie Aventuriers ghevolght, die aldaer vaste residentie namen met haren lakenhandel voor Duytslandt dienstelyck. ] > VAN ANTWERPE N. 57 Ten derden ende onlangst gheleden , heeft dese stadt begost grooter ende menichvuldigher te wor den in't jaer 1542, na den sorghelycken tocht van den Heer van LONGUEVAL ende van MARTEN VAN Ros SEM , de welcke met een groot crychsheyr midden door het landt trocken : Want de Heeren van den Hove ende die van der stadt dese groote sorgelyck heyt aenmerckende , ende bevroedende dat den grooten ende vermaerden ryckdom der stadt , hoe wel seer verre van alle frontieren der vyanden gheleghen, soude moghen betrecken ende belocken tot roof ende buyt , by wat oorsaecke datter oock ware , om de stadt met ghewelt te overrompelen ende t'overvallen : hebben t'samen wysselyck be sloten de stadtmueren ende vesten te maecken : welcke behalven de fraeyheydt sulck versekeringhe geven , dat ontallyck veel volcks van desen ende oock van anderen landen herwaerts met groote menichten zyn comen woonen. Daer en boven hadde ' tvoorseyde crychsvolck veel huysen buyten de stadt afghebrandt , ende was oorsaecke dat die van Antwerpen voorts ooc afbranden de voorstadt ende veel andere wooninghen rontom de stadt : daer nae werdt een wet ghestelt, dat by Antwerpen op drie duysent vyf hondert voeten nae , gheen huysen en souden moghen getimmert worden. Des halven die van buyten in de stadt vertreckende , ende die van binnen altydt grooter ende machti gher van ghetale ende ryckdom wordende , ende d'aencomende profyt aensiende , hebben begost te . 58 BESCHRIVINGHE timmeren ende te metsen t'alle canten binnen de stadt : alsoo dat men rekent, dat Antwerpen zy van dien tydt af vermenichvuldicht meer dan met drie duysendt huysen : daer en boven zynder oock meer dan duysent wederom op een nieuw van den grondt af grooter ende wyder opgemaeckt. Tot dese derde vermeerderinghe heeft seer geholpen d'afneminghe van den coophandel ende marckten te Berghen op Zoom. In deser voeghen is de stadt van Antwerpen binnen corte tyden alsoo gegroot ende vermeerdert, dat herwaerts ' tgheberghte , uytghenomen Parys , geen rycker noch machtigher en is : ende geeft in menigherley wyse ende maniere den gantschen Nederlanden grootelyck gonste , welvaert ende cracht : ende is sonder twyfel in aller voeghen ende ghesteltenissen onder de voornaemste steden van Europa, jae d'aller voornaemste onder alle andere coopsteden der gantscher wereldt te rekenen . Antwerpen wordt ghemeynlyck ghehouden voor een Maeght : want de inwoonders verseeckeren , dat zy heuren waerachtighen Landsheere noyt wederspannich noch afvallich , noyt gheplundert oft gerooft, noyt oock aen heuren maeghdom ghe schendt en is gheweest. Wy en vinden voorwaer niet , dat zy heur blinckende suyverheydt , over midts wederspannicheyt rechtelyck teghen heuren eyghenen Landtsheere, besmet heeft : Maer lesen wel datter verscheyden oproeren teghen de Hee ren van der stadt gheschiedt zyn , besonderlyck in't jaer 1476 , doen't gemeyn volck ende voorne VAN ANTWERPEN. 59 menlyck d'ambacht van de Schippers ende van de Bootsghesellen , door seker verbolghentheyt eenen oploop maeckten, rasende met gewapende hant op't Stadthuys liepen , verscheyden Heeren ghevanghen namen, de selve met gheweldt leydende in heur ge meyn huysen, ende voortsvarende met den staet te reformeren , ende de ghevanghene seer straffelyck te vervolghen , ende sommigen het leven te nemen. Niet te min altoos protesterende dit niet ghedaen te zyn tot hinder oft achterdeel van des Landts heeren Majesteyt, maer om de voorseyde Heeren van heur misbruycken ende ghebreecken in son derheydt te straffen . By onsen tydt (myn voornemen is te spreken aen gaende den stanı der saecken tot het jaer 1560) zyn hier drie merckelycke dinghen , d’een verscheyden van d'ander , gheschiedt, de welcke wy met corte woorden sullen verhalen . D'eerste is gheweest in't jaer 1542 , doen de voorseyde Heer van LONGUEVAL ende Marten van Rossem, met een vyandich crychs heyr onversienlyck zyn overghecomen , ende twee daghen lanck voor de stadt blyven ligghen , met groot peryckel der borgheren , gelyck wy reeds verclaert hebben. Het tweede was d'incomste van Prince PHILIPS , nu teghenwoordichlyk Catholyck Koninck , in't jaer 1549, in deHerfstmaendt, doen hy bier quam om toe comende ghesworen Landtsheere te worden : welcke Prince soo veel vreuchts ende troosts gaf, als Lon GUEVAL ende RossEM droefheydts ende vreesen had > 60 BESCHRYVINGHE den by ghebracht. Dit is voorwaer een Konincklyke incomste gheweest, jae soo triomphelyck, dat men wel een heel boeck behoefde, om die wel ende gheschicktelyck te verclaren : ghelyck Cornelis GRAPHEUS, hier voor dickwils vermaent, Secretaris des eersamen Raedts deser stadt, gheschreven heeft: die ooc vinder ende voortsteller was van veel triom phelyke dinghen , ende dichter van bycants alle de veersen , devysen ende spreucken die op de triomphpoorten ende op ander lustich geveerdt ende ghereedtschap seer bequamelyck stonden : waer mede hy groote eere behaelt heeft : ghelyck oock de wel gheleerde Steven AMBROSE SCHIAPPALAR (om niemanden ' tzyne te benemen) voortsteller van de wonderlycke triomphpoorte der Genevoisen, met veelderley historyen ende aerdighe poeteryen wel heerlyck ghemaect. De voorseyde Grapheus heeft op zynen boeck desen tytel gheset ; Spectacula in susceptione Philippi Hispan. Principis : tot welcken boeck ick my bedrage , om niet daer af oft toe te doen : maer begheere alleenlyck van twee dingen in't corte te seggen , die hy achterghelaten heeft : ende slechtelyck, nae onse maniere, met een woordt des Princen eedt te verhalen . Soo seg ick dan ten eersten , dat de costen ter deser incomsten van de borgers ende vreemdelin ghen ghedaen , alle dinghen t'samen gherekent , bedroegen meer dan hondert ende dertich duysent croonen : waer uyt wel te mercken is , als Antwer pen alleen soo grooten oncost heeft ghedaen , hoe VAN ANTWERPEN. 61 veel dat dan het heel landt becosticht mach hebben : aengesien dat het van gelycke over al seer costelyck te wercke is ghegaen. Maer de heerlyckheydt voor ghestelt hebbende : soo en sal ick niet verswyghen de werringhe ende tweedracht die de vreemde na tien voortstelden om den voortocht : Eerst hebben d'Italianen menichmael scherpelyck raedt ghehou. den onder malcanderen om met treffelycke redenen voor alle d'ander natien te gaen : maer bevroe dende daer nae , dat Italien gheen een Overhooft alleen en heeft, ende door oneenicheyt, den vreem delinghen te veel steden onderworpen is , hebben de sake laten stille staen . De Denemarckers ende Oosterlinghen , hebben't den Hooghduytschen toe ghegheven. De Spanjaerden wouden met een nieuw voortstel voor de Hooghduytsche gacn , maer de Keyser heeft hun dit afghewesen teghen heuren wille . De Portugaloisen waren in twist teghen d'En gelsche : maer de Keyser alle saken rypelyck over legghende, heeft vryelyck’t vonnisse den Engelschen mede gewesen : deshalven de Portugaloisen niet te vreden wesende, en hebben in d'ordinantie van d'incomste heur niet willen vertoonen : hoe wel zy nochtans grooten oncost in cleedinge en andere din ghen hadden ghedaen. De Florentynen protesteer den tegen de Genevoysen, om dat zy hen den voor ganck niet en wouden laten hebben : over welcke de Keyser gheen vonnisse en begheerde te gheven : maer om te verhoeden alle ongheschiktheydt van vechterye, beval , dat soo wel d'een natie als 8 62 BESCHRYVINGIE d'andere, die beyde ryckelyck verciert waren, ende schier alle te peerde, t'huys souden blyven : niet tegenstaende dat de Koninck van Vranckryck onlangs te vooren in zyn blyde incomste te Lions, tot gunste der Florentynen , naer de Roomsche ordinantie, vonnisse ghewesen hadde. Ten derden sullen wy hier verhalen den eedt onderlinghe tusschen den Landtsheere ende die van der stadt ghedaen. Tus schen het dorp van Berchem ende Antwerpen aen de Laserye , dweers over de strate eenen grooten draeyboom met yser beslaghen, staet, acht hondert ende vyftich schreden verre van de Keyserpoorte. Desen draeyboom anderssins balie ghenoemt, dient ter selver plaetsen tot eenen pael ende uytersten mercksteen des heerlycken ghebiedts van Antwer pen : gelyck oock buyten alle d'ander poorten der stadı, by ghelycke wydde, andere soodanighe draey boomen staen , ter selver saecken dienende. Hier stont een Capelleken met een triomphpoorte, merc kelyck daer toe ghemaeckt , daer de Gheestelyck heyt ende de Heeren van Antwerpen des Princen comste verwachteden : de welcke overghecomen ende met behoorlycke ceremonien ontfanghen we sende, ginck in de Capelle, ende swoer hooghelyck ten heylighen , belovende na zyns vaders doot , voocht der Heyligher Kercken , ende waerachtich beschermer des Heylighen Rycx te zyn ; ende werdt voor sulck ontfanghen van de Gheestelycheydt ende van den staet van Antwerpen. Na dese voleynde ce remonie gheschiedde zyn incomste , ghelyck voor VAN ANTWERPEN. 63 > seyt is , met triomphelycke heerlyckheydt , ende ontallycke veel brandende tortsen ryckelyck ver breydt, met schoone schutsels van houteghemaeckt, de gantsche strate door, hoe wel dattet schoon licht dagh was : maer sulck is ' tghebruyck hier te lande , in't ontfanghen van groote Landtsheeren : welck voorwaer seer lustich is om sien . S'anderdaeghs quam de Prince op't Stadthuys, ter steden daer toe geordineert , recht op’t uytsien van de plaetse ter marcktwaerts, ende aldaer in de teghenwoordicheyt des Canceliers van Brabandt, der Staten van Ant werpen, ende der gantscher Ghemeynten des volcks, dede sterckelyck den eedt , nae ghewoonte der Hertoghen van Brabant, op't Evangelieboeck , in deser voeghen. Wy Philips, van Goods ghenade Prince van Span gien, van beyde Sicilien, van Hierusalem, etc. Eerts hertoge van Oostenryck , Hertogh van Borgondien ende van Brabant, Grave van Habsborg, van Vlaen deren , etc. sweeren in onse aencomste ende erffe nisse, vast ende van weerden te houden de redenen ende rechtender Heyliger Kercken, endederstadt van Antwerpen ende Marckgraefschaps des Heylighen Roomschen Rycks, ende generalyck alle heure sta tuten ende privilegien , libellen , exemptien oft vryheden , ende alle heure rechten ende usantien , oude ende nieuwe : diesgelyck oock de privilegien van onse blyde incomste , van ons den voorseyden Staten van Brabant verleent ende verwillight, son der eenighe exceptie ; ende dat wy in gheener > 64 BESCHRYVING HE manieren daer tegen en sullen doen oft doen doen , noch in't heel noch in deel : maer dat wy al sullen doen wat een goedt ende wettich Heere schuldich is te doen zyner stadt van Antwerpen, den Marckgraef schappe des Heylighs Rycks van Roome, ende den goeden ondersaten ende inwoonderen der selver : Alsoo helpe ons Godt ende alle zyn Heylighen. De Magistraten van der stadt swoeren oock zyner Majesteyt, soo hier nae volght. Wy Borghemeesteren, Schepenen, ende staet van Antwerpen , beloven ende sweeren den doorluch tichsten Prince van Spangnien, van beyde Sicilien, van Hierusalem , etc. Eertshertoge van Oostenryck, Hertoge van Borgondien ende van Brabandt, Grave van Habsborg , van Vlaenderen , etc. onsen toeco menden, sekeren ende onghetwyfelden Heere, hier teghenwoordich, als Hertoghe van Brabant ende Marckgrave des Heylighen Roomschen Rycks, hem huldt ende ghetrou te wesen , ende te doen al wat goede ende oprechte ondersaten heuren waerachti ghen ende gherechtighen Prince schuldich zyn te doen. Alsoo helpe ons Godt ende alle zyne Heyli ghen . Ende het volck gevraecht zynde, oft zy't ver willichden, hebben't blydelyck toegestaen ende voor goedt ende van weerden ghehouden, midts de rechte handt ende de stemme opheffende, na des landis sede. Doen begosten van stonden aen de trompetten ende andere welluydende instrumenten met groote vreucht heuren clanck te geven : ende Konincklycke Herauten wierpen op de strate in den griel veel VAN ANTWERPEN. 65 gouden en silveren munten, daer toe besonderlyck in grooter menichten gheslagen ende ghemunt met eenen nieuwen slach ende druck . De derde merckelycke saecke is een droef spel gheweest, geschiedt ¡n't jaer 1554 in de Hoymaendt, by maniere van eenen oploop door sommighe van den ghemeynen volcke. De voornaemste ende gron delycke oorsaecke deser beroerten was, om dat de Heeren van der stadt een wet hadden ghemaeckt , met behoorlycke verwillinghe , datmen nergens elders binnen de stadt bier en soude moghen brou wen , dan in de Nieuwstadt , ende hadden oock sekere bieren verboden , die de gebueren daer ontrent broudden : deshalven 'tghemeyn volcxken seer ontstelt, groote opsprake maecte. Hier geviel noch by , dat de Keyser begeerde dat de borghers t’zynen dienste ter oorlogben souden trecken, oft in stede van dien een sommeghelis gheven. Deshal ven de herten des ghemeynen volcks van daghe te daghe meer verbitterden teghen de Heeren , ende dicwils van d’een en van d'ander zyde spytighe ende dreyghelycke woorden vloghen , soo dat eyn delyc uyt een cleyn voncxken een groot vuyr ont steken werdt , in deser manieren . Het gheviel op eenen dagh , dat veel van't gemeyn volcxken qualyck te vreden wesende , op de gemeyn plaetse by het Stadthuys vergadert was, ende clachtich ende twis tich werdt met de stadtknechten , soo dat een van dien al geckende ende spottende met sommighe van den ghemeynen volcke, seyde : Ghy lieden hebt het 66 BESCHRYVINGHE segghen, ende de Heeren de daet : want noch desen avondt sal eenen hoop Spanjaerden in de stadt co men, die uwe huysvrouwen sullen beslapen, terwy len ghy lieden ter oorloghen sult zyn. Dese sotte woorden waren genoech om een groote beroerte te maecken : want de ghene die dit hoorden werden seer ghestoort, ende wouden de handt slaen aen desen stadtdienaer , maer hy nam zyn vertreck in bet Stadthuys : deshalven zy meer verweckt tot gramschap, ende den hoop grooter wordende, wou den met gheweldt op't Stadthuys comen : welck gheschiedt soude hebben, en hadde de dienaer niet flucks door een ander poorte de vlucht ghenomen. Door dese beroerte quam de gantsche stadt met der hitten in wapen. Hier sagh men blyckelyck de goetheydt ende stantafticheydt van veel treffelycke borghers : de welcke siende dat de Heeren gant schelyck verhaet waren , hebben schier't heel bewindt van der stadt aenghenomen : en stelden terstond sulcken schick tot alle noodtsakelyckheydt, dat het gemeyn volcxken , welck van natueren haeckt nae quaedt te doen, geen macht en hadde. Onder ander hebben dese eerlycke borghers een seer fraey mid del ghevonden , welck naevolghens ende gedenc kens weerdich is : want noch in oude noch in nieuwe historyen diesgelyck ghevonden en wort. Te weten, soo de beroerte in de stadt opghestaen was , is ' t ghemeyn volck gewapent ende onghewapent ghe loopen , om op de groote marckt vergaderinghe te maecken , ende daer wesende met menichten, sou VAN ANTWERPEN. 67 den menigherley boose aenslaghen hebben moghen voortstellen tot der gantscher Gemeynten schade. Deze vrome borghers dit bevroedende, wel versel schapt ende ghewapent , sonder op de marckt oft ander plaetsen le loopen ghelyck d'andere , ende soomen plach te doen ; hebben haestelyck met heur gheselschap de eyghen straten van heur quartieren ingenomen ende ghehouden, soo dat daer niemandt door en mocht passeren : ende den gemeynen volcxken , welck verscheydenlyc over al sweefde, met goede woorden ende oock met dreygementen bevolen , na huys te vertrecken . Aldus benemende den oproerighen de oorsaecke van t’samen te ver gaderen , ende de gheleghentheydt om quaedt te doen , werdt den oproer ghestilt : voorts om alle occasie van argbernisse te verhoeden, werdt haes telyck tusschen de Heeren ende de Ghemeynte een verdrach ghemaeckt, waer door de ordinantie op't bier ghestelt , die den volcke mishaechde, te niete gedaen , ende oock sommighe andere begheerten toeghelaten ende verleent werden . In deser voegen is door deucht der vromer mannen dit groot vyer geluckichlyck uytgheblust, de wapen neder geleght, ende elck wederom nae zyn werck ende handelin ghe ghekeert. Maer corts hier nae heeft de Keyser, LAZARUS ZUENDY met eenen grooten hoop Duytsche landtsknechten herwaerts ghesonden , ende ter stondt volghden oock de Gouvernante ende andere Heeren met de Cancelrye van Brabandt , om be scheedt te weten van de voorgaende beroerte : jae 68 BESCHRYVINGHE de Keyserlycke Majesteyt, die deshalven seer ver gramt was, soude selve in persoon ghecomen heb ben , en hadde hem het flercyn niet gequelt ende belet . Als alle saecken wel neerstichlyck oversien ende ondersocht waren , wert de mishandelinghe seer cleyn ghevonden , onder eenen hoop van het ghemeyn volcxken , der welcker drie oft vier ghestraft werden : ende al wat in dese beroerte verwillight ende toeghelaten was , werdt behen dichlyck le niete ghedaen , ende het gheschrift doorschrabt : soo dat alle dinghen in heuren voo righen staet bleven. Laet ons nu voortsvarende in't cort besien hoe dese edele stadt geregeert wordt. Eerstelyck heeft Antwerpen voor heuren Heere ende Vorst den Her toghe van Brabandt, als Marckgrave des Heylighen Rycks : maer met soo vele ende groote privilegien van outs vercregen , dat zy als door heur selven re geert ende bewindet, ghelyck een vrye stad ende ghemeynen standt, behouden altydt den Landtsheere zyn wettelyck recht ende overicheydt. Alsoo dat nae myn verstandt, dit een maniere van bewindt is lut tel verschillende, indien het volcomenlyck onder houden werde , van de forme ende wyse die de tref felyke Philosooph ende Historyeschryver POLYBIUS der waerachtigher ende gheluckigher Republyeken gheeft : want hy wilt dat zy vermengt zy met drie staten, te weten Monarchie, Aristocratie ende De mocratie : daer de Landtsheere zyn heerschappye, de treffelyckste mannen heur authoriteyt, ende het VAN ANTWERPEN. 69 ghemeyn volck de macht ende wapen behouden. Dit is de ghetemperde maticheyt die de Republycke der Lacedemonien veel eeuwighe tyden lanck on derhouden heeft, ende is de selve oock die langhen tydt de stadt van Antwerpen onderhouden heeft, ende voorts gheluckichlyck onderhouden sal , wilt Godt : de welcke altydt eenen Landtsheere in son derheydt , ende het bewindt des Edeldoms , met verwillinghe ende macht der Ghemeynten ghehadt heeft. Dit regiment ende bewindt der stadt wordt in drie Leden gedeylt : D'eerste mach nae waer achtighe sin ende daet wel gheheeten worden de Nieuwe Heerschappye , inhoudende den over sten Magistraet van Borghemeesters, Schepenen , Tresoriers ende Ontfanghers. Het tweede lidt sullen wy noemen de Oude Heerschappye, in heur begry pende alle de ghenedie eertydts Borghemeesters oft Schepenen zyn gheweest, ende die nu teghenwoor dichlyck in de cleyne Magistraet dienen : Het derde wordt ghenoemt de Borgherye , oft Poorterye , in houdende sesentwintich Capiteynen van de Bor ghers, uyt de derthien Wycken der stadt , met vier hoofden van Edelmannen, Hooftmannen ghenoemt. Het vierde de Dekenye, begrypende vier en vyftich Dekenen der seven en twintich ambachten van Ant werpen. Dese vier Leden maecken het corpus , lichaem ende staet van der stadt : hoe wel sommighe willen segghen , datter maer drie Leden en zyn , reckenende het tweede ende derde voor een ; dies aengaende is een seer oudt gheschil, welck noch 9 70 BESCHRYVINGHE

op den dagh van heden niet gheslicht en is : maer men gaet nu ghemeynlyck daer mede te wercke, als, oft vier Leden waren. Laet ons hier, eer dat wy voort varen , wat in sonderheydt'segghen van heur verkie singhe ende officie. Dese Magistraet oft Raedt wordt alle jaer ten eersten ende ghewoonlyck ghecosen in de Mey, hoe wel de privilegien inhouden dattet in de Slachtmaendt op Sint Andries dagh moet ghe schieden : ende wordt ghedaen in dese naevolghende maniere. De Heeren van der stadt die daer teghen woordich zyn , noemen negen Edelmannen die hen weerdich duncken te wesen tot desen graet : ende de Hoofden oft Overste der derthien Wycken van der stadt noemen ander neghen, t'samen comende tot achthien : daer by worden de teghenwoordighe oude Heeren gestelt, oock in ghetale van achthien, ghelyck de nieuwe : want de Buytenborghemeester en wort hier onder niet begrepen : soo datter in't heel sesendertich Edelmans zyn, om nieuwe Heeren van der stadt te wesen : der welcker namen nae het Hof ghesonden worden , daer de verkiesinghe moet gheschieden : ende als de Landtsheer oft zyn Stadt houder met zynen Raedt, de ghestaltenisse derman nen ghesien ende overleght heeft, soo neemt hy daer uyt de keur : maer en mach over de helft van de voorgaende Heeren niet veranderen : noch oock twee Broeders oft Neven insetten : ende doet de ver condinghe in dese naervolghende maniere: Hy sendt in de stadt twee Commissarissen, de welcke Ridders van het Gulden Vlies,oft ten minsten Baenderheeren VAN ANTWERPEN. 71 van Brabandt moeten zyn, ende met hen den Can celier van Brabandt. Dese Commissarissen t'Ant werpen ghecomen zynde, doen den Raet op't Stadt huys versamelen , ende naer sekere ceremonien , verclaren daer terstont , welck de nieuwe Heeren ende Schepenen in dat jaer wesen sullen , noodt saeckelyck bevestighende de helft van d'andere des voorleden jaers ; gelyck hier voor gheseght is . Dese nieuwe Heeren hebben privilegie ende volle macht , de Borghemeesters te kiesen : niet te min, aenghesien de Landtsheere ghewoon is twee te recommanderen nae zynen sin , soo laet men dat t’zyner belieften , indien zy't behoorlyck moghen wesen . Voorts alle betamelyekheydt onderhouden de , kiesen de voorseyde Heeren van der stadt den Binnenborghemeester uyt heur ghetal , en den Buy tenborghemeester uyt het ghetal der ouder Hee ren , oft der voorgaender. Aldus wort de overste Magistraet oft Raedt ghecosen ende ghemaeckt : inhoudende (ghelyck voorsegt is) twee Borghemees ters ende achthien Schepenen , mede begrypende onder dit ghetal den Binnenborghemeester , die oock Schepen is ; want alsoo worden teghenwoor dichlyck de Heeren van der stadt geheeten : Welcke in dit jaer van tsestich dese naevolghende zyn ge weest : Ten eersten JAN VAN SCHOONHOVEN , Ridder, Buytenborghemeester; Niclaes Rocockx , Ridder , Binnenborghemeester ; JAN GEERAERDTS VAN DEN WERVE ; CONSTANT VAN HALMALE ;; HENDRICK VAN BER CHEM ; Niclaes Rocockx voorseght ; ANTHONIS VAN >

72 BESCHRYVINGHE ܪܙ 1 و > STRALEN ;; Jan HendrICKS Van den Werve ; JACOB VAN DER HEYDEN ; JAN WOLFAERT ende COENRAEDT VAN Vaglio , al Ridders ; JACOB HOUTAPPEL ; HENDRICK VAN ETTEN ; JAN VAN HALEN ; Symon L'HERMITE ; REYNIER VAN URSEL ; JAN VAN DER HEYDEN ; JAN VAN DER MEEREN; PAUWELS SCHUERMANS, ende JAN DE HERDE, Schepenen. Borghemeester is een Duytsch woordt, soo veel te seggen , als Meester oft Hooft der Bor ghers , in't Latyn eyghentlyck Consul gheheeten : Niet teghenstaende wat dat sommighe andere clap pen of beuselen. Schepen dunkt my te wesen een oudt Fransoys woordt, niet teghenstaende het uyt legsel ende bedietsel dat ick anderssins heb ghele sen : want d'outste ghedenckenisse die ick van desen naem vinde is in SABELLICO ( * ) de welcke schryft, dat KAREL DE GROOTE in Vrieslandt sekere heymelycke Richters bestellende ter saken van Religie , die baestelyck ende sonder proces de Ketters executeer den , de selve Schepenen noemde. Oock vinde in de Chronycken van Vranckryck , dat als Koninck PHILIPS de tweede toegenaemt AUGUSTUS , tot de Cruysvaerdt van Hierusalem trock , in het jaer 1189 , liet te Parys in't bewindt seven mannen , de welcke hy Schepenen noemde, ghelyck noch ор den dagh van heden te Parys ende in veel meer ander Fransche steden die van den Raedt , ende dese moghen in het Latyn ghenoemt werden Senatores . De voornaemste ende hooghweerdighste Borghe meester wordt gheheeten Buytenborghemeester : ( * ) SABELLICUM Enead. 7 . VAN ANTWERPEN. 73 want zyn officie besonderlyck is, buyten te reysen , ende met den Hove ende Staten des landts de toe vallende saken te handelen . D'ander wordt de Bin nenborghemeester ghenoemt : aenghesien zyn ampt eyghentlyck is, binnen de stadt te blyven, besonder lyck sorghe te dragen voor't regiment ende bewindt der selver, ende borghers ende vreemdelinghen te verhooren. Dese hoogste Magistraet heeft seergroote macht in de gantsche Republycke, ghelyck hier nae achtervolghens blycken sal . Maer aengaende justitie ende gherecht , sitten hier twee Stadthouders des Landtsheeren , d'een over saken den lyve aengaende , d'ander over borgherlycke : welcke officien de Landtsheere ghemeynlyck gheeft heur leven lanck te bedienen, ende gaen alle d'ander Magistraten te boven in weerdicheydt. De Stadthouder van saken den lyve aengaende , die hooghst gheeert ende gheacht is , wort eygent lyck ende besonderlyck Schoudheydt gheheeten : maer want hy in desen staet gherechtich ghebiedt heeft in seker dorpen hier by ligghende , die ’ t Marckgraefschap van Ryen maken , den Marck graefschappe des Heylighen Rycx toebehoorende , soo heeft hy mede den tytel van Marckgrave van Ryen , ende heet oock gemeynlyck Marckgrave , in Fransoys Marquis , tot onderscheydt van zynen Stadthouder , die gemeynlyck Schoudheydt ge noemt wordt, ende van Erasmus in Latyn , Quwestor Parricidij. Boven desen Stadthouder heeft de Marck grave veel ander Dienaers, die al t’samen oock den > > > BESCHRYVINGIE > Landsheere bekennen ende eedt doen. Zyn officie is, de quaetdoenders te doen vanghen, justitie ende recht van den oversten Magistraet te begheeren , voorts de ghewesen sententien ende vonnissen ter executien te stellen : ghelyck hier na ter behoorlyc ker plaetsen , breeder verclaert sal worden. De Stadthouder van borgherlycke saken wordt Amman ghenoemt : de welcke ten gesetten plaetse ende dage ter Bancken sit daer de borgherlycke saecken bedingt worden : ende zyn officie is , de Heeren te sommeren ende te manen om recht te doen , ende vonnisse te wysen , op costen van onghelycke ; ghelyek wy hier na sullen segghen, ende moet oock de vonnissen executeren ende volbrenghen . De overste Magistraet heeft veel treffelycke Offi cieren : maer wy sullen alleenlyck van de voornaem ste spreecken : Heeft ten eersten twee Tresoriers, oft Penninghmeesters, ende eenen Ontfangher : de welcke ten vernoeghe des volcks tot drie jaren wor den vercoren , op de naevolghende maniere . De Heeren van der stadt ten selven tyde dienende , kie sen drie Edelmannen van de Heeren , die te voren lest ghedient hebben, ende senden heur namen in gheschrift over , den Dekens van d'Ambachten , die oock deshalven versamelen , ende kiesen met meeste keurvoysen eenen van dese drie oude Hee ren, die hen goedt dunckt , tot overste Tresorier : Maer daer teghen in verkiesinghe van den anderen Tresorier, kiesen de voorseyde Dekens drie van de 9 VAN ANTWERPEN. 75 treffelyckste borghers van der stadt , ende gheven heur namen den Heeren over, die eenen van desen uytnemen tot tweeden Tresorier. Diesgelyck in't maeeken van den Ontfangher, kiesen de voorseyde Dekenen drie van de deghelykste borghers van heuren ambachten , ende gheven heur namen den selven Heeren over , de welcke eenen tot Ontfan gher kiesen tot heurlieder vernoeginghe. Aldus worden de voorseyde drie Officiers ghemaeckt ende ghecosen . Des Tresoriers ampt is , den schat der Ghemeynten te besorghen ende te bedienen , het incomen te doen inbrenghen , ende de ghemey ne schulden te doen betalen, met wete van Borghe meesters ende Schepenen. Nu tegenwoordichlyck zyn in dese officie DIERICK VAN WERVE , Ridder : ende GUEERAERDT Gramaye. De Ontfangher is , om soo te sprecken , als Cassier, gheeft uyt ende ontfangt nae dat de Tresoriers schicken ende bevelen : maer mach ghemeyne dinghen uyt zy selven betalen : ende houdt de boecken ende rekeningen. Nu ter tydt is Ontfanger CHRISTOFFEL PRUYNEN. Oock zyn hier twee Pensionarissen ; welck een Latynsch woordt is , ghenomen van pensioen , oft salaris die dese ontfangen. De Pensionarissen zyn ghemeynlyck Doctoren oft Licenciaten , wel ghe schickt ende vervaren in het bewindt, deshalven den Heeren van der stadt bystaende ende raedt ge vende: ende indien eenighe sware saecke overcomt, moghen zy hen beraden met andere, ende heuren raetslach den Heeren verclaren : ende in't cort > 76 BESCHRYVINGHE geseght, zy hebben bycants de selve officie , als de ghene die in de rechten Syndici ghenoemt wor. den : want zy solliciteren ende beneerstigen de saecken van der stadt , ende alst te passe comt, voeren het woort binnen ende buyten. Ende als de Buytenborghemeester met den Hove ende met de Staten des landts eenighe treffelycke saecke gaet uytrichten , voert hy altydt eenen Pensionaris met, om te beraden, schriftueren te maecken, ende het woordt te voeren . Nu ter tydt zyn in desen graedt JAN GIELis Doctoor, ende JACOB VAN WESEMBEECK. Hier zyn vier Greffieren, welcken naem schynt te comen van het Griecks woort Grafeïn , dat is , schryven : want heurvoornaemste officie is , alle sen tentien oft vonnissen, ende andere acten oft rechts handelen der Borgherlycker rechten , te schryven ende t'onderteekenen : d'aenspraecken ende ant woorden van twistighe partyen in de ghemeyne Re gisters te stellen, de processaecken te bewaren, ende requesten ende andere saken gade te slaen . D'een is nu Conelis Dyck, d'ander JOACHIM POLITES, de der de ADRIAEN Dyck, ende de vierde WILHELM MARTINI. Vier Secretarissen , bedienen in't afwesen der Pensionarissen bycants de selve officie : houden daer en boven den cleynen Seghel : maecken de instrumenten , ende brieven van vercoopinghen , voorwaerden , ende dierghelycke saecken , onder teekenen oock de acten van recht in't crimineel. Nu teghenwoordichlyck zyn in dienst ALEXANDER GRAPHEUS, JAN VAN HALLE, JAN VAN ASSELIERS Doctoor, VAN ANTWERPEN. 77 > ende HENDRICK Moy. Dit zyn de voornaemste Offi ciers. Daer zyn oock noch Examinateurs, Schryvers, ende verscheyden ander minder Dienaers, ghelyck de Langhe roede , de vier Corte roeden , Boden ende meer ander , die wy in't gemeyn laten door loopen, om der cortheydt wille. Dese overste Magistraet der stadt kiest daer nae , door hem selven , sonder tegenwoordicheydt oft verwillinge der Commissarissen des Hofs , alle jare de minder Raedt : Kiest ten eersten uyt het ghetal der Dekenen van d'Ambachten der stadt , twaelf Raedtsmannen , van de gheschickste ende bequaemste. Maer alle de seven en twintich Am bachten en hebben dese weerdicheydt van Raedts manschap niet : want daer zyn sommige van seer nederen staet, ghelyck de arbeyders , dragers ende andere dierghelycke : ettelycke hebben't alle drie , d'andere alle twee jaren , na den staet van het am bacht. Maer de Schippers , de Meersseniers, ende de Hoveniers, als d’oudtste ende voornaemste, heb ben t’elcken jare doorgaens eenen Raedtsman van den ambachte. Welcke Raedtsmannen alle Maen daghe by de Heeren van der stadt , in den Raedt deghelyck ende heerlyck comen sitten , om de re questen der supplianten , ende andere saecken de Policie ende Ghemeynte aengaende , die ten selven daghe voorcomen , te verhooren , ende heur mey ninghe in alle ghevalle vryelyck te seggen . Indien zy oock ergens eenich quaedt gherucht , oft yet anders der ghemeyner welvaert aengaende, hooren, 10 78 BESCHRYVINGHE dat den Rade ghewaerschouwt behoort te worden , ' t selve doen zy seer vlytichlyck : maer in ghe wichtighe saken , wort den grooten oft breeden Raedt versamelt , ghelyck wy hier nae sullen ver claren. De selve Magistraet verkiest oock den Raedt van der Hallen , inhoudende twee Gilddekens als Hoof den, twee Weerdeyns, ende acht Oudermans , waer af de twee gheweest moeten hebben Schepenen van den oversten Raedt : voorts eenen Greffier , ende ander Officiers. Voor dese Heeren comen alle de twisten ende saecken van wolle , allerley wolle werck , oft der wollen eenichsins aengaende , als Lakenen , Camelotten , Sargien , Tapisseryen , Al luyn , Weedt , Meecrappe , ende diergelycke : maer d'appellatien comen voor den hooghsten Raedt. Nu ter tydt zyn hier Dekenen LANCELOT VAN URSEL JACOB VAN BERCHEM : Weerdeyns MARCK Scholt, ende DOMINICUS DE HERDE : Schepenen CORNELIS DE WYSE, WILHELM Scholt, GOMMAER VAN HALMAEL, PEETER VAN LIERE , JAN VAN DER NOODT , JAN DE PAPE , GIELIS VAN MARTSELAER ende NICLAES DE Voocht. Oock kiest de voorseyde Magistraet twee Keur meesters, die in Latyn mogen genoemt worden Ædi les Curules : dese moeten te vooren Schepenen ghe weest hebben : tot welcke twee de derde inghestelt wordt van de Lantsheere. Deser officie is besonder lyck sorghe te draghen van lyfneeringhe ende eet ware, ende toe te sien dat het broodt met behoorlyck ghewicht , wyn ende bier ten betamelycken pryse , VAN ANTWERPEN. 79 2 ende vleesch ende ander eetware versch ende op recht vercocht worde. T'saterdaeghs , welck den voornaemsten marcktdagh is , stelt de Keurmeester het ghewicht van't broodt de gheheele week door na den prys van ' t Graen ende Koren , soo hetdien dagh gheldt : ende indien hy over al in de backeryen omgaende, oft anderssins , bedrogh oft ghebreck bevindt , neemt boete ende breucke daer af. De selve Keurmeester ten voorseyden marcktdaghe wederom op't Stadthuys comende, teeckent daer in eenen ghewoonlicken boeck den prys van Graen ende ander dinghen , om de prysen van de voorle den jaren vervolghens te moghen sien , ende daer nae voorsichtichlyck in veel saecken le moghen handelen. Maer behalven op ghemeyn broodt, wyn ende bier , en wordt gheenen prys op vleesch oft ander eetware geset : welck sonder twyfel een groot misbruyck is : want hoe wel hier overvloedt van alle dinghen is, nochtans ist al dier : ende zy ont schuldighen heur , midts het ghetal ende menichte der vreemdelinghen . Daer en boven kiest hy vier Richters over der Weesen saecken , waer af de twee moeten Schepenen zyn gheweest : dese worden Weesemeesters ghehee ten, want zy gheheelyck de voochdye ende bescher minghe der Weesen hebben . Verkiest oock alle jaer vier Richters ende eenen Greffier, om injurie, smaet ende vyantschap te slich ten : de welcke deshalven Peysmaeckers gheheeten worden . و 2 80 BESCHRYVINGHE Oock kiest hy alle jaer twee Aelmoessiers, om't getal van viere te ververschen , die ghewoonlyck dese officie bedienen , wel ghestaedde ende rycke borghers van der stadt , de welcke daghelyex wel neerstichlyck ende ghewillichlyck d'aelmoessen in de kercken ende overal omhalen , besonderlick op hooghe feestdaghen : ende al wat hen om Goods wille wort ghegheven (welck meer dan dertich duysent ducaten jaerlycks bedraecht) ' tselve deylen zy uyt , nae heur ghewoonlycke ordinantie , ende nae heur conscientie ende goedtduncken , den armen menschen , den Gasthuysen , Goodshuysen , ende anderen plaetsen der stadt , ende doen voorwaer heylighe wercken van barmherticheyt ; zy ver schieten altoos een goede somme van penninghen van heur eyghen goedt , om in der noodt uyt te reycken. Soo dat met dese versieninghe ende met het ghene dat veel godtyruchtighe ende rycke lie den in heur dootbedde by testamente maecken ende achterlaten , voorts oock met seker incomen daer toe bewaert , de arme menschen in sulcker voegen versien worden, dat men hen verbiedt achter strate te loopen bedelen , ende’tvolck te quellen, uytghe nomen sekere feestdaghen , tyden ende uren. Daer en boven houden ende voeden dese Aelmoesseniers tot eenen sekeren ouderdom , ontrent twee of drie duysent armer menschen kinderen , ende ander onnoosele, die hen ghegheven worden , de welcke zy verscheyden oeffeninghen ende ambachten doen leeren, ende soo wel de knechtkens als de meyskens, VAN ANTWERPEN. 81 > deuchdelyck , loffelyck ende heerlyck metter tyt bestellen ende besteden . De selve overste Magistraet maect oock voor twee naeste jaren , uyt elcken wyck van der stadt , twee Capiteynen , Wyckmeesters ghenoemt: ende want daer derthien wycken zyn , soo comt ’ tgetal van de Wyckmeesters tot ses en twintich toe. Boven dewelc ke den Raedt noch vier Edelmannen van der stadt geeft , ghenoemt Hooftmannen , als Overhoofden ende Beschermers, die denWyckmeesters behulpich ende gunstich zyn daer'tnoodt is , voeren oock het woordt voor hen in den Raedt, ende doen meer an der diensten : soo dat desen staet voorwaer in veel dinghen wel ghelyckt by d’authoriteyt van d'oude Tribuni plebis te Room, indien gheoorloft is ’ tgroot met het cleyn te verghelycken. Boven de voorseyde Hooftmannen, heeft noch elcken wyck twee andere Edelmannen voor Overste, die in alle de treffelyckste voorvallende saken den Wyckmeesters bystandich ende behulpich zyn : Aldus maecken dese ses en twintich Capiteynen met heur Overhoofden , het derde lidt van den staet der stadt . Maer hoe wel elck van dese Capiteynen ghecosen wort voor twee jaren, nochtans gaet men alsoo te wercke , dat alle jare de helft verandert wordt , op dese maniere : De derthien van dese ses en twintich Wyckmeesters, (waer af voor elcken wyck een is) die alreedt twee jaren ghedient hebben, moeten als heuren tydt uyt is, in gheschrift den voorseyden oversten Magistraet overgheven een seker ghetal van mannen uyt heur > 82 BESCHRYVINGHE quartieren, bequaem ende gheschickt tot dese offi cie : uyt welcken getale de Heeren door heur eygen authoriteyt daer nae derthien kiesen voor de twee toecomende jaren , ende dit wordt jaerlycks aldus ghedaen, om dat de oude blyvende, de nieuwe aen comende doorgaensonderwysen souden.D’officievan dese ses en twichtich Capiteynen met heur Hooft mannen, is, besonder goede rekeninghe te houden van de weerbaer mannen die in heur quartier zyn , ende die te vergaderen ende t’samen te brenghen alst noodt is : Ende de Borghers van dese Wycken zyn verbonden hen te wapenen t’allen versoecke , ende t’allen tyde by daghe en by nachte daer hen bevolen wordt te volgen met haer banieren ende vendelen : soo dat het een seer treffelycke officie is , ende het derde lidt van den staet van Antwerpen , alsoo voorseyt is. Elck van dese Capiteynen heeft zyn Hondertste mannen, ende de Hondertste man nen heur Thiende mannen ende ander Rotmeesters, met seer goeden ende wel onderhouden schick . Noch maekt de selve overste Magistraet alle jaer de vier en vyftich Dekenen van de seven en twin tich Ambachten der stadt , wesende ' tvierde ende leste lidt van den staet , alsoo voorseydt is ; ende worden vercosen aldus : Het volck van elck am bacht in sonderheydt vergadert ter ghesetter plaet sen , kiesen daer onder malcanderen ses van de voornaemste ende bequamste uyt den hoop , ende gheven die in gheschrift over den voorseyden Ma gistraet , die nae zyn beliefte twee kiest uyt elcken VAN ANTWERPEN. 83 ambachte. De ghene die aldus vercoren worden , zyn Dekens ende Hoofden van dat ambacht , voor een jaer : maer dese verkiesen noch twee andere voornaemste van den ambachte , tot hulpe ende bystant , die oock het selve Dekenschap bedienen , ende doen mede in des Borghemeesters handt den eedt van ghetrouwicheydt ende gediensticheydt. D'officie van dese Dekens ende Bystanders is, mede te comen in de vergaderinghe alsmen ghemeynen Raedt houdt op't Stadthuys, om met d'ander Leden te tracteren, ende t'samen te beraden : toe te sien, dat de gene die in't ambacht comt , by de proeve bequaem ende oprecht zy : eendrachticheydt onder malcanderen te beneerstigen : kennisse te hebben van schulden ende wederschulden , minnelyck ver drach te maken , ende met redene te beschermen van allerley gheweldt . Nu tegenwoordichlyck zyn dese Ambachten ghescheyden in seven en twintich deelen : ende onder elck deel worden veelderley ambachtslieden begrepen. Het oudtste Ambacht ende voor alle d'ander gaende, is d'Ambacht van de Schippers, den welcken ’ tmeeste deel van de sche pen toebehooren , die men ghemeynlyck voor de stadt siet ligghen, altyț bereet ende toegerust, niet alleenlyck om herwaerts ende derwaerts binnens landts , oft in Enghelandt te varen , maer oockin alle andere landen. Het machtichste van ryckdom is het ambacht van de Meersse , inhoudende alle Cooplieden , Constenaers, ende Ambachtslieden , die gouden , silveren ende syden laecken, wollen laec > 84 BESCHRYVINGHE > > de voor ken ende ander doeck uyt snyden, ende allerley din ghen met mate ende ghewichte van de cleyne waghe vercoopen. De Hoofden van d’Ambachten zyn ver bonden ten eynde van heuren dienst , rekeninghe ende bewys te doen van heur bedieninghe , in de teghenwoordicheydt van twee Schepenen ende eenen Secretaris : Ende in ghevalle yemandt van den ambachte over dese Hoofden claechide , oft datter eenighe ongheschicktheyt gheschiedde , soo doen dese Schepenen heur neersticheyt om daer toe te sien, ende ’ tgeschil te slissen : maer als zy 't niet en connen , oft oock niet en willen beschee den , soo brenghen zy ' t voor den Raet van der stadt , die terstont daer toe siet. Dit zyn naemste Magistraten ende Officieren der stadt, die d'opperste Magistraet maeckt ende gheeft. Daer worden noch sommige andere mindere ende van cleynder weerden door hem ghegheven , daer ick hier niet af en spreke. Daer en boven worden hier (onder veel andere) seven van de oudtste ende voornaemste gesworen Medicynmeesters van de stadt geloont : waer af de twee leste schuldich zyn ter weken twee oft drie mael in de Gasthuysen te gaen, om de crancke met vlyticheyt ende Christelycke liefde te besoecken ende te ghenesen . Nu teghenwoordichlyck zyn in dit getal Seger COBLEGER , CORNELIS SPIERINCK , JAN GOROP VAN BEKE, LAMBERT WOUTERS VAN RITHUYSEN, GEERAERDT VAN BERGHEN , LAMBRECHT VAN TUYLt, ende PEETER CAOULE. Oock zyn daer seven gesworen ende > VAN ANTWERPEN. 85 > gheloonde Chirurgyns, de welcke van ghelyek schuldich zyn , te sekeren tyde ende stonde in de Gasthuysen te gaen, om met heur bystant de arme crancke menschen te dienen ende te helpen. Daer en boven heeft de stadt Meters, Landtmeters, Timmer lieden, Metsers, Slotemakers, ende andere bequame ende getrouwe wercklieden : jae oock gheschickte, ghesworene ende geloonde Vroedevrouwen , om in alle dingen ghetrouwen ende ghereeden toevlucht te hebben . Noch heeft de stadt boven dien, ses Gheselschap pen oft Broederschappen , hier te lande Gilden ghenoemt : die elck nae de leste insettinghe, twee honderd mannen inhouden , daer toe van de Hooft lieden vercoren zynde : die sulckeborgers daer toe ontbieden , als hen goedtdunckt , met soodanige authoriteyt , dat de ontbodene sonder wettelycke oorsaecke, gheenssins en mach weygheren. Van dese ses Gilden zynder twee van den Voetboge: d’een van den ouden, ende d'ander van den nieuwen ; twee van den Handtboghe, een van de Handtbusse, ende de seste van't Slachsweertmet beyde handen : maer de voornaemste is die van den ouden Voetboghe , de welcke (soo wel van dese stadt als van andere in Brabandt) hebben heur Hertoghen , ter tydt als zy anders gheen Vorstendommen en hadden ende cleyn van macht waren, gedient tot Gardeknecht en ende Artchiers : te weten , als de Herthoghe woude van Antwerpen na Bruyssel reysen , soo verselschapte hem de voorseyde Gilde van den ouden Voetboghe > 2 > 11 86 BESCHRYVINGIE van Antwerpen , tot de naeste stadt , naemelyck Mechelen : ende de Gilde van Mechelen voorts tot Bruyssel toe. Overmidts welcke diensten zy van heur Landsheeren veel gratien ende privilegien vercre gen hebben : jae souden indien noch op den dagh van heden sulcks van henlieden verzochtwerde,den selven dienst doen. Elcke van dese voorseyde Gilden kiest selve twee Dekenen tot Hooftlieden, met heur Stadthouders , die van den Raedt der stadt beves ticht worden. Hebben daer en boven tot Bescherm heer eenen Edelman van der stadt, den welcken zy Hooftman noemen . Die van de Handtbusse hebben Heer LANCELOT VAN URSEL : ende die van den Slach sweerde Heer HENDRICK VAN BERCHEM : welcke beyde heur leven lanck ' t Hooftmanschap houden. De twee Gilden van den ouden ende nieuwen Voetboghe , hebben altydt tot heuren Hooftman den Buyten borghemeester : ende d’ander twee voorseyde den Binnenborgemeester. Voorts maeckt elcke Ghilde alle jaer eenen Koninck uyt heur geselschap , die't Hooft van allen is : ende de ghene js Koninck die met Voetboge, Handtboge oft Handtbusse in't open baer ten ghesetten daghe het teecken , welck eenen houten Papegay is, op een lange stange seer hooge verheven staende , af schiet : ende van d'ander is de gene Koninck die met de wapen ten ghesetten daghe openbaerlyck de beste proeve doet. Als de Koninck ghemaeckt is , houden zy groote maelty den ende bancketten , meestendeels ten coste van de selve Ghilde oft Broederschap die van oudts seker VAN ANTWERPEN. 87 > incomende goeden ende rente heeft. Dese Konin gen beginnen zy te maken , den eersten Sondagh nae Sint Jansmisse , ende varen alsoo voorts van Sondaghe te Sondage , tot dattet al gedaen is , welck een goede wyle tydts duert. Voorts oeffenen zy hen op Heylighdagen , in sekere groote Hoven , van de Ghemeynte daer toe bestelt, Schuttershoven ghenoemt; met wapenen van heur conste ; spelen de om pryzen van eeren , ende dierghelycke, welcke zy daer nae met malcanderen blydelyck ghenieten. Deser voornaemste officie is , wacht te houden aen de vesten , poorten ende andere noodtlycke plaetsen van der stadt , als buyten eenich gherucht is van vyanden , oft binnen eenich quaedt vermoedt van muyterye , oploop , oft andere ongheschicktheydt. Alle de Gildebroeders zyn ingheboren borghers , ende sommighe wel ghestaedde vreemdelingen : maer niemandt en mach Gildebroeder worden , hy en zy van twintich tot tsestich jaren oudt , ende sonder smette van laster oft schande. Noch zyn hier de Ghilden oft Broederschappen van de Besnyde nisse : van onser Vrouwen Capelle , van't Heylich Cruys , ende meer andere voor verhaeldt . Boven dese heeft Antwerpen drie Gilden van Re thorycke genoemt, te weten VIOLIERE , GOUDTBLOEME ende OLYFTACK , dewelcke dienen , om in sekere tyden ende gheleghentheden , in heur openbare bestelde plaetse , ' lvolck t'onderhouden ende vrolyck te maecken met Comedien, Tragedien ende andere his torien , met lustighe, rustighe ende stichtende byspe 88 BESCIIRYVINGIE len , ghedichten ende refereynen ,> volgende hier de Griecken ende Romeynen , daer men veel goede ende oorboorlycke dinghen uyt mach sien ende leeren. De voornaemste ende outste van dese voorseyde drie Gilden is de VIOLIERE, indewelcke meestendeels al Schilders zyn, die in alle heur wercken bescheedt ende ghetuyghenisse geven van heur scherpsin nicheydt ende verstandicheydt . Maer aenghesien de conste der schilderyen een treffelycke saecke is , aengaende profyt ende eere ; niet alleenlyck t'Ant werpen, ende te Mechelen , daer het een ambacht is seer groot van weerden ; maer oock de gantsche Nederlanden door : soo dunckt mybehoorlyck ende betamelyek te wesen, hier ettelycke te noemen van de ghene die in dese landen de conste meest hebben verbreydt ende verciert , waer af sommighe noch leven, ende sommighe overleden zyn . Ten eersten seg ick , dat in dese landtschappen alleen meer Schilders zyn van allerley wyse ende conste , dan in veel ander Provincien tseffens : ende ghelyck ' t ghetal ende d'oeffeninge groot is , alsoo zyn ende hebben gheweest seer groote meesters van consten ende vonden. De voornaemste ende vermaerdtsle , by onsen tyden ghestorven , zyn gheweest , JAN VAN Eyck, die ( ghelyck GEORGIUS VASARIUS ARETINUS in zyn schoon boeck van d'excellente Schilders vertelt) ontrent het jaer 1410 d'olyverwe gevonden heeft , welck een treffelyck dinck is in dese conste , want het bewaert de verwe schier tot in der ecuwic heydt : ende en is noyt by menschen ghedenckenisse VAN ANTWERPEN. 89 ghevonden gheweest , daer men kennisse mocht af hebben. Dese heeft zyn stucken ende wercken van schilderye ghesonden in Italien aen den grooten ALFONSE Koninck van Napels, aen den Hertoghe van Urbin ende andere Princen ende Vorsten , die seer hoogh gheacht werden , deshalven de groote Heere LAURENS VAN Medicis oock zyn deel daer af creech . Men vindt onder andere zyne stucken hier te lande, te Gent in Sint Bavenskercke, een seer schoone tafele van de triomphe des Lams Goods, hoewel sommighe oneygentlyck dat noemen van Adam ende Eva , welck in der waerheyt een wonderbaerlyck werck is, soo dat Koninck Philips ’ tselve seer begheerende te hebben , maer hem niet verstoutende van daer te nemen , eyndelick dit heeft doen contrefeyten , om in Spangien te senden, door den seer uytnemen den meester MICHIEL COCKSIEN , de welcke wel twee jaren lanck daer over onledich was, ende zyn werck constichtlyck voldaen hebbende , heeft boven alle teercosten , ende becostinghe van verwen ende an dere dinghen ; nae't schatten ende segghen by vier meesters in de conste ; van den Koninck twee duysent ducaten voor't maecksel ontfanghen : maer soo hy daer mede niet te vreden en was , heeft de Koninck daer en boven noch zyn mildicheydt ghetoont. Dies ghelyck is te Brugghe in Sint Donaes kercke eenseer schoone schilderye van den selven meester , met ’ tbeeldt van onse Vrouwe, ende van andere Hey ligen : ende l’Ypre oock een ander seer schoone ende constige. Dese voorseyde JAN VAN Eyck woonde 90 BESCHRYVINGHE 2 meestendeels in de triomphante stadt van Brugghe, daer hy ten lesten in grooter eeren is ghestorven . Hem volchde in de selve conste HUBrecht zyn broe der , die by hem woonde , ende schilderde op de selve wercken. Na de voorseyde Jan ende HUBRECHT volchde in deucht ende vermaertheyt ROGIER VAN DER WEYden van Bruyssel, die onder ander stucken gemaect heeft de vier weerdighe tafelen van wonder lyckehistorie op't propoost ende exempel van justitie te doen, welcke te Bruyssel op der Heeren huys, in de selve camere daer men de saken beraedt , ghe sien wordt. Nae desen Rogier is Hansse zyn leer jonghe gecomen , die den Portinaren een costelyck viercantich tafereel heeft ghemaeckt , welck nu teghenwoordichlyck de Hertoghe van Florencen heeft : ende den selven Medici heeft hy de schoon tafel van Careggi gemaect. Daer na zyn achter een gevolcht LODEWYCK van Leuven , Peeter CRISTE , MARTEN van Hollandt ende Joos van Gent , die de edele schilderye van't Avontmael ghemaeckt heeft voor den Hertoge van Urbin. Nae hem is ghecomen Hugo van Antwerpen, die de seer schoone tafel heeft geschildert die de Florence in Sinte Marie la Nova gesien wort. Hier by sullen wy veel andere overle dene al t'samen over hoop brenghen, die voorwaer seer vermaert ende treffelyck zyn gheweest : Ten eersten DIERICK van Leuven , een seer groot cons tenaer : QUINTEN van Leuven , uytnemende groot meester van figueren te maecken , waer af onder andere de overschoone tafel van onsen Heere , in VAN ANTWERPEN. 91 onser Vrouwekercke hier t'Antwerpengesien wordt: Joos van Cleve , borgher van Antwerpen , seer selt saem in't coloreren , ende soo uytnemende in na tuerlycke contrefeytinge, dat soo Koninck FRANSOYS d'eerste dies naems in Vrancryck , sommighe man nen herwaerts over ghesonden hadde, om eenighen uytnemenden meester in ' t Hof te brenghen , dese vercoren ende in Vrancryck ghevoert werdt : daer hy den Koninck , de Koninginne ende andere Prin cen met hooghen lof ende grooten loon uytghe schildert heeft : JERORymus Bosch van Shertoghen bosch, een seer vermaert ende wonderlyc vinder van vreemde drollen ende seltsame grillen : BERNAERT van Bruyssel: Jan van Ber : Mathys Cock van Antwer pen : JAN VAN HEMSSEN gheboren by Antwerpen : SY MON BENINCK, seer groot meester in't vermillioenen : GHEERAERT uytnemende constich in't verlichten, ende LANCELOT seer wonderbaer in levende ende natuer lyck vuyr nae den schyn te maecken , ghelyck den brandt van Troyen, ende dierghelycke, alledrie ghe boren van Brugghe : Jan van Mabeuge, welcke aller eerst uyt Italien in dese landen ghebrocht heeft de conste van historyen , ende poeteryen met naeckte figueren te schilderen , heeft oock onder ander wercken de seer schoone tafel ghemaeckt in de groote Abdye van Middelborg in Zeelandt : Jan Cor NELIS van Amsterdam , een treffelyck goet Schilder, ende geleert man : LAMBRECHT van Amsterdam . Byv. [Tot zynder gheheughenisse noch tot Haerlem in het Princen Hof , eertyts der Jacopynen Klooster,

92 BESCHRYVINGHE > in weerden ghehouden werdt zyn handtwerck ende afbeeldinge nae't leven , der Jerusalemsche Ridde ren, onder de welcke hy hem selfs nae't leven seer constelyck gheconterfeyt heeft .] JAN SCHORLE Canonick van Utrecht, een weerdich meester in't aengheven van timmeringe , ende in't schilderen ,, die uyt Italien veel nieuwe vonden ende manieren van schilderen heeft gebracht : Symon MARINIon van Valencyn seer uytnemende Schilder, ende gheleert man : Joachim PATTENIER van Bovines : HENDRICK van Dinant , Jan BELLEJAMBE van Douay : DIERICK van Haerlem. Byv. [ Welckers uytnemende Outaer ghewrocht in aller patientie , wel eertydts gestaen heeft ten Regulieren , inhoudende het leven van S. Baven , voortydts patroon tot Ghent ende Haerlem::: daer beneffens de heerlycke landouwen ontrent Haerlem , ende de ghestaltenisse van die nae’t leven afge beeldt, het Regulieren Convent, het Huys te Cleef, aerden Hout, en den hollen Boom aldaer voortydts vermaert : 00c mede de Noordzyde van het groote Kerckhof tot Haerlem , noch in grooter weerden by een liefhebber gehouden werdt. De wercken van MOSTAERT by den navrienden ende by den S. Jans Heeren noch heerlyck vertoont werden .] Ende FRANS MOSTAERT 0oc van Haerlem , seer constich in landouwen met olyverwe geschildert : PEETER Cock van Aelst , fray schilder ende vinder van patroonen van tapisserye ende legwerck : welc ken de lof gegeven wort , dat hy het meesterstuck VAN ANTWERPEN. 93 van ' t aengheven der timmeringhen uyt Italien ghebracht , ende daer en boven de uytnemende wercken van SEBASTIAEN SERLIo van Bolonien in de Nederduytsche spraecke overgheset heeft , tot des landts grooten dienst ende voordeel , soo men seght : JAN van Calcker in Italien ghestorven : KAREL van Ypre : MARTEN van Zierickzee : ende Lucas HUREMBOUT van Gent , seer constich in't schil deren, besonderlyck in't verlichten . Voorts zyn hier veel uytnemende wel gheschickte vrouwen in de conste der schilderyen gheweest, waer af wy alleen lyck drie sullen noemen : d’een SUSANNA, des voor seyden Lucas IIUREMBOUTS suster , soo uytnemende fraey in't schilderen , besonder in't cleyn werck , ende in't verlichten, dat Koninck Hendrick d'achtsle van Engelandt , beur met veel giften ende versie ninghen by hem in Enghelandt betrock , daer zy eenen langen tyt van jaren in groote gunste ende gratie des Hofs leefde , ende eyndelyck ryck ende wel gheeert stierf. De tweede Clara Keysers , oock van Ghent gheboren , groote schildersse ende ver lichtersse , de welcke tachtentich jaren lanck eer lycke maecht heeft gheleeft . De derde, Anna, doch ter van den voorverhaelden M. Segaer , Medicyn meester, gheboren van Breda , ende borgher van Antwerpen ; welcke Anna seer deuchdelyck ende godtyruchtich , oock maecht blyvende , onlancks is ghestorven . Laet ons nu spreken van de levende, ende stellen ten eersten Frans FLORIS , soo uytnemende schilder 12 94 BESCHRYVINGII E in zyn eygen conste van vindinghe ende beworpin ghe, dat herwaerts ' tgheberghte in soo veel Provin cien zyns ghelyck veel licht niet en is : want hy is een sonderlingh meester, ende daer en boven een rustich ende beleeft man van natueren : desen wordt de prys ghegheven dat hy uyt Italien ghebracht heeft de conste van muysvleesch ende vel des lichaems aerdichlyck ende wonderbaerlyck te schilderen. Daer naer WILHELM Cay van Breda , borger van Ant werpen , seer fraey Schilder van historyen , maer uytnemende in het beworpen nae't leven , een sober, statich ende scherpsinnich man : JAN QUINTIN , des voorverhaelden QUINTINS van Leuven sone : JERONY MUS Cock , vinder ende verbreyder in druck van JERONYMUS Boschs ende van ander uytnemende Schil derswerken, deshalven hy lof ende eere der consten aengaende verdient heeft : MARTEN DE Vos , goet meester van verwen ende vonden, ende nae't leven te maecken : LouYS VAN Hort, fraey in veel dinghen te beworpen ende contrefeyten , ende JACOB GRIMER groot constenaer in landtschappen te makenl ; al t'samen gheboren van Antwerpen : Michiel CocksIEN hier voor genoemt , seer constich ende vermaert in't schilderen ;; deshalven zyne wercken in grooter weerden ghehouden werden :: Hans Bol uytnemen de fraey in landouwen te schilderen metter penne : ChristiaEnende HENDRICK Palidam , leerjonghen van Frans FLORIS , noch jonck maer seer scherpsinnich ende gheestich , de welcke een wyle tyts by den Hertoge van Florencen zyn conste heeft ghetoont :

VAN ANTWERPEN. 95 ende is voorts naer Room ghetrocken, alle vier van Mechelen gheboren. AnthonIS MORRE van Utrecht , Koninck Philips Schilder , een seer vermaert ende treffelyck meester, besonder in behendichlyck ende vlytichlyck nae het leven uyt te schilderen : deshal ven hy midts groote verwonderinghe wel bemindt wordt, ende is daer en boven met andere gratien ende gheschicktheden verciert : LAMBERT LOMBAERDT van Luyck , een loffelyck , gheleerdt ende verstan dich man , niet alleen seer constich in het schilde ren , maer oock in't aengeven van timmerwerck : ende is een tydt lanck leermeester gheweest van FRANS FLORIS ende WILHELM Cay, hier voor verhaelt : Dese heeft boven andere zyne deuchden , groote ghenoechte in oude munten ende medalien , die hy in groote ghetale heeft vergadert, ende noch daghelyck is vergaderende : PEETER BRUEGHEL van Breda, groot Naevolgher van JERONYMUS Boschs con sten ende grillen , ende wordt deshalven de tweede JERONYMUS Bosch gheheeten : PEETER AERTSEN , an derssins LANGHE PEETER van Amsterdam , een seer vermaert ende weerdich meester , die de over schoone groote tafel met heur bytafelen in onser Vrouwen Kercke t’Amsterdam ghemaeckt heeft , welcke schilderye met het cieraet ontrent twee duysendt croonen ghecost heeft : Marten HEEMS KERCKE uyt Hollandt, Jan Schorels leerjonghen . Byv. [Noch gheven ghetuygenisse de wercken van HEEMSKERCKE van zyn meesterschap, ende tot zyn ghedenckenisse in weerden by des tadt van Haerlemz 96 BESCHRYVINGHE ghehouden werden , eertyds den schilders Outaer , die hy't Gilde gheschoncken heeft, daerinne afghe beeldt Sint Lucas , schilderende op zynen setel de maghet Mariemethaer soon : met een Papegay korf. In gheen minder estime de deuren van den Drape nierders Outaer, afbeeldende de Gheboorte Christi , ende de Enghelsche groete. ] LAMBRECHT VAN Hort van Amersfort, fraey Schilder ende beworper van timmerwerck : Gielis MOSTAERT, des voorseyden Frans broeder : Peeter POERBUS , ende zyn sone Frans, leerjonghen van Frans Floris , al is hy noch jonck , seer constryck schynt : JORIS HOEFNagel , heel jonck van jaren , is een besonder meester in de conste van vermillioenen , ende seer vervaren in't uytschilderen nae't leven, ende heeft deshalven goedt pensioen van den Hertoghvan Beye ren : JAN VREDEMAN een Vries geboren, met soo veel andere goede meesters, ende aencomende aerdighe jonghers, datmen wel behoefde een eyghen boeck in sonderheyt te maecken, om die al t'samen tenoemen . Byv. [Oock mede in grooler estime de sone van PEETER voorseyt , ende Cornelis CORNELISSEN SWAN in zyn naeckten, discipel van Langhe Pieten , wiens wercken by de stadt van Haerlem tot zyner eeren vertoont werden . Niet min gepresen in landtschap pen ende inventie KAREL VAN MANDER, overmidts de troubelen uyt zyn gheboortplaetse Vlaenderen , in Hollant gheweken , alwaer hy oock ghestorven is . Maer in d'afbeeldinghe der Zee , tempeesten ende scheepshandelinge DIE VROOM wydt vermaert wort . ] VAN ANTWERPEN. 979 Van de Vrouwen persoonen uytnemende in dese conste die noch leven , sullen wyhier vier noemen. D'eerste is Levine des voorseyden Meester Symons van Brugghe dochter , in het vermillioenen ende verlichten, ghelyck de vader, soo uylnemende ghe luckich ende fraey , dat de voorgenoemde Koninck HENDRICK van Enghelandt in aller manieren, geenen loon sparende, haer in zyn Hof woude hebben, daer zy statichlyck ghehouwelyckt is : ende werdt seer bemindt van Koninginne Marie , ende is naemaels seer liefghetal by Koninghinne ELISABETH gheweest. De tweede CATHERINE des voorghenoemden meester JAN VAN Hemssen dochter, huysvrouwe van KERSTIAEN den seer excellenten speelman op instrumenten : soo dat de Koninginne van Hongaryen, hen beyden , overmidts heur groote deuchden ende consten , met haer heeft gevoert in Spangien , ende na haer doodt wel voorsien met goedt onderhoudt heurer beyder leven lanck . De derde MARIE VAN BESSEMERS van Mechelen , weduwe des voorseyden meester Peeter Coeck van Aelst. De vierde ANNA SMYTERS van Gent , seer fraey ende constich in schilderen ende verlichten . De wercken van alle dese Schilders zyn niet alleenlyck in alle dese landen, maer oock meesten deels de gansche wereld door verbreydt : want daer wordt groote coopmanschap met ghedaen. Noch dunck het my eerlyck ende betamelyck sommighe uytnemende Glasenschilders te noemen , midts dat de conste in heur selve seer fraey ende profytelyck 98 BESCHRYVING HE is : ende daer en boven van't volck van desen lande ( ghelyck de voorghenoemde Vasari oock schryft) tot haer volmaecktheydt gebracht: want zy hebben niet alleenlyck de schoone ende levendige verwen , maer oock de conste om op glas te backen, ghevon den : soo dat dese verwe noch met water, noch met . windt , noch met lanckheyd van tyde en vergaet , gelyck voormaels , doen men't met gomme ende andere dinghen plach aen te strycken : De selve hebben oock d'middel gevonden om glasen met loot t'samen te voeghen . De voornaemste in dese conste zyn geweest, Aert van Hort van Nimmeghen, bor gher van Antwerpen , groot naevolgher van de lta liaensche vonden : d'aller eerste die de conste van op Cristallyn te backen ende te verwen ghevonden heeft : DIERICK JACOBS Felaert, groot meester ende aerdich van vonden : Dierick Staes van Campen : Jan Ack van Antwerpen , die de glasen venster van des H. Sacraments Capelle in Sinte Goedelen kercke te Bruyssel seer constichlyck geschildert heeft : ende CORNELIS van Shertoghenbosch. Nu ter tydt leven noch CORNELIS VAN DALE, sonderlingh meester van allerley verwen op glas oft Cristallyn , als oft olyverwe ware : ende daer en boven van schilde ryen te beworpen : Joos Veregnen , een constryck ende vermaert meester , die nu by den Keyser is : JACOB FLORIS , groot constenaer alle drie van Antwerpen gheboren : JAN STAES , des voorseyden DIERICKS sone , zyns vaders deucht ende conste wel weerdich : ende JAN VAN SELE van Utrecht. > 9 VAN ANTWERPEN. 99 soo dat Byv. [ Hier moet by ghevoeght ende niet ver gheten werden dien wydtvermaerden M. HENRICUS Goltzius borgher van Haerlem , die ons behalven zyn eyghen lofweerdige handelinge, een vernoeghen gheeft in het naecomen van de handelinghen van verscheyden hoogh befaemde meesters , als van ALBERTUS DURERUS , LUCAS VAN LEYDEN ende andere , zy niet om te onderscheyden zyn . ] In de conste van timmerwerck , van graveren ende uytsteken , en ghebreken noch en hebben oyt hier te lande ghebroken , seer gheschickte ende vermaerde mannen : ghelyck in corts verleden tydt zyn gheweest SEBASTIAEN VAN Oye van Utrecht , seer constich Werckmeester van Keyser Karel de vyfste ende van Koninck Philips, die met groote lof ende eere beworpen ende geordineert heeft Heddinfert, Charlemont ende Philippeville , seer stercke fron tiersteden : WILHELM KEUR van Goude in Hollant , een groot bouwmeester , ende een seer uytnemen de uytsteker ; JAN VAN DALE , een goet uytsteker ende fraey Poete : LUCAS VAN LEYDEN , seer constich in coper te steken ; ende Wilhelm van Antwerpen, een groot gheacht bouwmeester. Nu teghenwoor dichlyck zyn noch in't leven JACOB Brueck ghebo ren by Sint Omer , een edel man , fraey graver , ende vermaerde bouwmeester , de welcke Bossu , daer nae Marimont , ende andere heerlycke tim meragien voor de Koninginne van Hongaryen, Gou vernante deser landen , gheordineert heeft : JAN VAN BOLONIEN van Douay zyn leerjonghe, nu ter tydt > 100 BESCHRYVINGHE

hoogh gheacht ende vermaert in de conste by den Hertoge van Florencen : Jan de HEERE , ghenoemt MYNSHEEREN , van Ghent , een groot bouwmeester ende graver : Lucas zyn sone, een gheschickt man, schilder ende vinder van veel dinghen , ende goet Poete : MATTHEUS MANDEMAKER , een seer fraey sny der, by den Roomschen Koninck : CORNELIS FLORIS, des voorseyden Frans Floris broeder, een constich bouwmeester ende snyder , seer neerstich ende ghedienstich , den welcken d'eere toegheschreven wordt dat hy d'eerste is geweest, die de conste van speloncken ende holen onder d’aerde nae't natuer lyc te contrefeyten , uyt Italien hier te lande ghe bracht heeft : LAMBRECHT Suavie van Luyck , goedt bouwmeester, ende besonder uytsteker in coper : WILHELM PALUDAM , des voorseyden HENDRICX broe der , een fraey graver , neerstich ende vlytich in't studeren : JAN VAN SART van Nimmeghe , seer cons tich in't uytsteken : Symon van Delft, ende Joost JANSZOON van Amsterdam , oock seer fraey in de conste : JORIS ROBIN van Ypre : DIERICK VOLCKAERTSEN CORENHERT, ende Philips Galle, beyde van Haerlem, uytnemende gheschickt in coper te steken : ende noch veel meer andere , die te lange waer hier te verhalen. Welcke voorseyde Schilders, Glas schry vers , Bouwmeesters ende Uutstekers bycants al in Italien zyn geweest , sommighe om te leeren , ende dinghen van ouden tyden te sien, ende de treffelycke meesters van heur conste te kennen : sommige om aventueren te soecken , ende hen selven bekent te > VAN ANTWERPEN. 101 maecken : ende als zy heur begheerte volbracht hebben , comen meestendeels wederom in heur Vaderlandt met vervarentheyt, goedt ende eere. Voorts worden de meesters ende constenaersvan hier verbreydt in Enghelandt, Duytslandt, ende beson derlyck in Denemarck, Sweden, Noorweghen, Polen, ende andere Noordsche landen , tot in Moscovien toe ; sonder hier te verhalen de ghene die in Vranck ryck, Spangien , ende in Portugael comen, derwaerts meestendeels ontboden met groote loonen ende giften van Princen , Ghemeynten ende andere Poten taten , welck voorwaer seer wonderlyck ende oock eerlyck is. Maer wederom comende tot den staet van Ant werpen , soo is te weten , dat geen beraedt van weerden en mach ghehouden worden, noch in den naem des Landtsheeren , noch der stadt, indien alle de voorseyde vier Leden t'samen met een besluyt niet en vereenighen , ende over een comen. Dese vereeninghe ende overeencominghe gheschiedt al dus : Den oppersten Magistraet oft Raedt vergadert den grooten Raedt op't Stadthuys , te weten , de persoonen van den Magistraet der voorseyder vier Leden : daer een van de Pensionnarissen voorhou den sal ( als hier tot een exempel) dat de Landts heere hulpe oft onderstandt soeckt om oorloghe'le voeren : op een ander tydt, dat wel van noode ware d'accyse van wyn , bier , oft dierghelycke hoogher te setten " : Als dit voorghehouden is , soo moeten de drie principaelste Leden elck in sonderheydt hen > 13 102 BESCHRYVINGHE beraden , ende met authoriteyt van de meeste voy. sen oft stemmen raedtslaghen : maer de Dekenen van d'Ambachten, die't vierde lidt maecken, moeten ontbieden ende roepen alle die van heur Ambacht zyn, oft den meesten hoop. Elck ambacht op zyn ghe sette plaetse versamelt zynde, soo brengen de Deke nen de voorghehouden saecke in den grooten Raedt over ; daer dan een yeghelyck van dese ambachts lieden zyn meyninghe seght oft mach segghen ; als dan daer af ghesproken ende gehandelt is , maken t'samen een eyndelyck besluyt , waer mede de De kens eens , tweemael , driemael , ende oock meer, nae dat van noode is , op't Stadthuys by den Raedt gaen, om de saecke over te draghen, t'overlegghen, ende eyndelyck te besluyten. Indien dan alle de vier Ledenniet eendrachtichlyck en overcomen , soo en mach men daer af niet meer raetslaghen : maer ist dat zy t’samen overcomen ende vereenigen, soo zyn heur sententien vast ende ghestadich , ende moghen nieuwe statuten ende wetten maecken , ende ' t gansch corpus oft lichaem van de stadt ver binden tot wat sommen van penninghen dattet zy , ende tot alle andere dinghen. Maer in andere ghe wichtiger saecken ende van meerder verlanghe, als van de stadt sterck te maken ende diergelycke, moet men de verwillinghe des Landtsheeren hebben, an ders en soude't van gheender weerden ghehouden worden . De schattinghen , accysen , tollen ende andere in comende goeden van der stadt; behalven sommige > VAN ANTWERPEN. 103 cleyne, die men imposten noemt, buyten de ghe woonte, in des eygenen Landsheeren naem ingeset , behooren der Ghemeynten toe ( hoe wel alle jare in de verkiesinghe der Heeren van der stadt rekeninghe hier af ghedaen wordt voor de Commissarissen van den Hove :) ende de Ghemeynte besteedt ende gheeft die uyt na heur beliefte : welcke jaerlycks inco mende goeden groot zyn , bedraghende nu ter tyt ontrent twee hondert vyftich duysent croonen alle jaer : ende comen meestendeels van de schattinghen op wyn ende bier , accysen genoemt , die boven maten groot zyn : soo dat d'accyse van den wyn teghenwoordichlyck alle jaer ontrent tsestich duy sent ducaten , ende van het bier meer dan tachten tich duysent ducaten bedraeght . Voorts worden oock cleyne accysen op't graen gheset , ende op allerley etelycke beesten die men slaet , voor elck hooft , die niet groot en zyn : maer overmidts de oneyndelycke menichte van d'een ende van d'ander comende , dit een groote somme van ghelde by brenght. Oock valt hier veel incomensvan veel cleyn officien , ende ampten der stadt , die den ghenen vercocht worden diese willen bedienen oft oeffenen . Noch heeft Antwerpen veel incomens van landt , huysen ende andere gemeyne plaetsen, die verpacht ende verhuert worden . Dese ende sommighe andere cleynder dingen zyn het jaerlycks incomen van de stadt, een seer groote somme in alles bedraghende, ghelyck voorseydt is . Niet te min, overmidts groote ongewoonlycke oncosten, als van stadtmueren ende > 104 BESCHRYVINGI E > vesten , verscheyden ghemeyne huysen, ende andere dinghen onlanghs ghemaeckt : oock van veel schat tinghen ende beden buyten ghewoonte , die den Landtsheere in veel ende groote oorloghen verwil light zyn , is de stadt nu teghenwoordichlyck veel schuldich , ende grootelyk ten achter : soo dat zy somtyts is ghenootsaeckt gheweest gelt op interest , van thien tot twaelf ten hondert , te nemen : ende op erfrente ses ende een quaert voor't hondert , ende op lyfrente voor eenen mensch , twaelf ende half des jaers voor't hondert gheeft. De maniere van gelt op te nemen ende uyt te geven , is dese : Ghenomen aldus : Ick begheere een erfrente oft andere ор de stadt te coopen, ende wil duysent du caten geven : als ick met den Tresorier overcomen ben, soo telle ick het gelt den Ontvangher , die dit op't gemeyn register stelt, ende gheeft my een be scheet van dit ontfanghen te hebben : door cracht van dien doe ick een instrument hier af maecken by eenen Secretaris van der stadt , ende doe daer na het selve seghelen met den gemeynen grooten Seghel , ghenoemt deMonarchie , welcken Seghel bewaert wordt in een kiste , gesloten met vier ver scheyden sleutelen , waer af den eenen d'oudtste Schepen heeft , den anderen d'oudtste van d'oudt Heerschap, den derden een Deken van de Schippers, ende den vierden een Deken van de Meersse : Dese kiste en mach niet open ghedaen worden , noch yet gheseghelt worden , dan in't by wesen ende teghen woordicheyt van alle de Ghedeputeerde van dese VAN ANTWERPEN. 105 Seghelen , met eenen Borghemeester : Ende de verbintenisse is , my oft den brengher des briefs betalinge te doen : Aldus wordt my't gantsch cor pus oft lichaem van de stadt met alle heur juris dictie verbonden : ende indien by ongheval de stadt my niet en betaelt , soo mach ik my doen betalen van elcken borgher in sonderheydt, tot wat plaetse ick hem vinde. Dese stadt en betaelt ghemeynlyck den Landts heere niet , maer helpt ende dient hem wel milde lyck met d'ander Staten des landts in tyden van noode : Jae somwyle gheeft zy ' t selve alleen , als zy voor hondert, twee hondert ende drie hondert duysent ducaten ten sekeren tyde belooft ende ghe sproken heeft : ende als zy hem d'een oft d'ander verwillight , ghelyck met sommighe extraordina risse schattinghen is gheschiedt , die zy van zynent wegen boven d'accysen van der stadt, op de wynen , buytenbieren, slachtbeesten, ende diergelycke voor eenen seeckeren tydt gheset heeft. Noch heeft de Landtsheere in de stadt, als Hertogh van Brabandt den tol van de coopgoeden ter Zee gaende ende comende, genoemt den Brabantschen tol , die ghe meynlyck van vier jaren tot vier jaren ten hoogh sten pryse verpacht wordt , ende bedraecht mees tendeels ontrent achtbien oft twintich duysent ducaten s'jaers. Noch ontfangt hy t’Antwerpen als Grave van Zeelandt, een deel van diergelycken tol op de selve coopmanschappen ter Zee, die eertydts in Zeelandt gantschelyck plach belaelt te worden , 106 BESCHRYVINGHE maer om't gerief der Cooplieden van Antwerpen , wort nu ter tyt hier betaelt van alle coopman schappen die ter Zee comen , ende te lande gevoert worden : d'ander coopgoeden die van andere ste den ende plaetsen comen, worden in ander Havenen van Zeelandt betaelt : ende desen tol wordt oock van twintich tot twee en twintich duysendt ducaten s'jaers verpacht. Maer buyten dese twee cleyne tol len ter Zee ; die ick cleyn noeme , ten aensien van den cleynen prys die op de coopgoeden te betalen staet ; en wort noch den Landtsheere noch der stadt gheen schattinge ghegheven van alle de goe den ende coopmanschappen die t’Antwerpen te lande uytgaen oft incomen : welck voorwaer een schoone vryheyt is . Voorts heeft de Landsheere in Antwerpen zyn deel van de confiscatien ende cri minele amenden : Daer en boven oock sommighe patrimoniale goeden , ghelyck de Munte, ende den Steen oft ’ tghemeyn Ghevanghenisse , welck ver pacht wordt : daer toe noch andere oude gherech ticheden, gelyck hy oock ellers het heel landt door heeft : Van welcke zyne incomende ende patrimo niale goeden in het ghemeyn hier voor ghenoech ghesproken is . Aengaende d'ordinantie van de bedieninghe der Justitien , die wordt onderhouden ende ghebruykt in deser voeghen : Voor den oversten Magistraet oft Raet comen ter eerster instantien alle Civile en de Criminele saken , te gheselter plaetse ende tyde : behalven sommighe saecken die voor de Heeren VAN ANTWERPEN. 107 van der Hallen comen. De sententien ende vonnis sen van desen oversten Raedt criminel , zyn defini tive ende sonder eenighe appellatie of reformatie : maer de Civile , al ist dat die, d'aenleggher borghe stellende haest ter executien worden ghestelt , mogen nochtans in de Cancelreye van Brabant ter reformatien gebracht worden : In welcken Raedt de saecken neerstichlyck oversien worden , ende vindende de selve qualyck ghewesen te zyn , wordt partye wederom in heuren eersten staet gestelt , en de van alle schaden , costen ende interesten ont slagen. Daer teghen indien de reformatie qualyck ghefondeert is , soo moet de schuldtbare de costen betalen, ende daertoe een cleyne boete den Koninck als Hertogh van Brabant gheven. Het onderscheyt tusschen appeleren ende reformeren is dusdanich : Genomen dit tot een exempel : De vonnissen te Liere ghewesen , ende t’Antwerpen gheappelleert , en worden tot gheen executie ghebracht, totter tydt toe dat zy van die van Antwerpen gheconfirmeert ende bevesticht zyn : Maer vonnissen t’Antwerpen ghegheven , ende in de Cancelrye ghereformeert , worden wel haest geexecuteert , indien de aenleg gher cautie ende borght stelt, (ghelyck voorseydt is) uytghenomen saecken die d'eere aengaen , ende an dere die niet op te richten noch te verhalen en zyn . D’Overste Magistraet procedeert in criminele saken aldus : de Marcgrave en mach sonder des Binnenborgemeesters verlof geenen Borgher doen vangen , ' ten ware dat hy hem op't feyt metter ver 108 BESCHRYVING I E scher daedt bevonde : ende als hy hem wettelyck ghevanghen heeft , moet hem binnen drie daghen ten langsten voor den Oversten Magistraet vertoo nen : welcke Magistraet ten eersten hem doet uyt blasen ende vercondighen met den hoorn in de oude Borgt, op dattet elcken kennelyck zy : ende verza melt deshalven op een gewoonlycke plaetse , den Landsheere toehoorende, de Vierschare ghenaemt, staende onder den blaeuwen Hemel , met opene poorten, om dat een yeghelyck soude moghen sien , hooren ende daer by comen : gelyck bycants dese gantsche Nederlanden door ghebruyckt wort, ende moghelyck oock over al in Duytslandt : aldaer de Marckgrave oft de Schoutet zyn Stadthouder, in de teghenwoordicheydt des volcks, persoonelyck aen spraeke ende eysch doet, het zy van den lyve , van eenich lidt , oft van ander straffinghe, na zyn goedt duncken . De misdadighe heeft de macht te nemen sulcken Advocaet als hem belieft , ende hem met reden in aller voegen te verantwoorden ende te verweeren : ende al en hadde hy gheen gelt , daer om en wordt hy niet verlaten ; want daer zyn sekere Advocaten tot dien dienst gheordineert. Ist dat de saecke licht ende cleyn bevonden wordt, soo wordt hy terstondt ontslaghen , maer met besprekinge, van t’zynen verantwoorden te comen , soo wanneer hy daer toe ontboden sal worden ; daer nae mach het proces ter goeder moeten ende met ghemack ten eynde ghebracht worden : Ende indien gheen fondament ghevonden en wordt, soo moet d'Officier

VAN ANTWERPEN. 109 de costen met rechte betalen. Ist dat de saecke swaer is , soo begheert de Marckgrave hem te mo gen ter pynbancken tot scherpe examinatie bren gben : indien de Schepenen dit toelaten, moet daer na de Borgherye de saecke ghehoort hebbende , ’ tselve oock verwillighen , ende vervolgens den misdadighen ontpoorteren, dat is, van de poorterye oft borgerschap afsetten : welck gemeynlyck ghe schiedt , eer dat hy in des Beuls oft Scherprichters handen comt , die hier te lande Pynigher is . Maer de Marckgrave en mach hem niet doen pynighen , dan in de teghenwoordicheyt van twee Schepenen ten minsten , noch oock niet langer dan hen goet en dunckt. Als de misdadighe bekent , soo wordt hy terslont uyt ' tghevanckenisse gebrocht op een seker oude brugghe , om hem voor’t volck sulcke beken tenisse te doen bevestighen : ist dat hy't bevesticht, soo wordt hy s'anderdaeghs , oft als den Heeren best gheleghen is , wederom ter Vierscharen ge bracht : daer leest dan een van de Secretarissen , als Greffier van't criminel , met luyder stemmen de voorseyde bekentenisse : dese ghelesen zynde, ende de Wethouders de saecke, nae dat zy ghewichtich is , wel ondersocht hebbende, geven't vonnisse ; al t’sa men op een meyninghe over een comende, ende an ders niet ; welck de Borghemeester met luyder stem men uytspreckt:ende alst uytghesproken is , stellet deMarckgrave , soo alst is , binnen vier en twintich uren te executien , tot des Landtsheeren cost. Maer eer't vonnisse ghegeven wordt, heeft de Marckgrave 14 110 BESCHRYVINGHE > mdaiIrilocmacht met den misdadighen voor eene somme van penninghen t'overcomen , indien de saecke niet te seer onredelyck ende onmatich is : waer af de twee derde deelen den Landtsheere , ende d'ander derde deel hem toe comt. Op vreemdelinghen die hier gheen huys en houden , en acht men niet soo veel in't vanghen : noch men maeckt soo veel be dryfs niet om die ter pynbancken te brengen : maer anderssins gaet men bycants ghelyckelyck te wercke : ende alle criminele saecken worden ghe meynlyck wel haest uytghericht. De ghene die met de justitie ghedoot zyn , en worden niet begraven ; dan sommighe door ghenade ende gelt : Ende de goeden van alle dese gedoodde , ' tzy om ketterye , ghequetste Majesteyt, straetschenderye, dootslagh, oft om eenighe andere saecken , worden gheconfis keert , al ist dat zy kinderen achter laten : den welcken niet anders ghelaten en wordt, dan dat hen van des moeders weghen met rechte toebehoort. Ghemeynlyck wordt t’Antwerpen in criminele sa ken vrydom onderhouden , in alle Kercken ende Kloosters : maer indien de misdaedt te schandelyck ende grouwelyck is , soo moet de misdadige elders zyn toevlucht nemen . Aengaende Civile oft Borgherlycke saecken , en mach men geenen borger , noch vreemdelinck bin nen Antwerpen huyshoudende oft vaste wooninghe hebbende , arresteren oft gevanghen setten , ende veel 'min zyn goeden beslaen , hy en zy eerst ende voor al te rechte ontboden , ende ordentlyck ach nen.190en tittel即,desethedelistor> je oocfelveIn bor> est hoTange VAN ANTWERPEN. 111 tervolght in deser manieren : Men doet door eenen Officier zynen schuldenaer daghen voor de Magis traet dien soodanighe saecken aengaen , ende daer wordt d'aenspraecke mondelyck oft by gheschrifte, nae de gheleghentheydt , in de Nederduytsche tale ghedaen door eenen Advocaet oft Procureur. Indien de aenlegger geschrift oft ander openbaer bewys heeft van den schuldenaer , soo sal hy hem haest doen doemen tot betalinghe oft bewysinghe van de gheeyschte schuldt : als hy ghedoemt is , soo geeft men hem eenen kleynen termyn om te betalen : ist dat hy niet en betaelt , set men in zyn huys twee oft drie mannen Coluvers genoemt , tot bewaernisse van zyne goeden , om dat die nerghens vervoert noch verdraghen en souden worden : Aldus beydt men acht oft thien dagen , om te besien oft hy mid del vindt van betalinghe : als hy't niet en vindt , soo gaet oft sendt d’Amman om zyn haeffelycke goe den te beschryven, de welcke opgeschreven binnen luttel daghen daer na openbaerlyck verkocht wor den , al op des schuldenaers kosten : ende indien dese goeden niet ghenoechsaem en zyn tot betalin ghe der schuldt , soo worden de onroerlycke goeden terstond verkocht met goede ordinantie : ist dan dat die oock niet ghenoeeh en zyn , soo mach men hem lyffelyck ghevanghen setten . Maer men mach gee nen borgher , noch vreemdelinck huys oft kamer vast houdende , indien hy niet voorvluchtich en is, gevangen doen setten , ’ ten zy dat merckelyck blyc ke dat hy gheen middel en heeft om te betalen. De 112 BESCHRYVING I E 9 vreemdelinck die gheen huys oft vaste wooninge en hout , mach t’alle stonden , by nacht ende by daghe ende over al , ghevanghen worden, behalven in kercken ende huysen die altydt vry zyn geweest. Ten eynde van de drie daghen zyner ghevanghenis sen ( anders soude hy los ende vry uytghelaten wor den) sal hy voor recht, van betalinghe , oft van borghe te stellen , aenghesproken worden : als de borghe ghestelt is , soo wordt zynen persoon ghe lost uyt 'tghevanghenisse henisse,, ende mach mh zyn sake ver volgen ende bedingen voor de ordinaris Magistraet. Maer alle borgherlycke saken, die niet seer claer en zyn , blyven seer langeloopende. Laet ons ooc een weynich spreken van sommige besondere statuten ende costumen die treffelyck ende noodsakelyck zyn tot borgerlycke zeden , ende menschelycken wandel , de welcke dese stadt gebruyct tot ghemey ne nut ende welvaert : waer door wy met groot profyt volkomentlyck sullen gheraken tot groote kennisse van heur besonder regiment ende bewindt. Ten eersten een borger oft inwoonder van Ant werpen , en mach geenen anderen borger oft in woonder der selver stadt , buyten de stadt doen vangen, noch te rechte beroepen , noch zyn goeden doen beslaen, op sware pene , ’ ten zy dat sulck een ghefaillieert oft voorvluchtich is. Indien een borger of vreemdelinck in Antwerpen faillieert , soo neemt de huysvrouwe heur houwe lyck goet voor uyt , voor alle andere : na heur oft na heur kinderen in heur stede, comen ten eersten > dehe> d'valeE ZY VAN ANTWERPEN. 113 de Landtsheere ende de stadt : ' tgene datter over schiet comt na behoorlyc deel den crediteurs oft geloofgevers toe. Ende indien een crediteur met den ghefaillieerden niet en wilt overcomen hoewel dat alle d'andere met hem overkomen zyn , soo en mach men hem daer toe niet bedwingen : om veel bedrochs te verhoeden , welck plach voortghestelt le worden : maer de gefaillieerde moet hem te vreden stellen , oft ten minsten metter tydt borghe setten . De vader en is in gheen schulden verbonden voor den sone, noch den sone voor den vader, al ist dat hy uyt des vaders broodt oft macht niet ghedaen en is : welck hier niet soo seer gebruyckt en wort , als te veel plaetsen in Italien . In erffelycke goeden van vader ende moeder erven de knechtkens ende meyskens al gelyckelyck : behalven in leengoeden , waer af'tvoornaemste huys, ende ' thooghste gebiedt van gherechte, met de twee derde deelen van d'ander goeden , den oudsten sone toekomen : het ander derde deel wordt den anderen knechtkens ghelyc kelyck uytghedeylt , de meyskens uytghesloten. Ende indien daer gheen kinderen en zyn , soo gaen de leengoeden van man ende vrouwe verkreghen , half tot de vrienden van den eenen , ende half tot d'andere, behoudelyck den langstlevenden de tocht van des gestorven helft zyn leven lanck . Den credi leur van den overleden is genoech eenen van d’erf ghenamen , dien hy wilt, in rechte t'ontbieden voor zyn gantsche somme , sonder d'ander na te loopen, die daer na deshalven t'samen overkomen. . 114 BESCHRYVINGHE De Vader en mach zynen bastaert sone niet seker lycklegitimeren sonderdes Landsheeren authoriteyt: ende ghelegitimeert zynde is vry van veel achter deels : ende besonder stervende sonder kinderen ( want in't instrument der legitimatien wort hem sulcke macht ende vryheydt oock mede ghegheven ) mach hy testament maecken, ende zyn goeden laten dien hem ghelieft : ende ingheval hy gheen testament en maect , soo versterven zyn goeden rechtelyck op zyn naeste vrienden : maer daer teghen , indien hy niet ghelegitimeert en ware , en soude gheen testament moghen maecken, en zyn goeden souden den Landtsheere , niet zynen vrienden, toekomen. Niet te min hoe wel hy ghelegitimeert is, en komt daerom in des vaders goedt niet met de broeders ende susters, maer houdt alleenlyck ’ tgene dat hem vader merckelick de by testament ghelaten heeft : noch en mach oock na de statuten van den lande , gheen Magistraet oft officie van weerde bedienen : hoeweldedeuchthen dickwils de bane daertoe opent . Maer een bastaerdt sone van des moeders weghen , ghewonnen terwylezy onghebonden endeonghehou welyckt was, ende by gheenen gehouden noch ghees telycken man ghekregen , sal zyn deel hebben met broeders ende susters, al zyn zy wettelyck, in alle de goeden , roerlycke ende onroerlycke, oock in leen goeden, met sulcken recht als oft hy waerachtichlyck van wettighen houwelycke gheboren ware. Ende dit wordt in de gantscheNederlanden aldus ghebruyckt, behalven te Leuven : want zy segghen dat de vrouwe > VAN ANTWERP EN. 115 2 > gheen bastaerden en kan ghemaecken tot heurlie der achterdeel , dan op de voorseyde maniere. Een bastaert kinderen hebbende , al en is hy niet ghelegitimeert, nochtans worden zyn kinderen in aller manieren erfghenamen. De ligghende oft onroerlycke goeden en moghen, overmidts der menschen argheydt ende andere misvallen , niet verkocht , verset , noch verhandelt worden in eenigher manieren , dan door middel van Schepenbrieven , te weten, het moet geschieden ten minsten voor eenen Schepen ende eenen Secre taris van der stadt ; als in stede des Raedts ; ende dit wort op't gemeyn register gestelt. Ende om wysselyck te handelen in de koopinghe van dese onroerlycke goeden , zyn hier seer goede ende vaer dighe ordinantien gestelt : soo dat de kooper ten aller langsten binnen vyftien of sesthien maenden , voldaen hebbende het ghewoonlyck recht van ghe bruyck , versekert wordt in zynen koop , in der voegen dat nemmermeer te gheenen tyden hem daer af voorder gheeyscht en mach worden. Aldus door middel van dese ordinantie vindt de verkooper ter stont gherief om't zyn te verkoopen, ende de kooper kryght lichtelyck versekeringhe van zynen koop, soo datter noch borghe noch cautie voor het verkocht goedt van noode en is, ghelyck in sommighe andere landen gebruyckt wort. Maer roerelycke ende haef felycke goeden , ghelyck coopmanschappen, obli gatien , schuldtbrieven , door Notaris oft andere ghemeyne handt ghemaeckt, moghen om des ghe 116 BESCHRYVINGHE riefs wille in allerley manieren verkocht , verset ende verhandelt worden , ' tzy door gemeyne oſt eyghene handgeschriften. De houwelycksche voorwaerden zyn hier ver scheyden , nae dat partyen met malkanderen over komen . Ten eersten vader oft moeder heur dochter te houwelyck bestedende, geven gemeynlyck den behouden sone een somme van penninghen op de handt ter goeder rekeninghen tot houwelyck goedt, sonder de dochter hier door uyt de erffelyckbeyt te sluyten : Voorts naer des vaders ende moeders doodt , dese ghegeven somme afgherekent ende ghekort zynde , worden de erfgoeden gelyckelyck ghedeylt tusschen sonen ende dochteren , uytgeno men de leengoeden , alsoo voorseyt is. Diesgelyck mans ende vrouwen die vry ende heur selfs zyn , maken oock verscheyden houwelycksche voorwaer den onder malkanderen, na heurlieder goetduncken ende beliefte. Een ryck man maeckt wel zyner huys vrouwen een somme van penninghen tot een bruydt gave , indien hy voor haer geraeckt te sterven : ende nae zyn doodt en sal zy niet meer van heu ren man hebben dan dese bruydtgave , ende daer toe haer houwelyck goedt . Van ghelycke sal ooc de vrouwe den man doen op de selve conditie . Maer indien zy met malkanderen geen compact en maec ken ; ghelyck meestendeels in den houwelycken gheschiedt; als dan een van beyden comt te sterven , soo is ’tgebruyck tusschen den langstlevenden ende de kinderen ; ende ist datter geen kinderen en zyn>, VAN ANTWERPEN. 117 tusschen de naeste vrienden van den overleden , half ende half de haeffelycke goeden ende de verkre . ghen soo roerlycke als onroerlycke, te deylen : be halven de leengoeden , waer af gedisponeert wordt nae de voorseyde wyse ende forme. Oock worden half ende half gedeylt alle huysen ende erven ghe leghen binnen het ghebiedt van Antwerpen , strec kende tot de voorseyde balieboomen toe : voorts alle renten van d'een zyde ende van d'ander , ver vreemt, soo by lossinge , als by verkoopinge oft wisselinge. Maer de renten ende alle andere onroer lycke goeden die in deser voeghen niet vervreemt en zyn , keeren gheheelyck wederom tot de zyde daer zy af komen : behoudelyck de costumen ende ordinantien van de plaetsen anders inhoudende, oft de goeden buyten het ghebiedt van Antwerpen wesende. Nochtans heeft de langstlevende, het ży man oft vrouwe, wat voordeels in de deylinghe van de haeffelycke goeden : Ten eersten een van zyn beste kleederen , ringhen , ketenen , ende andere , die hy op eenen hooghtýdtdagh aen zyn lyf draeght: daer en boven een wel ghestoffeert bedde : voorts het beste stück van allerley huysraet, ende een stuck oft twee silverwercx, maer dat en mach boven een secker ghewicht niet komen . De man heeft noch voor uyt, zyn peert met alle de wapen tot bescherminghe van zyn lyve toebehoorende : Alle d'andere kleede ren en vercieringhen soo van den levenden als van den dooden , t’samen te hoope gebracht by d'ander haeffelycke goeden, worden in't ghemeyn verkocht, > 15 118 BESCHRYVINGHE sulck als die zyn, ghelyck voorseydt is . Indien dan de langstlevende , het zy man oft vrouwe,, herhou wet ende ander kinderen kryght, soo sal naer zyn doodt alle zynteghenwoordich goedt onder alle zyn kinderen , knechtkens en meyskens, soo wel van't eerste als van't leste bedde , ghelyckelyck ghedeylt worden. De vrouwen hebben t'Antwerpen meer privile gien ende voordeels , dan ergens elders binnen desen lande : want in alle andere landen ende ste den , is de vrouwe; zy zy edel oft onedel , verbon den in des mans schulden , ghelyck de man in der vrouwen schulden verbonden is. Maer in dese stadt, indien de vrouwe geen coopmanschap en doet , ghelyck hier vele doen , soo en is zy in des mans schulden niet verbonden : maer de man moet der vrouwen schulden betalen , die zy voor oft nae't houwelyck ghemaeckt heeft. Maer de vrouwe en mach haer niet verobligeren oft verbinden sonder des mans toelatinghe ende verwillinghe : uytghenomen de gene die vryelyck coopmanschap doen , incoopende ende uytvercoo pende in den winckel : Ende ist dat zy haer voor den man wilt verbinden , soo moet zy eenen mom boor van den Gerechte nemen , die met den selven man voor de Wet , tot sulcke verbintenisse verwil lighe : maer en heeft zy gheenen man , ende in noodt is haer te verbinden, soo'moet zy oock eenen momboor van den Gherechte nemen , ende haer voor't Gherechte verbinden . ६> > > VAN ANTWERPEN. 119 Een borgher die zyn huysvrouwe , t’zy inlandt sche oft uytlandtsche, erghens buyten ’ tgebiedt van Antwerpen , trouwt , ende ' thouwelyek volbrengt, sonder oorlof van Borgemeester, verliest van ston den aen't recht van zyn borgherschap oft poorterye, al waert dat hy s’anderdaeghs in de stadt quam woonen . De bruydtloften ende feesten van alle hou welycken , elck nae zynen graet ; niet tegenstaende verscheyden Wetten door de Landtsheeren ор de groote oncosten ghemaeckt ; worden veel te over vloedichlyck ende kostelyck ghehouden, met groote maeltyden van vrienden ende maghen , ghemeyn lyck drie dagen lanck duerende. De bruydegom wordt seer wel gecleedt, ende de bruyt noch beter, veranderende t'elcken van de drie daghen nieuwe kleederen , met ryck ende lustich cieraet. In ghe valle dat de ghehoude vyftich jaren lanck t'samen blyven levende , soo houden zy ten eynde van desen tydt, de bruydloſt wederom op een nieuw met groote vreucht ende blydtschap : Ghelyck oock de Priesters ende Monicken doen , die ten eynde van vyftich jaren , nae dat zy heur eerste Misse hebben ghesonghen , singhen die wederom op een nieuw , met groote solenniteyt ende veel ceremonien, noe mende dien dagh heur lubilé. In de gheboorten ende doopsels van heur kin deren wordt hier oock groote feeste ende grooten kost ghedaen : de peters ende peten gheven der kraemvrouwen schoone ghiften , ende als het kin derbedde uyt is , doen zy een hoffelycke maeltydt. > > 120 BESCHRYVINGHE > Maer dit is grootelyck t'aenmercken , dat zy hier dickwils tot gevaders oft peters ende peten, nemen heur vaders ende moeders, broeders ende susters, jae sonen ende dochteren : welck meer op d'oude ghewoonte , dan op d'authoriteyt der Kercken ghe fondeert is. Uutvaerden worden ooc kostelyck ghe houden , ende met veel aelmoessen : ende achter dat de doode begraven is, ende den dienst voldaen, soo wordt , om swaermoedicheydt te verdryven , een hoffelycke ende kostelycke maeltydt ghehouden voor de naeste ende liefste vrienden , die met den lycke te begraven zyn gheweest ; den anderen wort eenen pot wyns met een schotel wel ghekoocten rys ghesonden . Een borgher die ses weken lanck buyten ' t gebiedt van Antwerpen met wyf ende kinderen , sonder des Borgemeesters oorlof blyft, verliest sonder twyfel de poorterye. Maer een jonck gheselle onghehouwt, macht over al buyten gaen ende staen , sonder oorlof , soo langhen tydt als hem belieft , sonder eenighe verbeurte oft schade. Diesghelyck oock een borgher die met zyn huys vrouwe ende kinderen stedevast gaet woonen buyten de stadt, verliest zyn privilegie van de stadt, indien hy hem niet en verklaert borgher van buyten : Want hier zyn. tweederley Borghers, te weten Binnen borghers ende Buytenborgbers, ende hebben beyde de selve privilegien. Die hem Buytenborgher ver klaert (by alsoo verre dat hy niet en woont buyten ' t quartier van Antwerpen oft ' t Marckgraefschap > 5 VAN ANTWERPEN. 121 >

des Heylighen Rycx) is verbonden alle jaer te komen zyn hoogtydt houden oft Sacrament ontfanghen in de stadt , ende t'elcke reyse een halve kroone , voor't ghemeyn te betalen : aldus blyven zyne pri vilegien vast ende ongheschonden , sonder eenich achterdeel . Een borgher, oft oock een landtsael (ander vreem delinghen zyn vry) die t'Antwerpen meer dan een jaer ghewoont heeft, indien hy vertrect om in een ander stadt van Brabandt te woonen , sal voor't gemeyn betalen vyf ten hondert van alle zyne lig gende goeden : ist dat hy buyten Brabant gaet woo nen sal dobbel betalen , welck is thien ten hondert : uytgenomen de ghene die gaen woonen in som mighe plaetsen binnen Brabant ende oock buyten , die mits privilegie van dese stadt verkregen , vry zyn , ghelyck Liere , Bergen , Breda , Middelborg in Zeelandt ende andere steden . Een uytlander en mach hier ambacht doen , hy en zy te vooren borgher van de stadt : ende om borgher te worden en doet men niet veel kosten noch ceremonien , welck aldus geschiedt : Hy gaet op eenen sekeren ghesetten dagh ter Vierscharen , ende met hem sommighe borghers die betuyghen dat hy een man van eeren ende ontfangbaer is : daer sweert hy , in teghenwoordicheydt van d'Overste Magistraet, ende van den Marckgrave oft zynen Stadthouder ; den Hertoghe van Brabandt als den Marckgrave des Heylighen Rycks, huldeende trouwe, belovende ten bywesen van den Borggrave ende geen > 122 BESCHRYVINGHE ander borghers, de stadt ende heur heerlyckheydt ghetrouwelyck te helpen bewaren : voorts betalende der Gemeynten ses ducaten , ende den ambachte oock wat voor heur gerechticheydt , soo geniet hy d'ambacht ende der stadt privilegien gelyck andere borghers ende inghesetenen. Behoudelyck dat de gene die in Antwerpen oft ten minsten in Brabant niet gheboren en is , al is hy borgher oft poorter gemaeckt, en mach tot gheene Magistraet van eeniger weerden comen : maer zyn kinderen in de stadt oft in Brabant gheboortich, moghen mits heur deucht gheraecken tot alle graet van staet ende bewindt, al ist dat zy van seer leeghen stamme zyn. Hier zyn veel scholen met geleerde meesters om de jonckheydt in allerley gheschicktheydt van let teren t'onderwysen , onder welcke seer vermaert is Joos Welaer van Verrebrouck , een wel geleert man in de drie spraken , Latyn , Griecx ende He breeusch, die eertyts myn eerweerdich schoolmees ter is gheweest. Maer in dese stadt ende ' t gantsch landt door is gemeynlyck een gewoonte , als de kinderen een goedt beginsel hebben , ende datmense voorts wilt laten studeren , die te Leuven , te Parys oft elders in Vranckryck , in Duytslandt , ende in Italien te senden . in dese stadt, ghelyck in veel andere ste den des landts , verscheyden scholen , daer men den meyskens soo wel als den knechtkens de Fransoy sche spraecke leert : die door leeringhe in de scho le , door daghelycksche oeffeninghe, ende verkee > 1 Oock zyn VAN ANTWERPEN. 123 > ringhe met vreemdelinghen, alsoo verbreydt wordt, dat zy hier binnen corten tyde soo ghemeynlyck over al ghesproken sal worden , als de eyghene moederlycke spraecke . Daer en boven zyn hier meesters die Italiaensch ende Spaensch leeren: waer uyt in alle manieren wel blyckt , dat dese stadt ' t gemeyn Vaderlandt van alle Christelycke natien is ende worden sal, indien zy haer gestaltenisse ende wesen niet en verandert. Byv. [ SCRIBANIUS verhaelt ( * ) dat in dese stadt over de 150 scholen gheweest zyn , in de welcke de jeucht in alle scientien ende talen onderwesen werdt. Waer door den meerderen deel , eer zy eenen voet uyt de stadt ghestelt hebben, verscheyden talen spreecken : hetwelck niet alleen den mannen , maer oock den vrouwen seer ghemeyn is. ] Boven dien heeft desè stadt veel ander goede wetten ende sonderlinghe ordinantien , die wy om der cortheyt wille achterlaten : Maer sullen alleen lyck spreecken hoe in den noodt van brandt hier seer goede toesicht besorcht wordt, dat ' tvyer gheen groote schade en doe. Besonder s'nachts houdt men seer goede wacht in alle straten ende andere noodt lyckste plaetsen : ter selver tydt wel toesiende dat dat de dieven in de huysen ende winckels niet en breken . Waer door in alle manieren merckelyck blyckt, dat behalven het vast fondement van groote vryheydt , versekertheydt ende gerustheydt des volcx , dese stadt oock heur oprecht wel ghestelt ( * ) Orig. Antverp . cap . 8 . 124 BESCHRYVINGHE ende gheschickt regiment heeft : indien het wel ende behoorlyck onderhouden werde. Noch in dese stadt , noch in't heel landt , en wordt ( indien het niet grootelyck van noode en is) ghelyck de ghewoonte in Italien ende in sommighe andere landen is, gheen reeckeninghe oft ghetal der menschen ghehouden : Maer ick hebbe dese reke ninghe vlytichlyck ghemaeckt, ende ghevonden, dat nu teghenwoordichlyck in Antwerpen wel ontrent hondert duysent menschen zyn . Soo ick hier mede onledich was , is my in den sin ghecomen t'onder soecken ' t getal van de weerbare manspersoonen : ende nae goede reeckeninghe ende overlegginge , vinde ick ten eersten , veel meer vrouwen dan man nen : daer nae seer veel geestelycke lieden , ende een overgroote menichte van kinderen : soo dat al t'samen wel gherekent, alleenlyck vyfthien duysent strydtbare mannen, van achthien jaren tot tsestich, ghevonden worden. Byv. [ CarolUS SCRIBANIUS ( * ) handelende van de frequentie der inwoonderen van Antwerpen , schryft aldus : Ick bevinde dat Antwerpen meest ghefrequenteert is gheweest in het jaer 1556 , ende de naervolghende tot het jaer 1577. De inwoonders der stadt waren boven hondert duysendt. Ick sal nemen om dit te bewysen, het ghetal, uyt den ouden boeck van het jaer 1568. Daer zyn in dat jaer hoof den van borgheren ghetelt gheweest , in den eers ten Wyck 6239 : in den tweeden 5929 : in den derden ( * ) Orig . Antwerp . cap . 8 . 11111 VAN ANTWERPEN. 125 6124 : in den vierden 6512 : in den vyfsten 5218 : in den sesten 5810 : in den sevensten 9627 ; in den achtsten 6943 : in den neghensten 7419 : in den thiensten 7529 : in den elfsten 7234 : in den twaelf sten 7164 : in den derthiensten 8248. Ergo ' tsamen 89,996 hoofden . Ende dit van borgheren. Daer waren in het selve jaer alhier huysgesinnen van verscheyden volcken , die hare woonplaetse tot Antwerpen hadden ghenomen. Onder dese waren 14,985 hoofden . Daer waren dan 104,981 . Ende dit buyten de Schippers, van de welcke een seer groot ghetal op de schepen was. Daer waren boven dese in de voorboeghen vyftich duysent hoofden , de welcke borgherrecht hadden , soo wel als die in de stadt gheboren. Nu wie soude konnen tellen die van buyten aencomende ? Ick lese datter in de jaren 1549 , 56, 59 , 61 , over de twee hondert duysent hoofden van borghers ende vreemdelin ghen ghetelt zyn geweest. Niemandt en sal hem verwonderen , de welke sal dencken, hoe vele hier waren uyt verscheyden volcken , Hooghduytsche , Spanjaerden , Portegysen , Enghelschen , Genevoy sen , Florentynen , Milanesen, van Luca , van Pisa , ende hoe vele uyt andere steden van Italien , ende oock van Vranckryck : voorwaer wy hebben ver staen datter somtydts uyt Spangien alleene , drie hondert huysghesinnen dese stadt bewoont hebben , den meerderen deel machtich , ende die groote ryckdommen hadden. Ende dat op een seker ure tweemael des daeghs , des middaeghs ende des > > 16 126 BESCHRYVINGHE avonts, boven de vyf duysent, op de Borse pleghen te komen. Dus verre SCRIBANIUS. ] T'Antwerpen zyn ontallycke veel dingen te sien ende te aenschouwen met lust ende genoechte , gelyck meestendeels de plaetsen hier voor verhaelt : Maer ten sal hier niet qualyc voegen ( hoe wel dat wy hier en daer hier van ghesproken hebben ) wel cort in een capittel hier te verhalen d'aller merc kelyckste , ende sommighe andere die noch niet gheroert en zyn : op dat de vreemdelinghen hier dagelycx overcomende , de selve voor heuren lust ende ghenoechte te lichtelyker ende ghemackelyc ker mogen gaen sien . Aldus sonder veel meer te spreecken van soo veel schoone straten ende plaet sen , kercken , cloosters ende andere huysen ende hoven , sullen ten eersten aenteeckenen de stadt mueren oft vesten , met soo veel bollewercken , wallen , katten , schanssen, heymelycke ende open bare inganghen ende uytganghen , met seven heer lycke poorten , ende seven schoone brugghen ; Het Casteel aldus open staende , ende seer constichlyck gebouwt met ordinantie ende geschicktheydt van sterckte : De Nieuwstadt met veel brouweryen , putten , asten , ende ghereedtschappen om allerley bier te brouwen : De Havene van de stadt schoon ende groote Rivier , vol schepen van al lerley vracht : de verscheyden Vlieten herwaerts ende derwaerts de waren ende coopmans goeden aenbrenghende tot aen de huysen toe : Den over hooghen Toorn van onser Vrouwen Kercke, met soo > op een VAN ANTWERPEN. 127 veel besondere dinghen . De nieuwe Borse , daer men ter gheselter uren een ontallycke menichte Cooplieden ziet van alle Natien , elck op zyn plaet se , om van heur coopmanschap te handelen , ende rontom over al gaende in corten tydt ses oft acht de voornaemste talen met lust ende ghenoechte hoort spreken : De Munte , een heerlycke huysinghe met veel smissen , daer goudt ende silver met hoopen ghemunt wordt : Den Tapissiers pant met veelwon derlycke wercken : Den Schilders pant met verschey den seer fraeye schilderyen : Den Silversmidts pant metveelcostelycke endeschoonevaten : Het seerfraey Vleesch huys met overvloedt van allerley vleesch : De Vischmarckt t’alle tyden wel versien van visch : Het heerlyck Stadshuys : Het seer schoon ende costelyck Oostershuys, staende tusschen twee Wa tervlieten in de Nieuwstadt , lustich ende fraey ten toone in't aenschouwen : Het uytnemende schoon Enghels huys : Het groot ende wydt Portegyshuys : Het wonderlyck Forneys , daer allerley cristalyne glasen op de Veneetsche maniere ghemaeckt wor den , door JACOB PASQUET van Bressen , met grooten cost ,, ende met verscheyden privilegien van den Koninck ende van de stadt . Wel soo lustich ende wonderlyck als alle het voorseydt , is , te sien ende t’aenschouwen , onder alle andere cleyne Druc keryen die hier zyn , CHRISTOFFEL PLANTYNS des Konincklycken Druckers groote ende heerlycke Druckerye , alleen ende verscheyden staende van den Boeckwinckel, met besondere ende bequame 128 BESCHRYVINGHE > > huysinghen , welcke Druckerye verhalens ende ver marens weerdich is : want tot nu toe gheen dier ghelycke in gantsch Europa ghesien is gheweest, noch ghesien en wordt , daer meer perssen , meer letteren van allerley soorten , meer printen ende gereedtschappen ; meer bequameendegheschickte mannen , groote loonen winnende met wercken, corrigeren ende oversien in allen talen , soo wel sonderlinghe als ghemeyne , gheen uytghenomen , die men het gantsch Christenryck door ghebruyckt : soo dat al t’samen wel gherekent , in dit huys met zynen aenhanck ende toebehoorte meer dan drie hondert hierlandtsche guldens ; welck meer dan ander half hondert croonen zyn , alle dome lycke daghe uytghegeven ende becosticht worden : welck voorwaer een edele ende Konincklycke saecke , niet alleen den loffelycken aenghever ende meester, maer oock der stadt grootelyck tot profyt ende eere is : want zyne schoone ende welgestelde wercken worden met groote menichten de gantsche werelt door ghevoert ende verbreydt. Dit zy hier mede ghenoegh , aengaende de voornaemlyckste dingen die in dese wonderbaerlycke stadt gesien worden , sonder voorder te spreken van packhuy sen , winckels , ende ontallycke cramen , die men hier siet doorgaens soo overvloedichlyck versien ende ghestoffeert met allerley coopmanschap , dat altydt jaermarckt ende marcktdagh schynt te zyn . T’Antwerpen en woont gheen groote menichte Edeldoms : midts dat dit een soo treffelycke coop VAN ANTWERPEN. 129 stadt is , ende dat d’Edellieden ende Heeren her waerts ’tgeberghte gemeynlyck op heur heerlyck heden ende huysen buyten de groote steden zyn : niet te min hier is Edeldoms genoech tot regiment ende bewint van de stadt : want zy wordt in de treffelyckste saecken bycants geheelyck van den Edeldom gheregeert , alsoo voorseyt is . Maer dese Edellieden , ghelyck oock alle d'andere herwaerts ’tgheberghte , en moghen gheen coopmanschap doen , ghelyck ontallycke veel Italiaensche , beson der Veneetsche , Florentsche , Genevoysche ende Lukesche Edellieden , overmidtsverscheydene ende rechtveerdighe oorsaecken , pleghen. De oudtste ende weerdichste huysen van Adel die nu ter tydt noch in't wesen zyn , zyn de naervolghende. Ten eersten ( sonder groot ghemerck te nemen op den voorganck overmits de weerdicheydt) sullen wy stellen het Huys van LIERE, het welck veel deuch delycke ende vermaerde mannen heeft voortge bracht : onder de welcke ick vinde van het jaer 1201 verscheyden seer eerweerdige hoochvermaerde Edelmannen, als daer gheweest zyn AnthonIS, Wil HELM, HENDRICK ende Arnout, al t’samen ghebroeders ende Ridders van de vergulde spore : Ende noch onlancx zyn oock tseffens op eenen tydt gheweest drie ghebroeders uyt den selven stamme , die drie de treffelyckste ampten van deser stadt bedient hebben , te weten , AERT d'oudste is gheweest Bor ghemeester : een seer vroom Ridder, soo wel ghe sien , gheacht ende bemindt , dat hy alleen schier 130 BESCHRYVINGHE de gantsche stadt volcomelyc regeerde : Niclaes de tweede Marckgrave: ende de leste genoemt WILHELM, Amman ; ende dese twee oock deuchdelycke man nen , ende malcanderen soo wel gelyckende van aensicht ende persoone, dat zy niet t'onderscheyden oft t'onderkennen en waren : ende corts gheleden is uyt desen stamme gheweest JAN VAN LIERE , een seer gheschickt Edelman ende vroom Capiteyn. BERChem is voorwaer een seer oudt edel ghe slachte, ghesproten ( alsoo men seght) uyt den door luchtichsten stamme der BERTHOLDTS , eertydts Heeren van Mechelen : ende heeft t'alle tyden tref felycke mannen ghehadt : als onlancks is gheweest Constants , overmidts zyne vroomicheydt hoogh gheacht, ende seer aenghenaem by Keyser Maximi LIAEN . Ende nu ter tydt is onder ander van desen gheslachte HENDRICK , Heer van het schoon dorp van Berchem , by dese stadt gheleghen , een wel gheleert ende groot gheacht Ridder , die dickwils hier Borghemeester is gheweest : Ende zyn broeders Jacob ende Jan van den selven huyse , zyn fyne en wel gheschickte Edelmans. IMMERSEEL ghesproten uyt den huyse van LIERE , is een edel gheslachte : welck nu tegenwoordich lyck heeft Jan Heer van Boudry , Marckgrave van Antwerpen , een seer eerweerdich Edelman. URSEL is een seer edel ende oudt gheslachte , welck altydt eerweerdige Edelmannen heeft ghe hadt, ende als nu teghenwoordichlyck Heer LANCE LOT , een seer wys ende wel gheacht Ridder : soo 9 VAN ANTWERPEN, 131 > > dat hy van joncks af ende in sorghelycke tyden dickwils binnen ende buyten Borghemeester deser stadt is gheweest met groote eere ende weerdic heydt. Na den Vader is ghecomen (onder andere kinderen) REYNIER, wel gheleert, sterck van memo rie , ende scherp van verstande , de welcke noch jonck wesende , menichmael Schepen der stadt is geweest , ende Ambassadeur voor't Vaderlandt by den Catholycken Koninck : ende nu ter tydt is hy Tresorier van der stadt . SCHOONHOVEN is waerlyck een edel gheslacht , comende van Arschot , heeft nu ter tyt Heer JAN , die over sommighe jaren Marckgrave van de stadt is gheweest, ende is nu ter tydt Buytenborghemees ter , als een seer eerweerdich Edelman. Werve is een edel gheslacht , welck veel ghe schickte Raedtsheeren ende Wethouders heeft ghe hadt : ende nu onlancks GEERAERDT, JAn ende AERT, alle drie ghebroeders, Ridders , ende vervolghens nae malcanderen Borgemeesters deser stadt : Ende corts daer naer, bycants ten selven tyde, GEERAERDT Borgemeester , ende Aert zyn broeder Amman , ende WILHELM, nu ter tydt noch levende, Marckgra ve, hoe wel hy d'officie, om gherustelyck te leven, verlaten heeft: al t'samen treffelycke Ridders, ende seer liefghetal by den volcke. Oock zyn van desen gheslachte noch levende Heer DIERICK, een eerweer dich ende deuchdelyck man , die Borghemeester gheweest is , ende SYMON zyn broeder , een wel gheacht man , naemaels Marckgrave. > 132 BESCHRYVINGHE HALMAEL is een edel huys , van oprechten goeden stamme : heeft onlancks ghehadt Heer WILHELM , die Amman van der stadt , ende dickwils Borghe meester is gheweest , als een seer vernaemt Edel man : Zyn sone Jan is een wel gheschickt Edelman, een groot liefhebber van Genealogien oft Afcom sten , van Wapenen , ende van voortcomsten des Edeldoms : ende zyn Neve HENDRICK een jonck gheleert man , heeft zyn oeffeninge in't selve met grooter eeren . Roccox , is voorwaer een wel vernaemt huys , waer af onder andere nu ter tydt leeft, NICLAES een seer gheleert ende deuchdelyck Ridder , die dick wils Borghemeester is gheweest , met eere ende authoriteyt, den Koninc , ende noch meer den volcke aenghenaem . STERCK is een eerweerdich huys , gecomen uyt Luyck van seer goeden stamme : heeft nu ter tydt GODMART , die noch jonck zynde Contrerolleur in Keyser Karels des vyfsten Hof is gheweest , seer aenghenaem ende ghemeynsaem by zyne Majesteyt: Nu ter tydt Amman deser stadt , een welgheboren ende grootmoedich Ridder, gheleert ende welspre kende in veel talen . Zyn sone ANDRIES is een ghe schickt ende dapper man ten stryde. Stralen is een loffelyck huys, van Ceulen comen de : in het welcke nu ter tydt leeft ANTHONIS Heer van Mercxem , ende van Dambrugghe, twee schoone dorpen hier by gheleghen , een dapper Ridder : is dickwils Borghemeester deser stadt gheweest : ende VAN ANTWERPEN. 133 > > in desen lesten crych , Generael Commissaris der oorloghen van alle dese Nederlanden , met groote vernoeghinghe : Zyn broeder Jan is oock een wel geschict Edelman , die namaels veel eerlycke gra den heeft ghehadt. Schets is eenen stam uyt Maestricht gesproten , van heerlycke ouders ende voorouders , de welcke nu ter tydt edel ende machtich is : heeft onlancks ghehadt Erasmus een geleert man ende van grooten verstande , de welcke drie seer loffelycke sonen achtergelaten heeft : Den oudtsten JASPER , Baner heer van Wesemale , Heer van Grobbendonck ende van andere treffelycke heerlyckheden , ende Treso rier generael van alle dese Nederlanden voor den Koninck , een seer gheleert man in Griecks en La tyn , groot Poeet ; in somma, niet min met deuch den ende wetenschappen, als met ryckdommen ende heerlycke staten verciert . Den tweeden is Melchior, Heer van Rumpst, van Willebroeck , ende van an dere aenhanghende dorpen , een deuchdelyck man ende wel geschickt in Arithmetica. Den derden is ghenoemt BALTHASAR , Heer van Hoboock , redelyck gheleert , ende goedt Mathematyck. Ende ten aller lesten sal ick stellen het Huys VAN DER HEYDEN, in het welck is JACOB, een gheleert, wys ende geacht man : de welcke noch jonck van jaren Borghemeester is gheweest van Antwerpen , ter tydt als ick dit werck ten eynde bracht, in het jaer 1566 : ende zyn broeder Jan een man van eeren ende weerden. Noch zyn hier JAN VAN DER MEERE , 17 134 BESCHRYVINGHE gheleert ende deuchdelyck ; COENRAET VAN VAILLE , ende meer andere eerlycke ende gheschickte Edel lieden , die ick om der cortheydt wille late te noe men : ghelyck ick oock gheen vermaen en maecke van het edel huys van DRAECK , Pots ende andere , ghestorven ende overleden : waer uyt nochtans veel eersame gheslachten ghesproten zyn , van de ghene die hedendaeghs noch leven , ende die wy hier boven hebben verhaelt . Ende onder andere soodanighe treffelycke man nen in alle conste , wetenschap ende hanteringhe die van Antwerpen ghecomen zyn , ende die daer noch zyn : men heeft daer ghesien onlancks ende van verscher ghedachtenissen onder de Prelaten M. PEETER VORSTIUS, Bisschop van Aqua Pendente in Toscane ende weerdich Auditeur van de Rote te Roome, met seker hope van Cardinael te worden , ghelyck meestendeels dezen graedt bybrengt , ende ghelyck hy door zyne deuchden , ende groote dien sten den Roomschen Hove ghedaen , wel verdient heeft: maer is te vroech ghestorven, wesende Legaet des Paus in Duytslandt. In den crychshandel is ge sproten van Antwerpen CONSTANS VAN BERCHEM een seer vroom Edelman , ende deshalven seer aenge naem by Keyser MAXIMILIAEN den eersten van dien naem. Ende noch onlancx Jan van LIERE een dapper Capiteyn , seer aenghenaem ende gemeynsaem by Keyser KAREL den vyfsten . In't regiment der Staten is noch onlancx geweest M. Jan VORSTIUS des voor seyden Bisschops Vader : die door zyn uytnemende > VAN ANTWERPEN. 135 deucht gheraeckt is tot den hoogen graet des Can celiers van Brabant. Dese stadt heeft oock ghesien FRANSOYS VAN DELFT, een vroom ende gheleert Edel man : de welcke na dat hy in zyn vaderlandt alle graden ende eeren ghehadt hadde , werdt van den Keyser gesonden Ambassadeur aen den Koninck van Enghelandt , om seer treffelycke saken : wiens sone EDOUARD wel gheleert ende deuchdelyck is . Daer en boven heeft Antwerpen voortghebracht mannen van de gheleertheydt simpelyck professie doende , als daer zyn geweest PeeTER GIELis groot vrient van ERASMUS van Rotterdam ; JOACHIM FORTS van Ringhelberg, ADRIAEN ARIVILLE , ARNOUT CORCK, ende Jan zynen sone, beyde seer gheleerde mannen ende groote Philosophen. Heeft oock gehad Daniel VAN BOMBERGNE, een geleert ende wel vervaren man in de Hebreeusche spraecke ; wiens sone , KAREL ghenoemt, is gheleert ende vlytich in de boecken : ghelyck oock zyn neve CORNELIS , de welcke , soo het schynt, d'eerste is gheweest die Hebreeusche boec ken hier te lande heeft doen drucken. Eyndelyck mach men wel seggen dat Antwerpen oock gehadt heeft CORNELIS GRAPHEUS een fraey Poeet ende wel gheleert in goede letteren, gheschicktin Musycke, ende vervaren in veel talen , de welcke al was hy gheboren van Aelst , is gheweest borgher ende Secretaris der stadt van Antwerpen , daer hy oock heeft willen leven ende sterven : ALEXANDER Zyn sone t'Antwerpen geboren , oock Secretaris der selver stadt , volght den Vader oprechtelyc na in alle we 136 BESCHRYVINGHE tenschap met groote gheschicktheydt ende verstan dicheydt . Ende nu teghenwoordichlyck boven de Cancelier Scheif , die door zyne deucht tot soo hooghen graedt is ghecomen ,! boven den Raetsheer Maes, Schets, de twee GIELISSEN, ende andere alreede verhaelt ende ghenoemt ; is ooc Steven STRAETS , Doctoor in de Rechten , een wys ende verstandich man : oock mede Junius dejonghe, wel gheleert, die hier daer nae't Borghemeesterschap ende andere hooghe graden heeft bedient. Heeft oock noch ABRA HAM ORTELIUS , een gheleert man , ende uytnemende Mathematicien , die t’zyner grooter eeren ende ten vernoege van alle man in't ghemeyn uytghegheven heeft Theatrum Orbis Terrarum , dat is, het Tonneel des Aerdtbodems : een seer schoon werck voorwaer ende wonderlycken profytelyck , soo wel om de inventie , als om de leeringhe ende wetenschap : hebbende geconnen ende gheweten de gantsche We relt in een boeck alleen vervaten ende begrypen. Noch stelt hy in druck een ander schoon werck , seer geleert ende oorboorlyck , genoemt Thesaurus Geographicus , grootelyck tot gerief in sonderheyt voor beschryvers van Historyen ende van de Werelt , ende heur navolgers. Na den Raedtsheer Maes zyn gecomen drie wel gheschickte sonen , alle mannen van aensien, ende Raedtsheeren wel vervaren in de Rechten : D'eerste is ENGELBERT, Pensionaris der stadt van Antwerpen , een seer geleert man ende treffelyck Orateur in veel talen : deshalven by de Heeren ende by de Ghemeynte in grooter weerden VAN ANTWERPEN. 137 2 gehouden : De tweede is Jan BAPTISTE Raetsheer in de Cancelrye van Brabant , ende Advocaet Fiscael de Konincx , een seer gheleert ende scherpsinnich man , deshalven oock groot geacht : De derde is PHILIPS , noch jonck , maer wel geleert om tot hoo gen graet te comen. Michiel COIGNET een jongman van grooten gheeste, ende wel geschickt Mathema ticien, alsoo besonderlyck wel blyckt aen zyn nieuwe onderwysinghe in de conste van de schipvaert , in druck gebracht , in de welcke hy behalven alle andere schoone ende oorboorlycke ghereedtschap pen door hem ghevonden, den Schippers leert nemen de wydde der plaetsen in heur reyse van Oost tot West , ende daer tegen van West tot Oost , welck ( mits dat men geen vast ooghghemerck en hadde gelyck de Pole) tot nu toe niet alleenlyck voor swaer, maer oock voor onmoghelyck ghehou den is gheweest : ende is deshalven lovens ende loonens wel weerdich . Daer is noch PEETER HEYNS een ghespraecksaem man , van goede gheleert heydt, ende een constich Poete in de Fransoy sche ende in zyn Duytsche spraecke , ghelyck aen zyne uytgegeven wercken blyct , besonder aen een ghenoemt den Spiegel des Wereldts : Dese betoont in zyne ghedichten , dat hy alle uytlandt sche woorden schouwt, die tot noch toe sommighe andere hebben gebruyct , bewysende dat dese spraecke ryck ende begrypich ghenoech is om alle dingen uyt te spreken , sonder behulp van eenighe vreemde sprake : welck zonder twyfel > 138 BESCHRYVINGHE . een groot ende loffelyck opset is , indien hy't vol brenght, alsoo hy seydt. Byv. ( Van de wetenschap des selven M. PEETER Heyns , oock noch ghetuyghen kan de stadt van Haerlem , alwaer hy hem eenighe jaren , overmits de troubelen tot Antwerpen , onthouden , ende de stadt met zyne wercken vereert heeft, tot volkomen onderwysinghe der jonghe jeucht in de Fransoy sche tale : in welcke stadt hy haestich op eenen waghen uyttreckende, om den Walvisch in't jaer 1598 by den Haghe aenghecomen te besichtighen , ghestorven ende begraven is. ] Oock heeft Antwerpen veel andere geleerde, aen comende ende wel aennemende jonghe mannen , die (soo ick hoope ende meyne) haestelyck met grooten lof hen selven vernaemt sullen maecken. Ghemeynlyck geneeren hen die van Antwerpen met coopmanschap, ende zyn voorwaer seer treffe lycke ende seer rycke Cooplieden , sommige van twee hondert tot vier hondert duysendt croonen machtich voor heur hooft, jae oock meer. Het zyn beleefde , ghesedighe ende verstandighe lieden , vlytich om de vreemdelinghen na te volghen , met de welcke zy lichtelyck maeghschap ende vriendt schap maecken : Zy zyn vervaren ende gheschikt om over al ter wereldt te handelen , ja oock de vrouwen persoonen (al en hebben zy noyt buytens landts geweest) connen drie of vier, sommighe vyf, ses ende seven talen spreken : welck een gherieffe lyck ende wonderlyck dinck is. Hier zyn uytne VAN ANTWERPEN. 139 mende werckmeesters ende constenaers in allerley ambachten ende consten : die soo veel wercks niet ghemaecken en connen , ' ten is eer vercocht dan volmaekt : soo dat met veel maeckens , ghelyck menigen ghebeurt , de constenaer tot volkomen heyt der consten gheraeckt. Hoe veel ende hoeda nighe handwercken dat hier met der daet gheoeffent worden , can men schier met een woordt alleen uytsgheproken , segghende , alle : Want hier wor den ten eersten ghemaeckt schepen van allerley soorte ende vracht ; verscheyden wollen laecken , lynwaet van allen prys , tapisserye , Turcksche tapyten , fusteynen , wapenen , ende alle ander crych rusting , leder , verweryen , schilderyen , verwen , verguldtwerck, silverwerck , glasen op't Veneetsch , seer schoone ende met groote menichten , allerley kramerye van goudt , silver , syde, draedt ende wolle : allerley metalen , ende ontallycke andere dinghen . Noch worden hier ghemaeckt allerley syden Lakenen , als Fluweel , Satyn , Damas, Arme zyn , Taffetaf , ende dierghelycke: jae dat meer is , hier wordt door middel van de Sydwormen schier teghen natuere ende locht , syde ghemaeckt, maer niet veel : maer die van buytens landts comt , seer groot van pryse, wordt hier in alle manieren ghe wrocht. Men raffineert hier seer constichlyc Metael , Was, Suycker , ende andere Coopmans waren : 000 maeckt men hier besonderlyck Vermilioen , Cinabro in Italiaens ghenoemt. Aengaende andere min dere ende meerdere hantwercken , zyn hier seer > 140 BESCHRYVINGHE > veel wercklieden ende constenaers : soo dat om in alle manieren die groote heerlyckheydt deser stadt te verclaren , my goedt ghedocht heeft het ghetal der Hoofden ende Meesters die winckel houden van sommighe ghemeynste ende noodtlyckste handt wercken oft ambachten , die nu ter tydt hier zyn , in sonderheydt te stellen, om by't ghetal van desen , de groote menichte van alle d'andere te lichtelyc ker mogen aenmercken. Hier zyn ghetelt gheweest hondert neghen en tsestich Backers: Acht en tseven tich Vleeschhouwers : Visschers die Zeevisch ver coopen vyf en tseventich : ende die Riviervisch vercoopen sesthien oft seventhien : Barbiers ende Chirurgyns hondert ende thien : Kleermaeckers ende Cousmaeckers vyf hondert vier en tneghen tich : Goudtsmeden hondert vier en twintich, sonder alle de Stekers, Snyders ende Slypers van juweelen ende andere costelycke gesteenten , die voorwaer wonderlycke wercken maecken , ende onghelooflyc ken handel dryven met costelycke juweelen : waeraf in dese stadt alleen meer dan in eenige Provincie zyn : Schilders ende Beeldtsnyders van verschey den wercken ontrent drie hondert : Kramers ende Meerslieden ontallycke veel . Alle dese consten ende handtwercken brenghen seer veel profyts tot onderhoudinghe van't ghe meyn : beletten dat de jonckheydt door ledicheyt ende welluste niet bedorven en wordt : verwecken ende verscherpen de gheesten ende verstanden der jonghers , soo dat zy oprechte liefhebbers heurs VAN ANTWERPEN. 141 vaderlandts worden . Ghelyck t’alle tyden wonder, lyck bescheedt daer af ghesien is in dese stadt , besonder alsser eenich ongheval oft ongheschickt. heydt is over ghecomen , overmidts dat niet een van de deuchdelycke ende gheschickte mannen en is gheweest, die hem te soecken heeft ghemaeckt in hem te beneerstighen voor de welvaert ende behoudenisse zynes Vaderlants. Ende voorwaer , een wel geschickt regiment is gelyck een mensche lyck lichaem met quellagien ende sieckten bevan ghen, welck zy selven nochtans met zyn cracht ende bloedt onderhout. Alsoo oock een stadt hebbende haer leden ende borghers van joncks kindts af geschickt tot arbeydt , ende profyt , regeert ende onderhoudt haer in vrede ende in oorloge met heur sterckten , machten ende goeden : want de liefde die een yeghelyck draecht tot het gene dat hy met zynen arbeydt vercregen heeft, maeckt hem oock yverich ende vlytich tot bewaringhe van't ghemeyn ; wel wetende dat in de welvaert des gemeynen standts, de welvaert van eenen yeghelycken in son derheydt is gelegen , die t’samen alsoo zyn verbon den, dat d'een sonder d'ander niet en can gewesen . Derhalven hoewel dit volck meestendeels na ghewin staet van den ' coophandel , nochtans hanghen zy veel ghelts aen huysen, aen landt ende sandt, ende vermeerderinghe van heuren staet : soo dat de stadt daghelycks wonderbaerlyc groeyt ende vermenich vuldicht. Ten lesten , hoewel de gemeyne man meestendeels , ende sommighe vroede lieden de 18 142 BESCHRYVINGHE oude maniere houden van spaerlyck te leven : nochtans worden hier groote oncosten ghedaen , mogelyck meerdere dan wel betaemt. Mans ende vrouwen van alle ouderdom cleeden hen seer wel nae staet ende macht , altydt op't nieuw ende fraey maecksel , maer sommighe veel costelycker dan sedicheydt ende eerbaerheydt eysschen. Oock siet men t'alle tyden bruydloften, maeltyden , danssen : allenthenen hoortmen lustich ghesanck ende ghe clanck : in het cort ghesegt , t’alle canten ende weghen blyckt deser stadt ryckdom , macht , pom perye ende heerlyckheydt . > Van Cooplieden ende Coophandel. Naedemael wy van het regiment der stadt , en de van den staet der borgeren ende inwoonderen gesproken hebben : soo moeten wyoock wat seggen van den bedryve , handel ende ghebruycke der vreemder Cooplieden : midts dat de stadt meesten deels ор de coopmanschap ghefondeert ende ghe sticht , ende voorts door de vreemdelinghen dus groot ende heerlyck gheworden is. Soo seg ick dan ten eersten , dat t’Antwerpen , behalven het volck van den lande , die hier met seer groote menichte overcomen endewoonen, ende behalven’tgroot getal van Fransoysche Cooplieden, die in tyden van peyse hier dagelycks hanteren, ses voornaemlycke Natien gevonden worden, die soo wel in tyde van oorloghe VAN ANTWERPEN. 143 > 2 als van peyse hier vaste woonstede houden, t'samen meer dan op duysent Cooplieden gereeckent, mede begrypende heur voornaemste dienaers. Ende dit zyn Hooghduytsche , Denemarckers ende Oosterlin ghen t'samen . Voorts Italianen, Spanjaerden, Engel sche ende Potugaloysen : maer moghelyck meer Spanjaerden , dan van eenige andere Natie, sonder twyfel meer ghehouwelyckte ende vast ghehuysde. Dese Cooplieden onderhouden der stadt wetten ende staluyten , voorts leven , cleeden ende doen alle andere dinghen vryelyck naer heur maniere : want de vreemdelinghen hebben voorwaer t'Ant werpen ende in alle dese Nederlanden meer vry doms , dan erghens elders ter wereldt. Soo dattet een wonderlyck dinck is , soo groote tsamenmen ginghe van soo veel menschen ende sinnen te sien, jae noch wonderlycker de menigherley verscheyden spraecken te hooren : soo dat men sonder verre te reysen , in een stadt de natuere , ghewoonten ende manieren van veel Natien mach mercken , ende de selve navolgben , ist dat men wilt . Hier door comt dat t'Antwerpen , mits soo grooten hoop vreemde linghen , altyt nieuwe tydinghen zyn van de gan sche wereldt . De ryckste ende vernaemste onder de Cooplieden zyn de Fockers van Ausborg in Hooch duytslandt : D’overste van desen huyse Heer Antho NIS , een uytnemende treffelyck Coopman boven alle andere , is onlancx in syn Vaderlandt ghestorven , achterlatende by testamente de weerde meer dan van ses milioenen gouden croonen , sonder alle > 144 BESCHRYVINGHE > d'ander groote ryckdommen , die in dit hoffelyck ende heerlyck gheslacht zyn gewonnen met coop manschappen , binnen den tydt van tsenventich jaren : waer door zy tot hooghe staten ende heerlyck heden ghecomen zyn , niet alleenlyck in Duytslandt, maer oock in veel andere deelen van Europe , tot in de nieuwe Wereldt lòe. Maer 'eer ick voorts vare, en mach niet achterghelaten worden, hoe de Catho lycke Koninck, de Koninck van Portugael , ende de Koninghinne van Enghelandt , hen niet en veron weerdigen onder dit geselschap der Cooplieden , wel gheschickte mannen te houden, die heurer Ma jesteyts handel met de Cooplieden coopmanswyse dryven, welcke dienaers Factoor's worden genoemt. Ten eersten houdt de Catholycke Koninck hier twee Factoors , ende elck van dien heeft zynen last , zyn huys ende zynen dienst in sonderheydt. D'een is nu ter tyt de voorgenoemde JASPER Schets : d’ander Heer JAN LOPEZ GALLE , Banerheer van Male , een wel geacht ende ryek Edelman . Dese hebben volle macht ende procuratie van den Koninck , inhou dende dat zy moghen innemen op leeninghe, wissel ende in alle andere manieren hen goetdunckende , alle sommen van penninghen t'alle tyden , ende den Koninck in't ghemeyn ende in sonderheydt verbin den op sekere bewysinge van d'een oft van d'ander landt: 'soo dat zy onlancx gheleden een overgroote somme van penninghen ter Borsen opghelicht, ende ten behoorlycken tyde voldaen hebben. De Koninck van Portugael en heeft hier maer eenen Factoor , > VAN ANTWERPEN. 145 > een treffelyck eersaem man , ghelyck nu teghen woordichlyck is FRANSOYS Pesoa , een vroom ende wel gheschickt Edelman. Dese heeft oock ghenoegh samé procuratie van te mogen sulcke somme van penningen oft coopmanschap opnemen als hem belieft , midts verbindende de croone van Portu gael : soo dat hy corts gheleden hier opgelicht heeft al wat hem beliefde : ende in voorleden tyden doen de Koninck mogelyck meer schuldich was , of meer van noode hadde , hebben żyne Factoors somtydts op een marckt meer dan drie milioenen gouden croonen opgenomen , altydt behoorlyck voldoende ten ghesetten daghe. Maer soo naemaels by desen tyde de voorseyde Koningen hen selven met schulden beswaert hebben gevonden , d'een midts d'oorloge op Indien , d'ander met den crych teghen de Fransoysen ende Turcken , ende daer en boven bemerckende dat zy veel te seer belast wa ren met overmatighen woecker der onversadelycker Cooplieden, ende qualyck onthaelt werden , hebben in haer beraedt besloten , alsoo ' t schynt , hen te voldoen met ghemack by lanckheydt van tyde: ende alsoo blyven nu teghenwoordichlyck de voorseyde Factoors met de Konincklycke handelen gantsche lyck stille staende , verwachtende bescheedt van heur Heeren. De Koninghinne van Enghelandt heeft hier nu eenen tydt van jaren ghehouden tot Factoor M. Thomas GRASSAN , een loffelyc Ridder, die oock met sulcke ghenoechsame procuratie hier ter Bor Sen voor haer groote sommen van penninghen op 146 BESCHRYVINGHE ghelicht heeft, die zy rustichlyck wederom doet betalen . Aengaende den overgrooten coopmans han del die daghelycks t'Antwerpen ghedreven wordt, is te weten dat de vreemde ende inlandtsche Coop lieden hier houden eenen wonderlycken handel van wissel ende oversettinghe : welck aldus te wercke gaet. De Cooplieden gaen s'morghens en s'avondts ter ghesetter uren op d’Enghelsche Borse , daer luttel meer dan in een ure al op een mael , door middel der Makelaers van alle talen die hier met groote menichten zyn, besonderlyck gehandelt wort van koopinghe ende verkoopinghe van allerley coopmanschappen. Voorts wat spaeyer gaen zy op de nieuwe Borse, welck de voornaemste plaetse is : ende daer wordt oock een ure lanck door middel van de selve Maeckelaers van wissel ende leeninghe ghehandelt. Hier wordt wissel gehouden voor veel steden van Italien, als Roome, Venegien, Milanen, Florencen ende Genuen : van Hooghduytslandt, als Ausborg, Noremberg ende Franckfort: voor veel steden van Spangien , te weten de vier jaermarcten ; twee van Medina del Campo , ende twee andere, d'een van Villabon , d'ander van Medina de Riosecco : voorts wordt oock wat wissels ghehouden voor Burgos , Calis, Sevilien en Lisbone. Oock houdtmen hierwis sel voor veel steden van Vranckryck , namelyck voor de vier marcten van Lions , voor Parys ende Rouaen : eyndelyck voor Londen ende Besançon. Dese wissel is gheleghen in't gheven oft ’ tontfangen hier t'Ant 2 VAN ANTWERPEN. 147 werpen , soo veel grooten van dese munte , als een Croone , eenen Ducaet , oft eenen Angelot doen , om die wederom te hebben oft wederom te gheven ter plaetsen van Italien oft van eenighe andere voor ghenoemde Provincie , bykants voor de selve prys ende weerde : ende want men geeft oft neemt om elders wederom te ontfanghen oft te betalen , soo wordt dit eyghentlyck wissel geheeten. Welcke wis sel voornaemlyck gevonden is gheweest tot gerief van de coopmanschap : maer de boosheydt van veel Cooplieden , sonderlyck van de ryckste en is met dese gherieffelyckheyd niet te vreden gheweest : de welcke door giericheydt ende onversadelycken dorst van onbetamelyck ghewin , dese eerlycke maniere van wissel verandert ende bedorven heb ben . Want zy by tyden groote sommen van pennin ghen oplichtende , oft uytghevende op woecker , sonder eenighen noodt, maken gheweldichlyck ende schalckelyck dat het ghelt oft qualyck oft wel te krygen is , tot heur eyghen bate ende tot.der ghemeynten schade. Niet te min desen handel van wissel is ghemeynlyck wel lydelyck ende verdraghe lyck , ende daer en boven seer gherieffelyck , noch en mach , oprechtelyck ghebruyckt wesende , geen onrechtveerdighe winninghe gheheeten worden (naer de meyninghe der Theologanten) want het ghewin is somtyts kleyn ende sorghelyck , jae alte met valt het verlies van de sompenninghen. Maer laet ons nu wat segghen van het ghene dat deCoopieden bier depost noemen. Zy heeten teghen 148 BESCHRYVINGHE woordichlyck depost ( om de schandelyckheyt der daedt met den woorde eerlyck te maecken) als men yemanden eene somme van penninghen gheeft, tot een wyle tydts , op eenen vasten ende bescheeden prys van interest , te weten , twaelf ten hondert voor een jaer : welck van Keyser Karel den vyfsten toeghelaten , ende van Koninck PHILIPS zyn sone bevesticht is gheweest. Desen interest is by heur Majesteyten den Cooplieden verwillight in quade tyden , om meerder swaericheydt te verhoeden : Maer den tydt ende de vervarentheydt ( boven de oude exempelen) betoonen dat desen onghe schickten interest wordt door der menschen boos heyt ende schalckheyt in verscheyden manieren misbruyckt ende vermeerdert, ende is den armen menschen , ende den coophandele seer swaer ende schadelyck : ende voorwaer het soude der gantscher ghemeynten oorboorlycker wesen , dat de lieden hen lieten vernoegben met eerlycken pryse van gewin , te weten met ses , oft met ses ende een oordt voor’t hondert, gelyck de voorseyde Keyser ende Koninck den Edellieden ende anderen die op heur renten leven , toeghelaten hebben ; oft oock wat meer, als tot acht ten hondert. Maer want zy met dese prysen niet te vreden en zyn , den meerderen deel alle palen der matelyckheydt overtredende, maecken desen handel van depost in verscheyden manieren ongherieffelyck, schadelyck ende şehof fierlyck . De Edellieden eertydts die ghereedt ghelt hadden, pleghen dat te besteden aen landt, vaste

> VAN ANTWERPEN. 149 goeden , ackerbouwinghe, aen beesten ende andere dingen , waer mede veel lieden hen veronledich den , ende maecten het landt overvloedich . De rycke Cooplieden besteedden heur ghelt aen goedt ende ware , die zy overvloedichlyck herwaerts ende derwaerts sonden ende ontboden daer het hen van noode docht te wesen , ende desen grooten ende overvloedighen coophandel maeckte dat oneynde lyck veel volcks van alle staet , werck ende pro fyt kreech : dat de landen ende steden ghenoech saemlyck met allerley coopgoeden vervult , ende de tollen ende incomende goeden der steden ende Landtsheeren vermeerdert werden . Nu ter tydt ist soo verre ghekomen, dat een deel van d’Edellieden die ghereet ghelt hebben , belockt ende verleckert aen soo grooten ende seeckeren ghewin als hedens daeghs door ontamelycken depost ghedaen wordt , heur ghelt op woecker gheven al heymelyck ende bedecktelyck, om dattet hen verboden is : oft doen het door eenen anderen uytgheven tot heuren pro. fyte : Jae oock een deel rycke Cooplieden , ter selver oorsaken , om alle quellagie ende peryckel te schou wen , gheven heur ghelt op vasten ende gheweldi ghen interest : oft setlen't te wissel soo hooge als zy konnen : alsoo dat hier door , van weghen der Edellieden veel landts ongebouwt ende sonder vee oft beesten blyft ligghen : welck dierte ende ar moede onder het ghemeyn volck dickwils veroor saeckt. Voorts, aengaende den Coopman, en wordt het landt niet overvloedichlyck versien van coop 19 150 BESCHRYVINGHE > goedt ende ware , waer door , boven veel ander ongheriefs , 'tgene datter noch voor handen is , dierder , ja somtydts seer dier boven maten ver kocht wordt : grootelyck tot schade der gemeynten ende besonder der armer menschen , die in veel derley manieren van de rycke opghegheten worden . Hier af soude men bescheedts genoech weten te segghen : maer want het dadelyck veel te dickwils met groot misbruyck ende ongheschicktheydt ghe sien wordt , ende om alle haet te vermyden , en sullen wy daer af niet meer segghen. Aldus weder om komende op onse voorgaende reden van koop manschap , ende verklaert hebbende hoe dat veel Cooplieden , tot der Ghemeynten groote schade , met onrechtveerdich gewin omgaen : moet ick oock vertellen hoe dat ontallycke veel Cooplieden tot des wereldts profyt met rechtveerdich gewin han delen ; ende dit gheschiedt alleenlyck door middel der koopgoeden ende waren die zy overvloedich lyck ende getrouwelyck koopen ende verkoopen , ende t'alle kanten ontbieden ende senden. Dan welcke voornaemste koopmanschappen uyt gantsch Europe ende andere deelen des wereldts daghelyck ter zee ende te lande in dese Provincie gaende ende komende , ( aenghesien een soo weerdighe ende treffelycke saecke besonder van de Cooplieden t'Ant werpen woonende , ende binnen Antwerpen mees tendeels ghehandelt wordt) my goedt ghedocht heeft hier wat te verhalen : midts dat de kennisse van sulcke veranderinghe ende overvloedicheydt VAN ANTWERPEN. 151 aller dingen , den Leser ghenoechte ende oock wat profyts sal moghen bybrenghen. Soo segghen wy dan ten eersten , dat uyt Italien een ontallycke menichte koopmanschappen van onsprekelycker grooter weerden , hier te lande ghebracht , ende van hier derwaerts seer grooten schat van ander soorten overghesonden wort. Maer laet ons alsulcke waren in sonderheyt beschryven , ende beginnen nae de voorsettinghe der volcken ende de weerdic heyt des geestelycken staets , sonder gemerck te nemen op de rechte gheleghentheyt der landen. ende steden. Van Roome en komt hier geen koopmanschap van grooter weerden : maer van hier sendt men derwaerts veelderley draperye , tapisserye, saeyen , ossetten , half ossetten , lynwaet, ende ander goedt. Van Ancone wordt herwaerts ghesonden een onghelooffelycke menichte van gewaterde ende onghewaterde Camelotten van veel soorten, Spece ryen , Drogeryen , Syden , Cotoenen , Vilten, Tapy ten, Marrokynen , ende Indische verwe, alle welcke waren van Oostwaerts hen toekomen. Van hier wordt derwaerts ghesonden groote menichte van Lakenen , als Carseyen ende andere Enghelsche laeckenen , oock veel van desen lande , besonder laeckenen van vier verwen van Armentiers : veel Saeyen , Ossetten , Lynwaet, sommighe Tapisse rye , ende Carmozyn verwe , genoemt Coetsenille , die uyt Spangien komt voor groote sommen van penninghen. 152 BESCHRYVINGHE > Van Bolonien wordt overghesonden veel syden laeckens , ende laeckenen van goudt ende silver , bonnetten , sluyers , ende dierghelycke dinghen . Van hier worden derwaerts gesonden allerley saeyen , halve ossetten , tapisseryen , lynwaet , kra merye, ende weynich wollen laeckens. Van Venegien wordt op dese landen bestelt Specerye, als Gheroffel naghelen , Caneel , Noten mụscaten , Gengber, ende Drogerye ghenoech, als Rhebarbe, Aloe , Cassie, Agarick , Draecken bloet, Mommie, Senebladeren , Coloquinten, Scammonie, Tutie, Mithridaet ende Teriaeckel ; welcke dinghen zy al hebben uyt de Oostlanden . Voortyts pleghen de Venetiaenen , eer dat hen de Koninck van Por tugael desen koophandel benomen hadde , alle de Speceryen ende bykants alle de Drogheryen die hier te lande quamen , ter Zee te brenghen : ende ick vinde dat ontrent het jaer 1318 vyf Veneetsche Galeyen met Specerye ende Drogerye geladen , ter marckt zyn ghecomen aen de haven van deser stadt. Hier worden oock van Venegien ghebracht seer schoone ende kostelycke syden laeckenen, ghesoden ende rouwe syde, Camelotten , grofgreynen , ende ongewaterde Camelotten, Tapyten, wonderlyck wel gemaeckte Samiten , uytnemende Scharlaten , Cot toenen, Comyn, Ebenhout, ende andere krameryen, soo wel van syde als anderssins i ende daer en boven Asur, ende andere verwen om te verwen ende schil deren . Van hier sendt men derwaerts juweelen ende peerlen , veel Enghelsche laeckenen ende wolle , > > VAN ANTWERPEN. 153 hoe wel dat zy ter Zee meestendeels hen selven daer versien . Voorts sendt men derwaerts veelderley laeckenen van dit maecksel , als noch Saeyen van Honscote , Ryssel, Atrecht, Valencyn, Berghen, ende van andere plaetsen : Ossetten , half Ossetten , seer veel lynen lakenen , Tapisseryen , Carmozyn verwe voor groote sommen ghelts ; ende verscheyden soorten van kramerye, ende huysraedt . Oock wordt dickwils Suycker , ende somtydts Peper van hier derwaerts ghesonden. Uut het Koninckryck van Napels worden hier ghesonden sommighe syden laeckenen , ghesodene ende rouwe syde , sommige schoone Pelterye, Saf fraen van Aquila, ende seer kostelyck Manna. Ende derwaerts worden van hier gevoert veel hierlandt sche ende Engelsche laeckenen, ontallyck veel Lyn waets, Sargien , Ossetten, half Ossetten, Tapisseryen, ende veel krameryen van metael ende andere. Uut het Koninckryck ende Eylandt van Sicilien wordt hier ter zee ende te lande ghebracht groote menichte van Galnoten, van Comyn, Orangie appe len , Cottoen ende Syde : by tyden oock sommighe kostelycke Wynen, als Malveseye ende andere dier ghelycke. Derwaerts wordt van hier beschickt scer groote menichte laeckenen , soo wollen als linnen, Saeyen , Tapisseryen , ende ontallycke krameryen van metael, ende van verscheyden andere soorten . Van Milanen ende zynen staet wort hier veel goedts aengevoert , te weten , ghesponnen goudt ende silver voor groote sommen van penninghen , 154 BESCHRYVINGHE menigherley syden ende gouden laeckenen , ontel baer Fusteynen ende Bombasynen verscheydelyck goet, Scharlaten, Stametten, ende andere dierghe lycke fyne laeckenen : veel Rys ende 'tselve goedt, kostelycke wapenen van alle soorte , ende verschey den kramerye van grooter weerden, jae oock Parme saenkaese , welck een treffelycke koopmanschap is. Daer henen wordt gheschickt peper ende suycker , juweelen , muskeljaet ende ander ghereuck , veel Engelsche ende hierlandtsche laeckenen , allerley sayen met groote menichte, half ossetten , ontallycke linnen laeckenen , tapisseryen , Carmozyn verwe , oock Enghelsche ende Spaensche wolle. Van Florencen worden hier ghebracht gouden ende silveren laeckenen, ghefriseert ende onghefri seert , gouden stuckwerck , ende andere schoone ende kostelycke syden laeckenen : gesponnen gout ende silver : seer goede ende geduerighe laecke nen , Rassen ghenoemt : Capitonsyden dobbel ende enckel van inslach , fyne Pelteryen , Marters ende Fluwynen , daer en boven veel lustighe ende fraeye wercken . Wy senden hen menigherley Sayen, halve Ossetten , Lynwaet ende Vlas , Waeyers, Vriesen , ende Enghelsche wolle, hoe wel zy selve meesten deels ter Zee hen van Enghels goedt wel versien. Van Genua komt ons hier overgroote menichte van seer kostelyck Fluweel , ' tbeste van stoffe ende maecksel : zy senden ons seer goede ende fyne Satynen , Armosynen , ende andere syden laecken . Van daer komt oock uytnemende Corael, ’ tbeste Mi VAN ANTWERPEN 155 thridaet, ende de oprechtste Thriaeckel . Derwaerts wordt van hier geschickt Engels ende Nederlandts laecken, sayen , half ossetten , lynwaet, tapisserye, kramerye, ende huysraedt. Van Mantoua worden hier oock ghesonden syden laeckenen , ghesoden ende rouwe syde : bonnetten voor een groote somme ghelts : Ende van hier worden de voorseyden Nederlandtsche waren der waerts beschickt. Van andere Italiaensche steden , als van Verone , Bresse , Vicence, Modene , ende andere , gaen ende komen veel van de voorseyde ende dierghelycke koopgoeden , die wy hier , om der kortheydt wille by namen niet en stellen . Van Luca brenghtmen somtydts ettelycke gouden ende silveren lakenen : maer doorgaens veelderley syden laeckenen met groote menichten , nochtans meestendeels licht ende slecht van syde : Daer tegen worden de voorseyde Nederlantsche koop goeden ginswaerts ghesonden . Boven dien wort hier uyt Italien ter Zee ghebracht Alluyn van Civita Vechia : Olye van Apulien , van Genua ende Pisa : Galnoten , menigherley Gomme, Cottoen, Comyn , Senebladeren, Irios oft wit Lisch, Solpher, Operment oft Rattenkruydt, ende andere groote koopgoeden. Daer teghen wort ginswaerts van hier door den selven wech ter Zee ghesonden, tin , loot , rotte , bresiliehout , was , lynwaet , ruyt, ghesouten visch , schoon timmerhout ende ander : somtydts oock terwe, koren , ende boonen. 156 BESCHRYVINGHE Uut Duytslandt wordt hier te lande ghesonden silver geheel ende in klompen , quicksilver , rouw ende ghesmeedt coper met ongelooffelycke menich te : seer goede Hessensche wolle : glas, fusteynen veel ghelts bedragende: pastel , mee, saffraen , ende andere dinghen bequaem om te verwen : salpeter, kramerye ende huysraedt van alle soorten , schoon ende wonderlyck wel ghemaeckt : alle soorten van metael wonderlyck groot van pryse : geweer ende crychsrusting van alle soorten ende weerde , om machtighe sommen ghelts : ende menigerley witten Rynschen wyn, wit van coleur, van grooter weerden in de koopmanschap, uytnemende goedt van smake, seer gesondt , ende bequaem totverteeringhe , van sulken aert in sonderheyt , dat men twee mael meer daer af kan drincken dan van andere wynen, eer dat ' thooft oft de maghe beschadicht wordt. Derwaerts worden ghesonden juweelen ende peer len, groote menichtevan speceryen ende drogeryen , saffraen , suycker , Enghelsche laeckenen , als een besondere sake ende van grooten prys , oock een goede menichte hierlandtsche lakenen : daer en boven sayen , ossetten, half ossetten , tapisseryen , oneyndelyck veel lynwaels, ende kramerye van alle soorten . Uut Denemarck , Oostlandt , Lieflandt, Noorwe ghen, Sweden , Polen ende andere Noordtsche lan den wordt hier ter Zee ghebracht ontallycke veel goedts. Ten eersten granen , koren ende rogghe voor een groote somme van ghelde, koper ende > VAN ANTWERPEN. 157 2 eerenwerck genoech , salpeter , weedt, koperroot, rotte , seer kostelycke Oostenrycksche wolle , vlas, honich , peck , wasch , de welcke tot hooghe pryse loopen ; solpher, polasschen, welck koopmanschap pen van grooten pryse zyn , seer schoone pelterye van alle soorten , als Zebels , Marters , Ermelynen, Lochsen , Luypaerden , Fluwynen , seer schoone witte ende oock ghemeyne Vossen , witte ende ge meyne Wolven, vellen van veelderley visschen , veel huyden van allerley beesten , besonder van Buffels, Beernhuyden tot crychsweeringhe : allerley schoon ende goedt houtwerck tot alle timmeringhe , beson der tot schepen : waer af een soorte is ghenoemt Waghenschot , seer schoon ende ghestreept, bycants ghelyck de noteboom, veel ghebruyckt in alle werc ken , wonderlyck herdt ende gheduerich , sonder spyten oft klieven , alst niet boven maten oudt en is, ende wort deshalven tot in Italien toe ghevoert. Dies ghelyck komt van daer sterck bier, maer wel dier , veel ghesouten vleesch , veel gbesouten visch , ghe drooght in den roock, in de sonne, in den windt, en de in den kouden vorst. Oock brengtmen van daer gheel Ambre voor groote sommen van penningen, tonrechte genoemt Ambre van Dansick , om dat zy daer meesterlyck in hetwerck ghestelt wort : maer wort van seer verre meer dan hondert Italiaensche mylen ghebracht. Ende aengesien dat dit een sake is van grooten verlanghe, ende van oudts ende oock nu by onsen tyden verscheydelyck getracteert is geweest met seer vreemde ende onwaerachtighe 20 158 BESCHRYVINGHE > meyninghen , die noch niet gheslicht en zyn , ghe lyck de welgheleerde Matheolus schryft ; soo salt hier wel voeghen, daer af wat sekers bescheedts te segghen , welck wy van eerlycke Cooplieden hebben, besonderlyck van JAN VAN ACHELEN , die over seer langhen tydt van jaren met gheen ander coopman schap omgegaen en hebben , dan met dese Ambre : ende hebben my genoech laten sien de rouwe, ende de ghewrochte van veel verwen, die zy seggen meer dan hondertderley te wesen , maer trecken al t'sa men van silververwe tot goudenverwe, ende segghen datmen die constichlyck van alle verwen kan maec ken. Voorts heb ick gesien een schoon boecxken in Duytscher talen ghedruckt, dat nergens elders af spreect dan van dese Ambre , beschreven door ADRIAEN DE GOUDTSMIDT , een seer geschickte Mede cynmeester van dien lande , welck over een komt met de voorseyde reden der Cooplieden . Soo seg ick dan dat nu noch ter selver plaetsen dese ma terie van sommighen gheheeten wordt Ambre oft Emmer : maer den ghemeynsten naem is Born steyn , dat is , brandende steen : want ' twort vye rich ende brandende met een schoone gheduerighe vlamme, zy selven allengskens vernielende ghelyck peck : wordt oock gheheeten Aecksteen oft Haeck steen , dat is , treckende oft haeckachtich steen , want hy treckt tot hem niet alleenlyck palie , caf , bladeren , ende andere drooghe dinghen : maer oock yser , ghelyck de Seylsteen , welck ick selve geproeft hebbe. Het wordt in Latyn gheheeten 2 > > VAN ANTWERPEN. 159 > Succinum , van Succus , dat is , sap ; want zy meyn den datlet sap van de boomen was , ende seyden meestendeels dattet was ' tsap van den Pynboom ; door dien dat het ghewarmt wesende , desen reuck schynt te hebben. Voorwaer, ' ten is niet anders dan sapoft gomme, maer niet van eenen boom; maer van eenen steen die voortkomt bykants gelyck Corael , in eenen bergh in de Oosterzee , bedeckt met water sommighe vademen hooge , soo dat de voorbyva rende schepen wel drie mylen verre van daer bly ven, om teghen de steenrootsen niet te stooten . Den bergh is redelyck wydt ende breedt, ontrent tachten tich Italiaensche vademen hooghe, de welcke door Godtlycke gratie ende verholentheyt , seer groote menichte van dese Ambre voortbrenght : ende altyt, besonder in de Herfstmaendt ende Horenmaendt , als in dese Zee groot onweder is ; want dan wordt d'Ambre door dese beroerte afghebroken , ende gedreven aen de byliggende ende verreligghende oeveren : waer af het profyt veel Vorsten ende Heeren aengaet , gelyck den Koninck van Sweden , den Hertoge van Pomeren , maer allermeest den Hertoghe van Pruyssen : want d’Ambre in die Zee meestendeels ghevischt wordt met naeckte licha men, als het water door onweder seer beroert wordt, soo dat ten eersten veel kruydts , ende daer nae d'Ambre te voorschyn komt , die de voorseyde Hertoghe dien van Dansick met menichte over laet, ende doet daer groot profyt mede : want de ware is sonder twyfel soo aenghenaem by alle Natien , dat 160 BESCHRYVINGHE zy de gantsche wereldt doorghesonden wordt , be sonder te Venegien . Ende hier en tusschen men weet nerghens te segghen noch by gheschrifte te vinden, dat dit sap eenige andere plaetse voortkomt, ghelyck CORNELIUS Tacitus verklaert ( *) met dese naevolghende woorden : Germanos hujus maris acco las , solos omnium succinum habere et legere. Dat de Duytsche by dese Zee woonende alleen onder alle andere Ambre oft Haecksteen hebben ende rapen . De Romeynen hebben die altyt in grooter weer den ghehouden , ghelyck oock noch teghenwoor dichlyck de Africanen ende Turcken doen . Dese Ambre is seer weerdich van deucht ende van schoon heydt : want beneffens dat zy veel dinghen tot haer treckt, ghelyck voorseght is , heeft oock krachtighe deucht teghen seer veel sieckten : gelyck de voor seyde Medecynmeester in sonderheydt verklaert; ende boven al teghen allerley koortsen , besonder lyck de vierdedaeghsche , teghen alle bloedtloop van onder oft van boven , teghen peste ende allerley venyn, teghen de watersuchte ende vallende sieckte, teghen steen, graveel, colycke, hooftsweer ende py ne in de maghe : ende boven al teghen de geelsuch te , als door het verspreyden der gallen de mensch geel wordt ghelyck Ambre : waer uyt te mercken is wat baten dat men vindt met dezelve over hem te draghen , gelyck men voortyts plach te doen , sonder alle de schoonheydt ende lusticheyt die zy den mensche daer en boven bybrengt. Dit sal hier ( * ) Corn . Tacit . de morib . Germano. sub . finem . VAN ANTWERPEN . 161 > > 2 mede ghenoech ghesproken zyn van dese kostelycke gomme oft steen, soo men die noemen wilt. Uut de voorseyde Noordtsche landen wort ons hier noch soo veel ende menigherley suyvere ware in't gros bygebracht, dat ons moghelyck de namen ende oock den tydt gebreken soude, indien wy't al wouden vertellen . Van hier wordt derwaerts ghe sonden groote menichte van Specerye , Drogerye , Saffraen , Suycker , Sout , Enghels ende hierlandts laken , Sayen , Ossetten , half Ossetten , Fusteynen ende Lynwaet, kostelyke juweelen , syden ende gulden laecken , Camelot grofgreyn ende van alle soorte : sommighe tapisseryen , veel wyns, besonder Spaenschen , Alluyn , Bresiliehout, kramerye , ende huysraedt met hoopen. Uut Vranckryck werdt hier ter Zee ghebracht seer veel sout van Brouage , veel weedt van Tho lose , canefas ende ander grof lynwaet van Breta nien ende Normandyen , om veel ghelts : roode ende witte seer goede , ghesonde ende wel voedende wynen van verscheyden landtschappen : Olye , saf fraen , graen uyt Provencen , honich , termentyn , peck , menigherley schryfpapier van veel landen , om groote sommen ghelts : glas, drooghe pruymen, veel bedragende : ende Bresiliehout met hoopen , welck de Fransoysen met peryckel haers levens gaen halen op een ghewest van America, Bresilien ghenoemt ter oorsaecken van desen boom , toebe hoorende denPortugaloysen, ghelyck hier voor ghe seght is , hoewel dat de Fransoysen daer oock eenen 162 BESCHRYVINGHE nest met een goede sterckte ghemaeckt hebben . Noch wordt hier uyt Vranckryck te lande gebracht menigerley schoon verguldtwerck, sommighe seer fyne lakenen van Parys ende Rouanen, Carmosynen van Tours , Boratten van Champanien , garen van Lions, ende Kennep , welcke treffelycke koopman schappen zyn : seer goedt Spaensgroen van Mompel liers; daer en boven kramerye van veel soorten ende landen omveel ghelts. Derwaerts worden gheschickt ghesteenten , peerlen , heel silver ende in klompen ; quicksilver , coper , klockspyse, lattoen ghewrocht ende onghewrocht, loot ende tin , vermillioen , azur, carmozynverwe , solpher , salpetre , coperroot , ca melotten, grofgreynen ende Turcksche : veelderley Enghelsche laeckenen, besonderlyck carseyen, vrie sen ende sayetten : oock veelderley hierlandts laec ken , ghefriseerde ende onghefriseerde; fyn lynwaet van grooten pryse, allerley sayen ; veel ossetten ende half ossetlen , tapisseryen , Oostenrycksche wolle , leder, pelterye, wasch , rotte, hoppe, ruyt, drooch vleesch , ende veel ghesouten visch . Uut Enghelandt wordt hier gebracht seer groote menichte van laeckenen , als carseyen , ende veel derley andere fyne ende grove laeckenen ,, frangien ende andere dinghen van seer hooghen pryse : seer fyne wolle : seer goet saffraen, maer luttel : tin ende loot, om veel gelts ; Hamelen ende Conynen vellen sonder getal , ende sommighe andere fraeye pelte rye ende leder : biers ghenoech , kase ende ander montkost met menichten , jae oock Malveseye die VAN ANTWERPEN 163 alle jaer uyt Candien ter Zee ghebracht wordt. Van hier worden derwaerts ghesonden veel ju weelen ende ghesteenten , onghewrocht silver , quicksilver, gouden, silveren ende syden laecken ;; ghesponnen goudt ende silver , camelotten , grof greynen , ende Turcksche , specerye , drogherye , suycker , cottoen , comyn , galnoten , grof ende fyn lynwaet; sayen , half ossetten , tapisseryen , rotte oft mee , hoppe met groote menichte , veel glasen , ghesouten visch , kramerye van allerley metael ende van alle andere materye van grooter weerden : allerhande wapenen ende krychsrustin ghe , daer en boven veel huysraets. Uut Schotlandt komt ons hier groote menichte Hamelen ende Conynen vellen , ende andere fyne pelterye van verscheyden kleyne gedierten , maer boven al de schoonste Marters die te vinden zyn : Oock veel leders, wat wollen ende slechte laecke nen : schoone ende groote peerlen , maer niet soo klaer, wit , noch soo weerdich als d'Orientaelsche. Maer aenghesien dat de Schotten arm zyn , ende heur meestendeels versien met koopware uyt En ghelandt ende Vranckryck , soo en wordt van hier niet veel derwaerts ghesonden, dan sommighe spe ceryen , suycker, mee, sommighe syden laeckenen , camelotten van alle soorte : sayen van verscheyden fatsoenen ; lynwaet ende kramerye. Uut Yrlandt wordt ons ghebracht met groote menichte rouw ende droogh leder van veel beesten , als van Ossen , Koeyen ende Hamelen , fyne pelte 164 BESCHRYVINGHE rye : sommighe laeckenen van kleynder weerden , ende andere grove ende slechte dingen. Van hier wordt derwaerts beschickt het selve dat men in Schotlandt sendt ;; want zy versien hen meest uyt Engelandt. Uut Spangien worden ons hier ghebracht ontal lycke soorten van koopgoeden , juweelen , gesteen ten , peerlen van verscheyden soorten ende prysen, die de Spanjaerts uyt West-Indien , van Peru , America ende de nieuwe Wereldt ghenoemt, bren ghen : welcke ghesteenten ende peerlen van daer komende , groot ende schoon zyn , maer niet soo volmaeckt als d’Orientaelsche. Zy brengen ons oock groote menichte van fyn goudt ende silver heel ende in klompen , welck zy meestendeels uyt de nieu we ende gheluckighe Wereldt halen : diesghelyck oock de Carmozyn verwe, die zy Coetsenille heeten : brenghen oock van daer de seer heylsame wortele Salsaparilla ghenoemt , ende het Heyligh hout oft Pockhout , seer goet behalven alle zyne andere krachten, om te ghenesen de sieckte die d'Italianen oneyghentlyck noemen de Fransoysen : welck Hout in de selve Indische landen wast , van waer dese sieckte in Europa ghebracht is geweest , midts de schipvaert van CHRISTOFFEL COLOMB Genevois , on trent het jaer 1482. Voorts wordt ons uyt Spangien selve ghebracht Saffraen , sommighe Drogheryen , Scharlaet, veel rouwe syde, veelderley syden la ken ; besonder Fluweelen van Toledo, ende Taffetaf, Sout, Alluyn van Mazzeron , Orcille van Canaryen ; VAN ANTWERPEN. 465 > > > welck kruydt om te verwen Raspa wordt ghenoemt van de Florentynen ; seer fyne wolle, yser, droogh leder ; menigherley witte wynen , als Bastaert Romenye , ende meer andere goede, leckere ende ghesonde soorten : soete olyen ende vette totde dra perye ; azyn , honich , melassen , Arabische gommen, zeepe ; ende groote menichte van allerley fruyt versch ende drooghe , als Orangie appelen , Limoe nen , Granaet appelen , Olyven , Cappers , Daeyen , Vygen , Rosynen ende Amandelen , waermede seer groote koopmanschap gedaen wordt. De Spanjaerts senden ons noch Wyn ende Suycker van Canaryen, welck de selve Eylanden zyn ,, die van d'Ouders ghe naemt werden Fortunatæ , dat is , gheluckighe, in't Zuyden , waer af ProLEMEUS ende andere Cosmo graphen de lengde des aerdtrycks nemen , nu ter tyt toebehoorende der croonen van Spangien . Van hier wordt in Spangien ghesonden Quicksilver ; hoe wel eertydts groote menichte van daer her waerts ghesonden werdt : welck geschiedt door dien dat daer sommige Mynen oft Aderen verdrooghtzyn: oock wordt het nu meer ghebruyckt dan eertydts . Noch wordt van hier ghinswaerts ghesonden Coper, Clockspyse ende Lattoen , ghewrocht ende rouw , Tin ende Loot, veelderley laeckenen hier te lande, besonder in Vlaenderen ghemaeckt , ende oock sommighe Enghelsche: Sayen van allerhande soor le ende prys, Ossetten , half Ossetten , Tapisseryen , fyn ende grof lynwaet om groote sommen van gelde, Camelotten van alle soorten, vlasch , garen , wasch , > 2 1 166 BESCHRYVINGHE > peck, mee, ruyt, solpher, ende dickwils koren ende rogge, ghesouten vleesch ende visch; jae oock kaese ende botter : daer en boven allerley kramerye van metael, van syde, filoselle, ende andere, voor won derlyck groote sommen ghelts ; goede quantiteyt silvers, veel silverwercks ;; allerley wapenen , ghe weer ende crychsrustingh , ontallycke veel huys raedts , soo kleyn als groot. In somma , men mach wel segghen, dat het meeste deel van Spangien hier te lande ghestoffeert ende versien wordt van alle dingen die't daghelycx handtwerck , ende der men schen konste ende arbeyt aengaen : welck hant wercken ende arbeyden de Spanjaerden van leeghen staet doodtlyck haten , besonder in heur eyghen landt. Uut Portugael komen ons hier kostelycke ge steenten, volmaeckte Orientaelsche peerlen, louter goudt heel ende gheslaghen , Specerye, Drogerye, Ambre , Muskeljaet, Civette , Yvoir oft Elpenbeen ( dat is Elephanten tant ) met groote menichte , Rhebarber , Aloe , Azur dat de Portugaloysen Anil heeten, Cottoen, wortelen uyt China , ende andere kostelycke dinghen met groote menichte , waer mede het meeste deel van Europe herwaerts over versien wordt, welcke de Portugaloysen uyt Oost Indien van Calecut , ten eersten te Lisbone , ende daer nae daghelycks hier brenghen. Oock beschic ken zy herwaerts Suycker uyt het Eylandt van Sint Thome, recht onder de Equinoctiael linie ghelegen : welck Eylandt met meer andere daer Suycker ende VAN ANTWERPEN. 167 andere kostelycke dinghen ghemaect worden , der Croonen van Portugael met gewelt onderworpen zyn . Noch brenghen zy ons Bresiliehout ghehaelt uyt heur deel der nieuwer Wereldt , welck van desen Bresilieboom, Bresilien gheheeten wordt. Zy schicken oock herwaerts Malegette ende andere drogherye van de zyde van Guinea in Africa ghe legen , daer zy groote heerschappye hebben : voorts oock seer goet Suycker , ende wyn van Madera , ghebracht van dit Eylandt hen toebehoorende, ende is soo uytnemende goedt dat het Malvaseye schynt te wesen . Uut het Koninckryck van Portugael wordt ons hier ghebracht Sout, Wyn , Olye, Weete, Greyne, Orcille , ende verscheyden andere simpele ende goede vruchten , versch ende drooghe, gheconfyt ende in conserve , daer zy veel gelts af maken . Ginswaerts wordt van bier ghesonden heel Silver, Quicksilver , Vermilioen , Coper, Clockspyse, ende Lattoen, ghewrocht ende onghewrocht, Tin , Loot, wapenen , geschut, ende andere crychsgheweer , ghesponnen goudt ende silver , ende bykants alle andere soorten van koopmanschappen , die wy van hier nae Spangien senden. Eyndelyc sullen wy vertellen hoe uyt Barberyen, een landtschap in Africa gheleghen , herwaerts ge bracht wordt Suycker, Azur, gomme, Coloquinten, leder, pelterye , ende seer schoone ende verschey dene plumagien ende vederen. Derwaert sendtmen van hier , laecken , lynwaet, sayen , ende oneynde lycke krameryen, metael ende andere dinghen. > 168 BESCHRYVINGHE Men soude niet konnen gheschatten , noch ver dencken, ende veel qualycker beschryven de weerde ende den treffelycken handel van dese koopman schap : nochtans zullen wyons beste doen om wat in ’ tgemeyn te verklaren : ende om dit te doen , sullen wy in sonderheyt de weerde van sommighe koop goeden hier te lande komende aenteeckenen , ende verkiesen uyt elcke van de voorseyde Provincien eenige koopmanschappen , niet de voornaemste , maer eer de ghene daer wy door menigherley mid del ende ghelegentheydt best kennisse af hebben : het overblyfsel meest van weerden onder den groo ten vermengden hoop sullen wy ( om daer in niet te verdolen) achterlaten , ende stellen dat ten wys domme van den verstandigen Leser , oft ten laste van eenen anderen vlytighen Schryver. Soo seggen wy dan ten eersten , sprekende van Italien , dat de gouden ende syden lakenen , het ghesponnen gout ende silver , de Camelotten , grofgreynen ende an dere , bereyde ende rouwe syden alleen , sonder veel andere dingen die hier in't landt uyt Italien ghebracht worden , ghemeynlyck alle jare ontrent drie milioenen gouden kroonen bedragen . Uut Duytslandt worden hier vele ende menigher hande fusteynen ghebracht , beloopende s'jaers meer dan ses hondert duysent kroonen : ' tis te verwonderen hoe veel Rynsche wynen hier ' theel landtschap door ghebracht worden ; d'een mael meer ende d'ander mael min , nae dat den jaer ghanck is , bevindt men gemeynlyck jaer voor jaer ל

VAN ANTWERPEN. 169 > meer dan veertich duysendt valen, elck vat van ses amen Antwerpscher maten : ende elck val op ses en dertich kroonen ghereeckent, maken ontrent ander half milioen gouden kroonen . Uut Denemarck, Oostlandt, Lieflandt, Polen ende andere voorghenoemde Noordtsche Provincien , worden gemeynlyck in Hollandt ghebrachtjaer voor jaer tsestich duysendt lasten van Koren , besonder lyck van Rogghe , ende wordt ghemeynlyck elck last geschat op veertich gulden , den gulden tot ses en vyftich grooten , welck soude bedraghen vyf hondert ende isestich duysendt pondtgrooten Vlaemsche munten, ende elck pondt Vlaemsch ge reeckent opdrie kroonen, maken een milioen , ende ses hondert tachtentich duysent gouden kroonen. Uut Vranckryck worden te water als te lande ghemeynlyck in dese Provincie gevoert ontrent veertich duysendt vaten wyns , van der voorseyder maten , somtydts meer somtydts min , nae dattet goede wynjaren zyn : elck vat wordt ghereeckent d'een door d'ander op vyf en twintich kroonen , welck een milioen kroonen s'jaers bedraghen soude. Oock worden van daer herwaerts ghebracht meer dan veertich duysendt balen Pastel, elcke bale ghe reeckent d'een door d’ander op seven kroonen ende een halve , maken drie hondert duysendt kroonen. Het Sout van Brouage dat herwaerts ghebracht wordt, bedraeght ghemeynlyck alle jaer ses duy sendt honderden, ende elck hondert houdt hondert tonnen van twee hondert vyf en twintich tot twee > 170 BESCHRYVINGHE hondert dertich ponden landts ghewichtde tonne , meer oft min, naer dat het Sout wit ende suyver is . Welcke ses duysendt honderden ghereeckent op dertich kroonen het hondert , bedraghen hondert tachtentich duysent gouden kroonen . Uyt Spangnie plach men alle jaer naer Brugghe te senden meer dan veertich duysendt sacken met wolle : maer naedemael dat men onlancx daer te lande meer laeckenen begonst heeft te maecken dan men plach , soo en wordt nu ter tydt soo veel wolle niet overgesonden , soo dat ten desen teghenwoordighen jare 1560 maer vyf en twintich duysent sacken hier ghebracht en zyn , de welcke ghereeckent op vyf en twintich kroonen den sack bedraghen ses hondert vyf en twintich duysent kroonen . Maer de wynen die uyt Spangien komen , bedraghen hedensdaeghs veel meer dan de wollen. Uut Portugael wordt t'Antwerpen ghebracht, alsoo men bevint, Specerye meer dan voor een milioen kroonen s'jaers , het een jaer door het ander ghereeckent. Eyndelyck moeten wy oock van Enghelandt spreken (overslaende Schotlandt, Yrlandt ende Barbaryen , aenghesien dat van daer niet veel treffe lyks en komt) ende segghen , dat de wollen van En ghelandt (waer af den stapel te Calis plach te wesen, maer is nu teghenwoordichlyk te Brugghe) beloopen wel duysent twee hondert serpillieren van veelder ley soorten ende prysen , welcke al t'samen ghe reeckent meer dan twee hondert vyftich duysent ! > VAN ANTWERPEN 171 > kroonen s'jaers bedragen. Maer de menichte van lakenen die uyt ' tKoninckryck van Enghelandt in dese Provincie ghebracht worden , is een wonder lyck werck : want het is kennelyck ende blycke lyck , dat het een jaer door het ander gerekent , ende de carseyen ende andere kleyne laeckenen voor heele laeckenen gheschat , t'samen meer dan twee hondert duysendt laeckenen bedraghen , die d'een door d'ander gheschat worden, het stuck ten min sten op vyf en twintich kroonen : welck aldus t'sa men meer dan vyf milioenen gouts s'jaers soude maecken. Desen schat van lakenen ende van wolle met den ontfanck van veel andere koopgoeden die d'Engelsche hierbrengen , wordt al wederom besteet ende uytghegheven aen allerleye voorghenoemde ware die uyt desen lande in Enghelandt gevoert wordt : Soo dat ick desen koophandel wel aenmerc kende ende berekenende, bevinde dat midts uytghe ven ende ontfanghen , de koopmanschap die En ghelandt met dese landen doet, alle jare bedraecht ( welck schier onghelooffelyck schynt te wesen ) meer dan twaelf milioenen goude kroonen : met sulcke gherief ende gewin van ' teen ende het ander landt ten beyden zyden , dat d’een d'ander nauwe lyck en soude connen ghederven oft ontbeeren . Byv. ( Hier en konnen wy niet voorby gaen de calculatie die SCRIBANIUS ( * ) maeckt van de goede ren die t’Antwerpen , als de stadt in haren fleur was , verkocht zyn gheweest : wiens woorden wy ( * ) Orig. Antwerp. cap . 8. > . 172 BESCHRYVINGHE hier sullen, uyt het Latyn overgheset, by voeghen. Ick hadde in myn Antwerpen geseyt, datter vyftich milioenen gouts , alle jare , in de koopinghen ende vercoopinghen der dinghen , in dese stadt alleene pleghen besteedt te werden ; ick verbetere dat. Want ick door nauwer ondersoeck bevinde, dat in yeder jaer van de boven verhaelde , vyf hondert milioenen silvers , naemelyck hondert drie ende dertich milioenen gouts ende wat daer over loopt, in de koopinghen ende verkoopinghen der dinghen zyn uytghegheven gheweest. Ende dit buyten het wisselghelt , welck by nae een onuytsprekelycke somme bedroech .] Ende wy en moghen niet vergheten dat de Coop lieden meestendeels van de koopgoeden ende waren die ter Zee gaen ende komen , om in gheen groote sorgelyckheydt van verlies te staen , malcanderen asseurantie ende versekeringhe doen, by gedeelte op sekeren prys, nae dat zy t'samen overkomen , van de schepen die zy overal uyt senden, deylende wel ende wysselyck heur schade ende verlies. Om te besluy ten , ende te beneerstighen alle 'tghene dat wy van de schoonheydt, grootte , ryckdom , macht ende heerlyckheydt deser edeler stadt van Antwerpen hebben gheschreven ende vertelt , heeft my goedt ghedocht hier by te stellen dese fraeye Latynsche veersen , gemaect der stadt ter eeren door den goe den Poeet JULIUS SCALIGER van Verone ; ende oock een lustich Rymghedicht meer dan over vyf jaren ghemaeckttot gunste der stadt , door den welghe VAN ANTWERPEN. 173 leerden ende geschickten FRANCISCUS PEScion Flo rentiner. Veersen van JULIUS SCALIGER . Oppida quot spectant oculo me torva sinistro , Tot nos invidiæ pallida tela petunt . Lugdunum omnigenum est , operosa Lutetia , Roma Ingens, res Venetûm vasta , Tholosa potens . Omnimoda merces, artes priscæque, novæque, Quorum insunt aliis singula , cuncta mihi . Sonnet van Pescion. Godi Anversa, è humil' gratie a Dio rendi , Di si preclaro, è cosi amplo douo : Onde, da quanti regni al mondo sono , Richezze accogli , e liêta in alto ascendi . Segui il tuo corso , è vittoriosa tendi: D'ogni grandezza al sommo : ma fia buono , Che quanto piu (nota cio ch'io ragiono) Sormonti, è forze, è aumento prendi . Tanto piu vegli, è gelosa procuri, Ch'en si ricca fortuna ebbri i tuoi figli, Non forse evertan’ si felice stato . Perche se sien ' superbi , injusti, impuri , A Baccho additti , et di rapaci artigli , Breve harai vita (eh lassa) è diro il fato . > Byv. [ De heerlycke ende seer vermaerde Coop stadt van Antwerpen aldus wytloopich van onsen Autheur beschreven zynde ; soo en konnen wy niet laten verscheyden gheschiedenissen die in de selve wedervaren zyn ,, tot vermaeckinghe des Lesers voor te draghen . Nae dat die geconfedereerde Edelen der Nederlanden den vyfden Aprilis in het jaer 1566 aen de Regente tot Bruyssel de Requeste gepresen 22 174 BESCHRYVINGHE > > teert hadden , versoeckende abolitie van de stren ghe Placaten , nopende de Religie : Soo is hier op ghevolght, voor die haer noemden van de Ghere formeerde Religie , vryheydt ende toelatinge van openbare Predicatien , tot Antwerpen ende Door nick : in West Vlaenderen, Hollandt, Zeelandt, ende elders . Ende den 20 Augusti des selven jaers is gheschiet de destructie der Beelden in onse lieve Vrouwen kercke binnen Antwerpen , als oock op andere plaetsen. Daer is oock tot Antwerpen een groote beroerte opghestaen , op den veerthienden Martij 1567 , dat het volck alle in wapenen zyn ghekomen op de Meyrbrugghe, met een groot mis trouwen d'een van d’andere. Uyt oorsaecke dat die vaendelen soldaten aenghenomen by den Heer van Toulouse , tot voorstandt der voorseyde Gherefor meerde t'Ousterweel buyten Antwerpen , van het volck van de Regente verslaghen waren. Maer de selve is in alder neersticheydt , by den Prince van Orangien , den Grave van Hooghstrate, ende den Borghemeester STRALEN , ter neder gheleyt ghe weest : Door dese beroerte ende verscheyden klach ten van allen hoecken hoorende, is de Regente niet weynich voor baren persoon bevreest gheweest , siende dat haer authoriteyt seer kleyne gheworden was : hoe wel zy ghecourageert wierde by eenige van ' t Hof, welcke de Edelen van den lande Geusen, dat is soo vele als Fielen ende Bedelaers, ghenoemt hadden. Waer over de voorseyde Edelen haer bel ghende, nochtans dien name tot een tytel , waer in VAN ANTWERPEN . 175

zy voorts aen roemden, opnamen : waer uyt groote partyschap is ontstaen . Des niet teghenstaende , door de behendicheydt van de Regente , ende het ontsach van hare ende des Konincks macht , werdt alles gheslist : oock t’Antwerpen het predicken achter ghelaten , de kercken der Ghereformeerde afghebroken : de Regente met haer garnisoen onder het beleyt van den Grave KAREL VAN MANSVELDT in de stadt ontfanghen , de Beeldestormers alomme ghevanghen, ende vele ghehangen : ende het landt nu weder gheheel op hope van Generael pardon , in ruste ghebracht. De Prince van Orangien , met BREDERODE , HOOCHSTRATE , ende andere Edele uyt den lande ghetrocken , met ontallycke menichte van de Ghereformeerde Religie : niet resterende dan te executeren een groot ghetal van ghevanghe nen , daer de ghevanckenissen mede ghevult waren. Dit al niet teghenstaende, de Koninck ende het Hof van Spangien van alle dese dinghen verwitticht zynde , is den Hertogh van Alva by den Koninck verkoren gheweest , om het gouvernement der Ne derlanden aen te nemen. De welcke tot Barcelona met zyn krychsheyr in Mey des jaers 1567 vertroc ken zynde , is op den 28 Augusti tot Bruyssel aen ghekomen : alwaer hy zyne commissie vertoonende, by den Hove van Bruyssel ontfanghen is gheweest : ende de Regente is (niet sondergroote droeffenisse van veel lieden ) vertrocken . Het gouvernement ont fanghen hebbende , heeſt hy in alle strengicheydt gheprocedeert, ende inne ghevoert eenen nieuwen 176 BESCHRYVINGHE 2 Raedt , te weten den Troubelen ofte Bloedtraedt , welcke volkomen macht soude hebben , om te wy sen ende oordeelen , ende sententien gheven ter doodt. Waer door een groote vreese het landt be vanghen heeft : ende veel persoonen zyn ghevangen ghenomen geweest , ende uyt kracht der Placcaten ter executie ghebracht : waer door veel volcks uyt de Nederlanden vertrock. Hy heeft oock de Graven van Egmont ende van Hoorn ten Hové ontboden , (de Prince van Orangien nae Duytslandt vertrocken zynde) om met haer , soo het scheen , van Landt saecken te handelen : maer als zy aldaer ghekomen waren, dede haer ghevanghen nemen , ende in het Casteel van Ghent ghevanckelyck leyden : de welcke daer naer tot Bruyssel, den vyfden Juny 1568 , ont halst zyn gheweest. De selve Herthoge heeft mede't zynder eeuwigher ghedachtenisse , in't midden van het Casteel van Antwerpen ( dat hy nu volbouwet hadde) doen oprichten tot een Tropheum , ofte teec ken zynder victorien, een beeldt van koper naer zyn eyghen ghedaente ende lenghde, hebbende onder zyn voeten twee metalen beelden , de Edelen des landts bediedende. Voor op het pedestael was in den steen ghehouwen : Fernando Alvarez de Toledo Alba Duci, Philippi II Hispan. Regis apud Belgas Præfecto, quodextincta seditione rebellibus pulsis, Religione procu rata , Iustitia culta , Provincias pace firmavit , Regis optimi fidelissimo ministro positum . Het Casteel daer dit beeldt in stondt heeft de selve Hertogh seer sterck ende gheweldich laten maken, daer op ordi VAN ANTWERPEN. 177 naris garnisoen houdende, waer door der stadt van Antwerpen groot verdriet over ghekomen is den ses en twintichsten Aprilis in't jaer 1574, als wanneer de ghemutineerde Spanjaerden binnen Antwerpen door het Casteel ghekomen zyn , alwaer zy grooten overlast hebben ghedaen , dreyghende de stadt te pillieren , ende roepende Fuora Veillacos, fuora Veillacos : Hebben oock de Walen ende den Gouver neur CHAMPIGNY uyt de stadt ghejaecht, ende vele insolentien bedreven , om hare volle betalinghe te kryghen : tot dat zy eyndelinghe, soo met ghelde ende oock met behendicheydt te vreden zyn ghe stelt gheweest : de Borghers boven haer kosten vier hondert duysent guldens opbrenghende. Maer dit en is niet te verghelycken by het verdriet dat door het Casteel der stadt geschiedt is, als de Staten der Landen , naer het overlyden des grooten Comman deurs (die ghemuytineerde Spanjaerden om baer betalinghe het landt in roere stellende, op den vyf en twintichsten July Aelst overvallende, Maestricht den twintichsten Octobris 1576 innemende ende rantsonnerende, waer door zy voor vyanden des landts verklaert werden ) tot Ghent met die van Hollandt ende Zeelandt in vredehandelinghe ghe treden waren : ende nu ettelycke compaignien binnen Antwerpen bestelt hadden beneffens den Hooghduytschen, die ten dienste der landen waren , teghen het ghewelt der Spanjaerden , die uyt het Casteel van Antwerpen niet en wilden vertrecken . Die van der stadt begosten haer teghen het Casteel 178 BESCHRYVINGHE te beschanssen , maer eer dat selve volbracht was : soo zyn den vierden Novembris die Spanjaerden van Maestricht ende van Liere , met die van Aelst in het Casteel ghekomen : waeromme zy een groote vreucht ghemaeckt hebben, als zy alle te samen by malkanderen ghekomen waren : ende hebben ter stondt eenen uytval op de stadt gedaen , een groote moort onder den soldaten ende borghers aenrech tende : ende zyn meester gheworden van der stadt, et verlies van ontrent twee hondert van de hare , waer onder eenighe groote Heeren waren. Van der stadt bleven ontrent vier oft vyf duysent doodt , alsoo men giste , soo verslaghen als verdroncken. De Grave van Oversteyn ende de Heere van Bievre haer meynende te salveren , zyn verdroncken. De Heere van Champigny, de Marquis van Havre , ende de Marckgrave salveerden haer, nederlatende haer selven lancks een bolwerck ende gheraeckten op des Princen van Orangiens schepen , ende lieten haer voeren in Zeelandt. De Grave van Egmont werdt ghevanghen , als oock mede de Heere van Capres , ende de Heere van Goingnies. Daer zyn verbrandt geweest ontrent ses hondert huysen, oock mede het wydt vermaerde Stadthuys , het welcke gheheel binnen uyt ghebrandt is , datter niet dan de mueren en bleven staen : voort hebben zy haer begheven tot plonderen , ende rooven ettelycke da ghen , de borgherye groote tormenten aendoende ende rantsonnerende. In dese gantsche furie der Spanjaerden zyn ghebleven onder Borghers ende 2 VAN ANTWERPEN 179 2 Soldaten, meer als acht duysendt persoonen : som mighe schryven van thien duysendt , soo wel om ghebrocht als versmoort in de Haven ende andere wateren . De schade aldaer ghedaen is seer groot gheweest , ende wordt gheacht van de ervarenste,, dat het ghereedt ghelt dat de Spanjaerden hier be komen hebben , boven de veertich tonnen goudts beliep , sonder de juweelen , silverwerck ende an ders : ende de schade des brandts was oock wel soo vele gbeschat . De Spanjaerden hebben hier gedo mineert tot dat Don Johan van Oostenryck neder gekomen zynde , ende de Pacificatie der Staten ratificerende , die dede uyt den lande vertrecken : de welcke den vierden Mey tot Bruyssel voor Gou verneur generael der Landen is aenghenomen ghe weest. De Spanjaerden haer betalinghe ontfangen hebbende, de Hertogh van Aerschot werdt ghestelt de Staten tot Gouverneur van het Casteel , de welcke zynen sone Prince van Cimay zynen Lieu tenant maeckte . Maer al was de Stadt ende Casteel, nu vry van de Spaensche garnisoenen , soo werdt zy noch ghenoech ghedwonghen : Want daer laghen noch in de stadt Duytsche knechten , die in des Konincks dienst waren , ende helpers der Span jaerden geweest waren in het plonderen der stadt, onder het gebiedt der Collonellen FOCKER ende FRONSBERGHE, die daer noch laghen en wachten om hare betalinghe : met de welcke Don JOHAN was handelende, teghen het welbehaghen van de Staten des Landts. Den aenslagh die hy met haer maeckte, 180 BESCHRYVINGHE onder andere >, was , dat de vier vaendelen Duyt schen binnen Antwerpen ligghende , ende daer noch soude by komen CORNELIS VAN ENDEN met vier vaendelen, t’samen goede correspondentie houden souden metten Luytenant van den Casteele , den Heere van Trelon , die daer als Stadthouder in lagh , hem toeghedaen wesende , ende soude de stadt met den Casteele houden voor hem. De Staten, Don Jonan naer Namen ghetrocken zynde , bevon den hebbende zyne secrete handelinghen met de voorseyde , hebben by alle middelen gesocht dit te verhinderen : ende hebben den Baron van Liede : kercke t’Antwerpen ghesonden om de Borgherye in ordre te houden : de welcke met assistentie van sommighe andere , heeft aen de Staten zyde be weecht een van de Capiteynen des Casteels, den Heer van Bours; de welcke op den eersten Augusti 1577 TRELON ghevanghen heeft ghenomen , ende zyn volck dat op het Casteel in garnisoene lagh , doen vertrecken . Waer door een groote vreese de Duytsche soldaten in de stadt ligghende, bevangen heeft, de welcke sonder te hebben heur betalinghe, t'sanderdaeghs op den middagh , siende vier van des Princen van Orangiens oorloochschepen de Ri viere opgheseylt komen , uyt Antwerpen naer Ber ghen ende Breda ghevlucht zyn , ende in het leste heur Oversten den Staten overghelevert hebben. Daer naer hebben die van der Stadt het Casteel , aen de zyde die teghens de stadt was, af ghebroocken, ende de gracht ghevult, ende het selve tot des stadts VAN ANTWERPEN. 181 defensie gheapproprieert. Don Johan gheen goede ghemeynschap met de Staten des lants ( dien hy scheen te willen een voordeel af sien ) houdende , ende de Pacificatie van Ghent by den selven Staten blyvende in vigeur : soo is de Prins van Orangien op den achthienden Septembris ghekomen tot Ant werpen , ende met aller blyschap ontfanghen . Van waer hy den drie en twintichsten der selver maendt te Bruyssel met grooter triomphe ende eere aenghe komen is : ende den twee en twintichsten Octobris van het gantsche landt tot een Gouverneur van Brabandt vercoren . Maer tot Gouverneur generael is by den Staten aenghenomen gheweest de Eerdts hertogh MATTHIAS van Oostenryck , Broeder des Keysers RUDOLPHI, de welcke den tweeden Octobris in Nederlandt ghekomen is : ende Don Johan ende zyne aenhanghers den sevenden Decembris voor vyanden der Landen verklaert : teghen den welcken de Staten eenen grooten heyrlegher onder den Velt heer den Grave van Bossu hebben ghebracht. Maer Don Johan gheduerende dese troubelen , is van de Peste by Namen ghestorven , ontrent den eersten Octobris 1578. De Eerdtshertoghe Don MATTHIAS tot Antwerpen in alder eeren ontfangen , in alles goede ordre stelde. In het jaer 1578 is die van de Ghereformeerde Religie toeghelaten gheweest opentlyck te predic ken , tot welcken eynde haer kercken zyn verleent , tot Antwerpen, ende op andere plaetsen: waerteghen de Heere van Champigny met den Heere van Hese , 23 182 BESCHRYVINGHE den Marquis van Berghen , Requeste tot Bruyssel overghevende , om de Religions vrede aldaer te be letten , ende datter niet ghepredickt en werde by de Protestanten , zyn ghevanghen genomen gheweest. In't jaer 1579 den acht en twintichsten Mey die van de Roomsche Catholycke Religie t'Antwerpen haer vereert vindende met de teghenwoordicheyt van den Eertshertogh Matthias , ende veel ander Catholycksche Heeren ende Adel des Landts ende Staten, hebben willen een statelycke Processie hou den, lancks des stadts grooten circkel : maer alsoo zy meynden te gaen door een plaetse ghenoemt het Meulegat , soo heeft hen de wacht aldaer ( by laste van de Capiteyn) sulcks verboden , ende den wech ghestopt. Waer over eenighe Catholycksche Italia nen, woorden maeckten , ende haer Rappieren troc ken , willende den wech met ghewelde maecken , sulcks dat die van de wacht eenighe scheuten scho ten, daer een man ende een vrouwe van doot bleven, het welck de gantsche Processie weder in de Kercke dreef , met sulcken ghedruys , dat zy malkanderen vertraden . Waer uyt eenen ghemeynen alarm over de gantsche stadt rees , soo dat de Kerck met al het volck daer in , toeghesloten werdt, de Eertshertogh met zyn Hofghesin oock daer binnen wesende. Dit ghekomen zynde ter ooren van den Prince van Orangien , is hy met zyn lyfwacht toe gheloopen om de Ghemeynte te stillen , het welck hy doen niet doen en konde , van weghen het ghemeyne ghe schrey , Papen uyt>, Papen uyt . Maer heeft den VAN ANTWERPEN . 183 Eerdtshertoghe, met zyn Hofghesin uyt de Kercke ghekreghen. Doen heeft de Ghemeynte alle de Gheestelyckheydt , Canonicken , Papen , Monicken , die daer tot de Processie vergadert waren , gheno men ende te schepe ghevoert wel twee mylen van der stadt , ende aldaer soo langhe ghehouden , tot dat men in de stadt beraedtslaecht heeft, wat men met de selvighe doen soude . Eyndelyck is door tusschen spreken van den Prince eenen Religions vrede weder ghepubliceert, waer by de Gheeste lycke wederomme in sommighe Kercken gesteld werden. Maer de Monicken , biddende Ordenen ende de Canonicken uyt de stadt moesten blyven . Hier en tusschen is de Prince van Parma in de plaetse van Don Johan ghecomen als Luytenant , welcke daer naer van den Koninck selve is beves ticht als Gouverneur. De welcke met den Spanjaer den die hy onder weghe opghenomen hadde over de Mase Helmont ende Weert inghenomen hebben de, is naer Antwerpen ghetrocken, maer siende dat hy daer niet en soude konnen uytrechten , tooch hy te rugghe , ende belegherde de stadt van Maes tricht, terwyle tot Ceulen van vrede gehandelt wiert, dwelck niet tot effect en quam. Waer door de Staten des Landts heur niet ghenoech versekert vindende door haer eyghen kracht , ende voorstandt van den Eerdtshertogh Matthias , teghen het ghewelt des Konincks van Spangien , zyn in onderhandelinghe ghetreden met den Koninck van Vrancryck ende zynen broeder den Hertogh van Alençon, de welcke 184 BESCHRYVINGHE > 4de landen onder zyn protectie nam. Dwelck by den Eerdtshertoghe Matthias vernomen zynde , ende vermerckende het kleyn respect dat men hem toedroech , heeft zyn gouvernement overgheghe ven , ende is den neghen en twintichsten Octobris 1581 naer Duytslandt vertrocken . Nae desen den Hertogh van Alençon uyt Enghelandt met recom mandatie der Koninginnen , is tot Antwerpen aen ghekomen, ende aldaer inghehaelt ende ghehult als Hertoch van Brabant . Maer dese nieuw ghehul de Hertoch achtende dat hy niet authoriteyt ghe noech en hadde, ende siende dat hem hulpe ende assistentie van den Koninck van Vranckryck zynen broeder gheweyghert werdt , heeft hy gheresolveert om tot absoluter authoriteyt te komen, dat op eenen dagh alomme de Fransoysen , daer zy konden , ende principalyck daer zy in garnisoen laghen , haer souden meesters van der plaetse maecken. Antwer pen nam hy op hem met zyn garnisoen te verseec keren. Maer alsoo hy hier toe niet wel en konde ko men dan met practycke, soo heeft hy ghepractiseert een monsteringhe die in zyne teghenwoordicheydt voor de stadt van Antwerpen gheschieden soude , hiertoe dagh ende tydt bestemt zynde, namelyck den den seventhiensten January 1583 : op welcken tydt zyne aenslaghen op andere plaetsen mede suuden aengaen , om daer volle macht over te kryghen. Tot dien eynde is den Hertogh , zyn noenmael vroech ghedaen hebbende , verselschapt met ontrent twee hondert peerden van zyn Edellieden ende andere, VAN ANTWERPEN. 185 met alle zyne wachte , ghereden naer de Kipdorp poorte, de welcke by zynen laste open ghelaten was. Hier van heeft hy hem door zyn volck lichtelyck meester ghemaeckt, die de wacht vermoorden . Hier op keerden meest de voorseyde twee hondert peer den met een ghedruysch wederom in de stadt, ende men sach den heelen Leger marcheren ende vol ghen. Daer quamen terstondt binnen de stadt seven thien vaendelen , ende vier Cornetten peerden , die al t'samen riepen Ville gaignée, Vive la Messe, Tue, Tue. Maer de Borghers ghewaer wordende datmen se alsoo vyandtlyck overviel, zyn terstondt alomme daer ontrent met haer gheweer uyt haer huysen gheloopen, doch eerst in seer kleynen ghetale, haer stellende teghen den Fransoysen , ende die ophou dende dat zy niet veel verder konden voort trecken . Terwyle hebben de Trommelen alarm gheslaghen , ende een yegelyck is teghen de Fransoysen in de wapenen ghekomen : ende eenighe vaendelen in ordere ghebracht wesende , hebben alomme daer zy konden , de ketenen doen spannen . Godt Al machtich heeft den Borghers sulcken mannelycken herte ghegheven , dat zy bykants in alle straten ende plaetsen haren vyanden hebben doen den rugghe keeren , ende met groote disordre uyt de stadt loopen , oft van boven neder springhen van de hooghe mueren , ende dat nae dat de Fransoysen meesters van der poorte waren gheweest meer dan een ure lanck , ende alreede met vlieghende vaendelen waren ghekomen tot ontrent de groote 186 BESCHRYVINGHE > Marckt. Als nu de Borghers de Vesten weder in ghenomen hadden , keerden ende schoten zy het grof gheschut teghen die van buyten , naemelyck teghen de Switsers , die noch naer de stadt mar cheerden , waer by zy mercken konden dattet noch niet al voor haer en was. De poorte lach vol doo den op een ghetast wel anderhalf mans lengde hooghe, ende seer verre , daer onder datter vele noch leefden ende jammerlycken riepen, ende niet te min door de groote menichte versticken . Daer zyn doodt ghevonden ende begraven , soo binnen der stadt als op de vesten , boven de vyfthien hon dert, sonder de ghequetste ende ghevanghene, waer onder vele edele personagien van qualiteyt ende aensien waren. Den Hertogh buyten blyvende, met zyn volck herwaerts ende derwaerts swerfde tot dat hy weder uyt den lande in Vranckryck quam , alwaer hy den thienden Juny 1584 overleden is. Hier en tusschen de Prince van Parma door de assis tentie der Malcontenten, den voortghanck der oor loghe voorderende, soo dat hy een groot ghedeelte der Landen onder de ghehoorsaemheydt des Ko nincks ghekreghen hadde, is ten lesten oock mede met zyn heyrkracht beneffens Antwerpen weder ghekomen. Maer geen middelen siende om de stadt met gheweldt te overweldighen , is van meynin ghe gheweest die uyt te hongheren : dwelck niet en konde gheschieden , soo langhe haer toevoer ghenoech konde ghedaen werden by die van Hol landt ende Zeelandt. Derhalven hy alle neerstic VAN ANTWERPEN 187 heydt heeft ghedaen om haer de Schelde te sluyten, ende door dien middel haer te benouwen. Hier toe is hy met zyn Leger tot Beveren in Vlaenderen, twee mylen van Antwerpen, ghekomen, ende heeft MONDRAgon metten zynen over de Riviere gheson den. Zyn voornemen was met een Brugghe de Schelde te sluyten , het welck hy eyndelyck te we ghe ghebracht heeft. Want met Pleyten heeft hy de Riviere toegheleyt, oft zyn Brugghe op ghemaeckt : ende op elcke zyde van den Dyck daer de Brug ghe soude beghinnen oft eynden , heeft hy stercke Schanssen ghemaeckt , d'eene in Vlaenderen, d'an dere in Brabandt by Ordam : met meer andere die hy ghemaeckt heeft alomme daer het hem goet dochte, tot dertich oft daer ontrent in ghetale. Van de twee Schanssen van de Brugghe af, dede hy soo vele groote pylen aen den kant in het water heyen, tot dat zy ten lesten tot vyftich voeten lenghde qua men diep in het water , ende dat zy niet voorder om de diepte konde comen ; die werden met planc ken overleyt , waer mede hy meer dan duysende voeten van beyde zyden de Riviere enghde : Ende daer en boven soo resteerden noch wel dertbien hondert voeten , die hy met twee en dertich Pley ten overleyde, elcke met twee anckers vast gheleyt, ende soo werden kleyn masten van d'eene ор d'an dere gheleyt , ende daer op plancken : ende alsoo maeckten zy een Brugghe, om wel over te moghen gaen . Elck schip hadde twee groote stucken ghe schuts, met dertich soldaten. Onder ende boven dees > 188 BESCHRYVINGHE 2 > Brugghe waren noch groote Vlotten van dryvende masten gemaect , dwars voor de selve Brugghe , om de selve te beschermen van de aenkomende seylende schepen , die aen gheweldighe ankers laghen. De lenghe van de gheheele Brugghe was ontrent twee duysendt ende vier hondert voeten : ende aen beyde de zyden van der Brugghen waren wel thien oorlooghschepen , van alles wel toeghe rust. Dit was de ghereedschap van PARMA om Ant werpen te dwinghen, waer teghen die van Antwer pen oock haer beste hebben tot teghenweer ghedaen . Onder andere hadden zy een seer groot swaer werck ghemaeckt van masten opten anderen , dat een dryvende Casteel soude zyn , daermede zy alle des vyandts wercken meende schadeloos te maecken : het selve noemden zy Fin de la Guerre, dat is, eynde des Krychs. Maer het was te swaer ende onmanier lyck bevonden . Dit is ten lesten aen den grondt ghekomen , ende den vyandt ten deele ghevallen. Zy hebben oock een groot Schip toegherust, om de Brugghe te doen wech springhen , het welck was in deser maniere toeghemaeckt: In dit Schip was een verwelfsel ghemetselt, ende met groote Meeu lensteenen ende Sarcken beswaert : in't hol van het selve was een groote menichte tonnen buscruyt ghedaen , ende dit Schip is toeghesloten ende ghe deckt met gaten , daer veel brandende Lonten in werden gheleyt , met koordekens ghebonden : als nu de brandt aen het garen quam, daermede Lon ten ghebonden waren , soo verbrande 'tselve, ende VAN ANTWERPEN. 189 de Lonten vielen nederwaerts in het pulver , ende ghinck alsoo aen. Ende achter aen het Schip was ghebonden een dryvende balck, om het selve in de rechte te houden in het midden van de Riviere. Alsoo is dit Schip den vierden Aprilis tot aen de Brugghe ghedreven , ende daer nae aenghegaen ende in brandt ghekomen , alsoo dat de brandt in het kruyt komende , het selve Schip met datter in was om verre ghespronghen is , ende heeft een goet deel van de Brugghe wech ghenomen : ghe vende soo vreesselycken slach dat Hemel ende Aerde scheen te vergaen , oock mede in het water , dat het water over den Dyck vlooch , ende vulde het Fort van Calloo ende de Velden rondtomme , dat men daer tot de knien in het water stondt , ende alle vyer ende lonten uytbluste. De schade onder het volck was groot , dat veel in de Locht ghesme ten werdt, ende wel gheschat op acht hondertmen schen , die daer doodt bleven , waer onder was den Marquis van Rysborch, Robles Heer van Billy, ende vele Capiteynen. Des daeghs te vooren hadden die van Zeelandt Liefkenshoeck inghenomen. Die van Antwerpen deden oock een proeve van vyfthien Pleyten, de welcke onder het water souden dryven , het welck gheschiede , ende opende ende brack de Brugghe: maer den windt nietdienende, ende mits andere inconvenienten , isser van die van Zeelandts zyde niet op ghevolght : van waer zy oock sonden eenighe kleyne Vyerschepen , maer qualyck ghe maeckt , met kleyne effecten . Den ses en twintich 24 190 BESCHRYVINGHE 9 sten Mey hebben die van Antwerpen des morghens ontrent drie uren haer Schepen aen den Couwen steynschen Dyck ghebracht. Het selvighe deden die van Hollandt ende Zeelandt mede van beneden, ende quamen wel met hondert ende twintich Sche pen met Krychsvolck ende soldaten heel vroech voor daghe aen den selven Dyck. Dees Schepen schoten soo gheweldigh aen wederzyden op beyde Schanssen des Dycks ende tusschen den selvighen , dat de vyanden daer niet harden mochten , maer moesten nae veel gheleden schade haer Loopschans sen verlaten. Ende hebben alsoo den Dyck inghe nomen , ende terstondt beghonst aen beyde zyden teghen den vyandt te beschanssen , tusschen twee zyne Forten , ende hem voorts beghonst door te steecken in verscheyden plaetsen , om te moghen door varen . PARMA heeft oock sonder tydt te verlie sen, met alle gheweldt over beyde zyden ghetracht den Dyck weder te winnen , hebbende op het Huys van Couwensteyn seven stucken gheschuts ligghen de, waer mede hy groote schade in de Schepen en in het Volck dede. Waer door eyndelyck PARMAS volck , door aenhitsen van CAMILLO DEL MONTE , weder van de plaetse Meester gheworden is , naer seven oft acht uren vechtens , niet sonder groot bloedtstorten over beyde zyden , want zy vyfmael zyn aenghevallen, ende t'elcke reyse te rugghe ghe smeten van die van Antwerpen : welcke borstwee ringhe ten lesten vermeestert werdt. Nae desen hebben die van Antwerpen , siende dat alle haer > VAN ANTWERPEN. 191 aenslaghen ongheluckelyck afliepen , zyn zy den seventhienden Augusti met Parma in redelyck ac coort ghetreden , de welcke den seven en twintich sten der selver maendt , daer triomphantelycken in quam , als hy te vooren het Ghulden Vlies met behoorlycke ceremonien, by den Grave van Mans veldt van s'Konincks weghe ghegheven, ontfanghen hadde. Doen werdt het Casteel weder in zyn volle ordonnantie opghemaeckt, ende met veel groot gheschut ende garnisoen beset . ] leeg | 192 BESCHRYVINGHE Het Marckgraefschap des Heylichs Rycks. Het Marckgraefschap des Heylichs Rycx, so Cor NELIUS GRAPHEUS schryft, is inghestelt van Keyser JUSTINIAEN : maer d'ander segghen noch eer. JAN AVENTYN ( * ) een treffelyck Hooghduytsch Historye schryver vertelt dat Util , Theodons des Vorsten van Beyeren broeder, overmits zyn deuchden , ghe stelt is gheweest door THEODORYCK , eerste Koninck der Francken , op't gheweste des landts , begrepen tusschen de Schelt , de Mase, den Ryn ende de Zee, om't gewelt der Denemarckers te wederstaen, die ter selver tydt de Zee ende het landt afliepen , ende beroofden, ende werdt deshalven gheheeten Overste van d’Antwerpsche marcken oft palen , die doen ter tydt d'uyterste eynden des Roomschen Rycks waren : welcke staet ende weerdicheyt in Duytsch geheeten wort , Marckgraefschap , alsoo hy seght. JAN DE MAIRE bewyst oock dat dit Marckgraefschap inghestelt is langhe voor de tyden van JUSTINIAEN , ende ghenoemt het Marckgraefschaps des Heyli ghen Rycks op de Schelde , beghinnende bykants in het midden van de stadt van Valencyn , ende alsoo voorts streckende langs desen waterstroom > ( * ) AVENTINUS lib . 3. Annal. VAN ANTWERPEN. 193 tot Antwerpen, ende van daer tot de Zee toe, Van't bescheet des selven Marckgraefschaps worden noch hedendaechs twee voornaemste dingen te Valen cyn ghesien : het een is de Keyserlycke Sale , de welcke eenen Provoost ende ander Officieren heeft daer ghericht houdende : het ander is de vryheyt, wel verre in een deel van der stadt streckende, ghe noemt de Banlieue : Desen vrydom is soo groot, dat oock de doodtslaghers van alle landen , daer t’alle lyden vryelyck mogen blyven ende woonen . D voorseyde Maire vertelt , dat d'eerste Marckgrave die desen staet zynen kinderen erffelyck achter heeft ghelaten , ( sulcks door ghenade van Keyser JUSTINIAEN verworven hebbende ) is gheweest An SELBERT een Roomsch Senateur, nae den welcken Arnout zyn sone in het selve bewint ghekomen is. Paulus Æmilius ( * ) schryft dat dit Marckgraefschap is ingestelt gheweest van Otto den tweeden Keyser, ontrent het jaer 973 , ende tot houwelyck goedt ghe gheven der Koninghinnen GHERBERIE zyner Moeyen, Konincx LOTTARIS van Vranckrycks Moeder : ende onder het selve Marckgraefschap stonden begreven Nivelle, Leuven , Bruyssel en Antwerpen merckelyck by name ; welcke ghedenckenissen ende schriften gheenssins teghen malkanderen en luyden , aenghe sien dat Vorsten ende Landtsheeren de Staten ver anderen, vermeerderen ende verminderen nae heur beliefte, ghelyck zy dickwils hebben ghedaen met ( * ) PAUL. Æmil . lib . 3 . 194 BESCHRYVINGHE VAN ANTWERPEN het Hertoghdom van Lotheringhe : ende hier door komt dat de Historyeschryvers somlydts de nieu we verstellinghe , voor een nieuwe instellinge des staets nemen, ende die niet den eersten maer den lesten voorsteller toeschryven. Hoe dattet is , zy komen al t'samen wel over een , dat Antwerpen de Hoofdstadt van't Marckgraefschap des Heylighen Rycks is : alsoo dat noch van dien tydt af de edele heerlyckheydt van dese stadt merckelyck blyckt. Eyndelyek komen de voorseyde Aventyn ende MAIRE wel over een , dat dit Marckgraefschap ten leste ghekomen is tot ANGISE PEPyns des tweeden Vader, welcke Angise d'eerste Hertogh van Brabant is gheweest , van welcken naermaels d'andere Her togen van Brabandt in dit edel Marckgraefschap vervolghens zyn ghekomen. } BESCHRYVINGHE VAN MECHELEN. Al engaende het fondament van den oor spronc van Mechelen, en vinde ick gheen vaste noch seker bescheet , noch in oude noch in de jonghe Historyen , hoe wel datter fabe len ghenoech af zyn : ende en weet niet dat dese stadt oyt anderen naem heeft ghehadt dan desen . Byv. [ ABRAHAMUS Ortelius verhaelt in zyn Itine rario , dat by de Cappelle van Sint Remboldt eeni ghe huysen gestaen hebben , ten midden weghe tusschen Antwerpen ende Bruyssel, alwaer de reysende man uytspande , by eenen Weert Michiel ghenaemt, in Brabandts Machiel : ende dese Weert vermaert zynde , de vlecke ten lesten des Weerts naem behouden heeft . ] Nochtans ist een overoude stadt , ende een van de voornaemste des landts : seer wel gheleghen van weghen des lochts ende alle andere menschelycke 196 BESCHRYVINGHE gerieffelyckheden. Midden daer door loopt de ri viere Dele, seer groot van sich selven, ende oock yan den Zeevloedt , die tot hier toe komt , jae wel een myle voorder: soo dat zy haer deylt in veel armen oft vlieten , met oneyndelycke veel brugghen de gant sche stadt door , daer binnen maeckende verschey den Eylandekens, ende afscheydinghen van kercken ende huysen , seer gherieffelyck ende lustich : soo datter somtydts gheschil is , oft de vloedt met dus veel vlieten ende verscheyden loopen gheschickt is geweest na de stadt : oft dat de stadt van't beginsel af ghestelt ende ghebouwt is na de gheleghentheydt des watervloedts. Eyndelyek wordt men wel merc kelyck ghewaer dat de aerdighe ende gheestelycke verstanden der menschen met konste ende wonder lyck bouwerck, by nae de natuere te boven gaende, hen aldus uytnementlick hebben gherieft. Dese stadt is bykants gheleghen in het hert van Bra bandt, tusschen Leuven, Bruyssel ende Antwerpen , bykants even verre van elcken , als een driehoeck , vier mylen wydt. Maer het is een Heerlyckheydt ende landt op sich selven : soo dat veel vrouwen on trent heuren tyd van baren uyt Mechelen vertrec ken, ende gaen voorts in Brabandt heur kinder bedde houden , om dat heur kinderen de schoone privilegien van Brabant souden moghen ghenieten. Mechelen is een lustighe ende oock een stercke stadt , besonderlick om dat zy haer meestendeels kan bewateren. Heeft seven Prochien met heerlycke ende costelycke kercken : endede Opperkercke of > VAN MECHELEN. 197 Domkercke wordt gheheeten Sint Rombouts, ende is een uytnemende schoon ghebouw , met eenen wonderlycken ende seer hooghen toren , ( hoe wel niet al volmaeckt) soo dat men van daer kan sien ende schouwen veel omligghende steden ende lan den. Oock zyn hier veel Conventen ende Cloosters bycants van alle ordenen : ghelyck het Minnebroe ders klooster, welck overmidts de bouwinghe ende het groot begryp ghehouden wordt voor het schoon ste ende volmaeckste van alle dese landen : Diesghe lyck oock hier is Sinte Claren klooster soo groot ende schoon als eenich ander van de selve orden. Daer en boven is hier het Convent van Pitsenborg, welck is van de edel ordene der Duytscher Heeren ende Ridderen. Te Mechelen zyn veel schoon paley sen ende besondere huysingen met groote hoven. In't jaer 1546 is hier een groot ongheluck toegeko men, waer door een deel van der stadt doen ter tydt seer gheschendt ende bedorven werdt : maer is nu teghenwoordichlyck wederom gantschelyck opge maeckt , ende te veel plaetsen verbetert. Dit onghe luck gheschiede den sevensten dagh Augusti . Met een groot onweder quam eenen blixem gevallen uyt de locht , ende sloech in eenen toren by de Sandt poorte , daer meer dan twee duysendt tonnen bus poeders in waren, door welcke kracht de mueren tot op den grondt afgheworpen werden , soo datter noch overblyfsel, noch teecken en werdt ghesien , als oft daer noyt toren oft ander ghebouw ghestaen en hadde. Jae dat meer is, de breede ende diepe gracht 25 198 BESCHRYVINGHE van der stadt, meer dan ses hondert schreden lanck , werdt van hitten soo drooge, datse de visschen beet ende gebraden t'allen zyden daer ontrent uytwierp seer wydt ende verre . Met welcken slach oock de stadtmueren , de gantsche voorstadt , ende on eyndelycke veel andere omstaende huysen alsoo afgheworpen ende vernielt zyn,, datter in meer dan drie hondert schreden daer ontrent niet en bleef staende . Hiermede en heeft het nog geen eynde genomen : want de steenen oock die geweldichlyck in de locht vloghen , deden als met een geweldich onweder soo groote verderffenisse ende schade in de stadt , dattet onghelooffelyck ware voor den ghenen die't niet ghesien en heeft. Terstondt nae dit ongheluck ben ick te Mechelen gheweest, ende hebbe daer sulcke verwoestinghe ende nieuwic heydt ghesien, dat ick van wonder verbaest werdt, want t’elcker schrede werden my veel dinghen ghe wesen , van dit tempeest alsoo doorslaghen , dattet onmoghelyck scheen te zyn . Men seyde voor seec ker datter meer dan twee hondert menschen doodt ghebleven , ende meer dan ses hondert ghequetst waren. De gheweldighe slach ende het gheluyt was soo groot, dat men het tot Antwerpen ende Bruys sel hoorde ende ghevoelde als een aerdtbevinghe : ende die van Mechelen meynden een lange wyle tydts dat den jongsten dagh daer was , ende dat de wereldt verginck. Onder ander werdt daer een man gevonden half begraven in eenen vervallen kelder daer hy drie daghen in was geweest sonder eten oft VAN MECHELEN. 199 > drincken , de welcke het volck siende , haestelyck vraechde met groote verbaestheydt, oft den Hemel ghevallen was. In dese stadt zyn seventhien ambach ten , die in den Raedt komen alsser yet te beraden is , sonder veel meer andere die onder dese staen : De ses voornaemste zyn naemelyck , Backers , Vis schers , Verwers , Huydvetters , Brouwers ende Vleeschhouwers : de welcke zyn van sulcke weerde ende achtinghe, dat uyt elcken van desen ambach ten een Schepen wordt ghemaeckt : soo dat de Overste Magistraet ses Schepenen Edelmans , ende ses Ambachtmans heeft. Maer boven alle dese is het voorseyt ambacht van de Huydvetters het groot ste ende treffelyckste, begrypende bykants het vier de deel van't volck der stadt : ende hebben een groote wydde op heur selven alleen seer gherieffe lyck met veel water vlieten, huysen, grachten ende gereedschappen , daer toe oock alle noodtlycke dinghen tot allerley arbeydt ende bereydtsel : heb ben daer en boven groote privilegien ende vryhe den, soo dat zy moghen alle wildt ghedierte jaghen, als Heeren ende Edellieden . Onder andere worden te Mechelen veel wollen laeckenen gemaeckt , de beste ende fynste van dese gantsche landen : jae voortydts maeckte men die hier met sulcke me nichte, dat soo binnen als buyten de stadt meer dan drie duysendt ende twee hondert winckels waren van weveryen , volleryen , ende wollewerck : waer door dit ambacht soo hooveerdich ende moedtwil lich wert , dat het de wapen teghen de stadt aen > > 200 BESCHRYVINGHE nam : ende aen't slaen comende, werdt overwonnen ende verloos veel van zyn volck : waer door heuren hooghmoet vernedert werdt , ende verloren veel privilegien , vrydommen ende weerdicheden. Van desen tydt af is dit ambacht altydt vermindert van volcke ende van weerde : wordt niet te min nu tegenwoordichlyck noch het groot ende voornaem ste ambacht gheheeten. Oock worden hier veel goe de ende uytnemende linnen laeckenen ghemaeckt : ende allerley seer schoone verweryen . In dese stadt worden veel groote stucken ende bussen ghegoten van klockspyse , soo behendichlyck ende uytne mentlyck als erghens elders ter wereldt. Voorts oock klocken ende ander wonderlyck werck van me tael : Daeren boven schepen van alle maecsel ende vracht. Te Mechelen wordt des Landtvorsten groot geschut ende munitie bewaert in een seer groot ende wydt Tuychhuys daer toe ghemaeckt, ghenoemt het Munitiehuys : daer siet men soo groote me nichte van geschut ende bussen van allerley groot te van coper , klockspyse ende yser , ende soo veel andere krychsrusting, schepen, ponten, waghenen, ende munitien , dattet wonder is , daer ooc veel volcx te wercke inghestelt wordt : ende dit Tuych huys heeft nu ter tydt te bewaren ende te bewin den Remigius van Halut, een seer eerlyck ende wel gheacht man. Uyt deser stadt van Mechelen zyn geboorlich geweest de voornaemde Schryvers JOAN NES GOcchus ende JOANNES DE ARUNDINE : diesghelyck oock NicasiUS VAN WOERDE , de welcke drie jaren VAN MECHELEN 201 oudt wesende blindt werdt, heeft niet te min sulc ken voortganck ghehadt in geleertheydt ( ' ghelyck Trithemius vertelt) dat hy Doctoor in beyde Rechten is gheworden , ende heeft in de Hooghe Scholen van Leuven ende van Ceulen openbaerlyck Lessen ghedaen , die noch op den dagh van heden ghe druckt worden ghevonden : ende is deshalven wel te rechte voor een mirakel der natueren ghehouden ; hy sterf in het jaer 1492. Oock is ter deser stede gheboren gheweest CHRISTOPHORUS LONGOLIUS, een seer vernaemt man door gantsch Europe , over midts zyne uytnemende gheleertheydt ende deuch den : ende deshalven in groot wonder ende weerde ghehouden, niet alleenlyck van ghemeyne mannen, maer oock van verscheyden Landtsvorsten , die hem eerlycke provisie geboden hebben , de welcke hy niet en begeerde aen te nemen , noch en ontfinck oyt yet dan van de Florentynen, den welcken hy een wyle tydts diende : hy heeft veel schoone wercken gheschreven, ende is ghestorven te Padue, in't jaer 1522. Erasmus van Rotterdam schryft in eenen brief aen DAMIAEN VAN GOES , dat dese LONGOLIUS merckelyck een Hollander is gheweest , geboren van Schoonhoven : nochtans schryft LONGOLIUS selve wel opentlyck in een oratie ghedruct met zyne andere wercken, ende den Rade van Mechelen toegheeyghent, dat Mechelen zyn eygen Vaderlandt is : desbalven hy selve meer te ghelooven is dan andere : besonderlyck midts datmen dicwils siet hoe krachtich de eygensinnelyckheden ende men 202 BESCHRYVINGHE 1 } 1 schelycke beweginghen oock in treffelycke mannen ghevonden worden . Nu teghenwoordichlyck heeft Mechelen onder andere vermaerde geleerde man nen REMBERT DODONEUS , een treffelyck Medecyn meester ende groote Mathematicien , de welcke veel wercken gheleerdelyck ende verstandichlyck gheschreven heeft. Ende PHILIBERT VAN BRUYSSEL , Rodolfs des seer eerweerdighen Ridders sone , ver ciert met veel weerdicheden , ende eeren tytelen , ende deuchden , waervan zyn sone niet min erfghe naem is als van zyn goeden ende staten

want hy is

Heer van Grankeng endevan Heysbroeck , Raedtshee re van State , ende van den Secreten Raedt , Ridder ende gheleert Edelman , ende groot Orateur . Voorts oock JACOB WASTEL , Raedtsheer van den grooten Ko nincklycken Raedt van Mechelen , een seer gheleert ende weerdicb man . Ende noch veel meer andere verscheyden geleerde , deuchdelycke ende gheesti ghe mannen , die wy hier om der kortheydt wille niet en noemen . In de stadt van Mechelen is wel soo veel Edeldoms als in eenige stadt der gantscher Provincien . De Mechelaers zyn gemeynlyck seer be leeft ende vriendthout , ende hebben dit van't Hof ghehouden , welck daer langen tydt is gheweest

jae hebben behalven heuren eyghen aert , een sekere lieffelyckheydt ende hoffelycke ghesedicheyt

oock

zyn de vrouwen wonderlyck schoon ende eerlyck . In dese stadt zyn opghevoedt in heur kindtsche jonckheyt Koninck Philips van Spangien , ende daer nae zyn sone KAREL , naemaels Keyser

want het

VAN MECHELEN . 203 1 Hof was doen meestentydts te Mechelen . Naemaels heeft Keyser Karel dese stadt ghegheven Vrouw MARGRIETEN zyner Moeyen , Regente der Nederlan den, heur leven lanck te besitten : de welcke stede vast hier woonende, is eyndelyck in't jaer 1530 hier ghestorven . Mechelen heeft onder veel andere, twee seer schoone privilegien van heuren Landtvorst : D'een is, dat alle de borghers vry zyn dese gantsche landen door van alle tollen die herwaerts ende derwaerts ghegeven worden van koopmanschappen ende andere goeden . D’ander is, dat heur roerlycke goeden soo wel in Brabandt als elders in Nederlandt zynde, los ende vry zyn van beden ende schattingen , dieandere persoonen den Landtvorst moeten gheven van beur goeden . Welke privilegien zy ghekreghen hebben van den lesten Hertoghe KAREL VAN CHARO Lois, de lesten Hertoghe van Borgondien , ende Heer van dese landen, overmidts den ghetrouwen dienst hem persoonlyck bewesen in de oorloghe met groo te vromicheydt ende wysheyt : deshalven hy de Mechelaers seer beminde ende betroude. De staet van dese Heerlyckheydt is ghestelt in twee Leden , in de Magistraet ende het Ghemeyn. Byv. (De stadt van Mechelen de smerten der oor loghe , staende dese troublen , wel beproeft heeft. Als de Prince van Orangien, die de stadt ingheno men hadde (by Duysburch over den Ryn gekomen zynde , ende Leuven by appointement ghekreghen hebbende) om zyn broeder Graef LODEWYCK van den Hertogh van Alva binnen Berghen belegert, ontset > 204 BESCHRYVINGHE > te doen , weder uyt de stadt vertrocken was : soo heeft de Hertoghe van Alva de stadt van Berghen in Henegouwe inghekreghen hebbende , zyn volck naer Mechelen ghesonden, om dat te straffen :: ende niet teghenstaende dat de Gheestelycke persoonen hem met vliegende vanen ontfangen hebben , met hen oock de Bisschop van Ypren, ende oock eenighe van de principaelste borghers : is dese stadt den tweeden Octobris 1572 subytelyck van alle kanten van het krychsvolck overvallen , die de selve soo jammerlyck geplondert hebben , dat niet vele des ghelycken gesien en is gheweest : want zy niet al leen gout, silver , gelt , kleederen ende juweelen buyt maeckten , maer oock tafelen , bancken , stoe len ende andere catteylen. Somma alle uyterste moetwillicheydt van rooven , moorden , vrouwen krachten werter ghetoont , sonder eenich aensien van persoonen. In't jaer 1579 van weghen der Sta ten de Heer Van Bours binnen Mechelen Gouver neur wesende, die den Malcontenten favoriseerde, de stadt van Mechelen van de Staten afgevallen is , ende met den Prince van Parma vereenicht : waer door die van de Religie daer uyt vertrocken . Maer in't jaer 1580 hebben OLIVIER VAN DEN TEMPELE den Gouverneur van Bruyssel , ende de Coronel Jan NORRITS eenen aenslach op Mechelen ghehadt , die haer wel gheluckt is , den 9 Aprilis : niet teghen staende den wederstandt die zy daer vonden van de Borghers ende een deel Monicken . Soo haest de stadt was vermeestert , begost men te plonderen , > VAN MECHELEN . 205 > hoe wel metten Enghelschen die't meeste ghetal wa ren te vooren ghehandelt was, ende de plonderinghe voor ettelyke maenden solls afghekocht. De stadt is met garnisoen beset geweest , ende daer werdt Gouverneur binnen gestelt de Heer van FAMARS. Maer overmits het belech van Antwerpen by den Prince van Parma , soo is oock Mechelen mede weder vervallen in honghers noot , weynich toe voerts hebbende : hoe wel zy noch open vaert een wyle tydts behielden tusschen Antwerpen, soo lan ge PARMA Antwerpen van verre belegherde. Maer naerder gekomen zynde , ende veel omligghende schanssen inghenomen hebbende : oock mede over weldicht het oorlochschip tot bevrydinghe van de vaert op den stroom ligghende , waer door oock in zyn handen vervielen de proviandeschepen van Antwerpen op Mechelen gesonden : soo dat die van Mechelen niet en ontbrack dan alle dinghen : soo hebben zy raedtsaem ghevonden Ghecommitteerde uyt te stieren in't Leger by den Marquis van Renti, om te concipieren arlyckelen , waer op de stadt overkomen soude onder't ghebiedt van PARMA : 't welck wel haest by Parma selfs bevesticht ende on derteeckent werde op den 13 July 1585 : ende alsoo werdt hem de stadt overghelevert. Mechelen heeft schoone privilegien ende achtervolgende dien , soo quamen zy in't jaer 1561 binnen Antwerpen , met haer gheweer ende sweerdt op heur zyde , in den Landtprys ende groote feest der Rethorycken , con trarie d'oude ghewoonte in ghelycke feeste . Tot 26 206 BESCHRYVINGHE Mechelen voortydts veel liefhebbers der schilderye konst gheweest zyn , soo dat op een tyt aldaer 150 winckels van schilderye ghevonden zyn gheweest. Dese stadt plach oock mede in heur wapen , gelyck die van Ghent , een Maecht te voeren , ende steenen pinnen op haer mueren te hebben, tot een teecken dat zy noyt overwonnen was. ] In dese edele stadt sit den grooten Vorstelycken Raedt , inghestelt door den voorseyden Hertogh Karel van Borgondien, in het jaer 1473 van vyf en dertich persoonen, hem mede rekenende voor een, zynen Cancelier ook voor een ander hooft des Raedts, twee Presidenten , vier Ridders , ses Requestmees ters , acht gheestelycke Raedtsheeren , ende twaelf wereldtlycke Doctoren ende Licentiaten : welcken Raedt het Hof ende des Landtsvorsten persoon volghde , ende in zyn afwesen was de Cancelier zyn Stadthouder : tot welcken Magistraet het meeste deel deser Nederlanden appelleerde. Maer soo nae maels Koninck Philips door het middel van JOANNA zyn huysvrouwe gekomen zynde tot de erffelyck heydt van't Koninckryck van Spangien ende van veel andere Provincien , over de Zee moeste trec ken , heeft eyndelyck in dese stadt als de bequaem ste voor alle de landen, den selven Raedt inghestelt ende bevesticht in't jaer 1503 , maer de ordene , het ghetal ende d’authoriteyt des Raedts ende der Raedtsheeren wat verandert. Welck nu heeft eenen President, sesthien Raedtsheeren , twee Greffieren , acht Secretarissen , ende andere mindere Officiers. VAN MECHELEN. 207 Tot desen grooten Raedt behooren de appellatien van de gantsche Heerlyckheyt van Mechelen , van heel Vlaenderen, van Artoys, van Hollant, van Mid delborg in Zeelandt, van Namen, van Lutsemborg, van Valencyn , ende van andere kleyne steden ge leghen op de frontieren van Vlaenderen en He negouwe , gheheeten de Twiststeden : aenghesien tusschen de Vlaminghen ende de Henegouwiers twist ende gheschil is om de jurisdictie oft landtghebiedt. Oock hebben de Westvriesen ende de Heerlyckheydt van Utrecht onlangs den voorseyden grooten Raet voor overste gekent in borgherlycke saecken : maer by maniere van revisie van heur sententien met de selve schriftueren ende acten daer eerst met ghe procedeert is . Daer en boven comen de saecken der Ridders van't gulden Vlies ter eerster instantien te rechte voor desen Raedt. In welcken grooten Raedt de vonnissen definitief ende sonder appellatie worden ghewesen in civile ende in criminele saec ken : behouden alleenlyck de revisie , in der ma nieren ende formen hier voor in de ghemeyne beschryvinghe bewesen . In desen hooghen Raedt is het ghebruyck tot gerieffelyckheyt der uytlanders ende vreemdelinghen, te dingen ende de schriſtue ren te maecken in Fransoysche sprake, als gemeyn der dan de Vlaemsche oft Nederduytsche , welck sonder twyfel een weerdighe ende loffelycke ordi nantie ende bescheedinghe is . Nu teghenwoordich lyck is hier President Meester JAN VAN BERGE Ridder ende Heer van Waterdyck : ende de Raetsheeren 208 BESCHRYVINGIE > > zyn ( op dat ick het selve voordeel van weerdicheydt onderhoude soo ick gebruyckt hebbe in de beschry vinghe der cancelryen van Brabandt ) Remigius Dru TIUS Deken van Sint Jacobs te Brugghe. ANTHONIS CONTAUT Canonick van onse Vrouwe t'Atrecht Fransoys CRANEVELDT , JAN VAN Masuni , JAN COLIN JACOB WASTEL : ANTONIS DE MEULENAER , JAN AUX TRUYTS : LIEVEN EVERARD , CHRISTIAEN VAN WERDT , KAREL VAN SINT ELOYBERGHE JORIS RATALLER , WILHELM VAN PAMEL , JAN BLASSER LIEVEN BIESE Advocaet fiscael , ende FRANSOYS VERLIESEN Pro cureur generael. Vast aen de stadt ter zyden van Sinte Katherynen poorte nae de bane van Antwerpen is een weerdich ende treffelyck Baghynhof , ghelyck een casteel rondtom in zyn mueren staende seer wydt ende breedt. In het selve staet eene schoone kercke ge wydt ter eeren van Sint Alexis patroon der selver Orden , met seer veel huyskens ende ander goede wooninghen. In dit Klooster vindtmen doorgaens meer dan duysent vyf hondert, somtydts oock meer dan duysent ses hondert Baghynen al van een pro fessie : de welcke met eerlycke oeffeninghen ende goede exempelen heur religie ende ceremonien weerdichlyck onderhouden , onder't regiment ende bewindt van vier Bagynen daer toe verkosen . Zy mogen al t'samen daer rondtom gaen om heur dinghen te beschicken : jae bebben de macht uyt te gaen , te handelen , ende oock te houwen ende te trouwen nae heur bliefte : soo dat zy, indien heur VAN MECHELEN. 209 dit eerste opset berouwt , oft van heur ouders ende vrienden elders bestelt worden, oft om ander oor saecken , vryelyck sonder eenich achterdencken moghen daer uyt gaen. Byv. [ Dit schoon Bagynhof, aengesien het te nae de stadt stont , is gantschelyck te gronde afgewor pen , ten tyde van dese inlandtsche oorloghen. ] Mechelen heeft voormaels ( achterlatende den lange verleden tydt) toebehoort den doorluchtigen huyse van de BERTHOLDS : maer by ghebreke van wet telycke erfghenamen deses geslachts , soo ist ten lesten nae veel achtervolghinghen ende oorloghen gekomen d'een helft aen den Bisschop van Luyck , ende d'ander aen den Hertogh van Gheldre : de welcke een wyle tydts dat behoudende , hebben't eyndelyck in't jaer 1333 (alsoo MEYER ( * ) seydt ) ver kocht ende overghegheven met alle heur bescheedt, recht ende ghebiedt , LODEWYCK VAN Nevers , Grave van Vlaenderen . Waer door wederom veel twisten ende oorloghen zyn geresen , midts dat de voor seyde Graef LODEWYCK dit voor gheen leen beken nen en woude aen den Hertoghe van Brabandt , gelyck het somtydts van andere Vorsten bekent was gheweest, alsoo men seyde. Ten langhen lesten nae veel twisten ende werringhen , werdt een houwe lyck gemaect tusschen LODEWYCK VAN Male , des voorseyden Graven van Vlaenderen oudtste sone , ende MARGRIETE Hertogh Jans des derden van Bra bant tweede dochter : ende hoe wel hier door de ( * ) MEYERUS lib . 12. Annal. Fland . 210 BESCHRYVINGHE 2 oorloghen niet terstont op en hielden ; nochtans door't middel des voorseyden houwelycks zyn de Staten van Brabant met de Staten van Vlaenderen , vredelyck tsamen vereenicht. Maer naemaels heeft Hertogh PHILIPS DE GOEDERTIEREN , des voorseyden Karels vader , Mechelen gescheyden , willende dat het gantschelyck een Heerlyckheydt op zy zelven soude wesen , ghelyck het noch op den dagh van heden vast blyft, ende heeft merckelycke ende treffelycke heerschappye ende ghebiedt. Byv. [ Aengaende der stadt vryheydt ende juris dictie van Mechelen , de selve en zyn niet voorder streckende dan over de stadt ende vryheydt van Mechelen. Te weten , de voorseyde stadt, met de vyf dorpen, ende hun ghehuchten, als Hever , Muysen, Hombeke, Leest ende Heffene , metten Buytenyen , als Neckerspoel ende Nieulandt, met andere, midts gaders alle hun toebehoorten , de welcke al staen onder het Schependom van Mechelen. Item het dorp van Heyst, met zyn toebehoorten , staet ooc onder de voorseyde stadt , ende ghebruyckt de kostuymen van Mechelen , ghelyck als binnen der stadt . Maer en staet soo immediatelyck niet onder’t voorseyde Schependom, ghemerckt dat het eenen Schout ende seven Schepenen besonder heeft , ressorterende by leeringe oft appel onder't voorseyde Schependom van Mechelen. De selve van Heyst contribueren oock mette stadt , in alle hunne beden , blyckende by seker accoort, ende vrywillighe condemnatie , tusschen hun ghepasseert , den 10 Martii 1552 , 9 VAN MECHELEN. 211 behalven dat zy gheen accyse en betaelen . Wy stellen hier merckelyck stadt, vryheydt ende jurisdictie van Mechelen, tot onderscheyt van den lande van Meche len , dwelck metter voorseyde stadt niet ghemeyns en heeft, want dat wordt van Brabant gehouden, heb bende Officieren op hem selven. Onder ander eenen Stadthouder van de leene, onder den welcken sor teren dese naevolghende dorpen, als Rymenam ende Boonheyen, Keerberghen, Putte, Wavere, Bersele, Schriecken ende Grootloo , Petegem , Noordewyck , Duffel ende Walem , Drooghenbosch , Eeckeren , Gheele , Ouwen , Conticke , Waerloo , Keer ende Aertselaer, Ballaer, Schelle ende Niele , ende heeft noch eenen Drossaert ende Rentmeester. Noch zyn in Brabandt vyf ander dorpen gheleghen, maer hoe wel dese onder Brabandt ghelegen zyn , soo komen zy nochtans voor Schepenen van Mechelen , eenighe by hooftadvyse , ende by appellatien , ende alle beyde by appellatien, als te weten , het Bisschoppen Hof des dorps van Doorne by Antwerpen , ende het dorp van Haecht . Wel verstaende dat die optie hebben , oft in de Cancelrye van Brabandt hun ap pel te verheffen , oft voor Schepenen van Mechelen. D'ander drie dorpen , als Wespelaer , Boortmeer beke ende Humbeke , komen voor Schepenen van Mechelen, alleenlyck om leeringe oft hooftadvys, en de hun appellatie verheffen , die alleen in Brabandt. Ende dit al achtervolghende seker Concordaet , tus schen die van Brabandt, ende de stadt van Mechelen ghemaect in het jaer 1533 den achtsten Novembris. 212 BESCHRYVINGHE VAN MECHELEN . Mechelen is in onsen tyden door den Coninc van Spangien PHILIPS de tweede ghemaeckt een Aertsbisdom , waervan den eersten Aertsbisschop is gheweest D. ANTONIUS PERENOTUS , Cardinael van Granvelle , een kloeck ende hooghelyck begaeft man. Dese sprack seven verscheyden talen soo per fect, datmen qualyc konde gemercken van waer hy geboren was. Hadde oock een bysondere memorie, want ghelyck JULIUS Cesar , soo hadde hy vier oft vyf Schryvers die hy met dicteren moede was makende. ] reduse LIER , TURNHOUT EN EENIGE DORPEN IN DE PROVINCIE ANTWERPEN GELEGEN, De Beschryvinghe van Liere. De stadt van Liere is gheleghen op den kleynen watervloedt Nethe, twee groote mylen van Antwer pen , ende bykants soo verre van Mechelen : zy is sterck van gheleghentheydt , maer noch meer door konste , verstandt ende behendicheydt : ende voor waer het is een fraeye ende lustighe stadt, met seer goedt , beleeft ende wel bescheeden volck : ende dese stede wordt dagelycks grooter van huysen ende van ryckdom , door middel van de stadt van Antwerpen , die haer volck ende profyt bybrengt. Hier is een seer vermaerde ende treffelycke Ossen marckt , duerende van Sint Jansmisse tot Martens misse , eenen dach t'elcker weecken. [ Byv. Der stadt van Liere verleent van Hertogh Jan , in het jaer 1309.] Daer een seer groote ende wonderlycke menichte van Ossen verhandelt wordt. 27 244 BESCHRYVINGHE Byv. [ Tot Liere op eenighe Ossemarckten wel verkocht zyn geweest op eenen dagh 15,000 Ossen : ende nae den ghemeynen ganck , voortydts in den slachttydt elf, twaelf, derthien oft veerthien duysent Ossen op eenen marcktdagh verkocht werden . Dese stadt plach oock hier voormaels seer te floreren , door de menichte der scholen , die daer wel tot 32 zyn gheweest. ] Nu ter tydt maeckt men hier veel lakenen ende andere koopgoeden ende waren . Byv. ( Den byvanck deser stadt is een van de vier Hooftbancken des Hertoghdoms van Brabandt. Ende soo Liere , nae dat de Spanjaerden uyt de landen vertrocken waren , in handen quam van de Staten , ende wel beset was tegen eenigen aensloot , is het door een Schotsman, Capiteyn SIMPLE genaemt, op den tweeden Augusti 1582 , overgelevert in de macht des Princen van Parma, op deser manieren. De voorseyde Capiteyn was des daeghs te vooren ghetrocken uyt de stadt , hem gelatende dat hy eenighen buyt op den vyandt halen wilde. Ende ontmoet hebbende het volck van den Heer HAUTE PENNE , (ghelyck het besteken was) is nae de stadt met de selve wederom ghetrocken , alwaer hy ghe komen zynde , heeft begheert dat men hem de poorte openen soude , seggende dat hy eenen goe den buyt bracht : ende dat hy wel wiste dat den vyandt hem soude vervolgen om dien weder te kryghen , indien hy niet terstondt inghelaten en werde. Daer nae de poorte gheopent zynde, bracht VAN LIER , TURNHOUT,2 ENZ . 215 hy de Spanjaerden daer in met ontrent ses hondert peerden , welcke de voorseyde Heer HAUTEPENNE uyt de omliggende garnisoenen vergadert hadde. Ingekomen zynde , soo hebben zy veel volcks ver moort, ende die stadt deerlyck gheplondert. In't jaer 1595 den 14 Octobris , heeft HERAUGIER de Gouverneur van Breda , des morghens in den dageraet dese stadt verrast , met een wonderlycke practycke de Mechelsche poorte breeckende , heb ben de eerste schiltwacht vermoort , de tweede ghewondt, ende de reste ghevangen. De borghers ende het garnisoen hebben hun den tydt van vier uren dapperlyck verweert , daer over beyde zyden veel doodt bleven. Maer siende dat zy te swack waren : soo heeft de Gouverneur de Lisperpoorte inghenomen ende bewaert , ende is daer nae met eenighe garnisoenen ende borghers , insghelycks metten Spanjaerts yan t'Antwerpsche casteel , met de borgers van Antwerpen ende Mechelen , by hem ontboden ; met een groote couragie op zynen vyandt ghevallen , ende heeft eenighe noch plonderende, ander met den roof gheladen , met gheweldt ter stadt uyt gedreven , al waer meer dan drie hondert van haer doodt bleven , soo verslaghen als ver droncken. Ende alsoo wert dese stadt tweemael op eenen dagh inghenomen. ] Heyst het fraey dorp gheleghen twee mylen van Mechelen , onder de Heerlyckheydt van Mechelen , staet op > 216 BESCHRYVINGHE eenen hoogen berch : hebbende seven ghehuchten, sommighe rontom, sommighe onder aen den berch ligghende , al t’samen den selven dorpe toebehoo rende : welck een treffelycke Heerlyckheyt heeft, met de selve privilegien , ordinantien ende ghe bruycken als de stadt van Mechelen . Wuffel 2 is gheleghen op den watervloedt ghenaemt de Nethe, tusschen Mechelen ende Liere ; ende is een Banerye van groot inkomen ende jurisdictie. Byv. [ Duffel is ghedeylt in drie treffelycke Heer lyckheden oft Bancken van rechte , ende onder die veel Laetbancken. D'een van dese drie is ge naemt de Voochdye van Duffel, waer onder mede begrepen wordt het ghehucht van Itterbeecke, strec kende nae by de stadt van Liere. D'ander ghenaemt ' tland van Duffel in Duffel , ende dit is de Banerye : waer onder gelegen is het dorp van Sint Catlynwa ver, streckende tot by de stadt van Mechelen : oock light hier onder het klooster van Roosendael , pa lende vast aen Waelhem. Dese twee voorseyde heer lyckheden van Duffel zyn gheleghen op d'een zyde van den Nethe. De derde wort ghemeynlyck gehee ten het landt van Mechelen tot Duffel : ende dit is de Vryheydt des landts van Mechelen tot Duffel , gheleghen op d'ander zyde van den waterstroom t'Antwerpen waerts. De inwoonders die eensdeels de lantwinninghe niet en oeffenen , geneeren ben VAN LIER , TURNHOUT, ENZ. 217 met laecken, sargien ende ander wollenwerck, welck in verscheyden landen ende steden met groote me nichte verkocht wordt. Duffel is in't jaer 1542 van het krychsvolck van LONGUEVAL ende van MARTEN VAN Rossem, welck hier sommighe daghen moeste bly ven ligghen (aenghesien de brugghe door bevel van Vrouw Marie Keyser Karels suster afghebroken was) deerlyck verwoestendeafghebrandt gheweest: maer wederom wel betimmert zynde , is door de inlandt sche oorloghe van de Leghers ende krychstochten, soo van d'een als van d’ander zyde, gantschelyck ver woest , de huysen afghebroken ende afghebrandt. ] Waelhem > ligghende op den selven vloedt de Nethe ghenoemt, is een myle van Mechelen , ende drie mylen van Antwerpen. Hier is nieuwelinck een schoon brugghe ghemaeckt over den waterstroom , tot groot gherief voor den reysenden man. Dese vlecke heeft oock veel schaden gheleden door de voorseyde LONGUEVAL en de Rossem , in't jaer 1542 : maer is nu ter tydt we derom op gebouwt: ende men maeckt hier laeckenen ende ander dingen tot den koophandel dienende. Putte twee mylen van Mechelen , is oock een treffelycke plaetse : want hier wordt een ander seer oude Rechtbancke van Brabandt ghehouden , ghenoemt 218 BESCHRYVINGHE het Hof van Beffer : welcke Bancke het hooft is van veel ander dorpen, die daer ten eersten, ende voorts in de Cancelrye komen appelleren . Rumpst een groote myle van Mechelen , gheleghen op den waterstroom Rupel , daer zynen naem af schynt te komen , is een vernaemt dorp met een seer edele ende oude Heerlyckheydt, groot van ghebiedt ende voordeel . Herentals ligt vier mylkens van Liere , op den voorseyden vloedt Nethe : ende van hier is gheboren gheweest Peeter VAN HERENTALS , een seer vernaemt Medicyn ende Chirurgyn van dese landen : midts dat hy veel verborghentheden van treffelycke kruyden hadde , daer hy menighe schoone proeve met heeft ghe toont. Dese heeft sommighe kinderen achterghela ten, wel geschickt in de selve konste, onder welcke PEETER ende DIERICK grootelyck gheacht ende ver naemt zyn. Ghele ligt twee mylen van Herentals , ende is een lusti ghe vlecke , daer voor sommighe jaren herwaerts een Canonisye inghestelt is ter eeren van de heyli ghe maecht S. DYMPNe, Edelvrouwe uyt Schotlandt, VAN LIER , TURNHOUT, ENZ . 219 de dochter van den Koninck van Yrlandt , aldaer gemartyriseert door haer eyghen Vader . Turnhout. Turnhout ses mylen van Antwerpen gheleghen , een fraey vlecke , heeft onlancks toebehoort der Koninginnen van Hongaryen , door ghifte van key ser KAREL haren broeder, haer leven lanck . Deshal ven zy de selve plaetse grootelyck heeft vermeerdert ende ghevoordert : want het is een bequaem oort tot de jacht, ende seer lustich. Hier is een redelyck fraey casteel tot vertreck : maer nae de doodt der voorseyder Koninghinnen, is het besit wederom tot den Koninck ghekomen. Hier is een Collegie van S. Peeters Canonicken , seer ryck ende vernaemt. Ter deser stede worden veel laeckenen ghemaeckt. Byv. [ In't jaer 1507 de Geldersche wesende tot een quellinghe der Nederlanden , in Brabandt heu ren aenslach makende, Turnhout innamen , veel mannen ende vrouwen ghevanghen nemende, ende ransonnerende op groot gelt die zy gheplondert hadden. Ende dese plaetse, geleghen aen de Heyde, seer beschadicht door dese leste inlandtsche oor loghe, qualyck wederstant heeft konnen doen noch den eenen noch den anderen , ende heeft moeten herberghen die meester van't velt was . In't jaer 1597 hadde den Vorstelycken Cardinael eenen groo ten hoop volcx doen vergaderen ontrent Turnhout, 220 BESCHRYVINGHE onder den Grave van Varax , als zyn naest gelegen plaetse , om over het ys eenen inval te moghen doen, hebbende eenen aenslagh op ter Tolen : dwelck niet te weghe en konde ghebracht werden, de vorst niet langduerich ghenoech zynde om op de rivieren soo sterck ys te maken, daer zy heur dorsten op be trouwen. Maer den 23 January is de Prince MAURITS, versamelt hebbende ontrent ses duysent mannen soo te voete als te peerde, opgetrocken , met twee half Cartouwen ende twee Veltstucken : ende marcheerde in aller neersticheydt na den Spanjaert, om hem te bespringen des morgens vroech tot Turnhout. Maer de Grave van Varax van verscheyden plaetsen ghe adviseerd zynde dat men naer hem toe marcheerde, was smorghens voor den dage met alle zyn hoopen opghetrocken, met groote stilheyt sonder trommel slach, latende hier ende daer weynighe besettinghe, om te becommeren ende hinderen die hem soude willen nae volgen, ende alsoo trocken zy in goeder ordonnantie, na Herentals, alwaer hy hem meynde met zyn volck te salveren . De Ruyterye des Princen Mauritii heur berennende, zy beangst voor de vol ghende troupe , weynich teghenweer deden , om wech te voorderen. Maer de ruyterye van Prince Maurits met eenen moedt heur ter zyden invallende , de slachorden braecken , soo dat de Spaensche in disorder ende op de vlucht gheraecten : waer door over de twee duysent mannen, oock mede de Over ste de Grave van Varax ende andere , dootgesla ghen werden. Nae dese victorie is de Prince MAURITS > VAN LIER , TURNUOUT, ENZ . 221 > weder in den Hage gekomen, daer mede brengende 38 vaendelen , die hy aldaer dede ophangen op de groote Sale , met een Cornette der Ruyterye , ende een Banderolle van de Soetelaers , ende dede Godt alomme openbaerlyck dancken van zyn victorie . ] Het Graefschap van Hoochstrate. Hoochstrate is tot een Graefschap ghemaeckt door Keyser Karel den vyfsten : het is een fraey vlecke, maer sonder mueren oft vesten : gheleghen van Antwerpen ende van Berghen bykants even verre , te weten ses mylen. Van hier is gheboren geweest ANTHONIS SCHORE , een seer gheleert ende vermaert man. Ontrent een derdendeel van een myle van Hoochstrate leyt een groot ende seer sterck Casteel , daer de Grave ghemeynlyck zyn Hof houdt : ghele ghen op het watervlietken de Mercke , welck daer by zynen oorspronck neemt , ende loopende door Breda , voorts onder weghen Sevenbergen , in de Mase valt. Dit Graefschap heeft onder hem veel dorpen , ende soo veel landts dattet eenen fraeyen staet uyt brenght. De Heeren van Hoochstrate zyn gesproten uyt den edelen huyse van LALAING : ende nu teghenwoordichlyck is Grave Heer ANTHONIS Ridder des Gulden Vlies , een jonck aenkomende vroom man , de welcke onder zyne goeden , ryck dommen ende financien een seer schoone Librerye heeft . > 28 ' s 222 BESCHRYVINGHE Byv. [ Hoochstrate heeft in dese borgherlycke oorloghen veel gheleden , ende hem moeten ver voeghen met de ghene die de sterckste in het veldt gheweest zyn . ] Loenhout. Ontrent een myle van Hoochstrate staet het groot ende fraey dorp Loenhout , van daer Jan STADE gheboren is, een wel geleert man, ende seer groot Mathematyck , ghelyck ghenoech blyckt by zyne wercken , gheschreven in de Bibliotheke des ghe leerden COENRAEDTS Gesners , grootelyck vermeer dert door den deuchdelycken Josias SIMLER , waer in niet alleenlyck de namen van de oude ende jon ghe Schryvers staen , maer oock in sonderheydt bykants alle heur wercken in alle konste ende we tenschap : welck veel arbeydts heeft gekost, ende is een fraey ende gerieffelyck stuck tot veel dinghen. Santhoven > liggende van Antwerpen drie mylen , is een statich dorp : want daer wordt een van d'oudtste Hoven oft Bancken van Brabandt ghehouden . Lillo ghelegen op de Schelde drie mylen van Antwerpen, is een goede ende schoone Heerlyckheydt, toe behoorende Heer PAUWELS VAN DALE , een seer ryck man . > VAN LIER , TURNHOUT , ENZ . 223 > Byv. [ Tot Lillo hebben die van Antwerpen een Fort ор de riviere geleyt , om de riviere van alle gewelt te bevryden , dwelck in dese leste inlandt sche oorloghe , seer vermaert , sterck ende schier onverwinnelyck is ghemaeckt. Dit Fort quam PARMA met zyn heyrkracht besoecken in Julio 1583 , als oock het Fort van Liefkenshoeck teghen over Lillo ligghende. Van Lillo werdt hy vromelyck afge weert , soo dat Parma siende de gheleghentheyt der plaetsen , ende dat die nu wel met vyfthien oft ses thien vaendelen knechten, ende alderhande noot druft was versien, is hy van daer met zynen Legher ghetrocken , nae dat hy drie weken daer voor ghe legen hadde. Maer Liefkenshoeck nam hy vechten derhandt in, tot groot nadeel van die van Antwer pen , de Schelde hier door onvry gheworden zynde . Maer het selve Fort is daer nae by den Grave van Hohenlo ende den Admirael Justinus met gheweldt weder ghewonnen gheweest. ] mercecer AENHANGSEL. Als zedenschets tydens de 16° eeuw in onze stad , deelen wy hier een uittreksel mede van het belang ryk schrift getiteld : Albrecht Durer in de Nederlan den , door den heer F. VERACHTER , archivarus der stad Antwerpen , vertaeld en met aenteekeningen uitgegeven , ten jare 1840 . > Daerna reden wy naer Antwerpen , daer ging ik in de herberg by Joost Planckfeld , en denzelfden avond noodde my de Fuggersche Faktor met name Bernaerd Stecher , gaf ons eene kostelyke maeltyd ; maer myn wyf at in de herberg , en den voerman heb ik voor onze dry persoonen over te brengen gegeven 3 goudguldens. Des zaturdags na St. Peetersbanden , leidde myn waerd my in het huis van den burgemeester ( 1 ) te Antwerpen ; maer dit was groot ende > ( 1 ) Heer Arnoldus van Liere ridder ten jare 1820 buiten - burgemeester dezer stad , en achter - volgens van 1506 tot in 1529 , wanneer hy stierf, dan binnen- dan buitenburgemeester was. — Dit huis , gelegeu in de Prinsestraet , voorheen het hof van Liere ook het Engels huis genaemd en thaus een militaire hospitael , heeft de stad t'erve gekregen van den beer Cbarles Tseraerts en Cathelyne Draecx zyne huisvrouw den ő mei 1544 , als wanneer de stad op 11 october 1538 het zelfde buis over af aen den gouverneur en kooplieden van de gemeene natie van Engeland, op voorwaerde : « zo naermaels eenigen oorlog opreze tusschen den koning van Engeland en den hertog van Braband by tyde wezende , alzo dat die van de natie de voors . stad niet en frequenteerden of verlieten , of dat zy den meesten deele van den jaere binnen de voors . stad hunne residentie cours en frequenteering niet en bielden of continueerden , dat dan de voors. stad die huizing aen die patie alzo verguot met allen haren toebehoorten weder zoude mogen aenveerden , onbekommert van der zelver natie , en daer mede haren vryen wille te mogen doen . » Na verloop van verscheiden jaren ende het te - viet - gaen van den koophandel binnen deze stad , heeft de Engelsche natie het zelfde huis verlaten . Waerna , « ten jare 1607 den 11 April , door de stad het zelven huys aen de Paters der Soceiteyt Jesu is gegunt ende ge geeven tot gebruyk en om aldaer hunne schoolep te houden , op voorwaerde nochtans : dat, ofte het in toekomende tyden, d’welk God bebueden wille , gebenrde, de voors . Paters ophielden van in de voors . huyzinge hunne schoolen te houden en de jonkheyt aldaer te leeren , gelyk ze als nu in de tegenwoordige schoolen zyn doende, en gelyk hun den zelven buyze tot dien en > A EN HANGSEL. 225 > wel geordonneerd, met oneindige groote en schoone kamers, daerby eenen kostelyken versierden toren , en overgroote hoven ; in summa, eene zoo heerlyke wooning dat ik dergelyke in geheel Duitschland niet gezien heb . Ook is daer eene gansche nieuwe straet zeer lang , waer door men langs wederzyden naer zyn buis gaet, dat hem zoo fraei ook naer zyne begeerte gemaekt is . Op zondag, was ook St. Oswaldsdag , toen noodigden my de schil ders op hunne kamer met myn wyf en dienstmaegd , en aten alles met zilver servies en ander kostelyk sieraed en overkostelyk eten . Ook waren hunne vrouwen alle daer ; en toen ik ter tafel geleid werd , toen stond het volk aen beide zyden , gelyk men een grooten heer geleid . Ook waren onder hen gansch treffelyke persoonen van man nen, die zich allen met diep buigen op het allerootmoedigste jegens my betoonden , en zy zeiden : zy wilden al dat geen doen , zoo veel mogelyk, ' t geen zy wisten dat my lief ware . En als ik alzoo zat, toen kwam de raedpensionaris der heeren van Antwerpen met twee knech ten , en schonk my van wegens de heeren van de stad 4 kannen wyn , en lieten my zeggen , ik zou hier mede van hen vereerd zyn en hunnen goeden wil hebben . Dus zeide ik hun onderdanigen dank , en bood myne onderdanige dienst aen . Daerna kwam meester Peeter, de stads timmerman , en schonk my 2 kannen wyn , met aenbieding van zyne gewillige dienst . Alzoo toen wy lang vrolyk hy elkander geweest waren , en laet in den nacht, loen geleidden zy ons met fakkelen zeer heerlyk naer huis , en baden my, ik zou hunnen goeden wil hebben en aennemen, en zou doen ' t geen ik wilde , daer toe wilden zy my behulpzaem zyn . Alzoo dankte ik hun, en leiden my slapen . Ook ben ik in meester Qụintines ( 1 ) huis geweest . Wederom ben ik 2 >> geenen anderen eynde word gegund ep gegeeven, dat in dien gevalle de stad , als proprietaresse van den voors . huyze, die wederom zal nemen als baer eygen goed . - Eindelyk, na de ver nieting der Jesuiten , 1773 , is in dezelfde huizing door de keizerin Maria- Theresia op nieuw een koninglyk collegium ingerigt, alwaer de jongheid in de studien onderwezen werd , tot in het jaer 1794, wanneer de Franschen de stad zyn ingerukt , en het zelfde collegium in een mi Jitaire bospital , het welk nog bestaet, vervormd hebben . ( 1 ) De vermaerde kunstschilder meester Quinten Metsys, geboren te Leuven omstreeks 1470 , gestorven 1529 te Antwerpen , woonende alsdan in de Huidevettersstraet in het huis ge daemd de Simme , w. 3 , n° 1036. – Het volgende extract uit het stads - archief ( request- boeken, bl . 90 ) , schynt de begraefplaets van dezen grooten meester, elders dan in het Capucynen klooster dezer stad ( eerst gestigt 1586 ) , eenigzins klaerder aen te wyzen : – « Aen myne eerw . Heeren : Verthoont , met behoorlycke reverentie Cornelis van der Geest, als in der tyd datter geordon 2 226 A EN HANGSEL. geweest op hunne 3 groote schutters plaetsen ( 1 ) . Ik heb eene koste lyke maeltyd by Staber genomen, en een andermael by den faktor van Portuguel, dien heb ik met de kolen geconterfeit, daerenboven heb ik mynen waerd geconterfeit. Joost Planckfeld heeft my een takje van corael vereerd . Ik heb 2 stv . aen boter gegeven , en 2 sty . aen de schrynwerkers in het schilders tuighuis . Myn waerd heeft my geleid in de schilders werkplaets te Antwerpen in het tuighuis , daer zy de triumpfboog toeregtten door welken men koning Karel zoude inhalen (2) . Dat zelfde werk is lang 400 bogen en een ieder 40 voeten lang , aen beide zyden der straten opgemaekt ; fraei geordineerd , twee verdiepingen hoog waer op men kamerspelen zou maken ; en dit kost te samen van schrynwerken en schilderen 400 guldens ; dit ding is in alles overkostelyk gemaekt. Wederom heb ik by den Portugies geëten ; ook eenmael by Alexun der (3) in den hof. Sebald Fischer heeft my te Antwerpen afgekocht 16 kleine Passien voor 4 gulden . Nog 32 groote boeken voor 8 guld. Nog 6 gegraveerde Passien voor 3 guld . Nog 20 halve vellen van allerhande 3 > neert was dat men de sarcken ruymen soude van het cleyn kerkhof by de handschoen craemen, dat alsdan mynheer Anthony Behagel bouwmeester zynde , my thuys zond den sarck van M ' Quinten Metsys die door ouderdom uytgesleten was , om te laten verhouwen dwelck nu over eenige jaeren geschiet is , ende is gevnert by den thoren daer hy , ik segge den voers . M. Quinten, begraven is geweest in ' t jaer 1529 , ende nu just honderd jaer geleden , als synde ter eeren godts anno 1629. En alsoo alsulcken fameusen meester de memorie niet en behoort te versterven , die in synen tyd Grofsmit zynde , den constigen borneput heeft gemaekt voor de stadt van Antwerpen , die in voorleden tyde in ' t middel op de Groote merckt plach te staen , verciert boven op met eenen Brabon ende int ronde met wildemannen en wildewyven, al van yser ; welken voors. borneput van de merckt getransporteerd is ende gestelt op het Cleyn Kerckboff in ' t jaer 1857 , waer op weynige letten dan die de Consten beminnen . Noch staet te weten den voors . Quinten hem was begevende door seker occasie van grofsmidt tot de schil . derkonste , van wiens band een fameus constig stuck is staende , in Onze Lieve Vrouwe Kerk in de Besnydenis choor , aengaende den magistraet albier , dat in dander regering vercogt was aen die van Engelandt voor vyf duyzend roose nobels in specie , dan door intercessie van Marten De Vos oock schilder, en werdet niet gelevert.Nu soo ist dat de heeren van't Magistraet over desen voors . sarck hebben te disponeren , soo wert consent versogt den ditto sarck tegen de muer van dep thoren met ysere dokken vast te maecken tot memorie van den voors . fameu sen Quinten Metsys , tot lof deser stadt, dit doende, etc. ( 4 ) De Schuttershoven , destyds gelegen waer thans de Brabandsche Koren- markt, het nieuw Schouwburg , onlangs de oude Tapissiers pand, en de Schuttershofstraet zyn . De zelfde hoven werden in 1552, herplaets, door Gillibert Van Schoonbeke, die gedeeltelyk den grond derzelver bebouwde. (2) Den 23 September 1520 , deed Keizer Karel V , zynen triumphelyke inkomst in de stad Antwerpen. Men hield in de zelfde stad alsdan ook den raed van alle de landen om den Keizer te beschenken met twee honderd duizend kroonen. – Antwerpsch cronykje . Blz . 14 . ( 3) Een Nurenberger, goudsmid en kunstliefhebber. Geboren 1501 , gestorven 1546. Kwam in de S' . Lucas Gilde te Antwerpen 1516 . A EN HANGSEL. 227 soort door elkander voor 1 guld . daer van heeft hy voor 3 guldens genomen . Nog meer aen vierde vellen voor 5 en 1/4 guld. Van de groote vellen van allerlei soort 8 vellen voor 1 guld . Mynen waerd heb ik te koopen gegeven een geschilderd Maria beeld op een stukje doek voor 2 Rhynsche guldens . Ik heb andermael Felix ( 1 ) den luitspeler geconterfeit. 1 stuiver aen bier en brood , 2 stv . den bad-meester , meer 14 sty . heb ik voor 3 panneeltjes gegeven. Ik heb by Alexander den goudsmid eenmael geëten en ook eenmael by Felix . Eenmael heeft meester Joachim ( 2) by my geëten , en ook eenmael zyn knecht . Ik heb een vizier ( 3) met halve verwen voor de schilders gemaekt. 1 guld. heb ik tot teergeld ge nomen . Ik heb de vier nieuwe stukjes aen Peeter Wolfgang vereerd . Ik heb meester Joachim voor 1 guld. kunstwerk geschonken , om dat hy my zynen knecht en verw geleend had ; en zyn knecht heeft nogmaels by my geëten en ik heb hem voor 3 sty . kunstwerk gegeven . Voorts heb ik aen Alexander den goudsmid de 4 nieuwe stukken gezonden . Ik conterfeitte ook met kolen deze Genuezen namelyk : Tommaso Florianus, Romanus van Lucca geboren ; en de twee broeders van Tommaso , te weten : Vincentius en Gerhardus , alle drie Pombelli. Twaelf mael heb ik by Tommaso geëten . De rentmeester heeft my geschonken een kindshoofdje op doek en een Calcutsch wapen in hout . Ook vereerde my Tommaso een gevloch ten biezenhoed. Eenmael met den Portugies geëten , en Tommaso's broeder heb ik voor 3 guld. gegraveerde kunst vereerd . Voorts heeft my heer Erasmus (4) geschonken een spaensch man teltje en 3 geteekende mans -portretten. Daerenboven heeft my Tom maso's broeder vereerd een paer handschoenen . Nog eenmael heb ik Vincentius , Tommaso's broeder , geconterfeit. Ook heb ik meester Augustyn Lumbarth de twee deelen der Imagines Cæli geschonken . Ook heb ik den Wael met den krommen neus , met naem Opitius , geconterfeit. Myne vrouw en myn dienstmeisken ( Susanna) hebben eenen dag in des heeren Tommaso's huis geëten .

( 1 ) Felix Hungersberg, vermaerd muzykant en keizerlyke kapitein . ( 2) Joachim Patenier, beroemd landschapschilder, te Dinant geboren op het einde der 15* eeuw . Kwam te Antwerpen in de S. Lucas Gilde 1515 . ( 3) Eenen helm ; ook eene teekening. ( 4) Desiderius Erasmus, geboren Rotterdam den 28 October 1467 , gestorven 11 July 1536, te Basel . 228 A ENHANGSEL. > Onzer Lieve Vrouwe kerk te Antwerpen is overgroot, alzoo dat men vele missen te gelyk daer in zingt , zonder dat de een de andere hin dert ; en de altaers hebben kostelyke stichtingen. Daer zyn besteld de beste muziekanten die men hebben mag. De kerk heeft veel aen dachtigen godsdienst en steenwerk , en byzonder een frayen toren . Ook ben ik geweest in de ryke abdy van St. Michaël, in welker koor prachtige gesloelten van gehouwen steenwerk zyn . En te Antwerpen spaert men geene kosten voor zulke dingen, want daer is geld genoeg . Ik heb den heer Nicolaes ( 1 ) eenen sterrekundigen, die by den koning van Engeland woont, geconterfeit. Hy is een Duitscher , van Munchen geboren , en my in vele dingen zeer behulpzaem en nuttig geweest. Voorts heb ik de jongvrouw Suten , Tommaso's dochter, geconterfeit. Hans Pfaffroth heeft my eenen Philippusgulden gegeven , daerom dat ik hem met de kolen geconterfeit heb . Wederom heb ik by Tommaso eenmael geëten ; en eenmael heeft de zwager van mynen waerd my genood en ook myne vrouw. Daerenboven heb ik 2 slechte guldens gewisseld voor 24 stv . tot verteer . Ik heb eenen stv . aen drinkgeld uitgegeven , om dat men my cene schildery had laten zien . Op zondag na Onzer Lieve Vrouwe Hemelvaerts dag , heb ik den grooten Ommegang Onzer Lieve Vrouwe kerk te Antwerpen gezien , toen de geheele stad vergaderd was van alle handwerkers en standen , eeniegelyk na zynen staet op het kostelykst gekleed , Ook had ieder Stand en Gild zyn byzonder teeken, waeraen men ze kennen kon . Daer waren ook onder de byzondere dingen , die rondgedragen werden , groote kostelyke waskaersen , en hunne ouderwetsche lange zilveren bazuinen . Daer waren ook vele pypers en tamboers , op zyn duitsch aengedost , die met hunne muziektnigen een sterk geluid en geweldig geraes maekten . Alzoo zag ik ze duidelyk onderscheiden wyd van elkander , door de straten gaen , zoo dat er eene groote breedte tus schen beiden was, en in deze orde op elkander volgen : de goudsme den , schilders , steenhouwers , zydeborduerders , beeldhouwers , schrynwerkers , timmerlieden , schippers, visschers , metsers , leer bereiders , lakenwevers , bakkers , kleermakers , schoenmakers en allerlei ambachten , ook vele handwerkslieden en handelaers , tot ' s menschen onderhoud dienstig . Desgelyks waren er de winkeliers , >

( 1 ) Nicolaus Kratzer, vermaerd in de wis en sterrekunde, bloeide te Oxborſt 1517 . A ENHANGSEL. 229 kooplieden en allerhande soort hunner bedienden . Hierop volgden de schutters met hunne buksen , bogen en kruisbogen , gelyk ook de ruiters en voetgangers . Daerna kwam de wacht der Heeren Ambtlie den . Op dezen volgde een geheel rot zeer dappere lieden , heerlyk en prachtig gekleed ; maer voor hen gingen alle de orden en stiften , alle in hunne onderscheiden gewaden , zeer aendachtig . In dezen Omme gaug was ook eene zeer groote schaer weduwen , die zich met hunne handen geneeren , en een byzonder regel onderhouden; alle met lange witte lynwaden sluiers , byzonder daertoe gemaekt, van het hoofd tot op den grond toe bedekt, zeer begeerlyk om te zien . Ik zag daer onder zeer dappere persoonen . En de Domheeren van Onzer Lieve Vrouwe kerk met de geheele Priesterschaer, scholieren en kostgangers volgden ten laelste . Toen droegen 20 persoonen de Maegd Maria met den Heere Jesus op het prachtigste versierd , ter eere van God den Heere. In dezen Ommegang waren zeer vele vrolyke dingen gemaekt en met groote kosten toebereid ; want men ziet er vele wagens , spelen op schepen en ander kluchtwerk . Daer onder was de orde en schaer der Propheten , vervolgens het Nieuw Testament : als de groetenis des des Engels, de heilige 3 Koningen op groote kemels, en opandere zeld zame wonder dieren rydende en zeer aerdig uitgerust ; ook de vlugt van Onzer Lieve Vrouw naer Egypte , zeer eerbiedig , en vele andere dingen hier kortsheidshalve weggelaten. Eindelyk kwam er een groote draek , door St. Margaretha en hare maegden aen een snoer geleid : deze was voor , zeer hupsch , en haer volgde St. George met zyne knechten , een zeer braef kurassier . Ook reden in deze schaer zeer sierlyk en op het kostbaerst gekleed , jongelingen en jonge maegden op velerhande wyze , in plaets van velerhande heiligen , zeer aerdig uitgedost. Deze Ommegang duerde, eer hy voorby ons huis gegaen was, van zyn begin tot het einde , meer dan 2 ure . Des waren de by zonderheden te veel dan dat ik ze alle in een boek op kon schryven , waerom ik het overige weg liet . Ook ben ik te Antwerpen in het Fockers - huis ( 1 ) geweest ' t welk hy nieuw , zeer kostbaer met een frayen toren , breed en groot , met een schoonen tuin gebouwd heeft , en heb zyne schoone hengsten gezien . 7 > ( 1 ) Dit huis staet hedendof nog op de Steenbouwers vest, w. 4, 11" 791 , doch is gausch gede figureerd . De Fockers of Fuggers, in dien tyde de aenzienelykste en rykste kooplieden van Europa, waren van Augsburg afkomstig en hadden zich ten jare 1508 te Antwerpen nedergezet . 29 230 A ENHANGSEL. > Tommaso heeft aen myne vrouw 14 ellen dik goed damast tot een kleed , en twee en een halve el halveatlas tot voeiring vereerd . Ik heb voor de goudsmeden een vizier geschetst van Onzer Lieve Vrouwe hoofdspits. De Factor van Portugael heeft my in de herberg ( 1 ) portu gieschen en franschen wyn geschonken , en signor Roderigo (2) van Portugael een vaetje ingeleid suikergoed , van allerleie soort, daer in ook een doos met kandy suiker , twee groote schotels met suiker ban ket, marsepein en allerhande suikerwerk , ook eenige stukken suiker riet , zoo als zy groeien . Daertegen heb ik zynen knecht 1 gulden drinkgeld gegeven . Voorts heb ik voor 12 stuivers een slechten gulden gewisseld tot teergeld . De zuilen der parochie-kerk in het klooster van St. Michaël Ant werpen zyn alle uit een stuk van zwarten schoonen goudsteen gemaekt. Van Antwerpen heb ik aen den heer Gilgen, koning Karel's kamerheer, en aen den goeden beeldsnyder meester Koenraed (3) , welke in dienst van vrouwe Margaretha , keizer Maximiliaen's dochter is , en wiens weergå ik nooit gezien heb, tot een geschenk gezonden den St. Hiero nimus in ' t gebed , de Melancolie, de 3 nieuwe Maria's , Antonius en Veronica , en ik heb aen meester Gilgen geschonken een Eustachius en ecne Nemesis. Op zondag voor St. Bartholomeus was ik aen mynen waerd 7 ryks guldens 20 stuivers en een heller schuldig . Voor kamer en slaepkamer en beddegoed, moet ik hem 11 guldens in de maend geven . Op nieuw heb ik op den 27 dag van Augusty , zynde maendag na St. Bartholo meus geweest , met mynen waerd een verdrag gemaekt , dat ik by hem eten , en voor ieder maeltyd , het drinken daer onder gerckend, 2 stuivers geven zal ; maer myne vrouw en dienstmaegd kunnen boven koken en eten . ( 1 ) Het Huis van Portugael gestaen in het Kipdorp , w. 2 n° 1686 , door de stad gekocht van heer Cillis de Schermere , en op den 20 Nov. 1 511 , aen den facteur , consul en den gemeenen koopluiden van Portugael verleend , et ce tant et durant que le dicts focteur ou consuls se tien dront en ceste ditte ville et que le facteur tiendra sa demeure en la ditte maison. » In 1817 , is het zelfde huis tot de kazern van een korps Pompiers ingerigt. ( 2) Rodrigo Fernandes , een zeer magtige koopman , was factor der Portugiesche natie in 1528. Hy kocht dit zelfde jaer, den 8 January , de prachtige huizing eu erve, het huis van In merseele en later het Vetkot genaemd, ( vol . 16. fol. 71 wk. bk . ) gestaen in de Lange-Nieuwstraet w. 2 , n ° 1468 , van Jon . " Jan van Immerseel , schout t'Antwerpen en markgraef van't land van Ryen , en vro Maria Delannoy zyne gemalınne. De Markgraefstraet , daer naest gelegen , heeft er den naem van behouden . Hier is ook aentemerken dat de fraeie kapel in dit huis door den voors . heer van Immerseele in 1496 opgebouwd, nog in wezen is . ( 3 ) Gebortig van Mechelen; kwam te Antwerpen in de St. Lucas Gilde 1536. A ENHANGSEL. 231 NOTA'S & OPHELDERINGEN. - 2 1/2 00 - Waerde der Munten in de 16de eeuw, getrokken uit het Dictionnarium der Teutonische Woordafleiding door KiliAEN . De gulden verdeeld zich in 20 stuivers en de stuiver in 12 deniers ( 1 ) . Het pond is verdeeld in 20 schellingen en ieder schelling in 20 de niers . De roose nobel, gulden 5 00 stuiv . ! Philippus gulden , 2 Het Brabaudsch pond, 4 00 11 Vlaemsche 6 11 Zeeuwsche 0 3 !! Artoische 1 00 !! Doorniksche 0 10 !! Leuvensche 0 !! Parysche 0 10 !! sterlingsche 9 00 11 oude 11 00 De Brabandsche schelling , 0 4 11 Vlaemsche 6 00 11 Parysche 0 1/2 !! sterlingsche 0 11 11 Brabandsche grooten , 0 1/3 ! braschpenning , 0 3 ( 1 ) Eén denier geldt hedendaegsch ongeveer 3 ; 4 centiem . - 47 12 - - Over de oorsprong van Antwerpen . Zoo als die van alle andere steden , is de oorsprong van Aniwerpen onzeker . GUICCIARDINI haelt verscheidene overleveringen aen , welke hy byna allen wederlegt. In deze omstandigheid , gelyk meest altyd , kan men slechts berusten op overleveringen . Men kent de eerste in wooners van dit gewest niet , of ten minste men kent die met geene 232 A EN LANGSEL. zekerheid . Het vaste land was reeds zeer vroeg bevolkt , toen Antwer pen nog in moerassen verscholen lag . Zeker is het, dat wy niet afstam men noch van de familie vanı JULIUS CESAR , noch van zekeren Reus . Hetgene het best kan aengenomen worden , is , dat Antwerpen zynen oorprung schuldig is aen eenen zwerm Noordmannen . Het Kiel schynt het eerste bewoond geweest te zyn; daerna de plaets thans S. Walbur gis genoemd . Dáér is ook de eerste wapenplaets of burgt geweest , aldus genaemd volgens het woord borgen , burgt. Als men acht geeft op de natuer van den grond, is het gemakkelyk te begrypen, dat deze twee punten het eerst bewoond geweest zyn . Het Kiel en de Burgt kunnen aenschouwd worden als het hoofd van lwee heiden, waeryan de eene zich langs deMarkgrave-Lei uitstrekte en de andere langs Stuivenberg , en zich boven Deurne of zelfs Schilde vereenigden. De grond tusschen deze beide heiden gelegen , was eene moeras , alleenlyk doorkruist van twee wegen , de een leidende van de Burgt naer Deurne , de andere van het Kiel naer de Burgt : deze wee wegen waren twee dyken , waerschynlyk na den oorsprong van Antwerpen door ' s menschen handen opgeworpen . De Noordmannen hadden beide voornoemde punten gekozen als zeer gunstig zynde voor hunne togten , die bestonden in het opvaren van rivieren , het plunderen van kloosters , kerken en , in het algemeen , van woo ningen binnen ' s lands . Zy verstaken hunnen buit in hunne forten of burgten , en vermits de Walburgplaets van water omringd was , kozen zy deze tot dit einde . Als men opmerkt , dat Antwerpen zynen oorsprong genomen heeft omtrent het jaer 750 na Christus geboorte, waerop de Noordmannen hunne geweldenaryen pleegden, is deze ver onderstelling zeer waerschynlyk. Zy lagen daer achter den oever der rivier verborgen , hunne schepen en buit was in veiligheid , en dit was de Reus welke zyne afgryselyke gruwelen tegen de inwooners dezer streken pleegde. Die welke beweren, dat deze landstreek hare bevolking schuldig is aen eene romeinsche legerplaets , bedriegen zich welligt . De Romeinen vlugtten de moerassen : dit was hun graf ; zy zochten in tegendeel hooge plaetsen om te legeren . De Noordmannen deden steeds het tegenovergestelde . De legende verhaelt , dat zy Deurne plunderden , hetwelk aldus vóór Antwerpen zou hestaen hebben . De naem Antwerpen is een nederduitsch woord , dat afkomt van het woord aenwerpen of aenlanden . De Noordmannen waren Germanen en gevolgelyk spraken zy het duitsch of vlaemsch . NOTA'S EN OPHELDERINGEN . 233 Vergrootingen van Antwerpen. ܕ > Het blykt nu , uit alle historische berigten , dat de omvang der stad, vóór de dertiende eeuw, niet grooter zal zyn geweest dan dat gedeelte hetwelk besloten is tusschen de Schelde, van de Suikerrui af tot aen de Jesuietenrui , den Goddart, de Koepoortbrug, den Leguit en de S. Pietersvliet. In den jare 1201 , ten gevolge van een open brief van hertog Hendrik I van Braband, werden de stadsmuren uitgezet , van S. Jansvliet af , langs de Steenhouwersvest , tot aen de Meirebrug , en van daer langs de Cathelyne- of Kattevest , tot tegen den Goddart ; weshalve hierdoor 0. L. V. kerk binnen de muren werd gebragt . Eene tweede vergrooting onderging de stad in 1314 (sommige stel en in 1304 ) onder de regering van hertog Jan III , waerdoor toen de vesten werden verlegd van aen S. Jansbrug , langshenen de poorten van Kroonenburg en S. Joris , tot aen de tegenwoordige Roodepoort, van waer zy langs de Ankerrui , de Verwersrui en de Brouwersvliet, tot aen de Schelde voortliepen , het Kipdorp en Klapdorp, met de Facons plein , insluitende. Doch in 1543 kon de stad , door vermeerdering van koophandel en de toevloed der vreemdelingen , hare inwooners kwalyk meer bevatten , die zy nog daerenboven tegen de aenvallen van buiten , en namelyk tegen die van MARTEN VAN Rossem, diende te beveiligen . De zoo genaemde Nieuwstad , waer thans de dokken liggen , werd gebouwd , en Antwerpen verkreeg aldus ( het Kasteel , in 1568, door den hertog van Alva opgerigt, niet medegerekend ) hare tegenwoor dige binnenmuersche grootte Vele straten , openbare gestichten en huizen zag men toen opryzen door de onvermoeide vlyt van GILLEBERT VAN SCHOONBEKE, een man wiens nagedachtenis zoo lang de stad Antwerpen bestaen zal , dient in eere te worden gehouden . Een oud stuk, ter stads -archie ven berustende , doet de groote verdiensten van den Bouwmeester , wien de stad zooveel verschuldigd is , naer waerde kennen. Onze tyden leveren weinige voorbeelden op van zulk een ondernemenden geest , als was de zyne. En echter GILLEBERT VAN SCHOONBEKE stierf van armoede in het Gasthuis , ten jare 1556, twee dochters nalatende, en in den ouderdom van niet meer dan acht en dertig jaer ! > > yer 234 A ENHANGSEL. Toren der hoofdkerk . Dit bouwgevaerte is onbetwistbaer een der stoutste en terzelfder tyd een van de sierlykste der wereld : de fynheid des werks heeft het doen vergelyken aen eene met kant doorvlochten lansvormige wimpel ; en deze vergelyking ( parvis si licet componere magna ) is zeker wel toegepast als men de teekening beschouwt, vervaerdigd in 1834 door wylen den verdienstigen professor SERRURE, die gelast is geweest met het bestuer en uitvoering der herstellingswerken aen dit gebouw be gonnen ten jare 1827 en van dewelke men in 1855 heel waerschynlyk het einde zien zal . Deze toren werd aengelegd omtrent hel jaer 1442. NIKLAES ALYNS, kerkmeester der parochie , deed er de grondsteenen van plaetsen , onder het bestuer van JAN AMELS , geboortig van Bologne . De afge voerde aerde diende tot verhooging van den kerkvloer welke zich met water bedekt vond by elke gierty . Deze uitgestrekte onderneming werd geëindigd in 1518. De tyd van zes en tachtig jaer, welken men aen dezelve besteedde , schynt niet zoo lang te wezen , als men bemerkt, dat er honderd vyftig jaren noodig zyn geweest om den toren van Straetsburg op te rigten , welke, alhoe wel hooger dan die van Antwerpen , volgens gezegden der bouwkun digen uit een veel minder ineengewikkelden arbeid is zamengesteld . De hoogte van het metselwerk van dezen laetsten is 120 meters : men telt er 622 trappen . Het kruis op de spits geplaetst was hoog 3 m. 60 c . breed 1 m. 76 c . en de koperen haen , welke er boven draeit, meette 1 m. 2 c . breedte en 0 m. 83 c . hoogte . Het kruis werd gewyd in 1518 door den wybisschop van Kameryk : de rekening van den eerloon welk hem betaeld werd ter dezer gelegen heid, behelsde : « Item betaelt den Wy-bisschop van den cruyce op den hoogen torre te wyden eenen Philippus -gul. synen Capellaen 12 grooten en syne cnaepe 66 grooten , tsamen 7 schell . 9 grooten . » Hoe verbazend de werken en de onverschrokkenheid des menschen geestes zich veropenbaren , de zucht tot het wonderbare wil ons de zelve nog zonderlyker doen voorkomen : hiervan de overlevering door sommige geschiedschryvers bygebragt, dat het eerste gedacht van JAN AMELS zoude geweest zyn nog vier andere torens van de zelfde boogle en vorm als deze te bouwen : de eerste ten zuiden ( aengelegd in 1430 en heden de kleine toren geheeten ) , de tweede waer de koepel zich NOTA'S EN OPHELDERINGEN . 235 bevindt , en de twee andere boven dezuid- en noordgevels der kerk . Jan AmEls is ter dezer dagen algemeen acnzien voor den teekenaer van het allereerste plan , en PIETER APPELMANS voor de laetste werken van den toren bestuerd te hebben . Men is geneigd te gelooven , dat het deze vermacrde bouwmeester is , die het plan van JAN AMELS veranderd heeft in de volmaking van het bovenste gedeelte ; het is op deze daedzaek dat de woorden : fecit Appelmans, welke men in den hoogsten steen van de bovengaendery gehouwen vindt , schynen te zinspelen . ( Bibliothèque des Antiquités Belgiques .) > Zie hier nopens 0. L. V. kerk nog eenige nadere regels , uittreksel van een brief kortelings gestuerd aen een brusselsch dagblad door den heer SCHAYES , bewaerder van ' s ryks archieven , als uitslag zyner opzoekingen gezamenderhand met die van den heer LEO DE BURBURE , in de oude geschriften dezer hoofdkerk : « De lengte van 0. L. V. kerk is 117 meters ( en niet 500 voet ) , hare breedte in de kruisbeuk 65 m. , aen de zybeuken 52 m. De bou wing der choor werd begonnen in 1352 en voleind in 1387 of 1411 . De andere gedeelten der kerk zyn slechts voltrokken geweest in den loop der vyftiende eeuw. De afgemaekte toren is gebouwd tusschen de jaren 1422 en 1518 ; de andere is aengelegd geweest in 1433 of 1435 . » Het is niet van het hooge choor , voltooid waer de teekening van ROMBOUT KELDERMAN , Keizer KAREL's bouwmeester , dat deze vorst den eersten steen legde , maer wel van de verbreeding der zelve ; de brand van de welfsels der kerk , in 1533 , deed deze werken opschor sen , de gelden tot hare volmaking bestemd alsdan gebruikt geweest zynde lot de herstelling van dat gedeelte door het vuer vernield . Deze werken zyn sedert niet meer hernomen geworden . » De gekende bouwmeesters welke dit prachtig getimmer bestier den waren : PIETER APPELMAN ( en niet Jan APPELMANS of AMELIUS ) , alrecds in bediening in 1405 en stierf den 151 mei 1434 ; JAN Tac, 1434-1449 ; meester EVERAERT, 1449-1474; HERMAN DE WAGHEMAKERE, 1474-1502 ; DOMIN DE WAGHEMAKERE, 1502-1541 . Deze laetste gaf aen den grooten toren zyne tegenwoordige bekrooning ( weinig overeen komstig met het gedeelte vroeger gebouwd ) welke hy verwisselde met eene naeld vergezeld van vier torentjes, die op het oorpronkelyk plan bestonden . Dit werk werd in 1518 voltrokken . » > 236 A ENHANGSEL. De Jesuieten te Antwerpen . > De Jesuiten bewoonen het heerlyk palys ' t welk de beroemde ARTIUS VAN LIERE uit de landspenningen liet bouwen voor Keyzer KAREL DE V, en het welke hun wierd toegestaen in ' t jaer 1585, door den majistraet naer de terugkomst van deze vaders te Antwerpen, waer uit zy zich begeeven hadden geduurende de burgerlyken oor logen . Zy hebben aldaar niet minder dan drie collegien ; in het eene onderwyzen zy de welspreekenheid , de wysbegeerte , en de Godge leerdheid ; in het tweede , ' t welke zy het Convict noemen houden zy hunne pensionnarissen ; en het derde is het geestelyk huis , waer van de kerk , begonnen in 't jaer 1614 , en voltooid zeven jaaren daar na , noch in ' t kort verdiende in vergelyking te treeden met de prachtigste en beste gebouwen van Europa. De galderyen welke door zesendertig colommen ondersteund wierden van den basis af tot aen het voorportaal , benevens de vloer steenen , waren van azigtisch marmer. Achtendertig groote en kostelyke schilderyen slooten over de vier zydgewelfsels, en een konstig beeldwerk, van het eene einde tot het andere verguld , bedekten dat van het middelste . In de muuren waren veertig kruissen doorboord , bekleed met het alderfynste mar mer, ' t welke met de jaspis , porfyr en het goud tot materialen gediend hadden om het altaar te stichten . Zes albastere beelden vertoonden de stichteresse der kapel van Onze Lieve Vrouwe, welkers vloer steenen , zydemunren en gewelfzels ook van marmer waren . Die van St. Ignatius had geen minder luister , en de voorgeevel van de kerk beantwoord aen de voortreffelykheid van het inwendige. Voor het overige is deze beschryving niet dan een flaauwe schets van deze on uitsprekelyke schoonheden , zo ten aenzien der zeldzaame stukken , als aengaende de vercieringen en schilderyen ontworpen door RUBENS, welke ieder een byzonder beschryving zouden verdienen , zo de don der op 18 july van het jaer 1718 dezelve niet vernield hadde , hryzelende alles , uitgenoomen de schaade na by de tooren , van den voorgeevel van de sacristey , en van twee kapellen . De kerk wierd herbouwd in het volgende jaer ; maer indien dezelve luisterryker is dan voorheen , zo bespeurd men in tegendeel ook geene derzelve rykdommen, noch weergadelooze kostelykheeden als die der schildery > ver > NOTA'S EN OPHELDERINGEN. 237 en van Maria Hemelvaert hetwelke RUBENS zyn gunsteling noemde , van 'twelke men aldaer nog heeden met verwondering hoort spreeken . (Vermakelykheden van Brabandt door De CANTILLÓN , uitgave van 1770. ) De Beurs. > Het geere men alhier de Beurs noemt is eene vierkante plaats tot gebruik der kooplieden , dewelke ' er den handel dryven op zekere uuren van den dag gelyk te Londen en te Amsterdam. Deze plaats , dewelke honderd en tachentig voeten lang , en honderd en veertig hreed is , is omringt van een gebouw , waer van het onderste der vier oppervlaktens onderschraagd werden van 43 blaauwe hartsteene pylaaren , geschikt op de wyze van eene galdery , en waarvan de on deraardsche gewelfzels tot pakkelders der koopwaare verstrekken . Boven de pylaaren is eene groote zaal , dewelke men de Akadémi noemt , alwaar men de gronde ouderwyst der schilder , beeldhouw , bouw, wiskonst, en andere wetenschappen , maar alhoewel de koop handel van deze stad zo veel vervallen is als dezelve bloeijende was in ' t jaar 1531 , zo liet het magistraat deze plaats bouwen om dezelve aan te kweeken ; men kan egter niet ontkennen dat dezelve , om niet meer te zeggen , nog tegenwoordig eene der schoonste Beursen der steeden en der meest handeldryvende is van Europa ; van deszelfs geschiktheid kan men oordeelen uit de zomme van drie maal honderd duizend kroonen die noodig waaren om dezelve in die order voor te brengen . ( Ibid .) 9 Het Oosterlingenhuis. Het huis der Oosterlingen is een ander voorrecht het welke de vreemde kooplieden elders te vergeefs zochten . Het zelve wierd afzonderlyk voor haer gebouwt in ' t jaer 1568 tusschen twee diepe grachten by het inkoomen van de haven. Twee honderd en dertig voeten lang , en omtrent zoo veel breed , is de afmeting van dit huis in het welke drie honderd kamers zyn , en waer van bet gebruik geen plaats meer heeft door de wisselvalligheeden der tyden : Het zelve verstrekten ook menigmaalen tot herberging der soldaaten van het guarnizoen . (Ibid .) 30 238 A ENHANGSEL. Nota over de Costumen van Antwerpen. Als men den levensloop eener natie naspeurt , heeft men welligt de gegronde overtuiging , dat deze in eene reeks van overleveringen of traditien bestaet, welke in de vroegste tyden door de zeden en gebrui ken uitgedrukt , zich langzamerhand ontwikkelen , zich met den tyd in wetten (coutumes) verkeeren en steeds door den voortgang bege leid , na eeuwen arbeids een burgerlyk, straf- en staetkundig wetstelsel voortbrengen, dat eene hooge beschaving daerstelt . Van zyne jongste tyden af bezit ieder volk eene zekere beschaving en de uitdrukking dezer is hetgene men zyne constitutie of grondwet noemt. Hierin zyn begrepen alle zyne wetten zoowel staetkundige als burgerlyke en criminele leder volk heeft zyn eigenaerdig stelsel, dat onder zekere uitwendige punten kan verschillen , volgens de plaetsen , doch waervan de grond beginsels by dit volk overal dezelfde zyn . Wy zyn niets aen vreemden verschuldigd ; wy bezitten ons eigen aerdig wetstelsel, 200 staetkundig , burgerlyk als crimineel , en het ware te wenschen geweest dat vreemde invloed deze grondbeginsels nooit had komen besmetten . Wie zich de moeite gegeven heeft ons oud wetstelsel met het fran sche te vergelyken, moet overtuigd zyn dat het oude nationael beter was dan het vreemde . Zeker is het , dat het politiek belgisch stelsel vóór de noodlottige fransche vereeniging meer vryheden daerstelde dan dit van de fransche republiek ; 1830 heeft ons deze wedergegeven en ont wikkeld. Zeker is het, dat onze burgerlyke wetten beter waren en nog zyn dan de Code civil français , en wat het crimineel regt betreft , de Code pénal van 1810 is een wangedrocht , byna zoo afgryselyk als het rad , de galg , enz . De voortloopende beschaving had deze gruwelen weldra uit onze wetten geschrabd zonder daervoor vreemde hulp noodig te hebben, die in alle geval door eene ambtelyke beschaving begeleid dezen invloed in ons land gebragt en alzoo ons wetstelsel gekrenkt hebben. Wy laten hier eene studie op de costumen in het algemeen en op die van Antwerpen in het byzonder volgen . $ 1 . Men weet dat er eertyds geene algemeene wetgeving bestond , welke geheel een land regeerde. Elke gemeente, na zich gevestigd te hebben , > NOTA'S EN OPHELDERINGEN . 239 met zich vry te maken van de dwingelandy der leenheeren , had zich wetten voorgeschreven , die men costumen hiet, om dat het de gewoon ten waren die men gemeenlyk volgde. Na de ontdekking der Instituten van het Romeinsche regt, kwamen er regtsgeleerden die deze costumen zuiverden en er vaste grondbeginsels byvoegden . De oprigting der Leuvensche hoogeschool, dat groot en heerlyk gesticht , droeg magtig veel toe om dit doel te bereiken . Wy zullen geen gewag maken van den invloed , welken in deze zaek het romeinsche gemeentestelsel moet uitgeoefend hebben . Voorzeker, er moeten eenige sporen overblyven van overleveringen die niet te niet gaen. De folteringen welke den val van het Romeinsch ryk vergezelden , had het regt van dit volk ook moeten overrompelen, by dien inval welken men frankischen of duit schen inval noemt. Ook zullen wy van de wetten dezes volks niet spreken ; deze wetten waren eigentlyk voor strafregt- en staetkunde ; de costume heeft betrekking op burgerschap en handel en strafregt doch geen politiek . Wy zullen alleenlyk zeggen , dat de kerk een groote rol speelde in de regtspleging , en in deze omstandigheid moest deze invloed almagtig zyn. Wy beweeren, dat KAREL DE GROOTE de meest godsdienstige begrippen van dien tyd gevolgd heeft, toen hy zyne Missi dominici, zendelingen des Heeren om regt te doen , heeft daer ge steld . Het kanonieke regt sproot vooral uit het Romeinsche regt voort . De priester alléén was geleerd en wist latyn . In den eerste bestond de costume niet geschreven , later heeft men ze opgesteld . De costume van Antwerpen is misschien de merkwaerdigste en de volmaektste die ooit bestaen heeft . Zy handelt van meest alle punten die men heden kent , en verheft zich door hare grondbeginsels en door de schikking haers opstels tot de hoogte onzer hedendaegsche wetboeken. Als men overweegt , dat de beschuldigde het regt had zich kosteloos eenen advokaet te verkiezen zonder wiens toedoen hy door den regter niet kon veroordeeld worden , vraegt men zich , of die tyd zoo weinig gevor derd was in beschaving als sommige geesten het beweren . Die het regt , dat alsdan bestond wel bestudeerd heeft , bezit geheel andere gedachten van dien ouden tyd ; zekerlyk lieten de strafwetten veel te wenschen over , maer die zelfde wetten zyn heden , nog de schande onzer eeuw , juist om dat zy geboren zyn uit den geest van wraek en dat de rede dezelve weinig geleidt . Er is vooruitgang, maer die vooruitgang is zeer gering . Men weet dat de costume moest onder doen voor de voorschriften des souvereins ( deze waren algemeene 240 A EN HANGSEL. weiten voor de graefschappen en hertogdommen) en dat den souverein zelf zich moest gedragen naer de blyre inkomst , welke de grondwet was van dien tyd . $ 2 . FORMALITEITEN EN GOEDKEURING DER COSTUMEN. > Redactie derzelve door de plaetselyke overheden ; opzending aen den provincieraed , die commissarissen benoemt om dezelve te onder zoeken ; op hun verslag , opzending aen den geheimen raed met aenmerkingen ; beraedslaging op het geheel door den provincieraed ; op deze beraedslagen waren soms de afgevaerdigden der staten toege laten ; aenbieding van het ontwerp van den raed aen de goedkeuring van den vorst ; indien veranderingen noodzakelyk geacht werden , werd het ontwerp voor de autoriteiten teruggezonden , om amende menten ; want de vorst, volgens dat zyn eed luidde , moest de natie in het genot harer costumen laten . Er zyn dry soorten van costumen : 1 ° de gehomologeerde ; 2° die welke opgesteld zyn door de bevoegde overheid ; 3° verzamelingen zonder de tusschenkomst der magistraten gemaekt. Het nederleggen der tweede soort , op de greffie van de justicie of geheimenraed, doet de redactie veronderstellen voorgeschreven door de edikten , doch al de ontwerpen met de voorgeschreven formaliteiten zyn niet gedeposeerd , eenigen zyn door de plaetselyke overheid opgesteld geweest , doch deze voorwaerde was niet noodig ; het was voldoende dat zy op zyn bevel opgesteld en gerangschikt waren en dat hy ze zich eigen maekte door zyne goedkeuring : dan ook nog zyn de costumen authentiek . De costumen van Luik en Antwerpen zyn opgesteld geweest door byzondere persoonen die daertoe gelast waren en later door de bevoegde overheid aengenomen . De costumen van Antwerpen zyn opgesteld in 1545 en aen den raed van Braband in 1547 opgestuerd ; twee jaren later werden zy ingetrokken en op nieuw in 1571 nedergelegd ; moede van op de homologatie te wachten benoemde de burgemeester en schepenen , hy collegiale akte , de 18 july 1576 de advokaten KAREL GABRI en PHILIPS VAN MULLERY , « om t'overzien ende te revideeren de costu » men deezer stadt ende die te confereren mette gheschreven rechten, » ende daer aft van als notte ende memorie te maecke , om tselve » ghedaen henne besoignee ghezien ende hen rappoort gehoort de NOTA'S EN OPHELDERINGEN. 241 » unfirmatie daer aft te Hove te versuecken , ende de selve te doen » publiceren , soo myne heeren te rade sullen bevinde te behooren . » Twee jaren later hadden de beide commissarissen hunnen arbeid vol eind en by collegiale akte van 18 july 1580, werd hy aen het onderzoek yan 15 commissarissen onderworpen, namelyk PAUWELS SCHUERMANS, Jan De HERDE, JAN DE PAPE, JAN VAN ISERMANS, schepen, —JAN GILLIS , Eng . Massius en JAN DE WARCK, pensionnarissen , - HENDRIK DE Moy, secretaris , SEVERIN VAN UFFELE, griffier, GILLIS VAN VLIERDEN en JAN VAN WARVEN, advokaten, -WALFAERT VAN Egmont en ROELANT POLETTI, prokureurs. Deze commissarissen moesten gezamentlyk met de twee opstellers het wetsontwerp onderzoeken om later over hun verslag een besluit te nemen. Hetzelve werd goedgekeurd en de schepen bevolen er de uit gave van op 21 november 1582 . Op dit tydstip was Antwerpen nog niet onder het juk van Philips II terug gevallen , en men vreesde waerschynlyk dat de costumen die het licht gezien hadden onder de staetkundige vryheid en de godsdienstige ontvoogding van dien geest zouden doordrongen geweest zyn , want na de overgave aen Parma dwong men het magistraet om te verklaren dat men zich in regte op de costumen van Antwerpen te beroepen . Een nieuw ontwerp werd in 1607 aen den raed van Braband aengeboden . $ 3 . Costumen door den vorst goedgekeurd , hebben hetzelfde gezag als cen edikt , dat der costumen is bepaeld aen eene zekere uitgestrekt heid , dit der edikten heeft een meer algemeen karakter . In 1459 deed PHILIPS DE GOEDE de costumen der beide Bourgondien verzamelen en uitgeven ; in 1531 gaf Keizer KAREL een edikt uit door hetwelk hy dekretcerde , dat al de costumen der Nederlanden schrif telyk opgesteld en hem binnen de zes maenden toegestuerd moesten worden ; de verschillige lokaliteiten toonden weinig yver dit edikt ten uitvoer te brengen , en slechts vier, die van Henegouwen , Bergen , Yperen en Mechelen werden aen de goedkeuring des Keizers onderwor pen ; een nieuw edikt van 1540 drong op nieuw aen op de uitvoering van het eerste ; Doornik en Ronsse zonden de hunne ; in 1570 vroeg ALBA op zyne beurt al de costumen. Eindelyk in 1611 bevolen ALBERT en ISABELLA door het eeuwigdurig edikt, aen de steden en kanselryen hunne costumen acn de respectivelyke groote Raden hunner provin 242 A ENHANGSEL. cien op te sturen , op boete dat er een kommissaris op kosten der achterblyvenden zoude gezonden worden . Talryke costumen kwamen toe , en allen werden beurtelings afgekondigd ; zulks duerde voort onder Philips IV en de bekrachtiging der costumen van Woducq (He negouwen) door KAREL VI sloot na twee eeuwen de reeks van homo logatien, die onder Keizer KAREL begonnen was . Gedurende dit tydstip werden 44 costumen gedekreteerd , te beginnen met die van Hene gouwen , 1533, om te eindigen met die van Woducq 1736 . De costumen die niet gehomologeerd werden zyn talryker dan de anderen ; men telt er niet min dan 65 . Van al de costumen van Braband werden er slechts dry afgekon digd , omdat de raed der provincie de bepaelde maetregelen verhin derde ; daer hy den geheimen raed het regt niet wilde erkennen de costumen te herzien , weigerde hy hem de stukken toe te sturen . Onder deze bevinden zich de costumen van Antwerpen, Geei , Lier, Deurne en Borgerhout , die daerdoor van alle nuttig onderzoek en der souve reine goedkeuring zyn beroofd geweest. Alle deze costumen waren aen den raed van Braband toegezonden . In Vlaenderen toonde men zich gewilliger , en indien een gedeelte zyner costumen niet bekrachtigd noch goedgekeurd zyn , komt zulks voort dat het gouvernement, om de menigvuldigheid der costumen te vermyden , en die localiteiten onder die der byzondere stad van den omtrek te doen treden ; er was zelfs een oogenblik spraek eene op te stellen die algemeen zoude zyn en het ontwerp , dat 68 artikels bevat , doet men tot de XVIe eeuw opklimmen . Er waren eertyds twee jurisdictien te Antwerpen, zoo als dit in vele steden des tyds plaets hadde : de jurisdictie van het Kiel en die der Burgt. De jurisdictie van het Kiel had hare vierschare waer hedendaegs het gebouw der Munt gelegen is, en die der Burgt is slechts sedert in 1852 afgebroken . Alzoo gaen alle onze oude gedenkenissen te niet. De costumen van Antwerpen gewagen van goede mannen (prud hommes) ; onder zekere betrekkingen waren opregte Regtbanken van koophanden ( lakenhallen ). Factoors waren vreemde kooplieden alhier gevestigd , die voor re kening hunner huizen op vreemden bodem koophandel dreven . NOTA'S EN OPHELDERINGEN. 243 Korte levensschets van L. GUICCIARDINI. > > LODEWYK GUICCIARDINI , neef van FRANS GUICCIARDINI , werd te Flo rentië in Juny 1523 geboren ; hy bekleedde verschillige ambten onder ALEXANDER DE MEDICIS en onder deszelfs opvolger Cosmas II , vervol gens doorliep hy verscheide landen en hield zich lang te Antwerpen op , alwaer hy de gunst van AlvA wist te verwerven ; maer het rege ringsstelsel van dien landvoogd gelaekt hebbende in een schrift het welk toen het licht zag ( Memoriën enz. ) , moest hy zulks met ver scheide maenden gevangenis boeten , en bekwam slechts zyne vryheid door bemiddeling van den groot-hertog van Toskanen. Het overige van zyn leven levert niets merkwaerdigs op ; het schynt nogtans , dat ver mogende tegenstrevers , welke hem met nydige oogen aenzagen , door hunne kuiperyen er in gelukt waren hem van het hof van Floren tië verwyderd te houden . LODEWYK was hoog geleerd , en zoo hy de bekwaemheden van zynen oom niet bezat , hy stond toch met hem in kennissen gelyk . Men bezit van hem verschillende schriften , memo rien enz . over de gebeurtenissen in Savoyen van 1530 tot 1565, in-4º . Dit boek , dat men als het vervolg kan aenzien van FRANS GUICCIARDINI'S geschiedenis van Italië , is buiten twyfel verre beneden dit genoemde werk te stellen , maer de daedzaken welke GUICCIARDINI aenhaelt kun nen als naeuwkeurig aenschouwd worden ; 2º Raccolta dei detti e fatti notabili, 1581 in-8° , is eene belangryke verzameling van spreuken en vertelsels ; 3º Descrizione etc. ( Beschryving der Nederlanden , Antw. 1567 , in - fº ), in het fransch vertaeld met veelvuldige platen , Parys 1612, in - fº, en in het latyn , Amst . 1655, 2 deelen in-12 . Deze beschryving is geleerd , belangwekkend en werd in den tyd niet laeg geschat , maer de styl is verwaerloosd . 4° Orte die recreatione, Fl . 1600 in- 12 , in het fransch overgezet, 1572 in- 12 ; dit werk is zeer vermakelyk, vol geest en goede scherts . L. GUICCIARDINI , na vele jaren als een eenvoudig burger geleefd te hebben , overleed in 1585 ; hy stierf in den ouder dom van 66 jaren , te Antwerpen , omstandigheid waerover zyne levensbeschryving stil zwygt. (Michot, Biographie.) Wy voeger hierby : Hy werd in 0. L. V. kerk begraven , in het vreemd kwaertier, te midden van den beuk ; maer de stad , na zyne dood zelfs erkentelyk 2 7 > 244 A ENHANGSEL. over de diensten welke hy haer bewezen had met haer zyne pen toe te wyden , deed hem op de choor leggen . Wy hebben reeds het opschrift van zynen grafsteen gegeven ; zie hier de vertaling : D. 0. M. Aen Lodewyk Guicciardini van adelyke voorouders uit Florentië geboren , waeronder zyn oom Franciscus als vermaerd geschiedschryver uitmuntte, en wiens roem hy geëvenaerd hebbende, gansch Nederlund beschreven heeft. Hy leefde 66 jaer. Stierf den 11n der kalenden van April 1589 . Aen den verdienstvollen man , De Raed en het Antwerpsche Volk hebben dit gesticht en in 1719 hernieuwd. De levenschets hier aengeduid zegt geen woord over de vlaemsche vertaling door den geleerden KILIAEN ; deze vertaling hebben wy ge volgd, zoo als het den lezer bekend is . KILIAEN voegde er een aental belangryke en geleerde ophelderingen by. EINDE O




See also




Unless indicated otherwise, the text in this article is either based on Wikipedia article "Beschryving van Antwerpen, Mechelen, Lier en Turnhout" or another language Wikipedia page thereof used under the terms of the GNU Free Documentation License; or on research by Jahsonic and friends. See Art and Popular Culture's copyright notice.

Personal tools