Jan Cremer
From The Art and Popular Culture Encyclopedia
Related e |
Featured: |
Hij heeft onderwijs genoten aan de kunstacademies van Den Haag en Arnhem.
Cremers literatuur en beeldende kunst vertonen opvallende overeenkomsten. Beide richten zich op het zich losmaken van traditonele esthetiek en eeuwenoude culturele bagage, zoals de volgende citaten illustreren:
- "Ik lees niet, ik word gelezen."
- "Rembrandt? Wie is dat? Ik weet niets van wielrenners."
Beide citaten zeggen behalve over dat Cremer cultuur als een last ervaart ook iets over zijn vermogen tot choqueren. Met name "Ik Jan Cremer - deel I", maar ook zijn 'peinture barbariste', vergelijkbaar met die van Karel Appel, hebben een grote schok door de maatschappij doen gaan. Acties als het hangen van een kaartje van fl 1.000.000,- aan een schilderij (hij was toen slechts 18 jaar) en het luid toeterend langs het boekenbal crossen hebben hem tot enfant terrible van de Nederlandse beeldende kunst en literatuur gemaakt.
De literaire relevantie van Cremers werk is vooral belichaamd in "Ik Jan Cremer - deel I". Centraal daarbij is de bevrijding van de idealen van de jaren '50. Het is een voorbode van de vrije seks en wilde jaren '60. Dit verklaart waarom Cremer ook buiten Nederland veel gelezen werd. Ook dit leverde kritiek op. Over het boek werden Kamervragen gesteld, het werd fascistisch genoemd en voetbalvandalen werden beschuldigd van "Jan Cremerisme".
Cremer zelf werkte hier flink aan mee, omdat hij er de commerciële mogelijkheden van zag. Toen een ijverige politieman in Hengelo begin 1964 exemplaren van "Ik Jan Cremer" in beslag nam, verschenen in enkele dagbladen steunbetuigingen van bezorgde ouders. Ze bleken alle te zijn geschreven door Jan Cremer...
Vanaf 1970 weet Cremer zijn werk te combineren met zijn reis- en zwerflust. Zes maanden per jaar reist hij, de andere maanden verdeelt hij zijn tijd tussen schrijven en schilderen. Vele van zijn reizen zijn een reconstructie van de trektocht van de Hunnen onder Attila en de Mongolen onder Djenghis Khan. Met deze volkeren voelt Cremer zich sterk verwant, ook voordat een genealoog ontdekt dat hij langs moederskant zelf uit Mongolië stamt.
Na 1970 heeft hij zich vooral toegelegd op het lithograferen, wat onder meer resulteert in een aantal tulpen ‘Hollandse landschappen’. ‘Hij vertelt over Holland zoals alleen een emigrant dat zou kunnen doen, pratend over een wijd land met prachtige kleuren, een leeggewaaide blauwe lucht, een groene wei, plastieken van gele korenschoven op een afgemaaid land (...). Ga je zoiets benoemen dan passen dergelijke voorstellingen onder de noemer pop. (...) Maar pop betekent bij hem niet alleen populair maar ook werkelijk volks,’ schreef W.A.L. Beeren, directeur van het museum Boymans-Van Beuningen. Zijn beeldend werk wordt voortdurend in grote eenmanstentoonstellingen in binnen- en buitenland geëxposeerd.
Externe link